teiüvriDEn-rtiEüi/s Voor GERO De theologische achtergrond van de jongste schoolkwestie Leestafel jïGebroken trots" kinóeRhoekje Dames! Tooral nu he Blad Zaterdag 6 December 1952 No. 2171 [glinstelijlee Schooldag te Sommelsdijh Maak Uw bloed zuiver met Kruschen Salts. 1 1 Van Tientallen lijders aan Brandend Maagzuur hebben er Dozijnen Rennies op zak KERKNIEUWS Hamea-Gelei voor Uw handen Besparing exploitatie kosten voor auto's naar J. KEUVELAAR Landbouwhuishoudschool N.V. SLAVENBURG'S BANK VERVOLGVEEHAAL OP de Chr. Schooldag te Sommelsdijk gehouden, was Dr. H. J. Langman, Ned. gerv. Predt. te Amsterdam, de tweede redenaar, met het onderwerp: „De the ologische achtergrond van de jongste schoolkwestie". Over de kwestie Harde- rarijp zelf sprak hij niet, wel bracht hij het historisch aspect naar voren. In dit betoog trok hg zeer van leer tegen de stellingen van Dr. v. Niftrik. Dr. Langman voerde zijn gehoor terug tot de tijd vóór de Franse revolutie. Toen was de Overheids-school de Chris telijke school. De Overheid was gerefor meerd, de instellingen van de Overheid droegen een christelijk karakter. Dit veranderde door de omwenteling van 1795, toen werden er andere ideeën gel- jig,die in de onderwijswet van 1806 werden vastgelegd. De Staatsschool was opgehouden Chr. school te zijn. Het ging niet ineens, de banden met het verleden bleven bestaan. Men paste een gema tigde neutraliteit toe. In de wet van 1806 was een hinken op twee gedachten. Op de school mocht de bijbel nog worden gelezen, verondersteld werd, dat geo pend en gesloten werd met gebed. Er stond in de wet, dat door het on derwijs niemand in zijn overtuiging mocht worden gekrenkt. De school was toegankelijk zo stond er in voor Joden, roomsen en mohammedanen. Een eigenaardige tweeheid zei spr., een strijd tussen het chr. beginsel en neutraliteit, waarvan de neutraliteit het won. Er is verzet tegen geweest, maar men kon niets beginnen. Was het moeilijk in de kerk tegen de -geest des tijds in te gaan, te zwaarder was het in de Chr. school. Leerplicht was er niet; moeders gaven sonas hun kinderen chr. onderwijs thuis, kwamen de buren ook met hun kinderen, kwam men voor het gerecht. Uit het verzet noemde spr. twee figu ren; Groen van Prinsterer en Van der Bruggen. Deze twee hadden niet dezelf de richting: Van der Bruggen wilde een bijz, school die uitging van de ouders, van een chr. overheidsschool had hij geen verwachting. Groen kon de idee van de Staatsschool niet loslaten. Het volk kon volgens hem geen levende natie zijn, wanneer dat volk niet gedreven werd vanuit het Evangelie. Als aanhan ger van art. 36 N.G.B, mocht de over heid niet neutraal zijn. Een chr. over heid moest chr. instellingen hebben. Daarvoor zette Groen v. Pr. zijn krach ten in. Hij streed dus wel voor een bijz. Chr. school, maar dat was slechts een noodwoning. Zelfs is hij nog geweest de stichter van de 5e bijz. school te Den Haag. De strijd van Groen c.s. is op een mis lukking uitgelopen, die in 1857 een feit werd. Nooit zal men kunnen zeggen zei spr., dat de voorstanders van het Chr. Onderwijs niet voor een Chr. Overheids school gestreden hebben'. Toen van der Bruggen minister werd, heeft Groen v. Pr. begrepen, dat de „neutraliteit" van de overheid moest worden aanvaard. Toen is de houding veranderd; men zag in, dat het niet an ders kon en een andere weg moest wor den gekozen. Heeft Groen v. Pr. zijn oorspronkelijk ideaal prijs gegeven, vroeg spr.? Neen! Vanuit die chr. school zou ons volk weer worden gekerstend, langs die weg zou men komen tot een chr. volk en straks weer tot een chr. overheid. Het ideaal van Groen vond in de loop van honderd jaar geen verwezenlijking. Het is