IIArtDEII-IIIEUWS
Een predikant te Nieuwe Tonge
in ae 18e eeuw.
INGEZONDEN
Recktszak
szaKen
kinóeRhoekje
wGebroken trots"
2e Blad
Zaterdag 11 October 1952
No. 2155
Blij! niet doorlopen
met die Bheumatische Pijnen.
Afzei van Gladiolen
Mededelingen over huis-
slachting
Druiventeelt levert verlies op.
!Eitisertje)S (Münhardi)
VERVOLGVERHAAL
Voorthuizer Patmios
Toen in 1777 de gemeente Nieuwe
Tonge vacant werd door het vertrek
van ds L. Schemkes naar Woudrichem,
besloot men een beroep uit te brengen
op ds. J. A. Rietmeyer, predikant te
Voorthuizen. Hoe men er toe kwam om
liem te beroepen weten wij niet. Blijk-
liaar had ook ds Rietmeyer dit beroep
jiet verwacht; hij stond al geruime tijd
in Voorthuizen.
Hij nam de roeping aan en preekte af
scheid in zijn eerste gemeente. In de
afscheidsrede zei ds Rietmeyer o.a.:
,Mijn zeer geliefde gemeente! Gij weet,
(jat ik nu dertien jaren lang niet opge-
lioudeni heb ulieden nacht en dag met
tranen te vermanen, dat ik niet achter
gehouden heb, dat ik niet zou verkondi
gen al de raad. Gods, hier op dit Voort-
huizer Patmos. En nu, gebonden zijnde
door de Geest moet ik van hier verrei
zen naar een ander Jeruzalem, daar de
eilanden op mijne leer wachten."
Ds Rietmeyer beschouwde zich dus
min of meer als een van Godswege ver
bannen apostel! Vandaar dat hij niet
aarzelde de roepstem naar „de eilanden"
aan te nemen, al voegde hij er dadelijk
aan toe, dat de verandering van stand
plaats hem geen financiële voordelen
bracht.
„Ik ga niet van u zo vervolgde de
predikant zijn afscheidsrede om we
relds gewin, och neen! Gods kudde te
weiden enkel om vuil gewin, is hetgeen
daar mijn ziel een walg van heeft. Dan
had ik naar Oude Tonge moeten gaan,
waar het voor een leraar naar het uit
wendige veel aanzienlijker is dan in de
Nieuwe Tonge."
Aan het eind van preek en toespra
ken gekomen, richtte ds Rietmeyer zich
in dichtregelen tot de gemeente:
Vaart wel! Vaart eeuwig wel!
Voorthuizens lieve volk
Denk toch aan mijne dienst, mijn
bidden, preken.
't Was wel oprecht doch met veel
gebreken.
God zij uw eeuwig deel! Dus wenst
uw Bijbeltolk.
Bedankt voor Stapborst
Kennelijk was de gemeente van Nieu
we Tonge met haar leraar ingenomen.
Als hij in December 1778 al een beroep
krijgt naar Staphorst, waarvoor hij be
dankt, meldt men uit de gemeente: „On
ze zeer geliefde Leeraar D(s) J. A.
Rietmeyer, was eenparig naar Stap
horst beroepen; doch heeft, op ons aan
dringend verzoek, daar voor bedankt, en
tot onze groote blydschap, vaii dit zyn
besluit ons kenns gegeven den 2 dezer
in een Voorrede over Job XXH 28 Als
gy eene sake besluyt, soo sal hy u be
stendig syn."
Daarna heeft ds Rietmeyer nog enke
le beroepen gekregen, die hij eveneens
afsloeg. Inmiddels ging zijn gezondheids
toestand er niet op vooruit; dit bracht
hem er toe om in 1786 zijn emeritaat
aan te vragen, na negenjarige dienst in
zijn tweede gemeente.
Hieruit kimnen wij afleiden, dat ds
Rietmeyer niet onbemiddeld was, of al
thans familie had (hij was ongetrouwd),
die tot de welgestelde klasse behoorde.
Er bestonden vroeger nog geen regelin
gen terzake van emeritaatsgelden. Dat
is de oorzaak van het geringe getal eme
riti in vroeger tijden. Men bleef predi
kant tot zijn dood, eventueel met een
hulpprediker (adjunct-predikant ge
noemd) naast zich. Behalve wanneer
men men geldelijk in staat was om in
eigen onderhoud te voorzien.
Dit laatste was het geval met ds
Rietmeyer. Zijn opvolger, ds M. J. van
Nimwegen van Standaardbuiten, deed
dan ook direct intrede.
Korte rost
Lang zou de rust van ds Rietmeyer
niet duren. Zijn lichaam was te zeer
verzwakt. Hij bleef te Nieuwe Tonge
wonen. In het eind van het jaar bericht
te men uit de gemeente, dat haar eme
ritus predikant „de tydelyke rust van
zynen dienst slechts weinige dagen ge-
nooten hebbende, dezelve met de eeuwi
ge rust van 's Heeren getrouwe Knech-
teoi verwisseld" 'had.
