IIArtDEII-IIIEUWS Een predikant te Nieuwe Tonge in ae 18e eeuw. INGEZONDEN Recktszak szaKen kinóeRhoekje wGebroken trots" 2e Blad Zaterdag 11 October 1952 No. 2155 Blij! niet doorlopen met die Bheumatische Pijnen. Afzei van Gladiolen Mededelingen over huis- slachting Druiventeelt levert verlies op. !Eitisertje)S (Münhardi) VERVOLGVERHAAL Voorthuizer Patmios Toen in 1777 de gemeente Nieuwe Tonge vacant werd door het vertrek van ds L. Schemkes naar Woudrichem, besloot men een beroep uit te brengen op ds. J. A. Rietmeyer, predikant te Voorthuizen. Hoe men er toe kwam om liem te beroepen weten wij niet. Blijk- liaar had ook ds Rietmeyer dit beroep jiet verwacht; hij stond al geruime tijd in Voorthuizen. Hij nam de roeping aan en preekte af scheid in zijn eerste gemeente. In de afscheidsrede zei ds Rietmeyer o.a.: ,Mijn zeer geliefde gemeente! Gij weet, (jat ik nu dertien jaren lang niet opge- lioudeni heb ulieden nacht en dag met tranen te vermanen, dat ik niet achter gehouden heb, dat ik niet zou verkondi gen al de raad. Gods, hier op dit Voort- huizer Patmos. En nu, gebonden zijnde door de Geest moet ik van hier verrei zen naar een ander Jeruzalem, daar de eilanden op mijne leer wachten." Ds Rietmeyer beschouwde zich dus min of meer als een van Godswege ver bannen apostel! Vandaar dat hij niet aarzelde de roepstem naar „de eilanden" aan te nemen, al voegde hij er dadelijk aan toe, dat de verandering van stand plaats hem geen financiële voordelen bracht. „Ik ga niet van u zo vervolgde de predikant zijn afscheidsrede om we relds gewin, och neen! Gods kudde te weiden enkel om vuil gewin, is hetgeen daar mijn ziel een walg van heeft. Dan had ik naar Oude Tonge moeten gaan, waar het voor een leraar naar het uit wendige veel aanzienlijker is dan in de Nieuwe Tonge." Aan het eind van preek en toespra ken gekomen, richtte ds Rietmeyer zich in dichtregelen tot de gemeente: Vaart wel! Vaart eeuwig wel! Voorthuizens lieve volk Denk toch aan mijne dienst, mijn bidden, preken. 't Was wel oprecht doch met veel gebreken. God zij uw eeuwig deel! Dus wenst uw Bijbeltolk. Bedankt voor Stapborst Kennelijk was de gemeente van Nieu we Tonge met haar leraar ingenomen. Als hij in December 1778 al een beroep krijgt naar Staphorst, waarvoor hij be dankt, meldt men uit de gemeente: „On ze zeer geliefde Leeraar D(s) J. A. Rietmeyer, was eenparig naar Stap horst beroepen; doch heeft, op ons aan dringend verzoek, daar voor bedankt, en tot onze groote blydschap, vaii dit zyn besluit ons kenns gegeven den 2 dezer in een Voorrede over Job XXH 28 Als gy eene sake besluyt, soo sal hy u be stendig syn." Daarna heeft ds Rietmeyer nog enke le beroepen gekregen, die hij eveneens afsloeg. Inmiddels ging zijn gezondheids toestand er niet op vooruit; dit bracht hem er toe om in 1786 zijn emeritaat aan te vragen, na negenjarige dienst in zijn tweede gemeente. Hieruit kimnen wij afleiden, dat ds Rietmeyer niet onbemiddeld was, of al thans familie had (hij was ongetrouwd), die tot de welgestelde klasse behoorde. Er bestonden vroeger nog geen regelin gen terzake van emeritaatsgelden. Dat is de oorzaak van het geringe getal eme riti in vroeger tijden. Men bleef predi kant tot zijn dood, eventueel met een hulpprediker (adjunct-predikant ge noemd) naast zich. Behalve wanneer men men geldelijk in staat was om in eigen onderhoud te voorzien. Dit laatste was het geval met ds Rietmeyer. Zijn opvolger, ds M. J. van Nimwegen van Standaardbuiten, deed dan ook direct intrede. Korte rost Lang zou de rust van ds Rietmeyer niet duren. Zijn lichaam was te zeer verzwakt. Hij bleef te Nieuwe Tonge wonen. In het eind van het jaar bericht te men