VWEM5Ï
r
KENYATTA
Buitenland
Wielenkkdmg
„De Fruitcentrale"
Iste soort Druiven
Monumentale poortpalen van
„De Boomvliet"
50 cent per pond.
V.
25ste Jaargang
CHK. WF.KKBLAD OP GEKEFORMEEKDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
De onrust in Kenya
de „brandende, ópeer"
HV.
Ruime sortering
JAPONNEN en
JAPONSTOFFEN
Extra goedkope aanbieding
Heren-interlock, Lingerie
katoen en Blauw keper
B. V. d. VEER
Zaterdag is het nog
Druivendag
Profiteert van de gelegenheid.
Zie de Fruit-etalages
MEDITATIE
Geloofsvarwondering
Hoe het
vroeger was
K.a.z.
Zaterdag 25 October 1952
No. 2159
Redactiebureau Pr. HENDRIKSTRAAT 14, MIDDELHARNIS
TELEFOON K1870-2017 GIRO 167930 POSTBOX 8
Voor advertentiën uitsluitend Drukkerij TelefK 1870 - 2729
.Na 6 uur 's avonds Telef. K 1870 - 2017
ABONNEMENTSPRIJS: f 1.70 PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm.
Bij contract speciaal tarief.
Versch^nt tweemaal per week. Woensdag- en Zaterdag
Sinds enige tijd zijn in de pers be
richten verschenen over de heersende
onrust in Keneya, een kolonie en protec
toraat van Engeland. Het is gelegen in
Oost-Afrika, ten Zuiden van Ethyopië
(Abessynië) tussen de Indische Oceaan
en het Victcvria-meer. Het land heeft een
oppervlakte van ruim 570.000 vierk km.
De hoofdstad ervan is Nairobi. Het aan
tal Inwoners bedraagt 5 millioen.
De inheemse bevolking heeft reeds ve
le jaren met grondgebrek te kampen
wat voor velen van hen tot gevolg heeft
gehad, dat landbouw en veeteelt geen
voldoende bestaan meer opleverden. Dit
bracht met zich mee dat zeer veel in
boorlingen (negers- in uitermate moei
lijke omstandigheden kwamen te ver
keren.
Daarentegen bezitten de blanken in
Kenya prachtige landerijen. Deze land
bouwgronden zijn verkregen door hard
werken en door toepassing van de meest
moderne landbouwmethoden.
Maar hier staat weer tegenover, dat
de inheemse bevolking deze gronden
nooit zelf had kunnen ontginnen; en ook
de thans nog beschikbare gronden zul
len niet met de inheemse landbouw
methoden met voldoende resultaat in
cultuur kunnen worden gebracht.
Het is een bekend feit, dat mensen,
die in moeilijke omstandigheden verke
ren, zeer makkelijk te beïnvloeden zijn.
Het behoeft dan ook niet te verwonde
ren, dat de geheime secte, de Mau Mau
onder de negers een dankbaar arbeids
veld vindt. Want het is de Mau, Mau,
die verantwoordelijk is voor de heersenr
de onrust in Kenya.
Dit geheime genootschap telt voorna
melijk haar aanhangers onder de Kikoe-
joe's, een negerstam die meer idan 1
millioen zielen telt.
Naar schatting zou thans reeds 50 S.
60 van de Kikoejoe-stam tot het lid
maatschap van de Mau Mau zijn overge
haald.
De voornaamste doelstelling van de
Mau Mau is de verdrijving van het blan
ke ras uit Kenya.
Als deze verdrijving een feit is wil
men overgaan om het land onder de
eigen bevolking te verdelen.
De kracht van deze geheime organi
satie ligt o.m. in een eed, die voor het
lidmaatschap moet worden afgelegd en
die verplicht opdrachten, door de Mau
Mau verstrekt, onvoorwaardelijk en
zonder enige tegenspraak uit te voeren.
