De verkeersovertredingen hadden
het leeuwenaandeel
Gebroken trots"
kinöeRhoekje
^^bed is ook voor ideaal!
KANTONGERECHT SOMMELSDIJK
Hoge boeien voor dierenmishandeling
zDrooger koekt er acht koei&n by, maar
één nam de benei\^
Lekker warm en vollcomen geruisloze vering;
VERVOLGVERHAAL
Biz. 2
„BIL A N D E N - NIB U W S"
Woensdag 19 November 1952.
Woensdag
Kantonrechter: Mr. Muller.
Ambtenaar O.M.: Mr. v. Buuren.
Wnd. Griffier: Dhr. Smit.
Zitting van 14 November 1952.
Op een pijnigende en kwellende
wijze.
Als eerste verdachte stond terecht A.
C. K. V. d. Klooster te Dlrksland, die
nodeloos en op. een pijnigende en kwel
lende wijze 16 runderen op een vracht
wagen had vervoerd.
Verd. gaf het feit toe, doch beriep
zich er op, dat er geen andere vracht
wagens, bestemd voor Flakkee, meer op
de markt te Rotterdam aanwezig waren.
Daarom vroeg v. d. Klooster aan de
rechter: ,,Hoe moesten die dieren anders
op Flakkee komen?"
„Per tram", was des rechters ant
woord.
Een dergelijk vervoer had ook al eens
eerder plaats gehad, doch toen kwamen
de dieren, die Dinsdagsmiddags waren
aangegeven pas 's Woensdagsavonds laat
op Flakkee aan.
Get. opperwachtmeester S. W. de Heer
verklaarde, dat op de boot één der run
deren niet meer oprijzen kon en daarom
liet hij op ,,het Hoofd" enkele dieren
lossen. Bij lossing bleek, dat geen der
dieren enkel letsel hadden bekomen.
De ambtenaar O.M. meende, dat een
dergelijk geval zich eerder op Flakkee
zal voordoen dan aan de overkant. Dit
vervoer had echter een bijzondere na
smaak bij de ambtenaar nagelaten. Uit
eindelijk was er geen letsel teweeg ge
bracht, maar dat had goed het geval
kunnen zijn en daar wilde de ambteneer
dan ook rekening mede houden en eiste
40 of 16 dagen hechtenis.
Dat is een hoop geld, vond verd.
Het is meegelopen, aldus de rechter,
want er hadden net zo goed ongelukken
kunnen gebeuren, 30 of 12 d.h.
Vlees noch vis.
K. van Es te Sommelsdijk hield, geze
ten in een auto, de doorgang niet vrij
voor een van rechts komende bromfiets.
Daar ben ik het niet mee eens, merk
te V. Es op. In aansluting hierop hield
verd. een juridisch betoog, hetgeen hier
op neer kwam, dat rijwielen met hulp
motoren geen dingen zijn, die volgens
art. 63 van de Wegenverkeerswet onder
motoren worden gerekend, temeer daar
deze soort rijwielen ook op een rijwiel
pad mogen rijden. Voorts beweerde verd.
heb ik niet de bromfiets aangereden,
maar de bromfiets mij.
Uw betoog, aldus de rechter, zit goed
in elkander, maar jammer voor U dat
het genoemde artikel nog niet van toe
passing is en dat is wel onaangenaam
voor U.
Get. A. Speelman te Sommelsdijk stond
op het bewuste kruispunt Jacob Bane-
straat-v. Aerssenstraat en zag het on
geval aankomen. Daarom gaf hij de
bromfietser een teken, dat hij stoppen
moest. Volgens mij reeds de bromfietser
te hard, merkte verd. op, hetgeen get.
bevestigde.
Get. P. J. H. Verwey te Den Haag,
was de berijder van de bromfiets.
Hoe hard reed U?
Ongeveer 20 km.
Hoe reed U?
Geheel rechts.
Hebt U niemand een stopteken zien
geven
Ik heb niets opgemerkt.
Remde U-direct?
Ja, want anders had de auto mij nog
meer gekraakt.
De ambtenaar O.M. begon te zeggen,
de bromfiets is nu eenmaal onder de
huidige wetgever een motorrijtuig. Dit
is wel eigenardig, want een bromfiets is
BIJ-FATSOEN VOOR DE HEER
IN HET VERKEER.
Men heeft de strijd tegen de ver
keersveiligheid via de slogan „Wees
een heer in het verkeer" gevoerd.
Dit moge nuttig en nodig zijn.
Toch nemen wij herhaalde malen
als heer geklede individuen waar,
die door afgrijselijk rijden de vei
ligheid van het verkeer op ernstige
wijze in gevaar brengen. Wellicht
kan men dan ook de vraag, of men
zich als ,,heer" gedraagt, buiten
beschouwing laten. Bovenal is no
dig ,,rij-fatsoen".
eigenlijk noch vlees noch vis.