uit de gemeente, dat haar eme ritus predikant „de tydelyke rust van zynen dienst slechts weinige dagen ge- nooten hebbende, dezelve met de eeuwi ge rust van 's Heeren getrouwe Knech- teoi verwisseld" 'had. Het zou echter bij deze korte mede deling niet blijven. Een uitvoeriger le vensbericht verscheen in de kerkelijke pers. Wij willen het hier laten volgen. „Heden behaagde den vrijmachitigen Op- perheer van leven en dood onzen waar- digen Emer. Predikant, den WelBerw. zeergeleerden Heer Johannes Arnoldus Rietmeyer, op den 6 Dec. 1786, in den ouderdom van byna 56 jaren (na eenen geiniimen tyd met ziekte, zwakheid en hevige pynen geworsteld te hebben) door eenen zachten dood uit deze wisselval lige en rampvolle waereld te doen over gaan in het «euwig zalig leven. Zyn WelEerw. van jongs op tot de letteroefeningen opgeleid, heeft te Ley- den en te Utrecht in de H. Godgeleerd heid gestudeert. Z3me Academische Studiën voltrokken hebbende, werd zyn Eerw. met de noo- dige gaven en merkelyken voorraad van kiindigheden toegerust, eenige tijd daar na in 'a Heeren dienst uitgestooten, en heef in twee onderscheidene Gemeen- tens (hoewel in andere beroepen voor welke hy beleefd bedankt heeft) niet zonder merkelyken zegen, het werk van zynen Heer en Meester volyverig en ge trouw waargenomen, eerst te Voorthui zen en daar na by ons in de Nieuwe Tonge." Godvruchtige wandel „De overledene aldus gaat het be richt voort leefde niet alleen met woorden maar ook met zynen Godvruch- tigen wandel eni toonde, zo op den Pre dikstoel als in zyne byzondere verkee ring, dat hy de kracht dier waarheid welke hy anderen ernstig verkondigde, zelfs by bevinding kende. Toen zyn Eerw. reeds in de angsten van den dood was, zag men de kennelyke blyken van onvemischte Gtodsvrucht en tedere aan kleving aan zyn dierbaaren Verlosser; het geloofsoog op Hem vestigende, trad hy kloekmoedig de doodsvallei in. Even voor zyn verscheiden hoorde men deze troostvolle taal uit den stervenden mond: Ik vaar op tot, mynen Vader en tot mynen God; zo gmg zyn Eerw. ge sterkt en blymoedig naar het hms zyns Vaders, want er volgde ras een zacht en vreedzaam sterven zalig sterven! Zy ne geloovige ziel werd nu ontdaan van alles, wat hem in deezen Tabernakel deed zuchten; en liefelyk ingevoerd in die zaalige heerlykheid, welke zo menig maal het begunstigd voorwerp van zyne hoop en verlangen was geweest. Het ontzielde lyk is te Amsteldam rouwstatig ter aarde besteld. Zyn Eerw. was ongehuwd en laat na een Broeder en Zuster, bitterlyk bedroefd over het verlies van zulken waardigen Broeder. Onze nieuwe Leeraar, de WelEerw. Zeergeleerde Heer M. J. van Nimwegen, heeft deze Gemeinte ernstig opgewekt en aangespoord om haaren gewezen voorganger in liefde te blijven gedenken, in zyn geloovig leven na te volgen, let tende op de gelukkige uitkomst zyner wandelinge, in eeüe Lykrede over Hebr. XIII 7." Roei ze uit met wortel en tak. Neem Kruschen Salts. De zes minerale zouten, die Kruschen bevat, wekken lever, nieren en inge wanden weer tot nieuwe energie. Het bloed wordt weer gezuiverd è'n zuiver gehouden en zo is er dan geen oorzaak meer voor stramheid, scheuten, steken en pijn Koop vandaag Kruschen bij Uw apothe ker of drogist en begin morgenochtend die heilzame kuur. KERKNIEUIWS MET EMIKIXAAT Ds W. A. Dekker, Ned, Herv. predi kant te Losdorp, is voornemens met emiritaat te gaan. Ds Dekker die in 1888 geboren werd, aanvaardde in 1916 h«t predikambt te Mellssant na eerst vier jaar hulpprediker te Hollandsche- veld geweest te zijn. Hij diende de ge meenten van Nieuw-BeijerlEind, Krab- bendflke, Hollandscheveld en Schame- goutum om zich in 1947 aan zijn te