Bovendien moeten de leden inlichtingen
over hun andere stamgenoten verstrek
ken. Als deze eed is afgelegd volgt de
installatie. Deze installatie gaat met een
hele ceremonie gepaard. Het nieuwe lid
wordt zeven maal een rauw stuk vlees
om het hoofd gewonden. Vervolgens
moet de nieuweling zeven maal het bloed
van -een dier, waar men zegt een schaap,
drinken en daarna eveneens zeven maal
in het hart van datzelfde dier bijten;
Ook schijnt de nieuw toegetredene nog
zeven sneden in de rechterarm te krij
gen, waarbij het bloed wordt opgevan
gen en later weer op de borst van het
geïnstalleerde lid wordt gesmeerd. Na al
lerlei bezweringen e.d. is de neger dan
in de Mau Mau ingelijfd. Verbreking van
de afgelegde eed brengt de wraak van
de Mau Mau over zulk een. Het is dan
ook begrijpelijk, dat de eenmaal toege
treden leden de eed niet licht zullen, ver
breken. Daarvoor zit de primitieve in
boorling nog te veel in de kluisters van
het bijgeloof.
Het is echter niet alleen de Mau Mau,
die de laatste tijd meer en meer voor het
voetlicht treedt. Het staat thans wel
vast, dat de Mau Mau hulp in andere
vormen ontvangt van de voornaamste
politieke organisatie der inheemse bewo
ners van Kenya, de Afrikaanse Unie. In
de afgelopen zomer heeft deze Unie
reeds van zich doen spreken, toen zij
weigerde mee te werken aan de toen
gehouden verkiezingen voor de wetge
vende raad. In verband daarmee werd
destijds al een der vooraanstaande figu
ren van de Afrikaanse Unie gearres
teerd.
Bij de gehouden razzia's van deze
week zouden talrijke personen, die me
de-verantwoordelijk waren voor de on
rust in Kenya gevangen genomen zijn.
Hieronder is Jomo Kenyatta, leider, van
de Afrikaanse Unie voor Kenya, die ja
renlang heeft geijverd voor bestuursher-
vormingen. Zijn naam betekent: „bran
dende speer".
Het werd hoog tijd dat drastisch werd
opgetreden.
Moord en brandstichting namen hand
over hand toe. Op het platteland heerste
een waar schrikbewind. Hutten werden
in brand gestoken en zij, die weigerden
zich aan te sluiten bij de Mau Mau wer
den afgerandseld of omgebracht. Ook
het vergiftigen van vee behoorde tot de
strijdmethoden van de Mau Mau. Het is
te hopen, dat de Engelse versterkingen,
die in Kenya zijn aangekomen, de toe
stand spoedig meester zullen zijn. In
ieder geval zal met krachtige hand moe
ten worden opgetreden.
L V.
ERGER DAN EEN TOL
Het moderne verkeer eist goede we
gen en geen verkeersobstakels. Tijd is
geld, Geen oponthoud. Onze tijd houdt
van opschieten. Tollen, verkeersobsta
kels, als enge bruggen, smalle wegen,
gevaarlijke hoeken, en veren. Ze moeten
opgeruimd. Veren, ze moeten zo ze
uiterst frequent zijn vervangen worden
door bruggen. Liefst door tunnels, zo
als bij Rotterdam en onder het IJ waar
ook plannen voor zijn. En veren. Zo er
geen bruggen of tunnels kunnen Komen
dan een frequente bediening met moder
ne ponten, waar de auto's met het groot
ste gemak op en af kunnen rijden, zon
der dat ze in elkaar moeten worden ge
past als de deeltjes van een ingewik
kelde puzzel.
En toch er is nog een tol en een veer.
Maartensdijk en Middelhamis.
De laatste der Mohikanen. Maartens
dijk met zijn tol. Een tol met een taai
leven. Wijlen ridder Floris Vos heeft de
tol in de twintiger jaren reeds bestormd.
Maar nog is ze er. 't Was mogelijk aan
leiding dat Floris Vos later.als geducht
tolbestormer in de Tweede Kamer is
gekomen. Maar de Maarteadijkse tol is
er nog.
Inspijt van de promoties en avances
va.n Floris Vos. Tot grote ergernis van
de weggebruikei's.
Een tol op een hoofdverkeersweg in
het centrum van ons land. Een vreselijk
anachronisme in deze tijd. Maar Maar
tensdijk moet de weg onderhouden.
Waar de provincie Utrecht deze weg als
een tertiaire vreg- klassificeert wat de
gemeente Maartensdijk slechts een bij
drage van 900.per km opbrengt en
waar deze weg een jaarlijkse uitgaaf
vordert van 150.000 gulden daar kan
Maartensdijk niet buiten de opbrengst
van een tol.
Werd deze weg gerekend tot de secun
daire dan werd Maartensdijk een vergoe
ding uitbetaald van 1400.per km.