Els 10 of 4 d.h. Uitspraak 7.50 of
3 d.h.
J.Klink te Den Bommel verkeerde in
kennelijke staat van dronkenschap, 10
of 4 d.h.
Mej. N. Westhoeve te Bergen op Zoom
fiets zonder bel, 2 of 1 d.h.
Mej. I. Kiss liet, gezeten op een rij
wiel, zich door een bromfiets voorttrek
ken. Verd. verklaarde, dat zij haar man
een snoepje wilde geven en dat het toen
net leek of hij mij voorttrok.
Hebt U dan niet eventjes uw arm op
uw mans arm gelegd?
Absoluut niet.
Zowel de eis als de uitspraak luidde
schuldig verklaring zonder toepassing
van straf.
J. A. de Waal te Achthuizen reed
zonder een geldig rijbewijs met een auto,
25 of 10 d.h.
P. C. V. Everdingen te Ooltgensplaat
fiets zonder licht 4 of 2 d.h.
M. V. Lenten te Amsterdam had geen
rijbewijs, 25 of 10 d.h.
J. A. Oud te Middelharnis parkeerde
zijn auto binnen 10 m. afstand van een
kruispunt, 7.50 of 3 d.h.
F. J. V. d. Sloot te Nieuwenhoorn,
fiets zonder licht 3 of 1 d.h.
C. Trommel te Melissant bestuurde
een auto met een verlopen rijbewijs.
5 of 2 d.h.
J. Lokker te Den Bommel liet zijn rij
wiel onbeheerd staan, 2.50 of 1 d.h.
C. Ipelaar te Ooltgensplaat fiets zon
der licht, 4 of 2 d.h.
J. C. de Baar te Den Bommel liet zijn
rijwiel onbeheerd staan, 2.50 of 1 d.h.
Mej. K. Pijl te Ouddorp fiets zonder
licht, 3 of 1 d.h.
J. Mackloet te N. Tonge, fiets zonder
hcht, 3 of 1 d.h.
J. C. Osseweijer te O.-Tonge, fiets
zonder licht, 3 of 1 d.h.
J. C. de Jong te N.-Tonge liet zijn rij
wiel onbeheerd staan, 2.50 of 1 d.h.
C. Ras te Herkingen, fiets zonder
hcht, 3 of 1 d.h.
A. Bestman te Herkingen bestuurde
een auto zonder achterlicht, 10 of 4 d.
Uitkyken is de boodschap.
W. H. Lagerwaard te Rotterdam par
keerde zijn auto op een verkeerde
plaats.
Daar wist ik niets van, want ze heb
ben daar pas borden neergezet.
Wat voor houding nam U in tegen
over verbalisant? Bent U tegen hem
uitgevaren
Nee, edelachtbare.
Maar U hebt toch tegen hem gezegd,
dat hij kinderachtig was
Nee, ik heb gezegd, dat hij onmense
lijk was.
U hebt het gewoon te aanvaarden,
wanneer U een bekeuring krijgt en dan
behoeft U niet tegen verbalisant uit te
varen. Eis 6 of 3 d.h.
Dat is veel. Het is toch geen misdaad
en hij zou in hoger beroep gaan.
5.of 2 dagen hechtenis.
J. J. de Wit te Den Bommel fiets
zonder licht, 4 of 2 d.h.
L. M. J. Born te Middelharnis had
geen kenteken op zijn auto. 7.50 of
3 d.h.
C. Volwerk te O.-Tonge bromfiets zon
der achterlicht, 7.50 of 3 d.h.
T. de Waal te Achthuizen hield het
stuur van zijn fiets niet vast, 2.50 of
1 d.h.
Dat moet maar eens uit zyn.
M. v. d. Baan te Mellssant parkeerde
twee wagens w.o. een stropers op het
trottoir.
Dat moet maar eens uit zijn met v. d.
Baan, merkte de ambtenaar op, want nu
gaat zelfs de Raad zich er al mee be
moeien.
Eis 15 of 6 d.h. Veroordeeld conform.
A. Klem te Herkingen nam met zijn
motor met zijspan de bocht Zuiddijk-
Achterweg te N.-Tonge niet ruim ge
noeg. Verd. gaf dat toe, maar, merkte
deze op, op de plaats van het ongeval
stond ik rechts van de weg.
Hoeveel nam U de bocht tekort
Ongeveer 40 sm.
U hebt daardoor een meisje aange
reden
Ja, maar zij liep geheel links van de
weg.
Get. C. Vreeswijk te N.-Tonge had al
leen maar gezien, dat na het ongeval de
motor van verd. op de linkse zijde van
de weg stond.