genwoordige gemeente te verbinden. Ds J. v. d. Sluis, Geref. predikant te Wijhe, heeft tegen 1 Dec. a.s. eervol emeritaat aangevraagd. Ds v. d. Sluis, die 60 jaar is, was tevoren werkzaam bij het onderwijs, o.m. als hoofd te Am sterdam. Hij aanvaardde in 1924 het predikambt te Oldekerk, vanwaar hij in 1946 naar zijn tegenwoordige gemeente vertrok. Ik heb eens een man gekend, die al knutselend door het leven ging. Het normale werk diende uitsluitend tot vorming van een bepaald bedrag, waar^ van hij kon leven, maar de knutselarij bezat het alleenrecht over zijn geest. We mogen die man daar niet lastig om vallen, er zijn er meer zo. Maar hij had er een fout bij, n.l. hetgeen hij begon, maakte hij nimmer af. Was hij aan een object bezig, dan schoot hem voordat hij dit had afgemaakt, weer iets an ders te binnen, waaraan hij op stel en sprong dan weer begon. Na verloop -van jaren stonden dan ook talloze onaf ge werkte spullen op zijn vliering en hg ging steeds maar door, ze te vermeer deren. Aan idie goede man meest ik denken, toen ik jl. Vrijdag het verslag las van de succesvolle proeven met het bewaren van gladiolenboUen te Oud- dorp. Naar hetgeen uit dit verslag blijkt, zijn daar enkele staaltjes van vernuft en logisch denken weergegeven, die bewondering verdienen. Men heeft het wel eens laatdunkend gehad over achterlijk Flakkee, terwijl toch telkens weer blijkt, dat het met deze achterlijk heid heus wel meevalt. In Nieuwe Ton ge werd dezer dagen een enorm koel huis geopend; in Achthuizen eveneens, inrichtingen, waarin grote bedragen zijn geïnvesteerd en waaruit blijkt, dat er heus wel ondememerslust wordt gevon den om bepaalde zaken grootscheeps aan te pakken, mits er een behoorlijke eco nomische basis aan ten grondslag ligt. Men is óp Flakkee één der nog zeer zeldzame luchtsproeibedrijven rijk, een Flakkees museum is bezig zich te ont wikkelen, de landbouw staat op hoog peil en van mechanisatiemogelijkheden wordt minstens zoveel gebruik gemaakt als in vergelijkbare streken. Ik zou de ze lijst gemakkelijk kunnen uitbreiden, doch het vormt voor hetgeen volgt niet de hoofdschotel. Daarom ter zake. Het is met de gla- diolenteelt op Flakkee zo gesteld. Wegens het moe worden van de bo dem, om het zo uit te drukken, is reeds jaren lang door de kwekers van bloem bollen in de bollenstreek uitgezien naar land, waarop nog geen bollen zijn ge teeld. Dit geldt ook voor het telen van diverse koolsoorten in Noordholland, waar ook een moeheid van de grond wordt geconstateerd. Dit land is voor lopig, wat betreft de gladiolenteelt, op Flakkee gevonden. Sinds ettkele jaren worden op Flal&ee beduidende opper vlakten gladiolen geteeld, meestal op contract, maar vaak ook voor eigen ri sico. Men begrijpt, dat er reeds vele stroppen zijn gehaald, stroppen, welke moeilijk te vermijden waren. Men was nu eenmaal niet op de hoogte van marktwaarde en afzet en miste alle er varing bij de teelt. Men sprong er om zo te zeggen maar in, aangelokt door de hoge prijzen. Bewaarmogelijkheid was er niet en vaak zijn partijen voor bedui dend minder dan de marktwaarde ver kocht, omdat men er geen weg mee wist. Natumrlijk was het beter geweest om tevoren bewaar- en drooginrichting te vestigen, omdat men als regel eerst een hok bouwt voor men een varken koopt. Maar door de min of meer onge breidelde en ongecontroleerde teelt, zo mede door het ontbreken van gezamen lijk overleg, is meni in een situatie ge komen, die in het kort gezegd, niet be vredigde. Zoals gezegd, bracht deze si tuatie schade voor de telers,- waarom men probeerde, daarin verbetering te brengen. Als het bedoelde verslag juist is, is dhr Lodder c.s. voor een