juist gekomen tot een geestelijk conflict. De openbare en de bijz. school £d voorkom zo ?,heumatische Pijnen. De bloedzuiverende organen tot jeug dige, krachtige werking brengen, het bloed vrij maken van pijnverwekkende onzuiverheden, die zich anders vastzet ten in spieren en gewrichten; dat is het wonder dat zich voltrekt bij een regelmatig gebruik van Kruschen; daarmee bevrijd ge UzeU van de jam mer en de chagrijnige pijnen die U het leven maken tot een last. Koop vandaag Kruschen bij Uw apothe ker of drogist en begin morgenochtend die heizame kuur. stonden naast elkaar. Dat was de oplos sing van het geestelijk conflict in de boezem van ons volk. Niet definitief. Voorlopig. Het ongeloof wilde het chr. onderwijs tegengaan. Het geloof kan er echter nooit vrede mee hebben, dat een deel van het volk zonder de bijbel is. Uit zendings-drang richt het het oog op het andere deel. Daaruit is spanning ontstaan, In de ene kring komt dat sterker naar voren, dan in de andere. Juist in de Hervorm de kerk dat ligt in haar karakter wordt dit heel sterk gevoeld. Deze historische inleiding moest spr. geven, om de kwestie waar het om gaat, goed te kunnen peilen. Spr. zeide dat Prof. V. Niftrik op de Synode der Herv. Kerk over de zaken rond kerk en school geen goed geluid had laten horen. Wat wil de Synode vroeg spr.? De Hervormde Kerk moet volkskerk zijn. Dit heeft de Synode verstaan in bijzon dere zin, zoals Wormser, Hoedemaker, Prof. V. Ruler e.a. Het begrip volkskerk zien ze in ver band van doop en verbond. Ze gaan van de tekst uit: Gaat heen, predikt het Evangelie alle volkeren, dezelve dopen de. Onder dat woord volkeren wordt dan een dikke streep gezet. Spr. rele veerde uitspraken van Kromsigt en van Hoedemaker, dat God zijn verbond sluit met personen, geslachten en volkeren. Het volk, zo zegt men, is het grote ge zin des Heeren, dat het doopvont mid den onder zich heeft. Uit dit gezichts punt heeft de Synode haar houding be paald. Nederland ziet men als Israël, als volk des verbonds. Van Ruler zegt, dat Gods barmhartigheid is tot in het dui zendste geslacht, dat is allang de kerk uit, het Nederlandse volk staat midden in het Verbond. Ondanks afval, ziet God er op neec. met bijzondere Verbonds- trouw. Nederland zo ziende, als voorwerp van Gods beloften en verbondstrouw, mag men zich wel terugtrekken van de bijz. school. Ons volk zal weer korhen tot herkerstening, voor de chr. school naogen we geen voorkeur hebben. Onze blik moet gericht zijn op heel het volk. Als we voorkeur uitspreken voor de bij zondere school, dan verliezen we het klemmende om de wet, zelfs de grond wet te herzien (Verbreking van de wet telijke kaders in de onderwijswet). Dat is de gedachtengang die de Sy node heeft beheerst, zei spr. Ze -spreken wel met waardering over de chr. school maar niet boven de openbare. Is de houding juist? vroeg spr. Hij moest er met een beslist „neen" op ant woorden. Het volkskerk-begrip, zoals dat naar voren is gebracht, is jiiet bij bels. Spr. nam nu ook de reeds aange haalde tekst uit Matth, 28 en gaf een andere exegese. De aanhaling „dezelve dopende" ziet niet op het volksgeheel. Volkeren (onzijdig) en dat „dezelve" lijkt op volkeren te slaan, maar is on juist, (mannel. geslacht). Onze gedach tengang moet hier een sprong maken zei spr., nu niet meer dat ene volk Is raël, nu voor alle volkeren en dan diezelve volkeren Neen, er staat eigen lijk hen, de personen dopende! De fout is deze dat men het begrip volkskerk gebonden heeft aan de Verbondsge dachte. Er is zei spr. inderdaad een verhou ding tussen kerk en volk. Schepselmatig gezien en voor God verantwoordelijkheid dragend. Als zodanig kan gesproken worden van