Get. Chr. Brooshooft te N.-Tonge zag
Klem door de bocht komen en consta
teerde, dat hij niet hard reed.
Hoe kwam hij door de bocht?
Hij sneed hem enigszins af.
12.50 of 5 d.h.
Een moeiiyke manoeuvre.
M. V. d. Ham te N.-Tonge reed met
zijn auto achteruit tegen een geparkeer
de auto aan.
Had U die auto niet zien staan?
Jawel, maar ik dacht, dat ik er ge
makkelijk langs kon, doch dat bleek niet
het geval te zijn. Die auto mocht daar
echter niet staan, 7.50 of 3 d.h.
A. Waasdorp te Den Haag parkeerde
zijn auto binnen 10 m. afstand van een
kruispunt. Het gevolg was dat v. d.
Ham er tegen aanreed, 7.50 of 3 d.h.
'Gevaarlijk spel.
G. Dekker te Papendrecht passeerde
met grote snelheid zes wielrijders in de
Krak te Sommelsdijk.
De verdediger van verd. Mr. Oomen,
erkende het feit.
Get. wachtm. L. v. Wijnen stond op
het kruispunt Krak-Langeweg en zag
Dekker aankomen. Verd. reed snel en
passeerde zes wielrijders; daarom som
meerde get. Dekker te stoppen. Dekker
voldeed hieraan maar toen get. hem een
verbaal aanzegde, deed hij een grote
vloek en zei, dat hij het nummer maar
op moest nemen. Hij had geen tijd meer
want hij moest naar de boot. Verd. reed
weg. Get. heeft hem aan de boot inge
haald.
Verd. is, aldus de ambtenaar, gedag
vaard omdat hij vlak voor een kruispunt
zes wielrijders passeerde. Verd. heeft in
eerste instantie gestopt, doch is toen
doorgereden, hetgeen een misdrijf is.
Mr. V. Buuren wilde in dit geval de put
dempen voor het kalf verdronken is.
Eis 25 of 10 d.h.
Mr. Oomen betreurde de houding van
verd. Vast is echter niet komen te staan
de snelheid van verd. Dekker en hij ont
kende daarom het ten laste gelegde.
.f 20 of 8 dagen hechtenis.
Dezelfde persoon stond vervolgens te
recht omdat hij in het openbaar gevloekt
had. Mr. Oomen beweerde, dat Dekker
een bastaardvloek had gebruikt.
Get. V. Wijnen had echter duidelijk de
vloek gehoord.
Volgens de ambtenaar had de laatste
gelijk en eiste 5 of 2 d.h.
De verdediger vond het eventueel vloe
ken in een auto niet in het openbaar.
De rechter was het niet met mr. Oomen
eens en legde Dekker 5 of 2 d.h. op.
Een zeer slecht uitzicht.
S. J. de Later te Stellendam nam de
bocht Molenkade-Eendrachtsdijk met
zijn auto niet ruim genoeg, waardoor hij
een motorrijder aanreed. Volgens verd.
was het niet zo, want de motorrijder
had hem voorrang moeten verlenen.
Get. wachtm. Kluit had het ongeluk
niet zien gebeuren, doch tekende de si
tuatie na het ongeval.
Alvorens zijn requisitoir te houden,
vroeg Mr van Buuren eerst de aange
houden zaak contra C. M. Jansen te
Stellendam te willen behandelen, het
geen geschiedde. Jansen had volgens de
dagvaarding de doorgang voor het ver
keer van rechts niet vrijgelaten.
Get. D. V. d. Broek te Stellendam,
kwam na het ongeval ter plaatse aan.
Jansen was toen reeds naar het zieken
huis. De Later was echter nog aanwezig
en deze verklaarde niet te hebben ge
remd.
Wat heb je dan gedaan, vroeg v. d.
Broek.
Ik heb alleen het contact afgezet.
Het O.M. wilde van deze getuigenver
klaring geen gebruik maken.
Mej. J. J. V. Damme te Melissant
kwam bij de plaats van het ongeval,
toen alles nog zo stond. Ook tegenover
haar had De Later van dat contact ge
sproken. Deze getuige wilde Mr v. Buu
ren gebruiken inzake De Later.
Mr. Muller vroeg aan deze ge
tuige hoe of de auto na het ongeval
stond, doch dat kon getuige niet precies
vertellen. Zij dacht wel van schuin op de
weg, maar zeker weet zij het niet.
De ambtenaar begon vast te stellen
dat De Later in de bocht niet voldoende
rechts had gereden en dat Jansen geen
voorrang aan het verkeer van rechts
had verleend. Het uitzicht ter plaatse
was door de hoge heg tijdens het onge
val belemmerd, doch toen het kantonge
recht ter plaatse de zaak kwam bezien,
was de heg goed geschoren.