groot deel daarin geslaagd, want per dag kan de nieuwe inrichting 60 ton gladiolenboUen afleveren, waarna zeja, wat denkt U dat ze er dan mee doen?voor verhandeling naar de veiling te Lisse worden vervoerd. Mijn verhaal zou hier kunnen eindi gen om de lezers gelegenheid te geven, hun intelligentie te beproeven op de overeenkomst van het begin met het slot, waar overigens niet veel intelligen tie voor nodig is. Want precies als de knutselaar maakt ook de gladiolenteler zijn zaak niet af. Juist het voornaamste deel, dat de af zet van eên artikel nu eenmaal is, wordt in handen gegeven van een instantie, welke tientallen kilometers uit de buurt ligt en hoewel vertrouwd genoeg, niet temin onvoordelig en ongemakkelijk inoet zijn. In ieder geval zou het veel beter zijn en meer voor de hand lig gend, wanneer men de verkoop van de gladiolenteelt over de Flakkeese veiling leidde. Gezien de betere kwaliteiten, die men hier kan verbouwen, behoefde men voor het ontbreken van de nodige koop lieden niet bang te zijn. En overigens, waarom kunnen onze Flakkeese handelaren zich niet even goed met de handel in dit soort produc ten inlaten en zich daarin bekwamen? Er gaan reeds al te veel producten (o.a. grote partijen witlof) naar veilingen aan de overkant, die de neus van de Flakkeese handelareni voorbij gaan. On tegensprekelijk is dit het paard achter de wagen gespannen, omdat de handel daar moet zijn, waar het product wordt geteeld. Wie vooruit kijkt, kan zich in de nabije toekomst een prachtige com binatie voor de geest halen, welke wordt gevormd door welvarende bollen telers, een eigen bollenveiling met eigen bewaarplaatsen en drooginrichtingen en daarom heen een florerende bona fide handel. Denkt U daarbij nog even in, dat de'gladiolenteelt bijzonder arbeids intensief is, waardoor een groot deel van het arbeidsoverschot op ons eiland werk kan vinden, dan openen zich hier toch wel bijzondere aangename perspectie ven. Juist daarom zou het verstandig zijn en van een juist inzicht getuigen, wanneer de betrokken telers met de hulp van allen, die het goede willen, aan hun streven de richting zouden geven, die in dit epistel in grove trekken is ge geven. Mussolini was een rare kerel in vele opzichten, maar zijn embleem „de pijlen bundel" mogen we hier en overal gerust van hem overnemen. Want zonder een behoorlijke organisatie voor de teelt en de afzet, zal de mooie en waarschijnlijk lucratieve gladiolenteelt op Flakkee slechts enkele jaren duren en desillus- sies veroorzaken, desiUlusies, welke reeds door verschillende telers aan mij zijn medegedeeld en welke voorkomen hadden kunnen worden door gebruik te maken van de bestaande eigen veiling. Moge dit artikel er toe bijdragen om de ontwikkeling van de gladiolenteelt op Flakkee in gezonde banen te leiden. C. V. M. Middelhamis, 7 October 1952. De keuringsdiensten voor Vée en Vlees in Midden en Oostflakkee delen ons mede: Nu de huisslachtingen weer een aan vang zullen nemen, worden de volgende voorschriften nogmaals onder de aan dacht van de belanghebbenden gebracht: ieder varken moet zowel levend als geslacht worden; gekeurd. Zij, die het voornemen hebben hun varken te doen slachten, moeten hier van aangifte doen ter Secretarie van de plaats van him. woning. Deze aangifte moet plaats vinden uiterlijk op de Woensdag van de week welke aan de week van slachten vooraf gaat. Wederom zijn voor de verschillende gemeenten bepaalde slachtdagen vast gesteld. De slagers zijn met deze dagen! op de hoogte, zodat U met hen overleg ktint plegen. Bij de keuring na het slachten moeten de dieren worden aangetroffen, hangen de op een ladder of aan een takel, op een zodanige