volkskerk. De roeping van de kerk is ook, gerichtheid op het volk. Bij de Synodale beschouwing is er ech ter wezensverband gelegd tussen het volk en de kerk. De tussenschakel is het verbond. Gevolg is een tussenschakel tussen kerk en wereld. Het is tegen de Schrift in, zei spr. Wanneer men dat toegeeft, verliest men zijn illusies. Men ziet voor zich een gekerstende natie, met een chr. over heid en een chr. school. Wat hebben de 100 jaren sinds 1857 doen zien, vroeg spr.? Is er een kerste ning? Neen. De Kerk is de kleine groep. het kleine kuddeke, midden onder het volk. Het heeft de roeping naar uitbrei ding te staan, maar het is niet zo, dat het gehele volk komt tot het Evangelie. De Synode heeft het oog op de be loften, bestemd voor het Nederlandse volk, maar uit het oog verloren, dat de ouders de doopbelofte afleggen, hun kind in de voorzeide leer te doen of te laten ondenvljzen. De ouders staan voor de keuze de openbare of de bijz. school. De Synode heeft de ouders door deze beslissing in de kou laten staan! riep spr. uit. Als Christus-belijdende Kerk, zoals de Herv. Kerk wil zijn, had zij de ouders naar de Chr. School moeten wij zen! Ze had duidelijk voorkeur moeten uitspreken en de openbare en de bijz. school niet als parallele mogelijkheden naast elkaar laten staan. De Synode is ernstig in haar roeping tekort geschoten, zei spr. Zij moet wel oog hebben voor de openbare school om ook die kinderen de Bijbel te brengen, maar de keuze had niet twijfelachtig moeten zijn. Dan bezag spr. de rede van Prof. v. Niftrik en de theologische stellingen, die hij op dit punt naar voren had ge bracht. Het standpunt vergelijkend van Hoedemaker en van v. Ruler, had zijn rede meer een geïmproviseerd en dilet tantisch karakter. Prof. v. Niftrik zeide in zijn rede te Utrecht, dat dit de theo logie was van de Kerk. Merkwaardig vond spr,, dat de Synode de motieven stilzwijgend ter zijde' heeft gelegd, hoe wel hij wist dat binnenskamers harde noten zijn gekraakt. Eigenlijk was het een verloochening van het standpunt van V. Niftrik. Spreker ging nader op enige motieven van Prof, v. Niftrik in en noemde „de critische functie van de Kerk t.o. de chr. school". Hij zei, dat in onze tijd het chr, onderwijs in een crisis verkeert; het is niet meer wat het moet zijn, wat voort komt uit de ontdekking van de critische functie der kerk. Spr. antwoordde hierop: een critische functie heeft de kerk altijd! Dr. v. N. zegt: critisch bekeken vanuit het Evan gelie en dat doende zoekend en vragend naar de school van Christus. Die school als „unendliche Aufgabe", als ideaal. Zo weigert de Herv. Kerk zich neer te leg gen bij welke school dan ook. Zij weigert de antithese, geen twee bouw-werken t.o. elkaar. De school van Christus als ideaal ,,unendlich" zei spr., dus oneindig, een verhouding als van de eeuwigheid tot de tijd. De gedachte van Karl Barth komt zeli^s niet met zoveel kracht naar voren. Onder dat oneindige wordt alles klein. Dan komen ze beide (openbaar en bijzonder) in de waagschaal, in de crisis. Is dat juist, vroeg spr.? Is het een unendliche Aufgabe? Heeft God daar voor de Schrift gegeven? God lief te hebben, te eren, te dienen, de kinderen op te voeden in de vreze des Heeren? Het ontbreken daarvan, is oorzaak ge weest van strijd om de Chr. School. De Chr. School is er, omdat er vari de open bare niet maar iets, maar het ene no dige ontbreekt. Is er dan geen critiek op de Christe lijke School? vroeg spr. Die moet er zijn, miaar die raakt het ,,hoe" en niet „wat", het „welzijn", niet het „zijn". Stel daartegenover Prof. v. Niftrik's critische kerk. Het is een opheffen van de antithese en het brengen van een synthese tussen chr. en