teiüvriDEn-rtiEüi/s
Voor GERO
De theologische achtergrond van de
jongste schoolkwestie
Leestafel
jïGebroken trots"
kinóeRhoekje
Dames! Tooral nu
he Blad
Zaterdag 6 December 1952
No. 2171
[glinstelijlee Schooldag te Sommelsdijh
Maak Uw bloed zuiver met
Kruschen Salts.
1
1
Van Tientallen lijders
aan Brandend Maagzuur
hebben er Dozijnen Rennies op
zak
KERKNIEUWS
Hamea-Gelei voor Uw handen
Besparing exploitatie
kosten voor auto's
naar J. KEUVELAAR
Landbouwhuishoudschool
N.V. SLAVENBURG'S BANK
VERVOLGVEEHAAL
OP de Chr. Schooldag te Sommelsdijk gehouden, was Dr. H. J. Langman, Ned.
gerv. Predt. te Amsterdam, de tweede redenaar, met het onderwerp: „De the
ologische achtergrond van de jongste schoolkwestie". Over de kwestie Harde-
rarijp zelf sprak hij niet, wel bracht hij het historisch aspect naar voren. In dit
betoog trok hg zeer van leer tegen de stellingen van Dr. v. Niftrik.
Dr. Langman voerde zijn gehoor terug
tot de tijd vóór de Franse revolutie.
Toen was de Overheids-school de Chris
telijke school. De Overheid was gerefor
meerd, de instellingen van de Overheid
droegen een christelijk karakter. Dit
veranderde door de omwenteling van
1795, toen werden er andere ideeën gel-
jig,die in de onderwijswet van 1806
werden vastgelegd. De Staatsschool was
opgehouden Chr. school te zijn. Het ging
niet ineens, de banden met het verleden
bleven bestaan. Men paste een gema
tigde neutraliteit toe. In de wet van
1806 was een hinken op twee gedachten.
Op de school mocht de bijbel nog worden
gelezen, verondersteld werd, dat geo
pend en gesloten werd met gebed.
Er stond in de wet, dat door het on
derwijs niemand in zijn overtuiging
mocht worden gekrenkt. De school was
toegankelijk zo stond er in voor
Joden, roomsen en mohammedanen.
Een eigenaardige tweeheid zei spr.,
een strijd tussen het chr. beginsel en
neutraliteit, waarvan de neutraliteit het
won.
Er is verzet tegen geweest, maar men
kon niets beginnen. Was het moeilijk in
de kerk tegen de -geest des tijds in te
gaan, te zwaarder was het in de Chr.
school. Leerplicht was er niet; moeders
gaven sonas hun kinderen chr. onderwijs
thuis, kwamen de buren ook met hun
kinderen, kwam men voor het gerecht.
Uit het verzet noemde spr. twee figu
ren; Groen van Prinsterer en Van der
Bruggen. Deze twee hadden niet dezelf
de richting: Van der Bruggen wilde een
bijz, school die uitging van de ouders,
van een chr. overheidsschool had hij
geen verwachting. Groen kon de idee
van de Staatsschool niet loslaten. Het
volk kon volgens hem geen levende natie
zijn, wanneer dat volk niet gedreven
werd vanuit het Evangelie. Als aanhan
ger van art. 36 N.G.B, mocht de over
heid niet neutraal zijn. Een chr. over
heid moest chr. instellingen hebben.
Daarvoor zette Groen v. Pr. zijn krach
ten in. Hij streed dus wel voor een bijz.
Chr. school, maar dat was slechts een
noodwoning. Zelfs is hij nog geweest de
stichter van de 5e bijz. school te Den
Haag.
De strijd van Groen c.s. is op een mis
lukking uitgelopen, die in 1857 een feit
werd. Nooit zal men kunnen zeggen zei
spr., dat de voorstanders van het Chr.
Onderwijs niet voor een Chr. Overheids
school gestreden hebben'.
Toen van der Bruggen minister werd,
heeft Groen v. Pr. begrepen, dat de
„neutraliteit" van de overheid moest
worden aanvaard. Toen is de houding
veranderd; men zag in, dat het niet an
ders kon en een andere weg moest wor
den gekozen.
Heeft Groen v. Pr. zijn oorspronkelijk
ideaal prijs gegeven, vroeg spr.? Neen!
Vanuit die chr. school zou ons volk
weer worden gekerstend, langs die weg
zou men komen tot een chr. volk en
straks weer tot een chr. overheid.
Het ideaal van Groen vond in de loop
van honderd jaar geen verwezenlijking.
Het is juist gekomen tot een geestelijk
conflict. De openbare en de bijz. school
£d voorkom zo
?,heumatische Pijnen.
