De verkeersovertredingen hadden het leeuwenaandeel Gebroken trots" kinöeRhoekje ^^bed is ook voor ideaal! KANTONGERECHT SOMMELSDIJK Hoge boeien voor dierenmishandeling zDrooger koekt er acht koei&n by, maar één nam de benei\^ Lekker warm en vollcomen geruisloze vering; VERVOLGVERHAAL Biz. 2 „BIL A N D E N - NIB U W S" Woensdag 19 November 1952. Woensdag Kantonrechter: Mr. Muller. Ambtenaar O.M.: Mr. v. Buuren. Wnd. Griffier: Dhr. Smit. Zitting van 14 November 1952. Op een pijnigende en kwellende wijze. Als eerste verdachte stond terecht A. C. K. V. d. Klooster te Dlrksland, die nodeloos en op. een pijnigende en kwel lende wijze 16 runderen op een vracht wagen had vervoerd. Verd. gaf het feit toe, doch beriep zich er op, dat er geen andere vracht wagens, bestemd voor Flakkee, meer op de markt te Rotterdam aanwezig waren. Daarom vroeg v. d. Klooster aan de rechter: ,,Hoe moesten die dieren anders op Flakkee komen?" „Per tram", was des rechters ant woord. Een dergelijk vervoer had ook al eens eerder plaats gehad, doch toen kwamen de dieren, die Dinsdagsmiddags waren aangegeven pas 's Woensdagsavonds laat op Flakkee aan. Get. opperwachtmeester S. W. de Heer verklaarde, dat op de boot één der run deren niet meer oprijzen kon en daarom liet hij op ,,het Hoofd" enkele dieren lossen. Bij lossing bleek, dat geen der dieren enkel letsel hadden bekomen. De ambtenaar O.M. meende, dat een dergelijk geval zich eerder op Flakkee zal voordoen dan aan de overkant. Dit vervoer had echter een bijzondere na smaak bij de ambtenaar nagelaten. Uit eindelijk was er geen letsel teweeg ge bracht, maar dat had goed het geval kunnen zijn en daar wilde de ambteneer dan ook rekening mede houden en eiste 40 of 16 dagen hechtenis. Dat is een hoop geld, vond verd. Het is meegelopen, aldus de rechter, want er hadden net zo goed ongelukken kunnen gebeuren, 30 of 12 d.h. Vlees noch vis. K. van Es te Sommelsdijk hield, geze ten in een auto, de doorgang niet vrij voor een van rechts komende bromfiets. Daar ben ik het niet mee eens, merk te V. Es op. In aansluting hierop hield verd. een juridisch betoog, hetgeen hier op neer kwam, dat rijwielen met hulp motoren geen dingen zijn, die volgens art. 63 van de Wegenverkeerswet onder motoren worden gerekend, temeer daar deze soort rijwielen ook op een rijwiel pad mogen rijden. Voorts beweerde verd. heb ik niet de bromfiets aangereden, maar de bromfiets mij. Uw betoog, aldus de rechter, zit goed in elkander, maar jammer voor U dat het genoemde artikel nog niet van toe passing is en dat is wel onaangenaam voor U. Get. A. Speelman te Sommelsdijk stond op het bewuste kruispunt Jacob Bane- straat-v. Aerssenstraat en zag het on geval aankomen. Daarom gaf hij de bromfietser een teken, dat hij stoppen moest. Volgens mij reeds de bromfietser te hard, merkte verd. op, hetgeen get. bevestigde. Get. P. J. H. Verwey te Den Haag, was de berijder van de bromfiets. Hoe hard reed U? Ongeveer 20 km. Hoe reed U? Geheel rechts. Hebt U niemand een stopteken zien geven Ik heb niets opgemerkt. Remde U-direct? Ja, want anders had de auto mij nog meer gekraakt. De ambtenaar O.M. begon te zeggen, de bromfiets is nu eenmaal onder de huidige wetgever een motorrijtuig. Dit is wel eigenardig, want een bromfiets is BIJ-FATSOEN VOOR DE HEER IN HET VERKEER. Men heeft de strijd tegen de ver keersveiligheid via de slogan „Wees een heer in het verkeer" gevoerd. Dit moge nuttig en nodig zijn. Toch nemen wij herhaalde malen als heer geklede individuen waar, die door afgrijselijk rijden de vei ligheid van het verkeer op ernstige wijze in gevaar brengen. Wellicht kan men dan ook de vraag, of men zich als ,,heer" gedraagt, buiten beschouwing