wijze, dat ze rondom toe gankelijk zijn voor de met de keuring belaste ambtenaar. De wervelkolom moet worden doorge hakt. De organen (longen, hart, lever, milt enI kransvet) mogen niet in een ton met water worden geworpen, doch moeten bij het slachtdier worden opgehangen. Ook de darmen moeten tot het mo ment van keuren aanwezig blijven. Zij, die zich niet aan deze, bij de Wet vastgestelde bepalingen, houden, lopen gevaar, dat hun varken moet worden in beslag genomen en hen het recht zal worden ontzegd thuis te slachten. Bij de keuring moet aanwezig zijn het bewijs, idat ter Secretarie de keur- gelden zijn voldaan. Maakt ziekte of een ongeval een met spoed slachten van een varken noodza kelijk, dan dient men van te voren over leg te plegen met de Keuringsdienst. Als regel zullen deze slachtingen dan üi een slagersslachtpla.ats moeten ge schieden. In gevallen, waarin de tijd voor bo vengenoemd overleg ontbreekt, dient het varken te worden geslacht in' de noodslachtplaats van de betrokken Keu ringskring. In sommige gevallen bestaat ook hier mogelijkheid van volledig goedkeuren, zodat het slachtdier bij de eigenaar te recht kan komen. De teelt van in kassen gestookte drui ven is in het afgelopen seizoen verlies gevend geweest. Deze druiven haalden bij verkoop de productiekosten niet. Ook de teelt van druiven in de koude kassen is, blijkens mededeling van de Ned. fruittelers-organisatie, niet rendabel ge weest. De teelt van „koude" druiven, waarvan de afzet bijna voorbij is, le verde tot dusverre ook verliezen op. Men vraagt zich af, in hoeverre de tegenwoordige productiekosten het, bij de marktsituatie en de koopkracht van de consument, nog mogelijk zouden kunnen maken, om kasdruiven lonend te telen. Beste Jongens en meisjes! Voordat ik aan de correspondentie be gin, laat ik eerst het nieuwe raadsel volgen. Het is het 2e OCTOBER-BAADSEL: 1. X 2. X 3. X 4. X 5. X 6. X X X X X X 7. X 8. X 9. X 10. X 11. X 1. Letter. 2. Vader van Saul. 3. Plaats in de woestijn Zin (Num. 27). 4. Man, door Isboseth aan Michal gegeven (2 Sam. 3.) 5. Oom van koningin Esther. 6. Een gebod dat ons allen geldt. 7 en ten huwelijk uitgevende (Matth. 24.) 8. Eén der grote profeten. 9. Eerste ho gepriester in Israel. 10. Uitspraak voor de letter X. 11. Letter. Op de kruisjeslijnen komt hetzelfde woord te staan. Dit raadsel werd ingezonden door Teunie Meyer, Nieuwe Tonge. COBKESPON0ENTIE Jan N., Soiruuelsdijlk. Ja, de herfst- verschijnselen zijn er weer. Ook je brief ziet er erg herstachtig uit: vallende bla deren, paddestoelen, fruit, enz. Leuk ge tekend. Jan! En welk een mooie presta tie op het solistenconcoiu's. Ik heb je naam in de krant gelezen. Je hebt dus op een harmonium gespeeld. Doe je het op klavarscribo Dat stuk van Handel is mooi. Handel is een bekende naam in de muziekwereld. Rlarietje B., St. Philipsland. Je had het werk maar in moeten zenden. Ma rie. Bij elke inzender is het niet steeds volledig. Het is nogal een hele reis naar tante. Bij Slaakhoeve ben je er nog niet, hè? Regende het veel in de herfst- vacantie Teiunie M., Nieuwe Tonge. Dus jullie hadden mijn vergissing (eigenlijk de vergissing van de inzender) ook opge merkt. Dat is knap, van jou en je tante. Zoals je ziet is het raadsel al spoedig geplaatst, hè? De voorraad is niet zo groot, zie je. Nellie G., Ouiddörp. Zingt Pauwtje de versjes van de kleuterschool in huis? Dat is leuk. Gaat Wimpje ook niet? Met zijn beidjes zou het zeker aardig zijn. Leuk hè, zoveel vriendinnen bij school! Kibbelen jullie nooit? Bram V., Somimetedijk. Ja, dat is kranig van die Jan, hè? Dat is een mooie opbrengst, Bram: 35 mud uit de 50 roeden! En waren er niet