Mr. V. Buuren nam aan dat Jansen
gebogen had gezeten op de motor, dat
hij klein was, dat de heg 1.35 m. hoog
was, en dat hij daardoor de auto van
De Later niet kon zien. Aan de anedre
kant hebben beide getuigen verklaard,
dat drie wielen van de auto op de Een-
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Beste jongens en meisjes!
We zullen weer maar van wal steken
en dadelijk aan het nieuwe raadsel be
ginnen. Deze week is aan de beurt het
3e NOVEMBERRAADSEL:
1. Zoon van Jafeth
(Gen. 10); 2. Eén
der zeven gemeen
ten van Kl.-Azië.
3den Heere;
roept Zijn Naam
aan (Ps. 105); 4.
Sterrenbeeld (Job
9)5. Vader van
Joatham (Matth.
1)6. Stadhouder
(Handel. 24); 7.
Zoon van Isaï. 8.
Vrouw van La-
mech (Gen. 4)9.
Abimelech huurde
en lichtvaar
dige mannen.
(Rlchteren 9); 10.
Legerplaats der
kinderen Israels
(Numeri 33); 11.
Held van David.
(2 Sam. 23)i; 12.
Vijand .der Joden
(Ester); 13. Op-
i^olger van Elia;
14. En het beginsel
zijns rijks was Ba
bel en (Gen. 10); 15. Zoon van Ja
cob; 16. Zoon van Fares (Matth. 1).
Op de stippenlijn komt een gedeelte
te staan van Ps. 135.
Dit raadsel werd ingezonden door
Jan van Wezel, Stellendam.
CORRESPONDENTIE
Rietje V. Middelharnis. Een brief in
't frans schrijven, dat gaat zó nog maar
niet. Dan moet je meer franse woordjes
„gegeten" hebben. Heb je ook meege
daan aan de winkelwedstrijd En de
uitslag
Pietertje R. Ouddorp. Die datum was
precies. Dat heeft Jan bij het rechte
eind gehad. Ik heb je vorige week al
bedankt, hè Ben je al aan 't opschieten
met de kleedjes? Maken dat ze klaar
zijn, hoor!
Jobje A. Oud-Vossemeer. Ongelukken
komen vaak door onvoorzichtigheid. Het
gaat nooit vlug genoeg. Wandelaars en
fietsers worden niet meegeteld in de
regel. Ik ben blij dat het goed gaat in
je nieuwe werkkring. Ja, het najaar is
wel heel nat dit jaar.
Jan V. Middelharnis. Zo erg bekend
ben ik niet in die stad. De Mauritsweg
drachtsdijk stonden en het vierde nog
in de kant stond. Uiteindelijk heeft Jan
sen geen voorrang verleend.
12.50 of 5 d.h.
Voor verd. de Later, aldus Mr. van
Buuren is het bijzonder onaangenaam,
dat het kantongerecht is wezen kijken,
want nu is uitgekomen, dat De Later
niet voldoende rechts van de weg gere
den heeft. De ambtenaar gaf toe dat het
daar een ongelukkig kruispunt is.
15.— of 6 d.h.
Mr. Drion, raadsman van verd. De
Later, betwistte het punt, dat verd. niet
voldoende rechts zou hebben gereden.
De Later was n.l. 60 a 70 cm. uit de
kant. Het wegenverkeersreglement zegt,
dat de mogelijkheden zoiets toestaan, en
dus is hier geen sprake van niet rechts
houden. Voorts heeft men hier een
slecht uitzicht in verband met de hoogte
van de weg. De omstandigheden eisen
hier, dat men zo dus moet rijden en op
andere manieren is het veel gevaarlijker
en dus nooit beter.
De rechter vond, dat de Later niets in
de weg stond om geheel rechts te hou
den. De rechter wilde met de heg reke
ning houden, 7.50 of 3 d.h.
Mr. den Hollander, raadsman van C.
M. Jansen, betwistte het, dat verd. geen
voorrang had verleend. Jansen reed zo
rechts, dat hij met zijn arm de heg aan
raakte. De Later had op een dergelijk
punt een behoorlijk geluid moeten ge
ven, althans kenbaar moeten maken dat
hij er aan kwam. Jansen heeft alzo de
komst van De Later niet kunnen be
merken. Hieruit blijkt evenals uit de
verklaringen van verschillende getuigen
dat De Later geen goed chauffeur is.
Ook hier kon de rechter het stand
punt van de raadsman niet delen.
7.50 of 3 d. h.
Ts. Vroegindeweij te Middelharnis ver
leende geen voorrang aan het van rechts
komen verkeer, 20 of 8 d.h.
Cóndobolin, 18 Oct. 1952.