laten. Bovenal is no dig ,,rij-fatsoen". eigenlijk noch vlees noch vis. Els 10 of 4 d.h. Uitspraak 7.50 of 3 d.h. J.Klink te Den Bommel verkeerde in kennelijke staat van dronkenschap, 10 of 4 d.h. Mej. N. Westhoeve te Bergen op Zoom fiets zonder bel, 2 of 1 d.h. Mej. I. Kiss liet, gezeten op een rij wiel, zich door een bromfiets voorttrek ken. Verd. verklaarde, dat zij haar man een snoepje wilde geven en dat het toen net leek of hij mij voorttrok. Hebt U dan niet eventjes uw arm op uw mans arm gelegd? Absoluut niet. Zowel de eis als de uitspraak luidde schuldig verklaring zonder toepassing van straf. J. A. de Waal te Achthuizen reed zonder een geldig rijbewijs met een auto, 25 of 10 d.h. P. C. V. Everdingen te Ooltgensplaat fiets zonder licht 4 of 2 d.h. M. V. Lenten te Amsterdam had geen rijbewijs, 25 of 10 d.h. J. A. Oud te Middelharnis parkeerde zijn auto binnen 10 m. afstand van een kruispunt, 7.50 of 3 d.h. F. J. V. d. Sloot te Nieuwenhoorn, fiets zonder licht 3 of 1 d.h. C. Trommel te Melissant bestuurde een auto met een verlopen rijbewijs. 5 of 2 d.h. J. Lokker te Den Bommel liet zijn rij wiel onbeheerd staan, 2.50 of 1 d.h. C. Ipelaar te Ooltgensplaat fiets zon der licht, 4 of 2 d.h. J. C. de Baar te Den Bommel liet zijn rijwiel onbeheerd staan, 2.50 of 1 d.h. Mej. K. Pijl te Ouddorp fiets zonder licht, 3 of 1 d.h. J. Mackloet te N. Tonge, fiets zonder hcht, 3 of 1 d.h. J. C. Osseweijer te O.-Tonge, fiets zonder licht, 3 of 1 d.h. J. C. de Jong te N.-Tonge liet zijn rij wiel onbeheerd staan, 2.50 of 1 d.h. C. Ras te Herkingen, fiets zonder hcht, 3 of 1 d.h. A. Bestman te Herkingen bestuurde een auto zonder achterlicht, 10 of 4 d. Uitkyken is de boodschap. W. H. Lagerwaard te Rotterdam par keerde zijn auto op een verkeerde plaats. Daar wist ik niets van, want ze heb ben daar pas borden neergezet. Wat voor houding nam U in tegen over verbalisant? Bent U tegen hem uitgevaren Nee, edelachtbare. Maar U hebt toch tegen hem gezegd, dat hij kinderachtig was Nee, ik heb gezegd, dat hij onmense lijk was. U hebt het gewoon te aanvaarden, wanneer U een bekeuring krijgt en dan behoeft U niet tegen verbalisant uit te varen. Eis 6 of 3 d.h. Dat is veel. Het is toch geen misdaad en hij zou in hoger beroep gaan. 5.of 2 dagen hechtenis. J. J. de Wit te Den Bommel fiets zonder licht, 4 of 2 d.h. L. M. J. Born te Middelharnis had geen kenteken op zijn auto. 7.50 of 3 d.h. C. Volwerk te O.-Tonge bromfiets zon der achterlicht, 7.50 of 3 d.h. T. de Waal te Achthuizen hield het stuur van zijn fiets niet vast, 2.50 of 1 d.h. Dat moet maar eens uit zyn. M. v. d. Baan te Mellssant parkeerde twee wagens w.o. een stropers op het trottoir. Dat moet maar eens uit zijn met v. d. Baan, merkte de ambtenaar op, want nu gaat zelfs de Raad zich er al mee be moeien. Eis 15 of 6 d.h. Veroordeeld conform. A. Klem te Herkingen nam met zijn motor met zijspan de bocht Zuiddijk- Achterweg te N.-Tonge niet ruim ge noeg. Verd. gaf dat toe, maar, merkte deze op, op de plaats van het ongeval stond ik rechts van de weg. Hoeveel nam U de bocht tekort Ongeveer 40 sm. U hebt daardoor een meisje aange reden Ja, maar zij liep geheel links van de weg. Get. C. Vreeswijk te N.-Tonge had al leen maar gezien, dat na het ongeval de motor van verd. op de linkse zijde van de weg stond. Get. Chr. Brooshooft te N.-Tonge zag Klem door de bocht komen en consta teerde, dat hij niet hard reed. Hoe kwam hij door de bocht? Hij sneed hem enigszins af. 12.50 of 5 d.h. Een moeiiyke manoeuvre. M. V. d. Ham te N.