Het zou echter bij deze korte mede
deling niet blijven. Een uitvoeriger le
vensbericht verscheen in de kerkelijke
pers. Wij willen het hier laten volgen.
„Heden behaagde den vrijmachitigen Op-
perheer van leven en dood onzen waar-
digen Emer. Predikant, den WelBerw.
zeergeleerden Heer Johannes Arnoldus
Rietmeyer, op den 6 Dec. 1786, in den
ouderdom van byna 56 jaren (na eenen
geiniimen tyd met ziekte, zwakheid en
hevige pynen geworsteld te hebben) door
eenen zachten dood uit deze wisselval
lige en rampvolle waereld te doen over
gaan in het «euwig zalig leven.
Zyn WelEerw. van jongs op tot de
letteroefeningen opgeleid, heeft te Ley-
den en te Utrecht in de H. Godgeleerd
heid gestudeert.
Z3me Academische Studiën voltrokken
hebbende, werd zyn Eerw. met de noo-
dige gaven en merkelyken voorraad van
kiindigheden toegerust, eenige tijd daar
na in 'a Heeren dienst uitgestooten, en
heef in twee onderscheidene Gemeen-
tens (hoewel in andere beroepen voor
welke hy beleefd bedankt heeft) niet
zonder merkelyken zegen, het werk van
zynen Heer en Meester volyverig en ge
trouw waargenomen, eerst te Voorthui
zen en daar na by ons in de Nieuwe
Tonge."
Godvruchtige wandel
„De overledene aldus gaat het be
richt voort leefde niet alleen met
woorden maar ook met zynen Godvruch-
tigen wandel eni toonde, zo op den Pre
dikstoel als in zyne byzondere verkee
ring, dat hy de kracht dier waarheid
welke hy anderen ernstig verkondigde,
zelfs by bevinding kende. Toen zyn
Eerw. reeds in de angsten van den dood
was, zag men de kennelyke blyken van
onvemischte Gtodsvrucht en tedere aan
kleving aan zyn dierbaaren Verlosser;
het geloofsoog op Hem vestigende, trad
hy kloekmoedig de doodsvallei in. Even
voor zyn verscheiden hoorde men deze
troostvolle taal uit den stervenden
mond: Ik vaar op tot, mynen Vader en
tot mynen God; zo gmg zyn Eerw. ge
sterkt en blymoedig naar het hms zyns
Vaders, want er volgde ras een zacht en
vreedzaam sterven zalig sterven! Zy
ne geloovige ziel werd nu ontdaan van
alles, wat hem in deezen Tabernakel
deed zuchten; en liefelyk ingevoerd in
die zaalige heerlykheid, welke zo menig
maal het begunstigd voorwerp van zyne
hoop en verlangen was geweest.
Het ontzielde lyk is te Amsteldam
rouwstatig ter aarde besteld. Zyn Eerw.
was ongehuwd en laat na een Broeder
en Zuster, bitterlyk bedroefd over het
verlies van zulken waardigen Broeder.
Onze nieuwe Leeraar, de WelEerw.
Zeergeleerde Heer M. J. van Nimwegen,
heeft deze Gemeinte ernstig opgewekt
en aangespoord om haaren gewezen
voorganger in liefde te blijven gedenken,
in zyn geloovig leven na te volgen, let
tende op de gelukkige uitkomst zyner
wandelinge, in eeüe Lykrede over Hebr.
XIII 7."
Roei ze uit met wortel en tak.
Neem Kruschen Salts.
De zes minerale zouten, die Kruschen
bevat, wekken lever, nieren en inge
wanden weer tot nieuwe energie. Het
bloed wordt weer gezuiverd è'n zuiver
gehouden en zo is er dan geen oorzaak
meer voor stramheid, scheuten, steken
en pijn
Koop vandaag Kruschen bij Uw apothe
ker of drogist en begin morgenochtend
die heilzame kuur.
KERKNIEUIWS
MET EMIKIXAAT
Ds W. A. Dekker, Ned, Herv. predi
kant te Losdorp, is voornemens met
emiritaat te gaan. Ds Dekker die in
1888 geboren werd, aanvaardde in 1916
h«t predikambt te Mellssant na eerst
vier jaar hulpprediker te Hollandsche-
veld geweest te zijn. Hij diende de ge
meenten van Nieuw-BeijerlEind, Krab-
bendflke, Hollandscheveld en Schame-
goutum om zich in 1947 aan zijn te
genwoordige gemeente te verbinden.