Een enigszins betere basis. Maar al met
al op deze drukke verkeersweg bestaat i
nog een tol. De duizenden auto's die er
passeren moeten tol beTal^n. Vanzelf een
oponthoud. Op zeer drukke dagen een
obstakel. En toch geregeld een kwestie
van vaart minderen of even stoppen.
Een paar minuten gaan licht verloren.
Ongerief, ongemak en ergernis voor de
talrijke weggebruikeTS.
Maar dan het veer van Middelhamis.
Erger dan een tol. Vanzelf een veer
blijft een veer. Maar 't is een groot ver
schil of een veer met moderne boten be
diend wordt of met boten krachtens
bouw en ouderdom geheel ongeschikt
voor autovervoer.
Met moderne ponten is een veer eer\
verlengstuk van de weg. Zoals het nu
is is het een obstakel in het verkeer.
Bij de Maartendijkse tol een oponthoud
van enige minuten. Hier van mogelijk
evenveel uren. Met een zeer hoog veer-
recht. En dan het passen en meten met
de wagens. Een geschikte plaats om
examen af te nemen voor het rijbewijs.
Zeker wat de behendigheid in het sturen
betreft. Om maar niet te spreken van
schrammen en lichte beschadigingen.
Maartensdijk heeft zijn tol. MiddelhaT-
nis en Flakkee zijn veer. Beide verkeers
obstakels. Maar het veer is erger dan
de tol. Voor de tol wat ongerief en on
gemak. Voor het veer niet zelden tijd
verlies van vele uren en daarenboven
dure veergelden welke een zware druk
leggen op de economie van ons eiland.
Afrika
Sedert enkele jaren broeit het in de
Afrikaanse koloniale gebieden.
Frankrijk heeft het moeilijk in Tunis,
Marokko en Algiers, terwijl in het Zuir
den van Afrika de inheemsen het lang
niet eens zijn met de blanken.
üi de Zuid-Afrikaanse republiek komt
het ieder ogenblik tot botsingen. Geluk
kig is hiervan de aard nog niet ernstig
en blijft het bij dreigementen en losse
stakingen, doch dat neemt niet weg, dat
de ontevredenheid er is en blijft.
De negers willen dezelfde rechten heb
ben als de blanken. Wanneer hier niet
met uiterste voorzichtigheid wordt te
werk gegaan, wordt in de toekomst ge
vreesd voor ernstige onlusten.
Het communisme wint onder de zwar-
Ooltigenspiaat
Ambachtsheren hebben op Goeree en
Overflakkee altijd grote betekenis ge
had. Ook in de kerk. Velen herinneren
zich nog wel hoe menige gemeente bij
een beroep de goedkeuring van de heer
van het dorp nodig had. Vaak was dit
een formaliteit en handelde de am
bachtsheer volkomen naar de wens van
de kerkeraad. Soms echter dreef hij zijn
eigen zin door. Dertig jaar geleden
kwam in de Ned. Herv. Kerk een eind
aan de rechten van derden bij het be-
roepingswerk.
Er zijn goede en minder goede am
bachtsheren geweest. De goeden hebben
voor de kerkelijke gemeenten menigmaa'
grote betekenis gehad. Stierf zo'n goe
de ambachtsheer, dan werd dat door de
gemeente oprecht betreurd.
Wij behoeven ons daarom niet te ver
wonderen over het hier volgend bericht
uit Ooltgensplaat, dat de reactie der ge
meente beschrijft op het overlijden van
de ambachtsheer.
Het bericht dateert uit het begin van
1794 en begint: „Op 't onverwagtst
wierd deze Gemeente op Zaterdag den
28 December 1793, in diepen rouw ge
dompeld, door 't ingekomen bericht, dat
twee dagen te vooren, 's namiddags om
trent drie uuren, in 's Gravenhage, in
den ouderdom van ruim 68 Jaaren, aan
de gevolgen van een accident aan 't
been, was overleden, onze zeer geliefde
Ambachtsheer, de Hoog Edel Welgebo
ren Heer Frangois Heer Cornells Baron
van Aerssen van Sommelsdijk, Heere
van Sommelsdyk, St Adolphsland, dat
men noemt Ooltgensplaat en den Bom
mel, Vryheer van Spyk, Heere van
Craaijestein, beschreven in. de Ridder
schap van Edelen van Holland, en' we
gens dezelve gecommitteerd in 't Colle-
gie van de Edele Mogende Heeren Raa-
den van Staaten der Vereenigde Neder
landen, Drossaard van Gorinchem, Be
windhebber der Oostindische Compag-
TEU 1**
nie. Hoog Heemraad van Delftsland,
Luitenant Houtvester van Holland, ênz.