openbaar on derwijs. Beide zijn In de crisis gesteld, de Chr. School in de waagschaal. Het objectieve van het heilswerk van Christus aldus v. Niftrik reikt verder dan de kring der subjectieve be lijders, dat zoekt ethische bemiddeling, de verzoenende houding t.o. de open bare school. Hij legt de nadruk, dat God de wereld met zichzelf is verzoenende. Het licht van de hoop! Op die wereld ligt een belofte, de tekenen van het ko mende koninkrijk zijn opgericht! Ook al weet de mens subjectief er niets van! Hij weigert het Evangelie privé-bezit te maken van het Chr. bouwwerk. Hij ver werpt bouwwerken-theorie, ziet een vrucht opbloeien in de wereld, buiten het geloof om, het wezen van de ware humanist. Spr. hierop doorgaande wees er op, dat dit hetzelfde was wat Eras mus naar voren had gebracht, waarte gen Luther was opgetreden. Een won^ derlijke vermenging van waarheid en dwaling. Spreker ontkende niet het zedelijk goede dat er in de wereld is; ware Christus' sparende barmhartigheid er niet, deze aarde was een hel. Maar er wordt geen wezens-verschil gelegd van wat uit Christus is en uit de mens. Daarom zet men de chr. en de openbare school naast elkaar. Hiermee is aldus spr. een geweldig stuk natuurlijke theologie binnen gehaald, in het voet spoor van Karl Barth. De leerling ging zelfs verder dan de meester. De antithese is weggenomen en de synthese teweeggebracht. Aan de bood schap der H. Schrift is tekort gedaan en de fundamenten der chr. school en van de Chr. Kerk zijn ondergraven. Het was jammer dat er geen tijd over bleef, om over dit leerzame onderwerp te discussiëren. Wel werd nog een en Beste jongens en meisjes! Wij zijn nu de laatste maand van het ja.ar ingegaan. Nog een viertal raadsels hoop ik in 1952 te plaatsen. Jullie zullen toch allemaal wel proberen straks bij de laatste inzending present te zijn, hè? Dan ook aan het eerste raadsel van De cember beginnen. Moeilijk worden de raadsels niet gemaakt, enjullie mo gen thuis vragen of de huisgenoten een handje willen helpen, maar eerst zèlE proberen. De bedoeling van het raadselmaken is, dat jullie er door leren: leren denken, zelf opzoeken en voor de rest, door te vragen worden jullie knap. De grote mensen hebben ook veel dingen moeten vragen, veel moeten nasnuffelen en le zen en veel moeten nadenken, anders zouden ze ook niet zo verstandig zijn. Er wordt wel eens door ouderen gezegd: ,,Maar jongen (meisje), weet je dat nog niet eens? Begrijp je dat nog niet?" Maar ze vergeten, dat ze ook zo bijster veel niet wisten en konden, toen ze zo oud waren als die jongen of dat meisje, waaraan ze die vragen stelden. Om kort te zijn, jullie doen weer goed jullie best en zo beginnen we dan nu aan het 1ste DECEIVIBEBBAADSEL,: Er worden 10 woorden gevraagd. De beginletters van deze woorden vormen de naam van een feest, dat in December wordt gevierd. 1. Een verspieder die goede dingen sprak over het beloofde land, en de mensen moed insprak. 2. Een richter van Israël, die heel oud werd, en door een ongeluk de nek brak. 3. Een vrouw van Jacob. 4. Eén der zes vrijsteden. 5. Eén der zeven gemeenten van Klein- Azië (Openb.). 6. Een persoon waaraan Paulus een brief schreef. 7. Moeder van Johannes de Doper. 8. Plaats waar een waarzegster v/oonde in Sauls tijd. 9. Zoon van Azor (Matth. 1). 10. Een discipel van de Heere Jezus. Dit raadsel werd me toegezonden door Bram Hoek, Ouddorp. OPLOSSINGEN. I. NovemberiSlachtmaand. macht, brede, hemel, lacht, best, bonen, haver. 