De bloedzuiverende organen tot jeug
dige, krachtige werking brengen, het
bloed vrij maken van pijnverwekkende
onzuiverheden, die zich anders vastzet
ten in spieren en gewrichten; dat is
het wonder dat zich voltrekt bij een
regelmatig gebruik van Kruschen;
daarmee bevrijd ge UzeU van de jam
mer en de chagrijnige pijnen die U het
leven maken tot een last.
Koop vandaag Kruschen bij Uw apothe
ker of drogist en begin morgenochtend
die heizame kuur.
stonden naast elkaar. Dat was de oplos
sing van het geestelijk conflict in de
boezem van ons volk. Niet definitief.
Voorlopig. Het ongeloof wilde het chr.
onderwijs tegengaan. Het geloof kan er
echter nooit vrede mee hebben, dat een
deel van het volk zonder de bijbel is.
Uit zendings-drang richt het het oog op
het andere deel.
Daaruit is spanning ontstaan, In de
ene kring komt dat sterker naar voren,
dan in de andere. Juist in de Hervorm
de kerk dat ligt in haar karakter
wordt dit heel sterk gevoeld.
Deze historische inleiding moest spr.
geven, om de kwestie waar het om
gaat, goed te kunnen peilen. Spr. zeide
dat Prof. V. Niftrik op de Synode der
Herv. Kerk over de zaken rond kerk en
school geen goed geluid had laten horen.
Wat wil de Synode vroeg spr.? De
Hervormde Kerk moet volkskerk zijn.
Dit heeft de Synode verstaan in bijzon
dere zin, zoals Wormser, Hoedemaker,
Prof. V. Ruler e.a.
Het begrip volkskerk zien ze in ver
band van doop en verbond. Ze gaan van
de tekst uit: Gaat heen, predikt het
Evangelie alle volkeren, dezelve dopen
de. Onder dat woord volkeren wordt
dan een dikke streep gezet. Spr. rele
veerde uitspraken van Kromsigt en van
Hoedemaker, dat God zijn verbond sluit
met personen, geslachten en volkeren.
Het volk, zo zegt men, is het grote ge
zin des Heeren, dat het doopvont mid
den onder zich heeft. Uit dit gezichts
punt heeft de Synode haar houding be
paald. Nederland ziet men als Israël, als
volk des verbonds. Van Ruler zegt, dat
Gods barmhartigheid is tot in het dui
zendste geslacht, dat is allang de kerk
uit, het Nederlandse volk staat midden
in het Verbond. Ondanks afval, ziet God
er op neec. met bijzondere Verbonds-
trouw.
Nederland zo ziende, als voorwerp
van Gods beloften en verbondstrouw,
mag men zich wel terugtrekken van de
bijz. school. Ons volk zal weer korhen
tot herkerstening, voor de chr. school
naogen we geen voorkeur hebben. Onze
blik moet gericht zijn op heel het volk.
Als we voorkeur uitspreken voor de bij
zondere school, dan verliezen we het
klemmende om de wet, zelfs de grond
wet te herzien (Verbreking van de wet
telijke kaders in de onderwijswet).
Dat is de gedachtengang die de Sy
node heeft beheerst, zei spr. Ze -spreken
wel met waardering over de chr. school
maar niet boven de openbare.
Is de houding juist? vroeg spr. Hij
moest er met een beslist „neen" op ant
woorden. Het volkskerk-begrip, zoals
dat naar voren is gebracht, is jiiet bij
bels. Spr. nam nu ook de reeds aange
haalde tekst uit Matth, 28 en gaf een
andere exegese. De aanhaling „dezelve
dopende" ziet niet op het volksgeheel.
Volkeren (onzijdig) en dat „dezelve"
lijkt op volkeren te slaan, maar is on
juist, (mannel. geslacht). Onze gedach
tengang moet hier een sprong maken
zei spr., nu niet meer dat ene volk Is
raël, nu voor alle volkeren en dan
diezelve volkeren Neen, er staat eigen
lijk hen, de personen dopende! De fout
is deze dat men het begrip volkskerk
gebonden heeft aan de Verbondsge
dachte.
Er is zei spr. inderdaad een verhou
ding tussen kerk en volk. Schepselmatig
gezien en voor God verantwoordelijkheid
dragend. Als zodanig kan gesproken
worden van volkskerk. De roeping van
de kerk is ook, gerichtheid op het volk.
Bij de Synodale beschouwing is er ech
ter wezensverband gelegd tussen het
volk en de kerk. De tussenschakel is het
verbond. Gevolg is een tussenschakel
tussen kerk en wereld. Het is tegen de
Schrift in, zei spr.