Beste Vrienden,
Hier is weer een woordje uit „the
far country". We hebben nog steeds
geen warm weer hier, het is de laatste
week zelfs zeer koud geweest. Nu zou
men in Holland om deze kou lachen en
dat wij het zo gauw koud vinden, komt,
zou ik niet eens kunnen vinden, hoor.
Datzelfde spelletje hebben ze bij mij
ook al eens uitgevoerd, maar ik moest
niet koekoek" maar „hik-hok" zeggen.
Aat. G. Ouddorp. Je hebt dus drie
drukke weken gehad. Is iedereen nu
weer gezond? Ik hoop het. Je nichtje
Stina heb je vorige week al in de krant
gezien, is 't niet? De boom wordt hoe
langer hoe dikker.
Hans de B. Heemstede. Over die mooie
kaart heb ik al geschreven, niet? Dat
is een leuk werkje wat jullie doen. Met
een bestelauto meerijden, koekjes op
peuzelen en dan nog ballonnen vinden!
Wat heb je alles mooi verteld, 't Leek
of je bij me was.
Jaan V. Middelharnis. Ja, de lange
avonden kunnen wel gezellig zijn, maar
als je veel buiten moet zijn in regen en
wind, dan valt het niet mee. Zijn de
repetities al begonnen? Doe je best
maar en veel succes!
Bas. A. Oud-Vossemeer. 't Is een lange
brief geworden. Bas. Er was ook nogal
wat te vertellen. Dat ongeluk liep be
trekkelijk goed af. Met auto's gebeuren
veel ongelukken, maar met paarden heb
je ook wel eens wat. Er is nu geen
grote bedrijvigheid in de haven. Anders
kan het zo druk zijn in de bietentijd, hè
Bien D. Herkingen. Leren jullie dat
blokschrift op school? 't Is erg duide
lijk. Jij zit zeker in het beige lokaal?
Wie heeft die verschillende kleuren van
de lokalen zo verzonnen? Het verslag
van de opening heb ik gelezen.
Nellie B. St. Philipsland. Schrijf je
niet graag een brief? Wel, dan schrijf
je een brief-je. JOat heb je dan ook
prompt gedaan. De brief behoeft geen
vellen vol te zijn. Zó was het ruim vol
doende. Dat was nog laat op 't jaar,
aardbeien eten! De okkernoten waren
beter op tijd.
Koos van L. Nieuwe Tonge. Je hebt
me uit de droom geholpen. De naam
Koos is nu eenmaal geldig voor een jon
gen en voor een meisje. Nu is het vol
gende week slachten, is 't niet? Hebben
jullie een mooie keu? Of ik een stukje
kom halen, kan ik je nog niet beloven,
maar het is wèl gepresenteerd, hoor!
Henny K. Ouddorp. Heel goed, dat je
toch een briefje schreef, Henny! Ik hoop
dat volgende inzending je oplossingen
er bij kunnen zijn. Was vader blij met
de cadeautjes? Die herfstvacantie was
niet lang, hoor. Je wist misschien toch
niet wat je moest doen met zo veel
vrije dagen.
Leni de G. Middelharnis. Het kan al
tijd niet even lang zijn, hè? Nu ben je
weer ijverig aan 't leren, denk ik. Gaat
het nog goed op school?
Nico F. Ouddorp. De teelt van gladi
olen brengt veel werk mee; dat merk ik
wel. Maar aan de zeewering moet ook
veel aandacht geschonken worden. Zo'n
g'olfbreker aanleggen heeft heel wat
voeten in de aarde (de zee).
Ary de G. Middelharnis. Dat was kort
en krachtig, Ary. Kon je pen zijn draai
niet goed krijgen? Dat overkomt mij
ook wel eens, hoor. Dan wil het werk
maar niet vlotten. Vervelend is dat.
Nellie Ie C. Sommelsdijk. Laat ik maar
dadelijk zeggen, dat ik niet boos op je
ben. Dan ben je gerust gesteld. Hoe
gaat het met Maatje? Heb je haar al
vast mogen houden? Die oogjes worden
wel bruin, denk je ook niet? Was je bij
de prijswinners van de kleurwedstrijd
Ans de G. Middelharnis. Je weet toch
wel wat effatha betekent, hè? Vonden
de kaarten nogal aftrek? Als we goed
nadenken wat wfl genieten boven die
ongelukkigen, die in Voorburg worden
verpleegd, dan moet de portemonnee wel
open. Vind je ook niet?
Allemaal. Tot mijn spijt kan ik aan
de correspondentie nu niet verder gaan.
Ik moet nog een stapel brieven laten
liggen tot volgende week.
De hartelijke groeten van jullie
OOM KO
PRIJSWINNERS:
Aria Vroegindeweij, Middelharnis
Nico Flikweert, Ouddorp
Jobje en Bas Aarnoudse,
Oud-Vossemeer
Jan Nlpius, Sommelsdijk.