11. Haman, Elia, Ruben, Vredevorst, Orion, Rachel, Mozes, Issaschar, Nathan, Goliath, Sodom, Dagon, Abraham, Gideon. Hervormingsdag. III. Gomer, Efeze, Looft, Orion, Ozias, Felix, David, Zilla, IJdele, Dofka, Blika, Haman, Elisa, Erech, Ruben, Esrom. Geloofd z\j de Heere. IV." Abraham, David, Vasti, Elkana, Najn, Tubal-Kaïn, Simson, Tempel, IJzer, Deuteronomium. Adventstijd. V. J e r 0 b e a m 1 O h a n n e s e H i s k i a 0 n A t h a n a b e d N e g 0 s t e f a N u s r 0 m e 1 n E n d a m a s c u S b e r g r e D e b e z a 1 E 1 a k e 1 D a m a h e r O d I a s s e P h a n .1 a b E n h a d a d R e h a b e a m Ziezo, nu kunnen jullie nagaan of jul lie werk nogal klopt met deze oplossin gen. Zoals ik de oplossingen hier heb laten afdrukken, zo mogen jullie ze ook opschrijven. Dus de hele regels, waarin Altijd en overal ontmoet U lijders aan brandend maagzuur en U herkent ze aande lof die ze voor Reimies heb ben. Innnemen doen ze die tabletjes on opvallend, want water of wat ook komt er niet aan te pas. Ze helpen van de ene minuut op de andere. Ook U! het gevraagde woord voorkomt, behoe ven niet opgeschreven te worden. En nu nog iets: Ik begin het Kinderhoekje altijd met Beste jongens en meisjes!" Dat weten jullie wel. Ik ben dat zo gewend, dat mijn hand er naar staat. Na de oorlog is dit weer al Kinderhoekje nommer 318. Toch is het niet helemaal goed, dat opschrift. Niet omdat ik veronderstel, dat jullie stoute kinderen zijn, zoals de ze week zo veel over stoute kinderen is gesproken, maarals ik hoor, dat zo veel andere mensen het Hoekje lezen, dan zou ik wel moeten aanvangen met: Beste jongens, meisjes, jongeheren, jongedames, mannen vrouwen, vaders, moeders, opa's, oma'sen misschien kan er nog wel iets bij. Ja, al deze men sen zitten te loeren in het Kinderhoekje. Wisten jullie dat wel? Maar nu zou het toch wel belachelijk zijn, wanneer ik op die manier zou be ginnen, nietwaar? Nou, al is het dan iets mis, ik richt mijn woorden tot jul lie, hoor! 't Is jullie hoekje. Uit. Ik houd er deze week weer mee op. Werkt prettig allemaal en houdt de op lossingen goed bij elkaar tot het weer inzenden wordt. Voor ditmaal: alle jongens, meisjes, jongeheren, jongedames, mannen vrou wen, vaders, moeders, grootmoeders en grootvaders, de hartelijke groeten van OOM KO. Iedere man één meter! De Ned. Herv. Kerk te Koudekerke wordt gerestaureerd. Gemeenteleden hebben op zich genomen in hun vrije tijd het sloopwerk te verrichten onder het motto "ledere man hakt er zijn me ter van." Als de kerk „schoon" is wordt met de restauratie een aanvang ge maakt. Het orgel zal worden gereviseerd en de lambrizering geheel vernieuwd, terwijl de banken gemoderniseerd wor den. Door het uitbreken van enkele bochten" zullen 70 zitplaatsen meer verkregen worden. Ds. I. Kievit te Baarn, bekend als redacteur van het „Geref. Weekblad" heeft tegen 1 Januari a.s. eervol emeritaat aangevraagd. Ds. Kie vit, die 6 Nov. 65 jaar werd, diende de gemeenten van Garderen, Benschop, Lunteren en sedert 4 Nov. 1923 die van Baarn. Ds. Kievit is reeds lang ongesteld. Wat zijn vrijgemaakte Gereformeerden In het weekblad „De Christen", het orgaan van de Unie van Bapt. gemeen ten, in de Kroniek komt van de hand van J.R. hef volgende voor: „De „vrijgemaakte" Gereformeerden zijn in ons vaderland een aparte ver schijning. Het zijn geharnaste strijders voor de Geref. belijdenis Zij hebben uit het beginsel van de antithese de laatste consequentie getrokken en laten daar over nooit een onduidelijk geluid horen. Breed van instelling zijn ze niet, inte gendeel, ze zijn even breed als een scheermes op de snede. Twijfel aangaan de de juistheid van eigen overtuigingen kennen ze niet. Hun opvattingen wor den bekleed met het gezag van het Woord Gods en zij voelen zichzelf als de laatst overgebleven hoeders van de Waarheid temidden van afval en ver raad. Een gesprek is met hen