enz., wordende deszelfs verlies niet al
leen by de Hoog Edele Welgeboorene
Vrouwe Everdine Petronella, Gravinne
van Hoogendorp, Douarière van Aers
sen en Sommelsdyk en verder Hoogade-
lyk Geslacht, maar ook by alle de In
gezetenen dezer Heerlykheid zeer be
treurd."
Enkel ijdelheid
Nadat ds Joh. Luiningh op 29 Decem
ber zijn gemeente over het afsterven van
de ambachtsheer had ingelicht, hield hij
op Zondag 12 Januari 1794 een lijkrede
„na dat 't ontzielde lyk den 6 January,
in 't Hoogadelyk Familiegraf te Som
melsdyk, rouwstatig was bygezet."
„Ten grondslage van zyn Verhande
ling", zo gaat de plaatselijke bericht
gever voort, legde ds Luiningh Psalm
39 6 uyt: „Ziet, gy hebt myne dagen een
handbreed gesteld, en myn leeftyd is als
niets voor u; immers is een yder
mensch, hoe vast hy staat, enkel ydel-
heid, Sela! en zulks met veele aandoe
ning, zo van Spreeker als van Toehoo-
rers, welke inzonderheid werden opge
wekt ter overdenking van hun eigen
broos en kortstondig leven, om al vroeg
hunne dagen te leeren tellen, om een
wys hart te bekomen.
Hebbende 't den WelEd. Achtbare Ma
gistraat dezer Plaats by derzelver eer
ste samenkomst, behaagt, op eene zeer
vereerende wyze, aan zyn Commissie,
hun genoegen deswegens te kennen te
geeven, en hem voor 't doen van gemel
de Lykrede, op 't vriendelykst en ver-
plichtendst te bedanken."
Natuurlijk werd de overledene ook te
Sommelsdijk herdacht. Daar preekte ds
M. H. Callenfels over Job 41 2b „Wat
onder de ganse hemel is, is het Mijne".
Hier' viel de nadruk derhalve op de be-
trekkfelijkheid van alle aardse bezit,
waarmede Baron van Aerssen van Som
melsdijk zo rijk gezegend was.
Herldngen
Een aantal jaren later, in 1890, stierf
mr Reinier Frederik van Staveren, „in
zijn Ed. leven Heer van Herkingen en
Boxenisse, Oud Raad in de Vroedschap
en Hoofdofficier der stad Rotterdam, Be
windhebber der gewezen geoctroij eerde
Oostindische Compagnie, mitsgader Di
recteur van den Levantschen handel."
Zijn overlijden werd kort na 28 Au
gustus 1809 kerkelijk herdacht. „Onze
zeer geliefde Leeraar, de wel eerwaarde
zeer geleerde Heer B. Priderichs, heeft
den eerstvolgenden dag des Heeren de
gedachtenis van deze waardigen overle
denen plegtig gevierd met eene doelma
tige Lijkrede over Ps LXXXIX 49a
Wat man leeft er, aie den dood niet zien
zal?
In dezelve schetste zijn Eerwaarde
ons des overledenen Christelijk en voor
de Maatschappij en geleerde wereld zoo
nuttig, als werkzaam leven zeer juist
af, ,en wekte ons op, om ,terwijl er geen
mensch gevonden wordt, hij mag oud of
jong, deugdzaam of goddeloos, rijk of
arm, sterk of zwak, geëerd- en verheven
boven anderen in aanzien, of minder
aanzienlijk, geleerd of ongeleerd zijn,
welke den dood niet zien zal, aan onze
sterfelijkheid te gedenken, en ons in
tijds tegen den dood en eeuwigheid te
bereiden."
Telefoon 683 Westdflk 36
MIDDELHABNIS
DE SPECIAAr,ZAAK voor
GROENTEN, FRUIT en
DELICATESSEN.
Keurig opg<emaakte
Fmitmanden en Fniitschaaltjes.