"^epi
omdat men dat hier direct veel scher
per aanvoelt. Zodra wij hier de zon heb
ben is het warm, zelfs in de winter.
Daardoor is de tegenstelling tussen
koude en wai'rnte veel groter. Nu zitten
we niet direct naar de hitte uit te kij
ken, want dat komt vanzelf v/el.
Vliegen zijn er echter al bij de vleet'
dat is een plaag. Ik heb daar al eens
eerder over geschreven; je kunt je niet
voorstellen, hoe hinderlijk dat is. Met
enige tientallen zitten ze op je gezicht
en nu wen je daar wel enigszins aan,
maar bar gezellig is het toch niet.
De laatste dagen heb ik tamelijk veel
paard gereden. Donderdag j.l. ben ik
naar de z.g. common" geweest, dat is
een publieke wei, waar we onze droge
koeien heen brengen tegen een kleine
vergoediiig. Er is toezicht op en ze l'.o-
men waarschuwen, als de koeien tegen
kalven zijn. Vanzelf kan je net zoveel
gaan kijken als je wilt.
Nu zijn echter deze v/inter met de
grote overstromingen de omheiningen
gebroken, zodat de koeien niet alleen in
de gemeenschappelijke, maar ook in de
aangrenzende weide kunnen en dat is er
een van 300 gemeten! De laatste be
hoort tot een z.g. ,,big-station", een gro
te farm. Te paard ben ik daar wezen
zoeken naar de koeien. Als je daar dan
zo in je eentje rijdt, heb je het gevoel,
alleen op de wereld te zijn. Maar het is
er schitterend mooi. Er is veel boom
gewas en je ziet allerlei soorten vogels.
Ik weet niet hoeveel verschillende soor
ten parkieten ik er niet zag, telkens
waren het weer andere. Het gebeurt,
dat je onder een boom door rijdt, dat er
plotseling achter je hard wordt ge
lachen. In 't eerst kijk je onwillekeurig
om dit geluid komt van de moching-
bird, de spotvogel. Kangoeroe's hebben
we nog niet gezien, maar dat komt nog
wel.
De volgende dag moest ik weer te
paard, om een koe te halen, die was
weggelopen. We hebben er n.l. 8 stuks
bijgekocht, maar een nam de benen! Hij
liep naar zijn oude plaats, 16 mijl bij ons
vandaan! Ik heb toen een farmer opge
beld aan die weg, die de koe heeft op
gevangen en in een wei gedreven. Het
was 8 mijl bij ons vandaan, dus moest
ik er 16 mijl voor afleggen. Vandaag
ben ik weer naar de .common" geweest,
zodat de paarden goed van pas komen,
Onze Jan rijdt dikwijls dapper mee en
we hebben er zelfs al hulp van als we
het een of ander met de koeien moeten
doen.
Jan heeft nu een siDeelkameraadje,
een zwartje, die nogal eens bij ons komt.
Er wonen hier nogal wat kleurlingen,
je kan zien dat we hier dichter bij het
binnenland zitten, dan in Gundagai.
Het is inmiddels 31 October geworden
voor ik deze brief af kan maken. Het is
nog al druk bij ons; het hooi is nu goed
om aan de klamp te zetten en daar zijn
we mee bezig voor zover v/e tijd hebben.
Wim Hanenberg heeft eerst een klamp
gezet en nu ben ik er aan een bezig. Het
is heel wat anders dan stenen leggen,
maar het ziet er niet gek uit. Je moet
hier van alles aanpakken; doe je dat
niet, dan kom je niet ver. In Holland
heb je overal mensen voor, maar hier
ben je op jezelf aangewezen.
Het is ongelooflijk wat de farmers
hier allemaal zelf doen. Letterlijk alles.
Voor ons is het daarom ogen en oren
open en aanpakken. Zo zou ik vanmor
gen (half vier) met de melk wegrijden,
Wat ik ook probeerde, met geen moge
lijkheid kon ik de auto op gang krijgen.
Een- monteur, daar hoef je niet over te
prakkizeren, dus moet je het zelf maar
uitkienen. Gelukkig bleek alleen de hen-
zineleiding maar verstopt, zodat ik toch
om 4 uur van het erf kon wegrijden. De
melk was weer op tijd bij de klanten.
Soms vergeten die wel eens hun busje
buiten te zetten. Dat is echter geen be
zwaar; er is altijd wel een deur open en
dan zoek je maar in de keuken naar
leeg fust. Jullie vinden dat misschien
een beetje gek, maar dat is hier heel
gewoon. In het begin deed ik dat niet,
maar dan zeiden ze later tegen me;
melkman, je kan altijd wel wat vinden
als ik het vergeet. Je zoekt maa,r wat
op. Het komt mij voor dat de mensen
hier de boel alleen maar afsluiten, als
ze met vacantie gaan. Ze zijn eerlijk en
verwachten dat ook van hun medemens,
Dit is het dan weer voor deze wee!;.