niet mo gelijk. Men kan zich bekeren en dan vrijgemaakt worden of men kan hen af wijzen. Een derde weg is er niet." ander meegedeeld over een unfaire hou ding door Prof. v. Niftrik ingenomen, over een serie artikelen, die Dr. Lang man had geschreven over dit onderwerp welke niet ter plaatsing in een week blad der Herv. Kerk waren opgenomen. Hieruit bleek dat Dr. v. Niftrik t.o. van zijn stellingen een openbare aanval vreest. De vergadering werd, nadat de voor zitter de heer A. van Eek de beide spre kers hartelijk had danlc gezegd, door Prof. V. d. Meyden besloten met dank gebed. GEWESTELIJK ARBEIDSBUREAU DORDRECHT. Bijkantoor Middelharnis Stand arbeidsmarkt per 29 November 1952 op Goeree-Overflakkee. Op 29 Nov. 1952 waren 81 (vorig jaar 303) mannen als werkzoekenden inge schreven, waarvan 6 (vorig jaar 4) voor verbetering van hun positie. De openstaande aanvragen hebben o.a. betrekking op een kapper (heren), een halfwas-bakkersknecht-, een leerling of een halfwas-smidsknecht en landarbei ders. Momentgel staan 4 vrouwelijke arbeids krachten (vorig jaar eveneens 4) als werkzoekenden ingeschreven. Hiertegen over staan geen aanvragen. Aanvragen om personeel kunnen mon deling, schriftelijk of telefonisch worden ingediend (telef. 2374). De Directeur. Er bestaat momenteel in automobilis- ten-kringen grote belangstelling voor de vraag in hoeverre een nieuw apparaat, door een Nederlandse machinefabriek in de handel gebracht, het mogelijk maakt besparing te verkrijgen op de exploita tiekosten van bepaalde auto's. Door mid del van bedoeld apparaat is het n.l. mo gelijk benzine-motoren op petroleum te laten lopen. Door de Technische diensten van de A.N.W.B. K.N.A.C. en E.V.O. Wordt thans aan deze nieuwe vinding bijzonde re aandacht gewijd en voornamelijk on derzocht of en in welke mate bij toe passing de motor schadelijke gevolgen zal ondervinden o.a. bij het nemen van onjuiste of onvoldoende voorzorgsmaat regelen door de gebruiker. De technici van de K.N.A.C, A.N.W.B. en E.V.O. zullen binnenkort rapporten over hun ervaringen uitbrengen. CASSETTE'S Tiit voorraad van 37.30 tot 1251.85 Wat doen ze daar nu eigenlijk? Men schrijft ons: Ja, wat doen ze daar nu, die meisjes, die naar de Landbouwhuishoudschool in Sommelsdijk gaan? Deze vraag hebt U zich misschien wel eens gesteld, omdat het uw eigen dochter betreft, die erheen gaat, of een nichtje of buurmeisje of en dat is ook belangrijk betreft het de toekomst van uw kind dat nu nog de Lagere School bezoekt. Voor allen, die daarin belang stellen, en dat zijn dus voltrekt niet aUeen de moeders van de leerlingen, komt er een openbare les op de Landbouwhuishoudschool. Daar kunt U de leerlingen bezig zien met hun werk, gewoon zoals ze dat al tijd doen. Er wordt haar iets uitgelegd, dat hun nog niet bekend was, ze oefe nen zich verder om het werk vlot te kunnen doen, ze krijgen daarbij zo nodig hulp en goede raad. U kunt haar zien naaien, hoe van een gewone lap een bruikbaar kledingsstuk wordt getoverd, maar zo, dat het behal ve bruikbaar ook mooi is om te zien, want ook stofversieren zult U in prak tijk zien brengen. De innerlijke mens wordt daarbij niet vergeten, een kookles in volle gang is de bezichtiging waard en misschien mag U zelfs wat lekkers proeven. Verder zal er ook aandacht worden besteed aan de geestelijke ontwikkeling en aan al die onderdelen van de vor ming van de jonge meisjes, die ertoe bij dragen, dat zij het beste uitgerust zullen zijn om later hun taak in de maatschap pij te vervullen. Richt het dus vooral zo in met uw bezigheden deze drukke dagen, dat U kunt gaan kijken daar in dat mooie ge bouwtje in Sommelsdijk op 9 December. Zie verder de advertentie. Alle Bank- en Effectenzaken KANTOREN: Rotterdam, Amsterdam, Haarlem, Den Haag, Amersfoort, Dord recht, Schiedam, Vlaardingen. Maas sluis. IJsselmonde, Zevenbergen. Middelharnis, Voorstraat 7, Tel. 2138 Van de Uitgeverij en Drukkerij „Hol- landla" te Baarn ontvingen wij een keu rig uitgevoerde catalogus van Jeugd boeken. De illustraties zijn mooi en bij iedere uitgave is een ruime beschrijving. Dit vergemakkelijkt de keus van boe ken. Op aanvrage is deze catalogus gra tis te verkrijgen. DOOR HERMAN NOORMAN 19.) 