Vraagt onze geurige vers gesneöien
SOEPGROENTE
Alle ingrediënten voor een
Rijsttafel.
te bevolking veld en wekt de mensen op
tot ontevredenheid.
Te New Brighton een voorstad van
Port Elizabeth, gelegen aan de Zuid
kust van Afrika, is het Zaterdagavond
tot ernstige ongeregeldheden gekomen.
De politie arresteerde bij het station
2 inlanders, die beschuldigd werden van
diefstal. Het publiek liep echter te koop
en hebben deze twee arrestanten be
vrijd.
Hierna trok een zeer luidruchtige me
nigte de stad in, staken de auto's in
brand, vernielden winkelruiten en sloeg
aan het plunderen. De modernste bios
coop, speciaal bestemd voor niet blan
ken, werd in brand gestoken, terwijl de
directeur en de filmoperateur werden
gedood. In totaal zijn 11 mensen om het
leven gekomen, 4 blanken en 7 inlan
ders, 27 personen werden gewond.
De politiemacht is versterkt, terwijl
talrijke arrestaties zijn verricht, vooral
onder de leidende personen.
Ook in de staat Kenya is het onrus
tig. Aldaar treedt op een geheim ge
nootschap van inlanders, genaamd Mau
Mau. Deze vereniging kweekt de ras-
senihaat aan en is fel anti-Europees ge
tint.
Sluipmoorden worden zowel op blan
ken bedreven als op inlanders, die het
blanke bestuur steunen. Gedurende de
laatste maand hebben 40 moorden plaats
gehad.
De regering heeft aan Engeland ver
zocht militaire hulp te verlenen. Vier
duizend soldaten worden per vliegtuig
vanuit Egypte overgebracht naar Ke
nya, terwijl de Britse kruiser Kenya, te
Mombasa is binnengelopen.
De Engelse minister voor Overzeese
Gebiedsdelen Lyttelton zal zich a.s. week
naar Kenya begeven, om zich persoonlijk
van de toestand op de hoogte te stellen.
De laatste berichten melden dat het op
treden van Engeland ontzag heeft ge
wekt bij de bevolking.
Aan de Goudkust en in Centraal Afri
ka zijn er ook wrijvingen.
Door de meerdere omgang met Euro
peanen tracht men daar de gewenste
hervormingen meer langs de weg van
geleidelijkheid te krijgen. De sociale toe
standen zijn vaak nog zeer ongunstig.
In de mijnen van Rhodesia werken bv.
blanken en zwarten. De lonen van de
zwarten zijn lager dan van de blanken
en dat werkt zeer funest.
De vakvereniging van de blanke mijn
werkers weigert iedere samenwerking
met de vereniging der zwarten.
Het is een moeilijk probleem, dat nog
niet zo makkelijk is op te lossen.
Het optreden der blanken heeft bij de
negers een zeer sterk minderwaardig
heidsgevoel gewekt, dat gemakkelijk in
haat kan overslaan.
Betere samenwerking tussen blank
en zwart en wegneming van wantoestan
den op sociaal terrein, zou veel kun
nen bijdragen tot een betere verstand
houding.
Korea
In Korea is de strijd weer ontvlamd.
Zondagnacht hebben meer dan 4.000
Chinezen een aanval gedaan op de cen
trale stellingen.
Van Geallieerde zijde moet men toe
geven dat de Communisten enig voordeel
(Zie voor vervolg pag. 2 Ie kolom)
„Gij hebt mijn rechterhand gevat"
(Psalm 73 23b.)
Asaf stond niet hoog toen hij Psalm
73 'dichtte. Het was geen bouwen en ver
trouwen op eigen kracht, maar een be
trouwen op de Heere, dat hem deed
spreken: „ik zal dan geduriglijk bij U
zfln."
Hij kon en mocht dat doen, omdat
zijn: ik zal, gegrond was op een: Gij
hebt van des Heeren zijde.
„Gij hebt mijn reohter;hand gevat."
Daar is een: Ik zal van het onherbo-
ren hart, een roekeloos voornemen tn
eigen kracht, dat uitloopt op bittere te
leurstelling.
Dan is er .geen „Gij hebt" aan vooraf
gegaan. Dan is het een huis zonder fun
dament.