Ds J. v. d. Sluis, Geref. predikant te
Wijhe, heeft tegen 1 Dec. a.s. eervol
emeritaat aangevraagd. Ds v. d. Sluis,
die 60 jaar is, was tevoren werkzaam
bij het onderwijs, o.m. als hoofd te Am
sterdam. Hij aanvaardde in 1924 het
predikambt te Oldekerk, vanwaar hij in
1946 naar zijn tegenwoordige gemeente
vertrok.
Ik heb eens een man gekend, die al
knutselend door het leven ging. Het
normale werk diende uitsluitend tot
vorming van een bepaald bedrag, waar^
van hij kon leven, maar de knutselarij
bezat het alleenrecht over zijn geest.
We mogen die man daar niet lastig om
vallen, er zijn er meer zo. Maar hij had
er een fout bij, n.l. hetgeen hij begon,
maakte hij nimmer af. Was hij aan een
object bezig, dan schoot hem voordat
hij dit had afgemaakt, weer iets an
ders te binnen, waaraan hij op stel en
sprong dan weer begon. Na verloop -van
jaren stonden dan ook talloze onaf ge
werkte spullen op zijn vliering en hg
ging steeds maar door, ze te vermeer
deren. Aan idie goede man meest ik
denken, toen ik jl. Vrijdag het verslag
las van de succesvolle proeven met het
bewaren van gladiolenboUen te Oud-
dorp. Naar hetgeen uit dit verslag
blijkt, zijn daar enkele staaltjes van
vernuft en logisch denken weergegeven,
die bewondering verdienen. Men heeft
het wel eens laatdunkend gehad over
achterlijk Flakkee, terwijl toch telkens
weer blijkt, dat het met deze achterlijk
heid heus wel meevalt. In Nieuwe Ton
ge werd dezer dagen een enorm koel
huis geopend; in Achthuizen eveneens,
inrichtingen, waarin grote bedragen zijn
geïnvesteerd en waaruit blijkt, dat er
heus wel ondememerslust wordt gevon
den om bepaalde zaken grootscheeps aan
te pakken, mits er een behoorlijke eco
nomische basis aan ten grondslag ligt.
Men is óp Flakkee één der nog zeer
zeldzame luchtsproeibedrijven rijk, een
Flakkees museum is bezig zich te ont
wikkelen, de landbouw staat op hoog
peil en van mechanisatiemogelijkheden
wordt minstens zoveel gebruik gemaakt
als in vergelijkbare streken. Ik zou de
ze lijst gemakkelijk kunnen uitbreiden,
doch het vormt voor hetgeen volgt niet
de hoofdschotel.
Daarom ter zake. Het is met de gla-
diolenteelt op Flakkee zo gesteld.
Wegens het moe worden van de bo
dem, om het zo uit te drukken, is reeds
jaren lang door de kwekers van bloem
bollen in de bollenstreek uitgezien naar
land, waarop nog geen bollen zijn ge
teeld. Dit geldt ook voor het telen van
diverse koolsoorten in Noordholland,
waar ook een moeheid van de grond
wordt geconstateerd. Dit land is voor
lopig, wat betreft de gladiolenteelt, op
Flakkee gevonden. Sinds ettkele jaren
worden op Flal&ee beduidende opper
vlakten gladiolen geteeld, meestal op
contract, maar vaak ook voor eigen ri
sico. Men begrijpt, dat er reeds vele
stroppen zijn gehaald, stroppen, welke
moeilijk te vermijden waren. Men was
nu eenmaal niet op de hoogte van
marktwaarde en afzet en miste alle er
varing bij de teelt. Men sprong er om
zo te zeggen maar in, aangelokt door
de hoge prijzen. Bewaarmogelijkheid was
er niet en vaak zijn partijen voor bedui
dend minder dan de marktwaarde ver
kocht, omdat men er geen weg mee
wist. Natumrlijk was het beter geweest
om tevoren bewaar- en drooginrichting
te vestigen, omdat men als regel eerst
een hok bouwt voor men een varken
koopt. Maar door de min of meer onge
breidelde en ongecontroleerde teelt, zo
mede door het ontbreken van gezamen
lijk overleg, is meni in een situatie ge
komen, die in het kort gezegd, niet be
vredigde. Zoals gezegd, bracht deze si
tuatie schade voor de telers,- waarom
men probeerde, daarin verbetering te
brengen. Als het bedoelde verslag juist
is, is dhr Lodder c.s. voor een groot deel
daarin geslaagd, want per dag kan de
nieuwe inrichting 60 ton gladiolenboUen
afleveren, waarna zeja, wat denkt
U dat ze er dan mee doen?voor
verhandeling naar de veiling te Lisse
worden vervoerd.
Mijn verhaal zou hier kunnen eindi
gen om de lezers gelegenheid te geven,
hun intelligentie te beproeven op de
overeenkomst van het begin met het
slot, waar overigens niet veel intelligen
tie voor nodig is.
Want precies als de knutselaar maakt
ook de gladiolenteler zijn zaak niet af.