-Tonge reed met zijn auto achteruit tegen een geparkeer de auto aan. Had U die auto niet zien staan? Jawel, maar ik dacht, dat ik er ge makkelijk langs kon, doch dat bleek niet het geval te zijn. Die auto mocht daar echter niet staan, 7.50 of 3 d.h. A. Waasdorp te Den Haag parkeerde zijn auto binnen 10 m. afstand van een kruispunt. Het gevolg was dat v. d. Ham er tegen aanreed, 7.50 of 3 d.h. 'Gevaarlijk spel. G. Dekker te Papendrecht passeerde met grote snelheid zes wielrijders in de Krak te Sommelsdijk. De verdediger van verd. Mr. Oomen, erkende het feit. Get. wachtm. L. v. Wijnen stond op het kruispunt Krak-Langeweg en zag Dekker aankomen. Verd. reed snel en passeerde zes wielrijders; daarom som meerde get. Dekker te stoppen. Dekker voldeed hieraan maar toen get. hem een verbaal aanzegde, deed hij een grote vloek en zei, dat hij het nummer maar op moest nemen. Hij had geen tijd meer want hij moest naar de boot. Verd. reed weg. Get. heeft hem aan de boot inge haald. Verd. is, aldus de ambtenaar, gedag vaard omdat hij vlak voor een kruispunt zes wielrijders passeerde. Verd. heeft in eerste instantie gestopt, doch is toen doorgereden, hetgeen een misdrijf is. Mr. V. Buuren wilde in dit geval de put dempen voor het kalf verdronken is. Eis 25 of 10 d.h. Mr. Oomen betreurde de houding van verd. Vast is echter niet komen te staan de snelheid van verd. Dekker en hij ont kende daarom het ten laste gelegde. .f 20 of 8 dagen hechtenis. Dezelfde persoon stond vervolgens te recht omdat hij in het openbaar gevloekt had. Mr. Oomen beweerde, dat Dekker een bastaardvloek had gebruikt. Get. V. Wijnen had echter duidelijk de vloek gehoord. Volgens de ambtenaar had de laatste gelijk en eiste 5 of 2 d.h. De verdediger vond het eventueel vloe ken in een auto niet in het openbaar. De rechter was het niet met mr. Oomen eens en legde Dekker 5 of 2 d.h. op. Een zeer slecht uitzicht. S. J. de Later te Stellendam nam de bocht Molenkade-Eendrachtsdijk met zijn auto niet ruim genoeg, waardoor hij een motorrijder aanreed. Volgens verd. was het niet zo, want de motorrijder had hem voorrang moeten verlenen. Get. wachtm. Kluit had het ongeluk niet zien gebeuren, doch tekende de si tuatie na het ongeval. Alvorens zijn requisitoir te houden, vroeg Mr van Buuren eerst de aange houden zaak contra C. M. Jansen te Stellendam te willen behandelen, het geen geschiedde. Jansen had volgens de dagvaarding de doorgang voor het ver keer van rechts niet vrijgelaten. Get. D. V. d. Broek te Stellendam, kwam na het ongeval ter plaatse aan. Jansen was toen reeds naar het zieken huis. De Later was echter nog aanwezig en deze verklaarde niet te hebben ge remd. Wat heb je dan gedaan, vroeg v. d. Broek. Ik heb alleen het contact afgezet. Het O.M. wilde van deze getuigenver klaring geen gebruik maken. Mej. J. J. V. Damme te Melissant kwam bij de plaats van het ongeval, toen alles nog zo stond. Ook tegenover haar had De Later van dat contact ge sproken. Deze getuige wilde Mr v. Buu ren gebruiken inzake De Later. Mr. Muller vroeg aan deze ge tuige hoe of de auto na het ongeval stond, doch dat kon getuige niet precies vertellen. Zij dacht wel van schuin op de weg, maar zeker weet zij het niet. De ambtenaar begon vast te stellen dat De Later in de bocht niet voldoende rechts had gereden en dat Jansen geen voorrang aan het verkeer van rechts had verleend. Het uitzicht ter plaatse was door de hoge heg tijdens het onge val belemmerd, doch toen het kantonge recht ter plaatse de zaak kwam bezien, was de heg goed geschoren. Mr. V. Buuren nam aan dat Jansen gebogen had gezeten op de motor, dat hij klein was, dat de heg 1.35 m. hoog was, en dat hij daardoor de auto van De Later niet kon zien. Aan de anedre kant hebben beide getuigen verklaard, dat drie wielen van de auto op de Een- 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Beste jongens en meisjes! We zullen weer maar van wal steken en dadelijk aan het nieuwe raadsel be ginnen. Deze week is aan de beurt het 3e NOVEMBERRAADSEL: 1. Zoon van Jafeth (Gen. 10); 2. Eén der zeven gemeen ten van Kl.