Wanneer men dat toegeeft, verliest
men zijn illusies. Men ziet voor zich een
gekerstende natie, met een chr. over
heid en een chr. school.
Wat hebben de 100 jaren sinds 1857
doen zien, vroeg spr.? Is er een kerste
ning? Neen. De Kerk is de kleine groep.
het kleine kuddeke, midden onder het
volk. Het heeft de roeping naar uitbrei
ding te staan, maar het is niet zo, dat
het gehele volk komt tot het Evangelie.
De Synode heeft het oog op de be
loften, bestemd voor het Nederlandse
volk, maar uit het oog verloren, dat de
ouders de doopbelofte afleggen, hun
kind in de voorzeide leer te doen of te
laten ondenvljzen. De ouders staan voor
de keuze de openbare of de bijz. school.
De Synode heeft de ouders door deze
beslissing in de kou laten staan! riep
spr. uit. Als Christus-belijdende Kerk,
zoals de Herv. Kerk wil zijn, had zij de
ouders naar de Chr. School moeten wij
zen! Ze had duidelijk voorkeur moeten
uitspreken en de openbare en de bijz.
school niet als parallele mogelijkheden
naast elkaar laten staan.
De Synode is ernstig in haar roeping
tekort geschoten, zei spr. Zij moet wel
oog hebben voor de openbare school om
ook die kinderen de Bijbel te brengen,
maar de keuze had niet twijfelachtig
moeten zijn.
Dan bezag spr. de rede van Prof. v.
Niftrik en de theologische stellingen,
die hij op dit punt naar voren had ge
bracht. Het standpunt vergelijkend van
Hoedemaker en van v. Ruler, had zijn
rede meer een geïmproviseerd en dilet
tantisch karakter. Prof. v. Niftrik zeide
in zijn rede te Utrecht, dat dit de theo
logie was van de Kerk. Merkwaardig
vond spr,, dat de Synode de motieven
stilzwijgend ter zijde' heeft gelegd, hoe
wel hij wist dat binnenskamers harde
noten zijn gekraakt. Eigenlijk was het
een verloochening van het standpunt
van V. Niftrik.
Spreker ging nader op enige motieven
van Prof, v. Niftrik in en noemde „de
critische functie van de Kerk t.o. de chr.
school". Hij zei, dat in onze tijd het chr,
onderwijs in een crisis verkeert; het is
niet meer wat het moet zijn, wat voort
komt uit de ontdekking van de critische
functie der kerk.
Spr. antwoordde hierop: een critische
functie heeft de kerk altijd! Dr. v. N.
zegt: critisch bekeken vanuit het Evan
gelie en dat doende zoekend en vragend
naar de school van Christus. Die school
als „unendliche Aufgabe", als ideaal. Zo
weigert de Herv. Kerk zich neer te leg
gen bij welke school dan ook. Zij weigert
de antithese, geen twee bouw-werken
t.o. elkaar.
De school van Christus als ideaal
,,unendlich" zei spr., dus oneindig, een
verhouding als van de eeuwigheid tot
de tijd. De gedachte van Karl Barth
komt zeli^s niet met zoveel kracht naar
voren. Onder dat oneindige wordt alles
klein. Dan komen ze beide (openbaar en
bijzonder) in de waagschaal, in de crisis.
Is dat juist, vroeg spr.? Is het een
unendliche Aufgabe? Heeft God daar
voor de Schrift gegeven? God lief te
hebben, te eren, te dienen, de kinderen
op te voeden in de vreze des Heeren?
Het ontbreken daarvan, is oorzaak ge
weest van strijd om de Chr. School. De
Chr. School is er, omdat er vari de open
bare niet maar iets, maar het ene no
dige ontbreekt.
Is er dan geen critiek op de Christe
lijke School? vroeg spr. Die moet er
zijn, miaar die raakt het ,,hoe" en niet
„wat", het „welzijn", niet het „zijn".
Stel daartegenover Prof. v. Niftrik's
critische kerk. Het is een opheffen van
de antithese en het brengen van een
synthese tussen chr. en openbaar on
derwijs. Beide zijn In de crisis gesteld,
de Chr. School in de waagschaal.
Het objectieve van het heilswerk van
Christus aldus v. Niftrik reikt
verder dan de kring der subjectieve be
lijders, dat zoekt ethische bemiddeling,
de verzoenende houding t.o. de open
bare school. Hij legt de nadruk, dat God
de wereld met zichzelf is verzoenende.