Juist het voornaamste deel, dat de af
zet van eên artikel nu eenmaal is, wordt
in handen gegeven van een instantie,
welke tientallen kilometers uit de buurt
ligt en hoewel vertrouwd genoeg, niet
temin onvoordelig en ongemakkelijk
inoet zijn. In ieder geval zou het veel
beter zijn en meer voor de hand lig
gend, wanneer men de verkoop van de
gladiolenteelt over de Flakkeese veiling
leidde. Gezien de betere kwaliteiten, die
men hier kan verbouwen, behoefde men
voor het ontbreken van de nodige koop
lieden niet bang te zijn.
En overigens, waarom kunnen onze
Flakkeese handelaren zich niet even
goed met de handel in dit soort produc
ten inlaten en zich daarin bekwamen?
Er gaan reeds al te veel producten (o.a.
grote partijen witlof) naar veilingen
aan de overkant, die de neus van de
Flakkeese handelareni voorbij gaan. On
tegensprekelijk is dit het paard achter
de wagen gespannen, omdat de handel
daar moet zijn, waar het product wordt
geteeld. Wie vooruit kijkt, kan zich in
de nabije toekomst een prachtige com
binatie voor de geest halen, welke
wordt gevormd door welvarende bollen
telers, een eigen bollenveiling met eigen
bewaarplaatsen en drooginrichtingen en
daarom heen een florerende bona fide
handel. Denkt U daarbij nog even in,
dat de'gladiolenteelt bijzonder arbeids
intensief is, waardoor een groot deel van
het arbeidsoverschot op ons eiland werk
kan vinden, dan openen zich hier toch
wel bijzondere aangename perspectie
ven. Juist daarom zou het verstandig
zijn en van een juist inzicht getuigen,
wanneer de betrokken telers met de
hulp van allen, die het goede willen, aan
hun streven de richting zouden geven,
die in dit epistel in grove trekken is ge
geven.
Mussolini was een rare kerel in vele
opzichten, maar zijn embleem „de pijlen
bundel" mogen we hier en overal gerust
van hem overnemen. Want zonder een
behoorlijke organisatie voor de teelt en
de afzet, zal de mooie en waarschijnlijk
lucratieve gladiolenteelt op Flakkee
slechts enkele jaren duren en desillus-
sies veroorzaken, desiUlusies, welke
reeds door verschillende telers aan mij
zijn medegedeeld en welke voorkomen
hadden kunnen worden door gebruik te
maken van de bestaande eigen veiling.
Moge dit artikel er toe bijdragen om
de ontwikkeling van de gladiolenteelt op
Flakkee in gezonde banen te leiden.
C. V. M.
Middelhamis, 7 October 1952.
De keuringsdiensten voor Vée en
Vlees in Midden en Oostflakkee delen
ons mede:
Nu de huisslachtingen weer een aan
vang zullen nemen, worden de volgende
voorschriften nogmaals onder de aan
dacht van de belanghebbenden gebracht:
ieder varken moet zowel levend als
geslacht worden; gekeurd.
Zij, die het voornemen hebben hun
varken te doen slachten, moeten hier
van aangifte doen ter Secretarie van de
plaats van him. woning.
Deze aangifte moet plaats vinden
uiterlijk op de Woensdag van de week
welke aan de week van slachten vooraf
gaat.
Wederom zijn voor de verschillende
gemeenten bepaalde slachtdagen vast
gesteld.
De slagers zijn met deze dagen! op de
hoogte, zodat U met hen overleg ktint
plegen.
Bij de keuring na het slachten moeten
de dieren worden aangetroffen, hangen
de op een ladder of aan een takel, op
een zodanige wijze, dat ze rondom toe
gankelijk zijn voor de met de keuring
belaste ambtenaar.
De wervelkolom moet worden doorge
hakt.
De organen (longen, hart, lever, milt
enI kransvet) mogen niet in een ton met
water worden geworpen, doch moeten
bij het slachtdier worden opgehangen.
Ook de darmen moeten tot het mo
ment van keuren aanwezig blijven.
Zij, die zich niet aan deze, bij de Wet
vastgestelde bepalingen, houden, lopen
gevaar, dat hun varken moet worden in
beslag genomen en hen het recht zal
worden ontzegd thuis te slachten.
Bij de keuring moet aanwezig zijn
het bewijs, idat ter Secretarie de keur-
gelden zijn voldaan.
Maakt ziekte of een ongeval een met
spoed slachten van een varken noodza
kelijk, dan dient men van te voren over
leg te plegen met de Keuringsdienst.
Als regel zullen deze slachtingen dan
üi een slagersslachtpla.ats moeten ge
schieden.
In gevallen, waarin de tijd voor bo
vengenoemd overleg ontbreekt, dient
het varken te worden geslacht in' de
noodslachtplaats van de betrokken Keu
ringskring.
In sommige gevallen bestaat ook hier
mogelijkheid van volledig goedkeuren,
zodat het slachtdier bij de eigenaar te
recht kan komen.