veel slech te bij? Ze waren mooi voor die vele regen uit, zeg! Jaap H., Stellendam. Dat doet me ge noegen, dat het boek over de Noorman nen zo naar je zin is. Dat waren woes te mannen, hè? Ongelukkig de mensen, die in hun banden vielen. Hoe is het met je keel afgelopen? Heeft het nog lang geduurd? Aria V., Middelhamis. Het spreekt vanzelf, dat ik rekening houd bij het nazien van de raadsels met het feit, dat er soms onduidelijkheden in de opgaven staan of onjuistheden. Je brief is weer heel duidelijk geschreven, en dan met potlood! Leen v. d. V., Sonimelsdijb. Dat was een meevaller, een halve dag naar •school. Zo gaat het naar wens. Ik hoop van harte op volledige genezing. Ja, als je om de twee weken wil inzenden, dan is het mij goed. Jouw brief wordt toch zonder postzegel bezorgd, maar veel an dere kinderen moeten een dubbeltje be talen en dat is eens per maand genoeg. Koos van H., Scherpenisse. Dat is een volle brief geworden. Koos! Neen, een opdracht om een brief van een zeker aantal regels te schrijven is er niet. Er is geen verplichting om wat te vertel len, maar de meeste kinderen kunnen niet nalaten om even een babbeltje te maken. Bietentijd is sliktijd, hè Mag je op die watertoren een kijkje nemen? Dan zal je 't hele eiland wel kunnen overzien op zo'n hoogte. Koos van L., Nieuwe Tonge. Een nieuweJing tussen de oudgedienden! Hartelijk welkom. Koos! Je hebt flink gewerkt en dat voor een kind in de tweede klas. Houd zo maar vol. Wat ik zeggen wil: ben jij een zusje van Piet en van Betje. Die kinderen ken ik wel van vroeger. Lenie en Sjaak. Hartelijk gefelici teerd met Marijke! Kees A., Maassluis, 't Is heel niet erg, Kees, dat er geen oplossingen waren van de Augustusraadsels. Als je overal reist en trekt, dan kan dat eenmaal niet. Toert je net weg was uit V. heb ik er gelo geerd. Ik ben nog langs de Lambrecht- sestraat gestapt, maar ik heb niet aan gebeld, want Ut wist dat je er niet meer was. Een stille straat, hè? Leuk papier heb je gebruikt. Aardig dat meester meeging naar de vijfde klas. Pietertje R., Ouddorp. 't Is in orde, hoor! Als ik het even néreken, dan heb je 't maar slecht getroffen in de herfst- vacantie; wat het wéér betreft tenmin ste. Maar je moest niet naar school, en dat is voor jou al veel waard. Weet je wat het i*, Pietertje Je gaat wel graag school, maar Je bent nog veel liever vrij en thuis. Rien D., Herkingien. Mooi werk, hoor Rien! En een uitvoerige, duideUjke brief. De beloning zal niet lang meer op zich laten wachten. Kijk maar goed uit. Als je het Kinderhoekje na lezing uitknipt, dan zal er geen oplossing meer ontbre ken. Nellie B., St. PhiiUpsJand. Wist je niet goed w^t te schrijven Maar 't ging toch Er is immers altijd wat te vertellen. Dat je meester naar Middelhamis komt, heb ik gelezen. Voor jullie is 't jammer, hoor! Ben je nog naar Krabbendijke mee geweest? Een dag in de maand krijg je toch wel vrij? Jan van W., Stellendam. Jij mag de ze week de deur sluiten. Waarom moet je zoveel huiswerk maken Is het al een voorbereiding voor een andere school? Nu weet je elke avond heus wel wat je te doen staat. Sterkte en succes! Allemaal de brieven behandelen gaat niet deze week. Volgende keer hoop ik ook de prijswinners te vermelden. Gegroet van OOM KO. RecLtbank Rotterdam RECHTELIJK VONNIS GENEGEERD Voor de rechtbank te Rotterdam heeft Dinsdag jl. terecht gestaan de 57-jari- ge Hoofduitvoerder W. K., uit Ouddorp, vanwege het feit, dat hij bij vonnis van 2 October 1948 van de rechtbank te Am sterdam was ontzet uit het recht om een leidende functie uit te oefenen in het bouw-, grond- en aannemingsbedrijf, voor de tijd van zeven jaar en toch in het tijdvak