Het licht van de hoop! Op die wereld
ligt een belofte, de tekenen van het ko
mende koninkrijk zijn opgericht! Ook al
weet de mens subjectief er niets van!
Hij weigert het Evangelie privé-bezit te
maken van het Chr. bouwwerk. Hij ver
werpt bouwwerken-theorie, ziet een
vrucht opbloeien in de wereld, buiten
het geloof om, het wezen van de ware
humanist. Spr. hierop doorgaande wees
er op, dat dit hetzelfde was wat Eras
mus naar voren had gebracht, waarte
gen Luther was opgetreden. Een won^
derlijke vermenging van waarheid en
dwaling.
Spreker ontkende niet het zedelijk
goede dat er in de wereld is; ware
Christus' sparende barmhartigheid er
niet, deze aarde was een hel. Maar er
wordt geen wezens-verschil gelegd van
wat uit Christus is en uit de mens.
Daarom zet men de chr. en de openbare
school naast elkaar. Hiermee is aldus
spr. een geweldig stuk natuurlijke
theologie binnen gehaald, in het voet
spoor van Karl Barth. De leerling ging
zelfs verder dan de meester.
De antithese is weggenomen en de
synthese teweeggebracht. Aan de bood
schap der H. Schrift is tekort gedaan
en de fundamenten der chr. school en
van de Chr. Kerk zijn ondergraven.
Het was jammer dat er geen tijd over
bleef, om over dit leerzame onderwerp
te discussiëren. Wel werd nog een en
Beste jongens en meisjes!
Wij zijn nu de laatste maand van het
ja.ar ingegaan. Nog een viertal raadsels
hoop ik in 1952 te plaatsen. Jullie zullen
toch allemaal wel proberen straks bij de
laatste inzending present te zijn, hè?
Dan ook aan het eerste raadsel van De
cember beginnen. Moeilijk worden de
raadsels niet gemaakt, enjullie mo
gen thuis vragen of de huisgenoten een
handje willen helpen, maar eerst zèlE
proberen.
De bedoeling van het raadselmaken
is, dat jullie er door leren: leren denken,
zelf opzoeken en voor de rest, door te
vragen worden jullie knap. De grote
mensen hebben ook veel dingen moeten
vragen, veel moeten nasnuffelen en le
zen en veel moeten nadenken, anders
zouden ze ook niet zo verstandig zijn.
Er wordt wel eens door ouderen gezegd:
,,Maar jongen (meisje), weet je dat nog
niet eens? Begrijp je dat nog niet?"
Maar ze vergeten, dat ze ook zo bijster
veel niet wisten en konden, toen ze zo
oud waren als die jongen of dat meisje,
waaraan ze die vragen stelden.
Om kort te zijn, jullie doen weer goed
jullie best en zo beginnen we dan nu
aan het
1ste DECEIVIBEBBAADSEL,:
Er worden 10 woorden gevraagd. De
beginletters van deze woorden vormen
de naam van een feest, dat in December
wordt gevierd.
1. Een verspieder die goede dingen
sprak over het beloofde land, en de
mensen moed insprak.
2. Een richter van Israël, die heel oud
werd, en door een ongeluk de nek
brak.
3. Een vrouw van Jacob.
4. Eén der zes vrijsteden.
5. Eén der zeven gemeenten van Klein-
Azië (Openb.).
6. Een persoon waaraan Paulus een
brief schreef.
7. Moeder van Johannes de Doper.
8. Plaats waar een waarzegster v/oonde
in Sauls tijd.
9. Zoon van Azor (Matth. 1).
10. Een discipel van de Heere Jezus.
Dit raadsel werd me toegezonden door
Bram Hoek, Ouddorp.
OPLOSSINGEN.
I. NovemberiSlachtmaand.
macht, brede, hemel, lacht, best,
bonen, haver.
11. Haman, Elia, Ruben, Vredevorst,
Orion, Rachel, Mozes, Issaschar,
Nathan, Goliath, Sodom, Dagon,
Abraham, Gideon.
Hervormingsdag.
III. Gomer, Efeze, Looft, Orion, Ozias,
Felix, David, Zilla, IJdele, Dofka,
Blika, Haman, Elisa, Erech, Ruben,
Esrom. Geloofd z\j de Heere.
IV." Abraham, David, Vasti, Elkana,
Najn, Tubal-Kaïn, Simson, Tempel,
IJzer, Deuteronomium.
Adventstijd.
V.