De teelt van in kassen gestookte drui
ven is in het afgelopen seizoen verlies
gevend geweest. Deze druiven haalden
bij verkoop de productiekosten niet. Ook
de teelt van druiven in de koude kassen
is, blijkens mededeling van de Ned.
fruittelers-organisatie, niet rendabel ge
weest. De teelt van „koude" druiven,
waarvan de afzet bijna voorbij is, le
verde tot dusverre ook verliezen op.
Men vraagt zich af, in hoeverre de
tegenwoordige productiekosten het, bij
de marktsituatie en de koopkracht van
de consument, nog mogelijk zouden
kunnen maken, om kasdruiven lonend te
telen.
Beste Jongens en meisjes!
Voordat ik aan de correspondentie be
gin, laat ik eerst het nieuwe raadsel
volgen. Het is het
2e OCTOBER-BAADSEL:
1.
X
2.
X
3.
X
4.
X
5.
X
6.
X X X X X X
7.
X
8.
X
9.
X
10.
X
11.
X
1. Letter. 2. Vader van Saul. 3. Plaats
in de woestijn Zin (Num. 27). 4. Man,
door Isboseth aan Michal gegeven (2
Sam. 3.) 5. Oom van koningin Esther.
6. Een gebod dat ons allen geldt. 7
en ten huwelijk uitgevende (Matth. 24.)
8. Eén der grote profeten. 9. Eerste ho
gepriester in Israel. 10. Uitspraak voor
de letter X. 11. Letter.
Op de kruisjeslijnen komt hetzelfde
woord te staan.
Dit raadsel werd ingezonden door
Teunie Meyer, Nieuwe Tonge.
COBKESPON0ENTIE
Jan N., Soiruuelsdijlk. Ja, de herfst-
verschijnselen zijn er weer. Ook je brief
ziet er erg herstachtig uit: vallende bla
deren, paddestoelen, fruit, enz. Leuk ge
tekend. Jan! En welk een mooie presta
tie op het solistenconcoiu's. Ik heb je
naam in de krant gelezen. Je hebt dus
op een harmonium gespeeld. Doe je het
op klavarscribo Dat stuk van Handel
is mooi. Handel is een bekende naam in
de muziekwereld.
Rlarietje B., St. Philipsland. Je had
het werk maar in moeten zenden. Ma
rie. Bij elke inzender is het niet steeds
volledig. Het is nogal een hele reis naar
tante. Bij Slaakhoeve ben je er nog
niet, hè? Regende het veel in de herfst-
vacantie
Teiunie M., Nieuwe Tonge. Dus jullie
hadden mijn vergissing (eigenlijk de
vergissing van de inzender) ook opge
merkt. Dat is knap, van jou en je tante.
Zoals je ziet is het raadsel al spoedig
geplaatst, hè? De voorraad is niet zo
groot, zie je.
Nellie G., Ouiddörp. Zingt Pauwtje de
versjes van de kleuterschool in huis?
Dat is leuk. Gaat Wimpje ook niet?
Met zijn beidjes zou het zeker aardig
zijn. Leuk hè, zoveel vriendinnen bij
school! Kibbelen jullie nooit?
Bram V., Somimetedijk. Ja, dat is
kranig van die Jan, hè? Dat is een
mooie opbrengst, Bram: 35 mud uit de
50 roeden! En waren er niet veel slech
te bij? Ze waren mooi voor die vele
regen uit, zeg!
Jaap H., Stellendam. Dat doet me ge
noegen, dat het boek over de Noorman
nen zo naar je zin is. Dat waren woes
te mannen, hè? Ongelukkig de mensen,
die in hun banden vielen. Hoe is het
met je keel afgelopen? Heeft het nog
lang geduurd?
Aria V., Middelhamis. Het spreekt
vanzelf, dat ik rekening houd bij het
nazien van de raadsels met het feit, dat
er soms onduidelijkheden in de opgaven
staan of onjuistheden. Je brief is weer
heel duidelijk geschreven, en dan met
potlood!
Leen v. d. V., Sonimelsdijb. Dat was
een meevaller, een halve dag naar
•school. Zo gaat het naar wens. Ik hoop
van harte op volledige genezing. Ja, als
je om de twee weken wil inzenden, dan
is het mij goed. Jouw brief wordt toch
zonder postzegel bezorgd, maar veel an
dere kinderen moeten een dubbeltje be
talen en dat is eens per maand genoeg.
Koos van H., Scherpenisse. Dat is een
volle brief geworden. Koos! Neen, een
opdracht om een brief van een zeker
aantal regels te schrijven is er niet. Er
is geen verplichting om wat te vertel
len, maar de meeste kinderen kunnen
niet nalaten om even een babbeltje te
maken. Bietentijd is sliktijd, hè Mag je
op die watertoren een kijkje nemen?