'k Heb er lang over gepiekerd..." Ik wil wel eens met je vader spre ken. Me dunkt, hij moet toch voor rede vatbaar zijn,''Kea. Hij kan toch het ge- iuk van zijn kind niet opzettelijk in de weg staan? Abel, jongen, ik weet het niet, maar iieb er niet te veel verwachting van. En zou jij dan doen, wat je vader van je vraagt? Wat bedoel je? ~7 Dat is duidelijk. Als voorgevoelen uitkomt, weigert je vader mij jou hand 6n dan zal hij je willen dwingen, om, vroeg of laat, te trouwen met een boe renzoon, of je van die man houdt of ''iet. Zö begrijp ik het toch? We moeten eerst het antwoord van vader weten en dan kunnen we verder zien. Ik weet het nog niet', wat we moe ten doen, .als vader weigert. Maar Abel, longen, dit staat vast, gelóóf dat van "lij: ik heb jou mijn jawoord gegeven, omdat ik van je houd. Een ander komt uaar niet tussen. Zolang jij leeft, trouw »k niet met een ander. Ik geloof niet. dat een vader zó ver mag gaan, dè.t hij van zijn dochter eist, dat zij trouwt met iemand, van wie zij niet houdt. Dat is géén huwelijk, dit wéét je. Abel, wat er verder ook gebeurt. Van mij ben je ze ker. God is mijn getuige. I Dank je, kind. Jij kunt van mij ze ker zijn. Deze stap is niet een grapje. Ik heb jou lief en niemand anders. Ver der kunnen we niet spreken, omdat we eerst het gevoelen van je vader dienen te weten. Misschien valt het mee. Ik houd niet van achterbakse verhoudingen en hoop, dat jij er ook zo over denkt. Dus ik ga ronduit met je vader praten. Wanneer is hij als regel thuis? 's Mid dags om een uur of vijf, is dat geschikt Ja, dat is een beste tijd. Dan zal ik hem straks een briefje schrijven en hem vragen, of hij mij Woensdagmiddag vijf uur kan ontvan gen voor een belangrijke zaak. Zonder tegenbericht reken ik er op, dat ik ko men kan. En hoor eens: als je vader weigert, moeten we praten met elkaar, hoe onze gedragslijn moet zijn. Je komt VrijÖag naar de repetitie. Ik kom niet. Ga dan om negen uur onder een of an der voorwendsel naar huis. Ik wacht op je, dan kunnen we ergens een uurtje praten. Vind je dat niet het beste? Stemt je vader toe, dan hebben we ons niet verder druk te maken. Vader stemt niet toe, Abel. O, ik wou, dat er vier of vijf jongens bij ons thuis waren! Dan was alles zoveel ge makkelijker. Wat breng ik jou üi moei lijkheden! Weineen, kind, jij kunt het niet hel pen. Laten we moedig, mèt God, de moeilijkheden onder de ogen zien. We hebben elkaar, dat is heel wat waard. We zijn toch van elkaar? Kea geeft zich nu geheel, nu zij zich uitgesproken heeft. Zij vlijt zich tegen hem aan en zegt: ,,Jij bent van mij en ik ben van jou. Dat kan niemand on gedaan maken. Alleen de dood kan ons scheiden." Ze zijn jong; ze vergeten voor een wijle de te rijzen moeilijkheden; ze heb ben elkaar. En de minuten vliegen om. Tot Kea ineens opspringt: „Jongen, Abel, ik moet naar huis, hoor!" En je hebt nog niet eens thee ge had! schertst hij. Dan maar zonder. Het is mijn tijd. Ik breng je weg, zegt hij. I Doe dat nu niet. Dat doe ik vast. Niet tot huis, maar tot je weet wel. Kea stribbelt niet meer tegen. Zij kan niet van hem scheiden. Nu heeft zij hem nog enkele ogenblikken. Even later fietsen