-Azië. 3den Heere; roept Zijn Naam aan (Ps. 105); 4. Sterrenbeeld (Job 9)5. Vader van Joatham (Matth. 1)6. Stadhouder (Handel. 24); 7. Zoon van Isaï. 8. Vrouw van La- mech (Gen. 4)9. Abimelech huurde en lichtvaar dige mannen. (Rlchteren 9); 10. Legerplaats der kinderen Israels (Numeri 33); 11. Held van David. (2 Sam. 23)i; 12. Vijand .der Joden (Ester); 13. Op- i^olger van Elia; 14. En het beginsel zijns rijks was Ba bel en (Gen. 10); 15. Zoon van Ja cob; 16. Zoon van Fares (Matth. 1). Op de stippenlijn komt een gedeelte te staan van Ps. 135. Dit raadsel werd ingezonden door Jan van Wezel, Stellendam. CORRESPONDENTIE Rietje V. Middelharnis. Een brief in 't frans schrijven, dat gaat zó nog maar niet. Dan moet je meer franse woordjes „gegeten" hebben. Heb je ook meege daan aan de winkelwedstrijd En de uitslag Pietertje R. Ouddorp. Die datum was precies. Dat heeft Jan bij het rechte eind gehad. Ik heb je vorige week al bedankt, hè Ben je al aan 't opschieten met de kleedjes? Maken dat ze klaar zijn, hoor! Jobje A. Oud-Vossemeer. Ongelukken komen vaak door onvoorzichtigheid. Het gaat nooit vlug genoeg. Wandelaars en fietsers worden niet meegeteld in de regel. Ik ben blij dat het goed gaat in je nieuwe werkkring. Ja, het najaar is wel heel nat dit jaar. Jan V. Middelharnis. Zo erg bekend ben ik niet in die stad. De Mauritsweg drachtsdijk stonden en het vierde nog in de kant stond. Uiteindelijk heeft Jan sen geen voorrang verleend. 12.50 of 5 d.h. Voor verd. de Later, aldus Mr. van Buuren is het bijzonder onaangenaam, dat het kantongerecht is wezen kijken, want nu is uitgekomen, dat De Later niet voldoende rechts van de weg gere den heeft. De ambtenaar gaf toe dat het daar een ongelukkig kruispunt is. 15.— of 6 d.h. Mr. Drion, raadsman van verd. De Later, betwistte het punt, dat verd. niet voldoende rechts zou hebben gereden. De Later was n.l. 60 a 70 cm. uit de kant. Het wegenverkeersreglement zegt, dat de mogelijkheden zoiets toestaan, en dus is hier geen sprake van niet rechts houden. Voorts heeft men hier een slecht uitzicht in verband met de hoogte van de weg. De omstandigheden eisen hier, dat men zo dus moet rijden en op andere manieren is het veel gevaarlijker en dus nooit beter. De rechter vond, dat de Later niets in de weg stond om geheel rechts te hou den. De rechter wilde met de heg reke ning houden, 7.50 of 3 d.h. Mr. den Hollander, raadsman van C. M. Jansen, betwistte het, dat verd. geen voorrang had verleend. Jansen reed zo rechts, dat hij met zijn arm de heg aan raakte. De Later had op een dergelijk punt een behoorlijk geluid moeten ge ven, althans kenbaar moeten maken dat hij er aan kwam. Jansen heeft alzo de komst van De Later niet kunnen be merken. Hieruit blijkt evenals uit de verklaringen van verschillende getuigen dat De Later geen goed chauffeur is. Ook hier kon de rechter het stand punt van de raadsman niet delen. 7.50 of 3 d. h. Ts. Vroegindeweij te Middelharnis ver leende geen voorrang aan het van rechts komen verkeer, 20 of 8 d.h. Cóndobolin, 18 Oct. 1952. Beste Vrienden, Hier is weer een woordje uit „the far country". We hebben nog steeds geen warm weer hier, het is de laatste week zelfs zeer koud geweest. Nu zou men in Holland om deze kou lachen en dat wij het zo gauw koud vinden, komt, zou ik niet eens kunnen vinden, hoor. Datzelfde spelletje hebben ze bij mij ook al eens uitgevoerd, maar ik moest niet koekoek" maar „hik-hok" zeggen. Aat. G. Ouddorp. Je hebt dus drie drukke weken