J
e
r
0
b
e
a
m
1
O
h
a
n
n
e
s
e
H
i
s
k
i
a
0
n
A
t
h
a
n
a
b
e
d
N
e
g
0
s
t
e
f
a
N
u
s
r
0
m
e
1
n
E
n
d
a
m
a
s
c
u
S
b
e
r
g
r
e
D
e
b
e
z
a
1
E
1
a
k
e
1
D
a
m
a
h
e
r
O
d
I
a
s
s
e
P
h
a
n
.1
a
b
E
n
h
a
d
a
d
R
e
h
a
b
e
a
m
Ziezo, nu kunnen jullie nagaan of jul
lie werk nogal klopt met deze oplossin
gen. Zoals ik de oplossingen hier heb
laten afdrukken, zo mogen jullie ze ook
opschrijven. Dus de hele regels, waarin
Altijd en overal ontmoet U lijders aan
brandend maagzuur en U herkent ze
aande lof die ze voor Reimies heb
ben. Innnemen doen ze die tabletjes on
opvallend, want water of wat ook komt
er niet aan te pas. Ze helpen van de
ene minuut op de andere. Ook U!
het gevraagde woord voorkomt, behoe
ven niet opgeschreven te worden.
En nu nog iets:
Ik begin het Kinderhoekje altijd met
Beste jongens en meisjes!" Dat weten
jullie wel. Ik ben dat zo gewend, dat
mijn hand er naar staat. Na de oorlog
is dit weer al Kinderhoekje nommer 318.
Toch is het niet helemaal goed, dat
opschrift. Niet omdat ik veronderstel,
dat jullie stoute kinderen zijn, zoals de
ze week zo veel over stoute kinderen is
gesproken, maarals ik hoor, dat zo
veel andere mensen het Hoekje lezen,
dan zou ik wel moeten aanvangen met:
Beste jongens, meisjes, jongeheren,
jongedames, mannen vrouwen, vaders,
moeders, opa's, oma'sen misschien
kan er nog wel iets bij. Ja, al deze men
sen zitten te loeren in het Kinderhoekje.
Wisten jullie dat wel?
Maar nu zou het toch wel belachelijk
zijn, wanneer ik op die manier zou be
ginnen, nietwaar? Nou, al is het dan
iets mis, ik richt mijn woorden tot jul
lie, hoor! 't Is jullie hoekje. Uit.
Ik houd er deze week weer mee op.
Werkt prettig allemaal en houdt de op
lossingen goed bij elkaar tot het weer
inzenden wordt.
Voor ditmaal: alle jongens, meisjes,
jongeheren, jongedames, mannen vrou
wen, vaders, moeders, grootmoeders en
grootvaders, de hartelijke groeten van
OOM KO.
Iedere man één meter!
De Ned. Herv. Kerk te Koudekerke
wordt gerestaureerd. Gemeenteleden
hebben op zich genomen in hun vrije
tijd het sloopwerk te verrichten onder
het motto "ledere man hakt er zijn me
ter van." Als de kerk „schoon" is wordt
met de restauratie een aanvang ge
maakt. Het orgel zal worden gereviseerd
en de lambrizering geheel vernieuwd,
terwijl de banken gemoderniseerd wor
den. Door het uitbreken van enkele
bochten" zullen 70 zitplaatsen meer
verkregen worden.
Ds. I. Kievit te Baarn,
bekend als redacteur van het „Geref.
Weekblad" heeft tegen 1 Januari a.s.
eervol emeritaat aangevraagd. Ds. Kie
vit, die 6 Nov. 65 jaar werd, diende de
gemeenten van Garderen, Benschop,
Lunteren en sedert 4 Nov. 1923 die van
Baarn. Ds. Kievit is reeds lang ongesteld.
Wat zijn vrijgemaakte
Gereformeerden
In het weekblad „De Christen", het
orgaan van de Unie van Bapt. gemeen
ten, in de Kroniek komt van de hand
van J.R. hef volgende voor:
„De „vrijgemaakte" Gereformeerden
zijn in ons vaderland een aparte ver
schijning. Het zijn geharnaste strijders
voor de Geref. belijdenis Zij hebben uit
het beginsel van de antithese de laatste
consequentie getrokken en laten daar
over nooit een onduidelijk geluid horen.
Breed van instelling zijn ze niet, inte
gendeel, ze zijn even breed als een
scheermes op de snede. Twijfel aangaan
de de juistheid van eigen overtuigingen
kennen ze niet. Hun opvattingen wor
den bekleed met het gezag van het
Woord Gods en zij voelen zichzelf als de
laatst overgebleven hoeders van de
Waarheid temidden van afval en ver
raad. Een gesprek is met hen niet mo
gelijk. Men kan zich bekeren en dan
vrijgemaakt worden of men kan hen af
wijzen. Een derde weg is er niet."
ander meegedeeld over een unfaire hou
ding door Prof. v. Niftrik ingenomen,
over een serie artikelen, die Dr. Lang
man had geschreven over dit onderwerp
welke niet ter plaatsing in een week
blad der Herv. Kerk waren opgenomen.