Dan zal je 't hele eiland wel kunnen
overzien op zo'n hoogte.
Koos van L., Nieuwe Tonge. Een
nieuweJing tussen de oudgedienden!
Hartelijk welkom. Koos! Je hebt flink
gewerkt en dat voor een kind in de
tweede klas. Houd zo maar vol. Wat ik
zeggen wil: ben jij een zusje van Piet
en van Betje. Die kinderen ken ik wel
van vroeger.
Lenie en Sjaak. Hartelijk gefelici
teerd met Marijke!
Kees A., Maassluis, 't Is heel niet erg,
Kees, dat er geen oplossingen waren van
de Augustusraadsels. Als je overal reist
en trekt, dan kan dat eenmaal niet. Toert
je net weg was uit V. heb ik er gelo
geerd. Ik ben nog langs de Lambrecht-
sestraat gestapt, maar ik heb niet aan
gebeld, want Ut wist dat je er niet meer
was. Een stille straat, hè? Leuk papier
heb je gebruikt. Aardig dat meester
meeging naar de vijfde klas.
Pietertje R., Ouddorp. 't Is in orde,
hoor! Als ik het even néreken, dan heb
je 't maar slecht getroffen in de herfst-
vacantie; wat het wéér betreft tenmin
ste. Maar je moest niet naar school, en
dat is voor jou al veel waard. Weet je
wat het i*, Pietertje Je gaat wel graag
school, maar Je bent nog veel liever vrij
en thuis.
Rien D., Herkingien. Mooi werk, hoor
Rien! En een uitvoerige, duideUjke brief.
De beloning zal niet lang meer op zich
laten wachten. Kijk maar goed uit. Als
je het Kinderhoekje na lezing uitknipt,
dan zal er geen oplossing meer ontbre
ken.
Nellie B., St. PhiiUpsJand. Wist je niet
goed w^t te schrijven Maar 't ging toch
Er is immers altijd wat te vertellen. Dat
je meester naar Middelhamis komt, heb
ik gelezen. Voor jullie is 't jammer,
hoor! Ben je nog naar Krabbendijke
mee geweest? Een dag in de maand
krijg je toch wel vrij?
Jan van W., Stellendam. Jij mag de
ze week de deur sluiten. Waarom moet
je zoveel huiswerk maken Is het al een
voorbereiding voor een andere school?
Nu weet je elke avond heus wel wat je
te doen staat. Sterkte en succes!
Allemaal de brieven behandelen gaat
niet deze week. Volgende keer hoop ik
ook de prijswinners te vermelden.
Gegroet van
OOM KO.
RecLtbank Rotterdam
RECHTELIJK VONNIS GENEGEERD
Voor de rechtbank te Rotterdam heeft
Dinsdag jl. terecht gestaan de 57-jari-
ge Hoofduitvoerder W. K., uit Ouddorp,
vanwege het feit, dat hij bij vonnis van
2 October 1948 van de rechtbank te Am
sterdam was ontzet uit het recht om
een leidende functie uit te oefenen in
het bouw-, grond- en aannemingsbedrijf,
voor de tijd van zeven jaar en toch in
het tijdvak Maart-^uni 1952 een lei
dende functie heeft uitgeoefend bij de
bouw van een radio-zendstation. Hij
oefende bij dit werk controle uit over de
werkzaamheden bij de bouw, gaf op
drachten aan arbeiders eni hield de ad
ministratie voor de uitbetaling van de
lonen.
K- gaf de tenlaste gelegde feiten toe.
De officier van Justitie eiste tegen K.
een boete van 200.subsidiair 3
maanden hechtenis. De raadsman van
K. was niet verschenen, doch de recht
bank vond deze absentie geen reden om
de behandeling van de zaak aan te
houden.
De president bepaalde de uitspraak op
21 October.
Hoeststillende en slijmlosmakende
dragees. In dozen van 52 en 95 et.
GEMOTORISEERDE iZWALWSVEN
TROKKEN NAAR HET WARME
ZUIDEN
Een metalen vogel heeft dezer dagen
enkele gevederde collega's het leven ge
red. Vijf doodgewone zwaluwen, hadden
de grote trek naar het warme Zuiden
in Zuid Duitsland gemist, zodat het te
laat in het seizoen was geworden, om
nog over de Alpen te komen, waar de
temperatuur reeds aanzienlijk is ge
daald.
De Duitse Bond van Vogelbescher-
mers had de diertjes, die anders van de
winter van de kou zouden sterven, ge
vangen en ze in een keurige doos ge
stopt, waarop geschreven stond: „Per
K.L.M, naar Rome, vervolgens laten
vliegen."