Deze week geven we een plaatje van de fraaie stenen poortpalen voor
de inrit van de hofstede „Boomvliet" te Dirksland (eigenlijk: Eralingen,
Sommelsdijk). Deze palen dateren uit het begin van 1600 en waren de
ingang tot het jaohtslot, dat volgens overlevering nog van de van Aers-
sens moet geweest zijn. Wij konden dit echter niet bevestigd vinden. Ze
ker is, dat het tot de familie van der Dussen moet hebben behoord, wat
ook blijkt uit een van de wapens, die op de palen voorkomen. Het wapen
van de familie van^der Dussen is doorsneden van goud en blauw, waar
over heen een St. Andrieskruis geblokt van rood en zilver in twee rijen;
het andere, behoort aan de familie Slicher, een wapen in goud met een
rode dwarsbalk waarboven drie hoefijzers en waaronder een molenijzer
beide tn blauw. De familie van der Dussen en Slicher waren aan elkaar
verwant, woonden in Delft en hadden grondeigendommen op Goeree
Overflakkee.
In het begin van de 15de eeuw
stond de Boomvliet nog in verbinding
met het buitenwater. Dit water
vormde een afscheiding tussen Dirk
sland en de Oude Plaat. Schepen vtoe-
ren er door en aan dit water was het
jachtslot Boomvliet" gelegen, wat
toentertijd een bosrijk oord was. Op
het slot „Boomvliet" hebben de gro
te heren hun vertier gezocht en vaak
jachtpartijen gehouden.
Later is het meer in cultuur ge
bracht voor de landbouw. De plaats
is eeuwen door van familie op fami
lie gegaan.
Zover na te gaan is was de eerste,
die de hofstede boerde Jacob Wil
lemszoon Buth, geb. 1696, overleden
1724. Het huis op de Boomvliet
draagt het jaartal 1698. Op dit huis
staat een windwijzer in de vorm van
een koopvaardijschip, daar de van
der Dussen's niet alleen grondbezit
ters, maar ook reders moeten ge
weest zijn.
Genoemde Jacob Willemszoon Buth
is dus niet oud geworden (28 jaar)
die een zoontje van drie jaar naliet,
Arent Jacobszoon Buth. Zijn voogd
was zijn oom Hendrik. Arent volgde
zijn overleden vader op de Boom
vliet. Hij is driemaal gehuwd geweest
Ie vr. Jacomina v. Es, overl. 1748 in
het kraambed; 2e vr. Jannetje
Broodshoofd, overl. 1751 in het
kraambed; 3e vr. Lydia Zaaijer. Uit
dit derde huwelijk werd geboren Jo
hannes Arentszoon Buth die zijn va
der na diens dood in 1778 opvolgde.
Johannes Arentz. Buth, geb. 1755,
overl. 1824 ging later naar Onwaard,
waar hij ook een boerderii had. Hij
was kerkmeester en tevens schepen
van Sommelsdijk. Hij was gehuwd
met Crijntje Tiggelman van Oolt
gensplaat (geb. 1755, overl. 1823).
Na het vertrek van Johs. Buth Az.
naar Onwaard, werd de hofstede be-
boerd door Adr. Tiggelman (ver
want van zijn vrouws kant) wiens
dochter, Maria Tiggelman huwde met
Beye Buth, geb. 1813, overl. 1883.
Hij ging van de stee af in 1871.
In 1871 huwde Krijn den Baars
met Adriana Buth (dochter van Beye
Buth) die daarna op de hofstede
kwam er er van 1871 tot 1912 heeft
geboerd. In 1912 kwam op de hofste
de A. van Es; gehuwd met Jacoba
den Baars. Diens zoon Klaas Krijn
van Es de tegenwoordige eigenaar,
kwam op de hofstede in 1939. (Ge
gevens uit het werkje „het Geslacht
Buth")
Achter deze poort met de prach
tige inrijlaan hebben dus geslachten
gewoond en het is merkwaardig dat
hier de eeuwen door één familie het
landbouwbedrijf heeft uitgeoefend.
De poortpalen zelf zijn helaas niet
meer in de oorspronkelijke staat, ze
bestaan uit gele steen en zijn gece
ment. Maar we zijn toch blij dat ze
nog bestaan, te meer daar er zo'n
ryke geschiedenis aan verbonden is.
Maar Asaf zegt in geloofsverwonde-
ring: „Gij hebt mijn re.chterhand ge
vat.
Niet: ik heb Uw rechterhand gevat.
Maar Gij, Heere, de mijne.