gehad. Is iedereen nu weer gezond? Ik hoop het. Je nichtje Stina heb je vorige week al in de krant gezien, is 't niet? De boom wordt hoe langer hoe dikker. Hans de B. Heemstede. Over die mooie kaart heb ik al geschreven, niet? Dat is een leuk werkje wat jullie doen. Met een bestelauto meerijden, koekjes op peuzelen en dan nog ballonnen vinden! Wat heb je alles mooi verteld, 't Leek of je bij me was. Jaan V. Middelharnis. Ja, de lange avonden kunnen wel gezellig zijn, maar als je veel buiten moet zijn in regen en wind, dan valt het niet mee. Zijn de repetities al begonnen? Doe je best maar en veel succes! Bas. A. Oud-Vossemeer. 't Is een lange brief geworden. Bas. Er was ook nogal wat te vertellen. Dat ongeluk liep be trekkelijk goed af. Met auto's gebeuren veel ongelukken, maar met paarden heb je ook wel eens wat. Er is nu geen grote bedrijvigheid in de haven. Anders kan het zo druk zijn in de bietentijd, hè Bien D. Herkingen. Leren jullie dat blokschrift op school? 't Is erg duide lijk. Jij zit zeker in het beige lokaal? Wie heeft die verschillende kleuren van de lokalen zo verzonnen? Het verslag van de opening heb ik gelezen. Nellie B. St. Philipsland. Schrijf je niet graag een brief? Wel, dan schrijf je een brief-je. JOat heb je dan ook prompt gedaan. De brief behoeft geen vellen vol te zijn. Zó was het ruim vol doende. Dat was nog laat op 't jaar, aardbeien eten! De okkernoten waren beter op tijd. Koos van L. Nieuwe Tonge. Je hebt me uit de droom geholpen. De naam Koos is nu eenmaal geldig voor een jon gen en voor een meisje. Nu is het vol gende week slachten, is 't niet? Hebben jullie een mooie keu? Of ik een stukje kom halen, kan ik je nog niet beloven, maar het is wèl gepresenteerd, hoor! Henny K. Ouddorp. Heel goed, dat je toch een briefje schreef, Henny! Ik hoop dat volgende inzending je oplossingen er bij kunnen zijn. Was vader blij met de cadeautjes? Die herfstvacantie was niet lang, hoor. Je wist misschien toch niet wat je moest doen met zo veel vrije dagen. Leni de G. Middelharnis. Het kan al tijd niet even lang zijn, hè? Nu ben je weer ijverig aan 't leren, denk ik. Gaat het nog goed op school? Nico F. Ouddorp. De teelt van gladi olen brengt veel werk mee; dat merk ik wel. Maar aan de zeewering moet ook veel aandacht geschonken worden. Zo'n g'olfbreker aanleggen heeft heel wat voeten in de aarde (de zee). Ary de G. Middelharnis. Dat was kort en krachtig, Ary. Kon je pen zijn draai niet goed krijgen? Dat overkomt mij ook wel eens, hoor. Dan wil het werk maar niet vlotten. Vervelend is dat. Nellie Ie C. Sommelsdijk. Laat ik maar dadelijk zeggen, dat ik niet boos op je ben. Dan ben je gerust gesteld. Hoe gaat het met Maatje? Heb je haar al vast mogen houden? Die oogjes worden wel bruin, denk je ook niet? Was je bij de prijswinners van de kleurwedstrijd Ans de G. Middelharnis. Je weet toch wel wat effatha betekent, hè? Vonden de kaarten nogal aftrek? Als we goed nadenken wat wfl genieten boven die ongelukkigen, die in Voorburg worden verpleegd, dan moet de portemonnee wel open. Vind je ook niet? Allemaal. Tot mijn spijt kan ik aan de correspondentie nu niet verder gaan. Ik moet nog een stapel brieven laten liggen tot volgende week. De hartelijke groeten van jullie OOM KO PRIJSWINNERS: Aria Vroegindeweij, Middelharnis Nico Flikweert, Ouddorp Jobje en Bas Aarnoudse, Oud-Vossemeer Jan Nlpius, Sommelsdijk. "^epi omdat men dat hier direct veel scher per aanvoelt. Zodra wij hier de zon heb ben is het warm, zelfs in de winter. Daardoor is de tegenstelling tussen koude en wai'rnte veel groter. Nu zitten we niet direct naar de hitte uit te kij ken, want dat komt vanzelf v/el. Vliegen zijn er echter al bij de vleet' dat