ze weg en bemer ken niet, dat achter hen dominee Ver voorn peddelt, die verbaasd het tweetal bekijkt. Vol gedachten slaat hij een zij weg in; die twee rijden verder, tot weer een tweesprong bereikt is. Daar praten Abel en Kea nog even. Afgesproken wordt, zoals izij gezegd heeft. Vrijdag avond zullen ze elkaar ontmoeten, als de boer een weigerend antwoord geeft. Dan fietst Kea naar „Westhove" en Abel zoekt het bos op, om daar te mij meren over zijn geluk en... over de te verwachten moeilijkheden. Ruim een uur later komt dominee Vervoorn in de pastorie, na zijn bezoek te hebben afgelegd. Onmiddellijk klampt hij zijn vrouw aan: ,,Lasterie is al in het dorp. Hij fietste met een meisje en de twee waren het goed met elkaar eens, heb ik zo gemerkt. Je. raadt nooit, wie, vrouwtje! Iemand van hier, laat ik dat er bij zeggen." Mary Piccardt? Mis. 'k Zal het maar zeggen: je raadt het niet gauw. Kea Steendam! Ik kan het me begrijpen. Hij heeft er een lief aardig vrouwtje aan. Maar 't loopt vast mis. Steendam geeft nooit toestem ming. Het spijt me geweldig voor La- terie en Kea trouwens ook. Ik heb er over zitten denken. Zou ik hem waar schuwen Niet doen, raadt zijn vrouw. Aller eerst heb je slechts een vermoeden... Dat aan zekerheid grenst. Ik heb mijn ogen niet in de zak. Zó fietsten niet twee jongelui, die elkaar alleen van een zangclubje kennen! Er zit méér achter. Goed, laat het zo zijn, je kunt er toch niets aan doen, als er werkelijk liefde tussen die twee is. Dominee haalt de schouders op. Hij is het niet met zichzelf eens. Tja, je kunt er weinig aan doen. Dat is zo. Maar als hij nu tijdig Lasterie waar schuwt, dat die bij de boer een blauwtje loopt? Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Maar man, mag je de boer in zijn verkeerde mening stijven? Als het wer kelijk ernst is, zoals je denkt, en het is ernst tussen die twee, wie brengt dan die twee jonge mensen bij elkaar? Ja, dat is óók waar. Het beste is dus te zwdjgen en het geval eens aan te zien, al is hij er zeker van, dat Lasterie bot zal vangen. Steendam is tot veel in staat, als hij eenmaal zijn mening wil doen zegevieren. Het spijt me voor Lasterie, zegt hij weer. HOOFDSTUK XI. Abel wil niet achterbaks handelen. Kea is van hetzelfde gevoelen. Als de boer deze avond naar een bestuursver gadering van de Boerenleenbank is deelt zij haar moeder mede, wat er die mid dag is voorgevallen ten huize van me vrouw Offenbach, waar zij, zonder te weten, dat die er was, Lasterie ont moette. Ik was er bang voor, Kea, zegt de boerin. Enig vermoeden had ik al. Daar om had ik toen die Zondagmiddag met je gesproken. Maar je hebt niet willen luisteren. Je hebt mij toen gezegd, dat er niets was, hoe zit het dan? Als Kea een en ander heeft medege deeld, moet haar moeder toegeven, dat zij niet over Lasterie spreken kon en dat er feitelijk niets positiefs te zeggen viel. Maar nu is het wèl het geval. Nu komt de situatie, waarvoor de boerin heeft gevreesd. Haar man zal zich schrap zetten en wat zal Kea doen Als het er op aankomt heeft die goeddeels het karakter van haar vader, zij het iet wat verzacht, omdat zij een vrouw is. Zullen die twee karakters met elkaar in botsing komen? Je hebt -zo overhaast gehandeld, Kea. Had je Lasterie niet bedenktijd kunnen vragen Want nu staan we voor een voldongen feit. Die bedenktijd had geen zin, moe der. Want mijn antwoord zou niet an ders zijn geweest. Wij hebben elkaar lief. En daarop komt het toch in de eer ste plaats aan, is het niet? Wilt u mij helpen, om vader tot andere gedachten te brengen? Op Abel is toch niets aan te merken? (Wordt ver\'olgd.)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1952 | | pagina 5