Hieruit bleek dat Dr. v. Niftrik t.o. van
zijn stellingen een openbare aanval
vreest.
De vergadering werd, nadat de voor
zitter de heer A. van Eek de beide spre
kers hartelijk had danlc gezegd, door
Prof. V. d. Meyden besloten met dank
gebed.
GEWESTELIJK ARBEIDSBUREAU
DORDRECHT.
Bijkantoor Middelharnis
Stand arbeidsmarkt per 29 November
1952 op Goeree-Overflakkee.
Op 29 Nov. 1952 waren 81 (vorig jaar
303) mannen als werkzoekenden inge
schreven, waarvan 6 (vorig jaar 4) voor
verbetering van hun positie.
De openstaande aanvragen hebben o.a.
betrekking op een kapper (heren), een
halfwas-bakkersknecht-, een leerling of
een halfwas-smidsknecht en landarbei
ders.
Momentgel staan 4 vrouwelijke arbeids
krachten (vorig jaar eveneens 4) als
werkzoekenden ingeschreven. Hiertegen
over staan geen aanvragen.
Aanvragen om personeel kunnen mon
deling, schriftelijk of telefonisch worden
ingediend (telef. 2374).
De Directeur.
Er bestaat momenteel in automobilis-
ten-kringen grote belangstelling voor de
vraag in hoeverre een nieuw apparaat,
door een Nederlandse machinefabriek in
de handel gebracht, het mogelijk maakt
besparing te verkrijgen op de exploita
tiekosten van bepaalde auto's. Door mid
del van bedoeld apparaat is het n.l. mo
gelijk benzine-motoren op petroleum te
laten lopen.
Door de Technische diensten van de
A.N.W.B. K.N.A.C. en E.V.O. Wordt
thans aan deze nieuwe vinding bijzonde
re aandacht gewijd en voornamelijk on
derzocht of en in welke mate bij toe
passing de motor schadelijke gevolgen
zal ondervinden o.a. bij het nemen van
onjuiste of onvoldoende voorzorgsmaat
regelen door de gebruiker.
De technici van de K.N.A.C, A.N.W.B.
en E.V.O. zullen binnenkort rapporten
over hun ervaringen uitbrengen.
CASSETTE'S Tiit voorraad
van 37.30 tot 1251.85
Wat doen ze daar nu eigenlijk?
Men schrijft ons:
Ja, wat doen ze daar nu, die meisjes,
die naar de Landbouwhuishoudschool in
Sommelsdijk gaan? Deze vraag hebt U
zich misschien wel eens gesteld, omdat
het uw eigen dochter betreft, die erheen
gaat, of een nichtje of buurmeisje of
en dat is ook belangrijk betreft het
de toekomst van uw kind dat nu nog de
Lagere School bezoekt. Voor allen, die
daarin belang stellen, en dat zijn dus
voltrekt niet aUeen de moeders van de
leerlingen, komt er een openbare les op
de Landbouwhuishoudschool.
Daar kunt U de leerlingen bezig zien
met hun werk, gewoon zoals ze dat al
tijd doen. Er wordt haar iets uitgelegd,
dat hun nog niet bekend was, ze oefe
nen zich verder om het werk vlot te
kunnen doen, ze krijgen daarbij zo nodig
hulp en goede raad.
U kunt haar zien naaien, hoe van een
gewone lap een bruikbaar kledingsstuk
wordt getoverd, maar zo, dat het behal
ve bruikbaar ook mooi is om te zien,
want ook stofversieren zult U in prak
tijk zien brengen.
De innerlijke mens wordt daarbij niet
vergeten, een kookles in volle gang is
de bezichtiging waard en misschien mag
U zelfs wat lekkers proeven.
Verder zal er ook aandacht worden
besteed aan de geestelijke ontwikkeling
en aan al die onderdelen van de vor
ming van de jonge meisjes, die ertoe bij
dragen, dat zij het beste uitgerust zullen
zijn om later hun taak in de maatschap
pij te vervullen.
Richt het dus vooral zo in met uw
bezigheden deze drukke dagen, dat U
kunt gaan kijken daar in dat mooie ge
bouwtje in Sommelsdijk op 9 December.
Zie verder de advertentie.
Alle Bank- en Effectenzaken
KANTOREN: Rotterdam, Amsterdam,
Haarlem, Den Haag, Amersfoort, Dord
recht, Schiedam, Vlaardingen. Maas
sluis. IJsselmonde, Zevenbergen.