De rechterhand» dat is, om zo te zeg
gen, de uitvoerende macht van ons. En
zo wilde Asaf 't zelf doen. Maar met
dat zelfhandhaven komt iedere gelovige
om. Wij kunnen het niet en wij kxmnen
het nooit. Ook Asaf kon 't niet. En daar
om greep God zijn rechterhand. De Hee
re deed hem niet omkomen in de wor
steling zijner ziel.
Asaf had het zelf dus niet gedaan, O
neen, Asaf had, zo de Heere niet ge
grepen had, de Heere losgelaten en hij
had eeuwig omgekomen. Maar dit is het
grote voor hem: de Heere heeft mijn
rechterhand gevat'.
Verstaat ge dit nu wel goed, lezer?
Gij mijn rechterhand gevat. Gij, de
Heere, die mij niet nodig hebt en die
mij los kon laten.
Gij, o grote Ontfermer, hebt mijn
hand gevat. Mijn hand, die U niet ge
noeg vertrouw en waardeer, die U ge
duriglijk achterstel en spoedig verdenk.
Welk een ontferming! Welk een peil
loze diepte'van genade en trouw! <Mj
mijn rechterhand gevat. Gij zijt tot mij
gekomen met Uw ondersteunende gena
de, om mijn wankelende schreden te
schragen. Gij hebt mijn rechterhand ge
vat, om mij vast te houden, opdat ik U
niet verlate en nu wilt Gij mij leiden in
het spoor der gerechtigheid. En nu kan
niemand mij meer in de diepte sleuren
en uit Uw hand rukken, want -r- zij
zullen niet verloren gaan in der eeuwig
heid.
Hij. die door Zijn hand de wereld doet
beven, houdt door haar kracht Gods
volk in stand.
„'Gij hebt mijn rechterhand gevat."
Dat leert elk kind des Heeren verstaan,
dat in Christus door God werd gegrepen,
voor 't' eerst of bij vernieuwing. Want
ook degenen die de Heere vrezen, ken
nen van die Asafs problemen. Ook zij
worstelen zo menigmaal maar dan
leren ze het uit genade weer verstaan
met Asaf: wat God in Christus beg^int,
houdt Hij vast; en wat is dat onuitspre
kelijk groot!
En dat moet er ook zijn bij de mens
die nog onbekeerd voortleeft, anders
gaat het eeuwig mis. Als dat er niet is,
is er geen leven, maar een verwerpelijk
zijn voor het aangezicht des Heeren. Gij
moogt uzelven dan sieren met heilskle-
deren in de werkplaats der eigengerech
tigheid geweven, voor God de Heere zijt
gij naakt! Gij moogt u troosten met een
schat van goede werken en menen rijk
en verrijkt te zijn, voor God zijt gij arm.
Gij moogt u dan voordoen met een schijn
van godzaligheid, de kracht derzelve
mist ge.
Hoe groot wordt dan des Heeren ge
nade voor de zondaar, dat Haj vat de
rechterhand desgenen, die belijden moet:
Ik ben een groot beest bij U! Want hoe
sterk is de vijandschap des natuurlijken
mens! Hij wil niet buigen voor de Aller
hoogste.
Maar God vat de rechterhand Zijns
vijands. En dan ligt de zondaar verbro
ken in het stof. Dan buigt een hardnek
kige Saulus voor de wil van de Koning
der kerk. Dan leert een vrome Farizeër
zich kennen als een goddeloze, die om
niet zal moeten gerechtvaardigd.
En zo moet de Heere telkens onze
rechterhand grijpen.
Hij doet dit als Hij U als een brand
hout uit het vuur rukt. Wanneer Hij U
ontdekt aan uwe zonde en verloren
staat. Hij grijpt uw rechterhand als ge
dreigt weg te zinken onder Gods recht
vaardigheid in het eeuwig verderf. Hij
grijpt dien als ge geleid wordt tot de
Middelaar Gods en der mensen. Als Je
zus U dierbaar wordt. Hij grijpt die
hand als Hij U leidt in de Borggereoh-
tigheid van Christus. Hij neemt U bij de
rechterhand om U te leiden tot de Va
der. Ja, Hij grijpt en houdt die rechter
hand van U tot de laatste snik; tot ge
eeuwig thuis zijt!
Zalig dan, wie met Asaf kan instem
men: „Gij hebt mijn rechterhand) gevat!"
Ds N. de Jong.