Een „Vliegende Hollander" bracht de
zwaluwen van Stutgart naar Frank
furt, vanwaar ze eveneens per K.L.M.
naar Rome doorvlogen, waar ze werden
losgelaten. Of ze op hun grote groep
collega's hebben gewacht, of dat zij met
z'n vijven vast zijn doorgegaan, naar
het Zuiden is niet bekend. De lucht
vaartmaatschappij hoopt slechts, dat
het gerucht van deze nieuwe „vogel-
trekmethode" zich niet onder de vele
millioenen zwaluwen verspreidt, aange
zien de luchtvloot hiervoor niet toerei
kend zou zijn.
DOOR
HERMAN NOORMAN
(3.)
Ze praten in en uit. 't' Is slechts een
kleine bijeeiikomst. Dus heeft dominee
Vervoorn de teugels niet al te strak. En
•neer dan deze benoeming is niet te be
handelen, waarom dan bijzonder ge-
iiaast?
Voorzitter.
Steendam.
Aan een hoek van de tafel zit boer
Arend Steendam van „Westhove". Hij is
een forse figuur, die blijk geeft te weten
wat hij wil. Dat zegt zijn hele houding.
Hij heeft nog niets gezegd, alleen ge
luisterd. Er valt nu een stilte, als de
voorzitter hem het woord geeft. Veel
neeft Steendam niet te zeggen.
De meester moet met de manwer-
fen, merkt hij op. Het is het eenvou
digst, dat die zegt, welke van de twee
er benoemd moet worden^ Dat kimnen
wij toch niet uitmaken.
We zouden ze allebei kunnen be
noemen, één. op reserve, zegt Jansonius
grappig. Dan bennen we in eens klaar.
Ernst, broeders, zó komen we er
Jïiet, waarschuwt de dominé, als er ge
lachen word om 't „voorstel" van de
winkelier. En wat de opmerking van
broeder Steendam betreft, ja, niet mijn
heer EUenboom benoemt, maar het be
stuur. Ik kan me levendig voorstellen,
dat ons hoofd geen bepaald advies wenst
te geven. Hij heeft van beiden zijn me
ning gezegd en nu gevalt het, dat het
oordeel over beiden even gunstig is.
Tenslotte moet "t bestuur uitmaken, wie
de uitverkorene zal zijn. Piccardt?
De secretaris heeft, behalve het voor
lezen van de rapporten en de brieven,
zijn mond nog niet opengedaan.
Ja, voorzitter. Ik ben misschien
wat bevooroordeeld, omdat ik La^terie
heb bezocht met mijnheer EUenboom.
Maar die heeft op mij een zeer gunstige
indruk gemaakt. Niet alleen wat zijn
onderwijs betreft, het rapport van ons
hoofd is daaromtrent duidelijk genoeg,
maar ook wat zijn persoon aangaat. Nu
ken ik die Aaldriks niet. Die kent u,
voorzitter, omdat u er geweest is. Maar
ik zou zeggen, gelet ook op de brief van
zijn hoofd, mijnheer Verveld, dat Las-
terie het meest in aanmerking komt. Is
het nu zo'n bezwaar, dat die, zoals Mod
derman heeft opgemerkt, ongehuwd is?
Er zijn toch plenty ongehuwde onderwij
zers? Ook moet niet vergeten worden,
dat Lasterie op het ogenblik bezig is
voor twee taalacten tegelijk te studeren.
Dat noem ik een prestatie. Neen, ik
weet het wel, die bezit hij nog niet, maar
mijnheer Verveld is er vrij zeker van,
dat hij ze, zo niet beide tegelijk, dan
toch na elkaar haalt. Dan hebben we
hier een leerkracht met hoofdacte en
'drie taalacten, een unicum voor een ulo-
school.
Het wil mij dan ook voorkomen,
dat Lasterie het meest in aanmerking
komt. Ik meen te spreken, in de geest
van u, mijnheer EUenboom?
Dominee Vervoom glimlacht fijntjes,
overigens schier onmerkbaar, onder dit
betoog. Neen, Piccardt is zeker niet on
bevooroordeeld: Maar hij neemt dat de
man niet zo heel kwalijk. Lasterie is on-
getrouv/d, naar hij vernomen heeft, nog
niet eens verloofd. En Piccardt heeft
twee dochters. Je kunt nooit weten, hoe
een stuivertje rolt, nietwaar? En als
daar dan nog bij komt, dat het rapport
van Lasterie uitmuntend is, zodat hij de
school er in geen enkel opzicht mee be
nadeelt, och, dan Ugt het eigenUjk zo'n
weinig voor de hand, dat Piccardt Las
terie de voorkeur geeft. Als een goed
huisvader houdt hij meteen zijn dochters
in het vizier...
Hij is het enige bestuurslid, dat die
bijgedachte zou kunnen koesteren, vrij
zeker koestert. Dominee Vervoorn is er
wel zeker van, dat Piccardt het liefst
een ongetrouwde onderwijzer ziet. Als
die vrijgezel van Lasterie nu eens zijn
oog liet vallen op Jeannette of Mary
Piccardt wel, dan waren er twee vlie
gen in één klap geslagen.