Middelharnis, Voorstraat 7, Tel. 2138
Van de Uitgeverij en Drukkerij „Hol-
landla" te Baarn ontvingen wij een keu
rig uitgevoerde catalogus van Jeugd
boeken. De illustraties zijn mooi en bij
iedere uitgave is een ruime beschrijving.
Dit vergemakkelijkt de keus van boe
ken. Op aanvrage is deze catalogus gra
tis te verkrijgen.
DOOR
HERMAN NOORMAN
19.)
'k Heb er lang over gepiekerd..."
Ik wil wel eens met je vader spre
ken. Me dunkt, hij moet toch voor rede
vatbaar zijn,''Kea. Hij kan toch het ge-
iuk van zijn kind niet opzettelijk in de
weg staan?
Abel, jongen, ik weet het niet, maar
iieb er niet te veel verwachting van.
En zou jij dan doen, wat je vader
van je vraagt?
Wat bedoel je?
~7 Dat is duidelijk. Als voorgevoelen
uitkomt, weigert je vader mij jou hand
6n dan zal hij je willen dwingen, om,
vroeg of laat, te trouwen met een boe
renzoon, of je van die man houdt of
''iet. Zö begrijp ik het toch?
We moeten eerst het antwoord van
vader weten en dan kunnen we verder
zien. Ik weet het nog niet', wat we moe
ten doen, .als vader weigert. Maar Abel,
longen, dit staat vast, gelóóf dat van
"lij: ik heb jou mijn jawoord gegeven,
omdat ik van je houd. Een ander komt
uaar niet tussen. Zolang jij leeft, trouw
»k niet met een ander. Ik geloof niet.
dat een vader zó ver mag gaan, dè.t hij
van zijn dochter eist, dat zij trouwt met
iemand, van wie zij niet houdt. Dat is
géén huwelijk, dit wéét je. Abel, wat er
verder ook gebeurt. Van mij ben je ze
ker. God is mijn getuige.
I Dank je, kind. Jij kunt van mij ze
ker zijn. Deze stap is niet een grapje.
Ik heb jou lief en niemand anders. Ver
der kunnen we niet spreken, omdat we
eerst het gevoelen van je vader dienen
te weten. Misschien valt het mee. Ik
houd niet van achterbakse verhoudingen
en hoop, dat jij er ook zo over denkt.
Dus ik ga ronduit met je vader praten.
Wanneer is hij als regel thuis? 's Mid
dags om een uur of vijf, is dat geschikt
Ja, dat is een beste tijd.
Dan zal ik hem straks een briefje
schrijven en hem vragen, of hij mij
Woensdagmiddag vijf uur kan ontvan
gen voor een belangrijke zaak. Zonder
tegenbericht reken ik er op, dat ik ko
men kan. En hoor eens: als je vader
weigert, moeten we praten met elkaar,
hoe onze gedragslijn moet zijn. Je komt
VrijÖag naar de repetitie. Ik kom niet.
Ga dan om negen uur onder een of an
der voorwendsel naar huis. Ik wacht op
je, dan kunnen we ergens een uurtje
praten. Vind je dat niet het beste?
Stemt je vader toe, dan hebben we ons
niet verder druk te maken.
Vader stemt niet toe, Abel. O, ik
wou, dat er vier of vijf jongens bij ons
thuis waren! Dan was alles zoveel ge
makkelijker. Wat breng ik jou üi moei
lijkheden!
Weineen, kind, jij kunt het niet hel
pen. Laten we moedig, mèt God, de
moeilijkheden onder de ogen zien. We
hebben elkaar, dat is heel wat waard.
We zijn toch van elkaar?
Kea geeft zich nu geheel, nu zij zich
uitgesproken heeft. Zij vlijt zich tegen
hem aan en zegt: ,,Jij bent van mij en
ik ben van jou. Dat kan niemand on
gedaan maken. Alleen de dood kan ons
scheiden."
Ze zijn jong; ze vergeten voor een
wijle de te rijzen moeilijkheden; ze heb
ben elkaar. En de minuten vliegen om.
Tot Kea ineens opspringt: „Jongen,
Abel, ik moet naar huis, hoor!"
En je hebt nog niet eens thee ge
had! schertst hij.
Dan maar zonder. Het is mijn tijd.
Ik breng je weg, zegt hij.
I Doe dat nu niet.
Dat doe ik vast. Niet tot huis, maar
tot je weet wel.
Kea stribbelt niet meer tegen. Zij kan
niet van hem scheiden. Nu heeft zij hem
nog enkele ogenblikken.