Met hartelijke groeten en tot de volgen
de keer.
Famine W. DROOGER
en V/im Hanenberg.
Box 112, Condobohn N.S.W. AustraUa,
Export.
Geduren(
eerden ni
volgende
teerd:
W
DOOR
HEBMAN NOORMAN
14.)
Ook al goed. In elk geval, ik ontving
een uitnodiging. Eind April is er te
Utrecht een feestelijke jaarvergadering
van de Christelijke Ambtenaarsbond.
Ons clubje wordt verzocht die te komen
opluisteren. Hoe denken jullie er over?
Hoe denkt u er over? vraagt Peter
sen. Dat is de hoofdzaak.
Ik durf het met jullie aan. Eenmaal
moet er een begin zijn. En we zullen
geen slecht figuur slaan, wil ik hopen.
Niemand verklaart zich er tegen, ook
niet als Kaasmaker uiteenzet, dat het
laat zal worden, zodat men niet die
avond naar Noordam kan terugkeren.
Hij moet berichten hoe groot het aantal
leden is, dan zal voor logies worden ge
zorgd. ,,En we moeten keurig voor de
dag komen, ik bedoel het nu uiterlijk.
De heren natuurlijk in het zwart en de
dames? Ja, ik zou graag allen gelijk
gekleed zien. Is dat te doen?"
In Groningen heb ik eens een soort
gelijk dameskoortje uit Ter Apel gezien
en gehoord, vertelt Lasterie. Keurig in
één woord. De dames waren allen in 't
groen, eenvoudig, maar smaakvol. Je
had er natuurlijk lange en korte onder,
maar dat was niet te zien.
Als ze naast elkaar op het podium
stonden, waren alle jurken even lang.
't Was één lijn. Me dunkt, het was cha-
meuse, de stof, zei Lasterie.
Jeanette Piccardt lacht: „Waarvoor
Lasterie al geen belangstelling heeft! Ik
dacht alleen voor de boeken!"
Een vergissing, en een schromelijke.
Ik heb inderdaad voor méér dingen be
langstelling, zegt Abel. Meteen ziet hij
Kea Steendam diep in de ogen. Die slaat
de hare neer en zegt, verward, iets tot
Bet Haverman.
Voelen de dames iets voor de idee
van Lasterie? vraagt Kaasmaker. „Ik
heb er geen verstand van, maar me
dunkt, het moet kunnen. Zou zonder
veel meningsverschil overeenstemming
tussen de dames bereikt kunnen wor
den?"
Dat wordt wat man, zegt Petersen
koddig tot Lasterie. Daarmee bemoeien
we ons niet.
Kun je niet eens, meent Bet Haver
man.
Dus dat zoeken de dames uit, deere-
teert Kaasmaker.
In de pauze klampt Lasterie Kea aan:
„Ik heb gedacht, Haverman en jij loge
ren dan bij ons thuis. Petersen ook.
Ruimte genoeg. Hoe denk je daarover?
Lena zal het fijn vinden. Dan ben je
nog eerder bij ons dan zij op „Westho-
ve". Vind je het goed?
Ja mij best. Leuk zelfs. Maar kan
het?
Komt voor mekaar, 'k Zal morgen
direct naar huis schrijven. Dan hoor je
wel nader van Lena. Ik vind het een
reuze idee. Even de twee anderen vra
gen. Hij roept zijn collega's. Die hebben
geen enkel bezwaar.
Is dat even tof, vindt Petersen. Weet
je tenminste waar je terecht komt!
Maar je moet nog afwachten, of het
er je bevalt, lacht Abel.
We spreken af, dat jij behoorlijke or
ders geeft voor een behoorlijke ont
vangst, die klinkt als een klok.
Mijnheer Kaasmaker, als u het aan
tal leden opgeeft, kunt u dat met vier
verminderen. Petersen en de dames
Steendam en Haverman hebben al een
onderkomen gevonden in Utrecht Bij mij
thuis. Ik behoor er natuurlijk ook toe.
Dat is tezamen vier.
Prachtig, vindt Kaasmaker. Jeanet
te Piccardt glimlacht. Mary kleurt en
denkt: „Waarom nu die twee en wij
niet? Hij komt toch vaak bij ons aan
huis?"
Jou idee is niet slecht, Lasterie, van
die kleding. Me dunkt, we moesten groen
nemen, dat staat ons allemaal, denk je
niet, Kea?