is een plaag. Ik heb daar al eens eerder over geschreven; je kunt je niet voorstellen, hoe hinderlijk dat is. Met enige tientallen zitten ze op je gezicht en nu wen je daar wel enigszins aan, maar bar gezellig is het toch niet. De laatste dagen heb ik tamelijk veel paard gereden. Donderdag j.l. ben ik naar de z.g. common" geweest, dat is een publieke wei, waar we onze droge koeien heen brengen tegen een kleine vergoediiig. Er is toezicht op en ze l'.o- men waarschuwen, als de koeien tegen kalven zijn. Vanzelf kan je net zoveel gaan kijken als je wilt. Nu zijn echter deze v/inter met de grote overstromingen de omheiningen gebroken, zodat de koeien niet alleen in de gemeenschappelijke, maar ook in de aangrenzende weide kunnen en dat is er een van 300 gemeten! De laatste be hoort tot een z.g. ,,big-station", een gro te farm. Te paard ben ik daar wezen zoeken naar de koeien. Als je daar dan zo in je eentje rijdt, heb je het gevoel, alleen op de wereld te zijn. Maar het is er schitterend mooi. Er is veel boom gewas en je ziet allerlei soorten vogels. Ik weet niet hoeveel verschillende soor ten parkieten ik er niet zag, telkens waren het weer andere. Het gebeurt, dat je onder een boom door rijdt, dat er plotseling achter je hard wordt ge lachen. In 't eerst kijk je onwillekeurig om dit geluid komt van de moching- bird, de spotvogel. Kangoeroe's hebben we nog niet gezien, maar dat komt nog wel. De volgende dag moest ik weer te paard, om een koe te halen, die was weggelopen. We hebben er n.l. 8 stuks bijgekocht, maar een nam de benen! Hij liep naar zijn oude plaats, 16 mijl bij ons vandaan! Ik heb toen een farmer opge beld aan die weg, die de koe heeft op gevangen en in een wei gedreven. Het was 8 mijl bij ons vandaan, dus moest ik er 16 mijl voor afleggen. Vandaag ben ik weer naar de .common" geweest, zodat de paarden goed van pas komen, Onze Jan rijdt dikwijls dapper mee en we hebben er zelfs al hulp van als we het een of ander met de koeien moeten doen. Jan heeft nu een siDeelkameraadje, een zwartje, die nogal eens bij ons komt. Er wonen hier nogal wat kleurlingen, je kan zien dat we hier dichter bij het binnenland zitten, dan in Gundagai. Het is inmiddels 31 October geworden voor ik deze brief af kan maken. Het is nog al druk bij ons; het hooi is nu goed om aan de klamp te zetten en daar zijn we mee bezig voor zover v/e tijd hebben. Wim Hanenberg heeft eerst een klamp gezet en nu ben ik er aan een bezig. Het is heel wat anders dan stenen leggen, maar het ziet er niet gek uit. Je moet hier van alles aanpakken; doe je dat niet, dan kom je niet ver. In Holland heb je overal mensen voor, maar hier ben je op jezelf aangewezen. Het is ongelooflijk wat de farmers hier allemaal zelf doen. Letterlijk alles. Voor ons is het daarom ogen en oren open en aanpakken. Zo zou ik vanmor gen (half vier) met de melk wegrijden, Wat ik ook probeerde, met geen moge lijkheid kon ik de auto op gang krijgen. Een- monteur, daar hoef je niet over te prakkizeren, dus moet je het zelf maar uitkienen. Gelukkig bleek alleen de hen- zineleiding maar verstopt, zodat ik toch om 4 uur van het erf kon wegrijden. De melk was weer op tijd bij de klanten. Soms vergeten die wel eens hun busje buiten te zetten. Dat is echter geen be zwaar; er is altijd wel een deur open en dan zoek je maar in de keuken naar leeg fust. Jullie vinden dat misschien een beetje gek, maar dat is hier heel gewoon. In het begin deed ik dat niet, maar dan zeiden ze later tegen me; melkman, je kan altijd wel wat vinden als ik het vergeet. Je zoekt maa,r wat op. Het komt mij voor dat de mensen hier de boel alleen maar afsluiten, als ze met vacantie gaan. Ze zijn eerlijk en verwachten