Even later fietsen ze weg en bemer
ken niet, dat achter hen dominee Ver
voorn peddelt, die verbaasd het tweetal
bekijkt. Vol gedachten slaat hij een zij
weg in; die twee rijden verder, tot weer
een tweesprong bereikt is. Daar praten
Abel en Kea nog even. Afgesproken
wordt, zoals izij gezegd heeft. Vrijdag
avond zullen ze elkaar ontmoeten, als
de boer een weigerend antwoord geeft.
Dan fietst Kea naar „Westhove" en
Abel zoekt het bos op, om daar te mij
meren over zijn geluk en... over de te
verwachten moeilijkheden.
Ruim een uur later komt dominee
Vervoorn in de pastorie, na zijn bezoek
te hebben afgelegd. Onmiddellijk klampt
hij zijn vrouw aan: ,,Lasterie is al in
het dorp. Hij fietste met een meisje en de
twee waren het goed met elkaar eens,
heb ik zo gemerkt. Je. raadt nooit, wie,
vrouwtje! Iemand van hier, laat ik dat
er bij zeggen."
Mary Piccardt?
Mis. 'k Zal het maar zeggen: je
raadt het niet gauw. Kea Steendam! Ik
kan het me begrijpen. Hij heeft er een
lief aardig vrouwtje aan. Maar 't loopt
vast mis. Steendam geeft nooit toestem
ming. Het spijt me geweldig voor La-
terie en Kea trouwens ook. Ik heb er
over zitten denken. Zou ik hem waar
schuwen
Niet doen, raadt zijn vrouw. Aller
eerst heb je slechts een vermoeden...
Dat aan zekerheid grenst. Ik heb
mijn ogen niet in de zak. Zó fietsten
niet twee jongelui, die elkaar alleen van
een zangclubje kennen! Er zit méér
achter.
Goed, laat het zo zijn, je kunt er
toch niets aan doen, als er werkelijk
liefde tussen die twee is.
Dominee haalt de schouders op. Hij
is het niet met zichzelf eens. Tja, je
kunt er weinig aan doen. Dat is zo.
Maar als hij nu tijdig Lasterie waar
schuwt, dat die bij de boer een blauwtje
loopt? Beter ten halve gekeerd dan ten
hele gedwaald.
Maar man, mag je de boer in zijn
verkeerde mening stijven? Als het wer
kelijk ernst is, zoals je denkt, en het is
ernst tussen die twee, wie brengt dan
die twee jonge mensen bij elkaar?
Ja, dat is óók waar. Het beste is
dus te zwdjgen en het geval eens aan te
zien, al is hij er zeker van, dat Lasterie
bot zal vangen. Steendam is tot veel in
staat, als hij eenmaal zijn mening wil
doen zegevieren.
Het spijt me voor Lasterie, zegt
hij weer.
HOOFDSTUK XI.
Abel wil niet achterbaks handelen.
Kea is van hetzelfde gevoelen. Als de
boer deze avond naar een bestuursver
gadering van de Boerenleenbank is deelt
zij haar moeder mede, wat er die mid
dag is voorgevallen ten huize van me
vrouw Offenbach, waar zij, zonder te
weten, dat die er was, Lasterie ont
moette.
Ik was er bang voor, Kea, zegt de
boerin. Enig vermoeden had ik al. Daar
om had ik toen die Zondagmiddag met
je gesproken. Maar je hebt niet willen
luisteren. Je hebt mij toen gezegd, dat
er niets was, hoe zit het dan?
Als Kea een en ander heeft medege
deeld, moet haar moeder toegeven, dat
zij niet over Lasterie spreken kon en
dat er feitelijk niets positiefs te zeggen
viel.
Maar nu is het wèl het geval. Nu
komt de situatie, waarvoor de boerin
heeft gevreesd. Haar man zal zich
schrap zetten en wat zal Kea doen Als
het er op aankomt heeft die goeddeels
het karakter van haar vader, zij het iet
wat verzacht, omdat zij een vrouw is.
Zullen die twee karakters met elkaar
in botsing komen?
Je hebt -zo overhaast gehandeld,
Kea. Had je Lasterie niet bedenktijd
kunnen vragen Want nu staan we voor
een voldongen feit.
Die bedenktijd had geen zin, moe
der. Want mijn antwoord zou niet an
ders zijn geweest. Wij hebben elkaar
lief. En daarop komt het toch in de eer
ste plaats aan, is het niet? Wilt u mij
helpen, om vader tot andere gedachten
te brengen? Op Abel is toch niets aan
te merken?
(Wordt ver\'olgd.)