Inderdaad, Piccardt is het enige be
stuurslid, die zulke gedachten zou kun
nen hebben, ongetwijfeld ook hééft. Nu
ja, alleen Steendam is er nog, die een
huwbare dochter heeft, een knap meis
je bovendien, maar Steendam komt niet
in aanmerking om een bijgedachte te
hebben, als Piccardt. Want eer Steen
dam zijn enige dochter aan de zijde van
een, onderwijzer zou wensen te zien,
wel, eerder keerde de Rijn terug naar
zijn oorsprong!
Steendam heeft zijn goede eigenschap
pen, natuurlijk, héél goede ook, maar
tja, eigenlijk bestaat er voor hem slechts
één soort mensen, dat voor „vol" kan
worden aangezien. En dat zijn z'n me-
deboeren.
Dominee Vervoom zou wel eens wil
len weten, hoe boer Steendam denkt
over dominees en onderwijzers. Je komt
het nooit te weten, want Steendam zegt
niet meer dan hij kwijt wil zijn.
Maar dit staat in elk geval wel vast:
Steendam zal zijn stem niet geven aan
Lasterie omdat die ongehuwd is en hij,
de boer, een volwassen dochter heeft,
denkt Aé,t in geen geval.
Daarvan verdenkt hij wél Piccardt.
Vermoedelijk heeft mevrouw Piccardt al
een duit in het zakje gedaan; en haar
man min of meer geïnstrueerd. Nou ja,
vrouwen hebben meer invloed op de gang
van zaken dan menigeen wel weet.
De voorzitter lacht fijntjes en merkt
op: „De argtunenten van onze secreta
ris hebben natuurlijk waarde, zoals al
tijd. Inderdaad valt voor Lasterie veel
te zeggen. Maar van mijn kant zou ik
kunnen opmerken, dat Aalderiks ook een
gunstige indruk heeft gemaakt, zowel
op mijnheer EUenboom, als op mij. Me
dunkt, het gaat wat ver, Piccardt, als
U opmerkt te hebben gesproken in de
geest van mijnheer EUenboom".
„Dat wilde ik even in het midden
brengen, mijnheer de voorzitter. Ik heb
niets tegen Lasterie, integendeel. Wat
mij betreft, wordt hij door het bestuur
benoemd. Maar datzelfde geldt voor
Aalderiks. Ik heb niet in het minst voor
keur voor één van beiden. Dat is juist
de moeilijkheid. Het is meermalen voor
gekomen, dat mijn advies werd gevraagd
en dat ik meende, een advies te moeten
geven. Maar nu zou ik het niet weten".
Dus laat mijnheer EUenboom zich ho
ren.
„Broeders, we hebben nu deze zaak
ampel besproken, zou ik zeggen. Er
valt niets nieuws meer in het midden
te brengen. Als we twee onderwijzers
nodig hadden, waren we al lang klaar
geweest. Maar dat is thans niet het ge
val. Wanneer, wat we aJlen hopen, het
onderwijs goed loopt, moet er volgend
jaar, zo de Heere wil, een aanvulling
plaats vinden. Maar thans is het te doen
om één onderwijzer. We hebben een
tweetal, dat perfect kan worden ge
noemd. Dat bespreken is niet verder
meer nodig. Me dunkt het is het ver
standigst, als we tot sternming over
gaan. Heeft iemand daartegen be
zwaar?"
Dat blijkt niet het geval te zijn. On
der enige spanning toch wordt gestemd.
Piccardt schrijft met zekerheid: Laste
rie. Steendam weet niet, wat te doen.
Beide sollicitanten staan bij hem gelijk.
Misschien is dat met allen wel het ge
val, uitgezonderd dan de secretaris, die
duidelijk blijk heeft gegeven, voorkeur
te schenken aan Lasterie.
Als de secretaris de stembriefjes ver
zamelt, schrijft de boer: Lasterie.
De uitslag isvier stemmen voor Las
terie en drie voor Aaldriks.
„Dus constateer ik, dat Lasterie
door het bestuur is benoemd. De secre
taris wil hem wel kennis geven van zijn
benoeming en de verdere zaken rege
len?"
„Het komt in orde, voorzitter".
Vergist de dominee zich: klinkt er
zoiets als triomf in de stem van Pic
cardt? Of is dit pure verbeelding'
„Dan is er voor deze bestuursver
gadering niets meer aan de orde en mag
ik wel sluiten. Wil Modderman voor
gaan in dankgebed'"
De heren scheiden.
Als Piccardt thuis komt, vraagt zijn
vrouw direct: „Wie is het geworden?"
„Lasterie. Met de hakken over de
sloot: vier tegeni drie. Ik ben er big om.
Hij is een aardige vent en een best on
derwijzer. Maar dat schijnt die Aaldriks
ook te zijn".
(Wordt vervolgd.)