dat ook van hun medemens, Dit is het dan weer voor deze wee!;. Met hartelijke groeten en tot de volgen de keer. Famine W. DROOGER en V/im Hanenberg. Box 112, Condobohn N.S.W. AustraUa, Export. Geduren( eerden ni volgende teerd: W DOOR HEBMAN NOORMAN 14.) Ook al goed. In elk geval, ik ontving een uitnodiging. Eind April is er te Utrecht een feestelijke jaarvergadering van de Christelijke Ambtenaarsbond. Ons clubje wordt verzocht die te komen opluisteren. Hoe denken jullie er over? Hoe denkt u er over? vraagt Peter sen. Dat is de hoofdzaak. Ik durf het met jullie aan. Eenmaal moet er een begin zijn. En we zullen geen slecht figuur slaan, wil ik hopen. Niemand verklaart zich er tegen, ook niet als Kaasmaker uiteenzet, dat het laat zal worden, zodat men niet die avond naar Noordam kan terugkeren. Hij moet berichten hoe groot het aantal leden is, dan zal voor logies worden ge zorgd. ,,En we moeten keurig voor de dag komen, ik bedoel het nu uiterlijk. De heren natuurlijk in het zwart en de dames? Ja, ik zou graag allen gelijk gekleed zien. Is dat te doen?" In Groningen heb ik eens een soort gelijk dameskoortje uit Ter Apel gezien en gehoord, vertelt Lasterie. Keurig in één woord. De dames waren allen in 't groen, eenvoudig, maar smaakvol. Je had er natuurlijk lange en korte onder, maar dat was niet te zien. Als ze naast elkaar op het podium stonden, waren alle jurken even lang. 't Was één lijn. Me dunkt, het was cha- meuse, de stof, zei Lasterie. Jeanette Piccardt lacht: „Waarvoor Lasterie al geen belangstelling heeft! Ik dacht alleen voor de boeken!" Een vergissing, en een schromelijke. Ik heb inderdaad voor méér dingen be langstelling, zegt Abel. Meteen ziet hij Kea Steendam diep in de ogen. Die slaat de hare neer en zegt, verward, iets tot Bet Haverman. Voelen de dames iets voor de idee van Lasterie? vraagt Kaasmaker. „Ik heb er geen verstand van, maar me dunkt, het moet kunnen. Zou zonder veel meningsverschil overeenstemming tussen de dames bereikt kunnen wor den?" Dat wordt wat man, zegt Petersen koddig tot Lasterie. Daarmee bemoeien we ons niet. Kun je niet eens, meent Bet Haver man. Dus dat zoeken de dames uit, deere- teert Kaasmaker. In de pauze klampt Lasterie Kea aan: „Ik heb gedacht, Haverman en jij loge ren dan bij ons thuis. Petersen ook. Ruimte genoeg. Hoe denk je daarover? Lena zal het fijn vinden. Dan ben je nog eerder bij ons dan zij op „Westho- ve". Vind je het goed? Ja mij best. Leuk zelfs. Maar kan het? Komt voor mekaar, 'k Zal morgen direct naar huis schrijven. Dan hoor je wel nader van Lena. Ik vind het een reuze idee. Even de twee anderen vra gen. Hij roept zijn collega's. Die hebben geen enkel bezwaar. Is dat even tof, vindt Petersen. Weet je tenminste waar je terecht komt! Maar je moet nog afwachten, of het er je bevalt, lacht Abel. We spreken af, dat jij behoorlijke or ders geeft voor een behoorlijke ont vangst, die klinkt als een klok. Mijnheer Kaasmaker, als u het aan tal leden opgeeft, kunt u dat met vier verminderen. Petersen en de dames Steendam en Haverman hebben al een onderkomen gevonden in Utrecht Bij mij thuis. Ik behoor er natuurlijk ook toe. Dat is tezamen vier. Prachtig, vindt Kaasmaker. Jeanet te Piccardt glimlacht. Mary kleurt en denkt: „Waarom nu die twee en wij niet? Hij komt toch vaak bij ons aan huis?" Jou idee is niet slecht, Lasterie, van die kleding. Me dunkt, we moesten groen nemen, dat staat ons allemaal, denk je niet, Kea? Lasterie heeft het gezien. Misschien stond het niemand? Je had er toch van alles onder, ik bedoel blonden en donkeren, zegt Kea op de vraag van Bet Haverman. Dat viel me juist op. Allen stonden er goed mee. 