Lasterie heeft het gezien. Misschien
stond het niemand? Je had er toch
van alles onder, ik bedoel blonden en
donkeren, zegt Kea op de vraag van
Bet Haverman.
Dat viel me juist op. Allen stonden
er goed mee. 't Was bepaald een leuk
gezicht, zei Lasterie. En niets geen op
schik. Eenvoudig, maar smaakvol. Doen
jullie het. Je zult er geen spijt van heb
ben.
Aan het werk, beveelt Kasmaker.
Nog vier weken en dan is het zo ver. We
moeten nog een enkele avond meer re
peteren, hoor. En dames, talmt nu niet
wat die kleding betreft.
Het komt in orde mijnheer, ant
woordt Haverman. Zingen we capella
Natuurlijk. Wat wilt u anders?
De vier weken worden uitstekend be
nut. Lasterie moet er nu enkele avon
den per week uitbreken, maar ja, hij zit
in het schuitje en wil zich niet onttrek
ken. Bovendien is hij dan meer in de na
bijheid van Kea dan anders. Als een
magneet worden die twee naar elkaar
toegetrokken
De stampvolle zaal van Kunsten en
Wetenschappen" is enthousiast over het
optreden van de Noordammers", die
zulk een keurige indruk maken met hun
bescheiden, maar zekere houding. De
hoofdzaak is evenwel, dat zij kunstgenot
leveren met hun beschaafde zang. Kaas
maker is meer dan tevreden. -Hij zegt,
dat zij zichzelf overtroffen hebben. Ze
zijn er trouwens zelf ook mee in hun
schik.
Opgewekt gaat het viertal: Kea, Bet
Haverman, Petersen en Abel op stap
door de straten van Utrecht, het is al
laat, om de woning van Lasterie op te
zoeken. Abel loopt naast Kea. Hij heeft
zich die plaats toegeëigend. De andere
twee vinden het goed. Ze volgen wel.
Vermoeden ze misschien iets? Kea zelf
stapt naast Abel en loopt te praten, als
of zij al jaren goede vrienden zijn.
Het is al vrij laat, maar 't wordt nog
later. De Lasteries zijn ook in de zaal
geweest, want Abels vader is lid van de
bond. Zij uitten hun bewondering voor
het gepresteerde. En dan hebben ze nog
een „nafuifje". Lena en Kea hebben el
kaar weer gevonden en ze spreken af,
dat de eerste half Mei naar de boerderij
komt, van Zaterdag tot Maandag.
De andere morgen moeten zij al vroeg
weg, want de school wacht op hen. Maar
toch heeft moeder Lasterie nog even ge
legenheid Abel onder vier ogen te heb
ben.
Hebben we goed voor onze gasten
gezorgd? vraagt zij glimlachend.
Dat kan niet beter, moeder. Ze zul
len wel tevreden zijn. Ik zou vandaag
best wilen blijven, maar dat gaat niet.
Drie leerkrachten kunnen niet gemist
worden.
't Zijn eenvoudige, aardige meisjes,
merkt zij langs haar neus op.
Vindt U ook? hapt Abel onmiddel
lijk toe.
Ja, en 't is merkwaardig, dat Lena
zo goed met dat meisje kan opschieten.
Zijn er niet meer kinderen op die boer
derij
Neen, zij is de enige.
Je zou het niet zeggen. Zij is niet
verwend. Ik mag haar wel.
Abel v/il wat zeggen, maar zijn moe
der wendt zich af. Blijkbaar wil zij er
niet verder over spreken. Haar scherp.
moederlijk oog heeft iets ontdekt
Gisteravond of liever vannacht, toen zij
naar bed ging, heeft zij haar man er op
merkzaam op gemaakt. Die heeft nog
niets gezien. Och, die onderwijzers en on
derwijzeressen gaan amicaal met elkaar
om. En dat meisje van die boer is be
vriend met die onderwijzeres. Je moet
er niets achter zoeken, vindt hij. En als
hij in de loop van die dag nog verneemt,
dat Kea Steendam de enige dochter is
van een rijke boer, lacht hij helemaal
om de mening van zijn vrouw: ,,Ja, Abel
zal die kans hebben?" Zij moet het niet
denken. Dan heeft dat meisje nog een
vader en een moeder! Zij zullen hun rij
ke dochter niet aan een doodgewone on
derwijzer geven!
Moeder Lasterie blijft bij haar m.ening,
vooral, als Marie een opmerking maaiit,
die geheel aan haar zienswijze past: ..Kt
heb het met Kerstmis al gezien. Abel
heeft zijn hart aan Kea verloren. Mis
schien wil hij nog wachten tot zijn exa
men achter de rug is, maar dan bijt hij
toe, of ik moet mij al deerlijk vergissen.
En hij maakt kans ook, grote kansl
(Wordt vervolgd)