't Was bepaald een leuk gezicht, zei Lasterie. En niets geen op schik. Eenvoudig, maar smaakvol. Doen jullie het. Je zult er geen spijt van heb ben. Aan het werk, beveelt Kasmaker. Nog vier weken en dan is het zo ver. We moeten nog een enkele avond meer re peteren, hoor. En dames, talmt nu niet wat die kleding betreft. Het komt in orde mijnheer, ant woordt Haverman. Zingen we capella Natuurlijk. Wat wilt u anders? De vier weken worden uitstekend be nut. Lasterie moet er nu enkele avon den per week uitbreken, maar ja, hij zit in het schuitje en wil zich niet onttrek ken. Bovendien is hij dan meer in de na bijheid van Kea dan anders. Als een magneet worden die twee naar elkaar toegetrokken De stampvolle zaal van Kunsten en Wetenschappen" is enthousiast over het optreden van de Noordammers", die zulk een keurige indruk maken met hun bescheiden, maar zekere houding. De hoofdzaak is evenwel, dat zij kunstgenot leveren met hun beschaafde zang. Kaas maker is meer dan tevreden. -Hij zegt, dat zij zichzelf overtroffen hebben. Ze zijn er trouwens zelf ook mee in hun schik. Opgewekt gaat het viertal: Kea, Bet Haverman, Petersen en Abel op stap door de straten van Utrecht, het is al laat, om de woning van Lasterie op te zoeken. Abel loopt naast Kea. Hij heeft zich die plaats toegeëigend. De andere twee vinden het goed. Ze volgen wel. Vermoeden ze misschien iets? Kea zelf stapt naast Abel en loopt te praten, als of zij al jaren goede vrienden zijn. Het is al vrij laat, maar 't wordt nog later. De Lasteries zijn ook in de zaal geweest, want Abels vader is lid van de bond. Zij uitten hun bewondering voor het gepresteerde. En dan hebben ze nog een „nafuifje". Lena en Kea hebben el kaar weer gevonden en ze spreken af, dat de eerste half Mei naar de boerderij komt, van Zaterdag tot Maandag. De andere morgen moeten zij al vroeg weg, want de school wacht op hen. Maar toch heeft moeder Lasterie nog even ge legenheid Abel onder vier ogen te heb ben. Hebben we goed voor onze gasten gezorgd? vraagt zij glimlachend. Dat kan niet beter, moeder. Ze zul len wel tevreden zijn. Ik zou vandaag best wilen blijven, maar dat gaat niet. Drie leerkrachten kunnen niet gemist worden. 't Zijn eenvoudige, aardige meisjes, merkt zij langs haar neus op. Vindt U ook? hapt Abel onmiddel lijk toe. Ja, en 't is merkwaardig, dat Lena zo goed met dat meisje kan opschieten. Zijn er niet meer kinderen op die boer derij Neen, zij is de enige. Je zou het niet zeggen. Zij is niet verwend. Ik mag haar wel. Abel v/il wat zeggen, maar zijn moe der wendt zich af. Blijkbaar wil zij er niet verder over spreken. Haar scherp. moederlijk oog heeft iets ontdekt Gisteravond of liever vannacht, toen zij naar bed ging, heeft zij haar man er op merkzaam op gemaakt. Die heeft nog niets gezien. Och, die onderwijzers en on derwijzeressen gaan amicaal met elkaar om. En dat meisje van die boer is be vriend met die onderwijzeres. Je moet er niets achter zoeken, vindt hij. En als hij in de loop van die dag nog verneemt, dat Kea Steendam de enige dochter is van een rijke boer, lacht hij helemaal om de mening van zijn vrouw: ,,Ja, Abel zal die kans hebben?" Zij moet het niet denken. Dan heeft dat meisje nog een vader en een moeder! Zij zullen hun rij ke dochter niet aan een doodgewone on derwijzer geven! Moeder Lasterie blijft bij haar m.ening, vooral, als Marie een opmerking maaiit, die geheel aan haar zienswijze past: ..Kt heb het met Kerstmis al gezien. Abel heeft zijn hart aan Kea verloren. Mis schien wil hij nog wachten tot zijn exa men achter de rug is, maar dan bijt hij toe, of ik moet mij al deerlijk vergissen. En hij maakt kans ook, grote kansl (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1952 | | pagina 2