Maart-^uni 1952 een lei dende functie heeft uitgeoefend bij de bouw van een radio-zendstation. Hij oefende bij dit werk controle uit over de werkzaamheden bij de bouw, gaf op drachten aan arbeiders eni hield de ad ministratie voor de uitbetaling van de lonen. K- gaf de tenlaste gelegde feiten toe. De officier van Justitie eiste tegen K. een boete van 200.subsidiair 3 maanden hechtenis. De raadsman van K. was niet verschenen, doch de recht bank vond deze absentie geen reden om de behandeling van de zaak aan te houden. De president bepaalde de uitspraak op 21 October. Hoeststillende en slijmlosmakende dragees. In dozen van 52 en 95 et. GEMOTORISEERDE iZWALWSVEN TROKKEN NAAR HET WARME ZUIDEN Een metalen vogel heeft dezer dagen enkele gevederde collega's het leven ge red. Vijf doodgewone zwaluwen, hadden de grote trek naar het warme Zuiden in Zuid Duitsland gemist, zodat het te laat in het seizoen was geworden, om nog over de Alpen te komen, waar de temperatuur reeds aanzienlijk is ge daald. De Duitse Bond van Vogelbescher- mers had de diertjes, die anders van de winter van de kou zouden sterven, ge vangen en ze in een keurige doos ge stopt, waarop geschreven stond: „Per K.L.M, naar Rome, vervolgens laten vliegen." Een „Vliegende Hollander" bracht de zwaluwen van Stutgart naar Frank furt, vanwaar ze eveneens per K.L.M. naar Rome doorvlogen, waar ze werden losgelaten. Of ze op hun grote groep collega's hebben gewacht, of dat zij met z'n vijven vast zijn doorgegaan, naar het Zuiden is niet bekend. De lucht vaartmaatschappij hoopt slechts, dat het gerucht van deze nieuwe „vogel- trekmethode" zich niet onder de vele millioenen zwaluwen verspreidt, aange zien de luchtvloot hiervoor niet toerei kend zou zijn. DOOR HERMAN NOORMAN (3.) Ze praten in en uit. 't' Is slechts een kleine bijeeiikomst. Dus heeft dominee Vervoorn de teugels niet al te strak. En •neer dan deze benoeming is niet te be handelen, waarom dan bijzonder ge- iiaast? Voorzitter. Steendam. Aan een hoek van de tafel zit boer Arend Steendam van „Westhove". Hij is een forse figuur, die blijk geeft te weten wat hij wil. Dat zegt zijn hele houding. Hij heeft nog niets gezegd, alleen ge luisterd. Er valt nu een stilte, als de voorzitter hem het woord geeft. Veel neeft Steendam niet te zeggen. De meester moet met de manwer- fen, merkt hij op. Het is het eenvou digst, dat die zegt, welke van de twee er benoemd moet worden^ Dat kimnen wij toch niet uitmaken. We zouden ze allebei kunnen be noemen, één. op reserve, zegt Jansonius grappig. Dan bennen we in eens klaar. Ernst, broeders, zó komen we er Jïiet, waarschuwt de dominé, als er ge lachen word om 't „voorstel" van de winkelier. En wat de opmerking van broeder Steendam betreft, ja, niet mijn heer EUenboom benoemt, maar het be stuur. Ik kan me levendig voorstellen, dat ons hoofd geen bepaald advies wenst te geven. Hij heeft van beiden zijn me ning gezegd en nu gevalt het, dat het oordeel over beiden even gunstig is. Tenslotte moet "t bestuur uitmaken, wie de uitverkorene zal zijn. Piccardt? De secretaris heeft, behalve het voor lezen van de rapporten en de brieven, zijn mond nog niet opengedaan. Ja, voorzitter. Ik ben misschien wat bevooroordeeld, omdat ik La^terie heb bezocht met mijnheer EUenboom. Maar die heeft op mij een zeer gunstige indruk gemaakt. Niet alleen wat zijn onderwijs betreft, het rapport van ons hoofd is daaromtrent duidelijk genoeg, maar ook wat zijn persoon aangaat. Nu ken ik die Aaldriks niet. Die kent u, voorzitter, omdat u er geweest is. Maar ik zou zeggen, gelet ook op de brief van zijn hoofd, mijnheer Verveld, dat Las- terie het meest in aanmerking komt. Is het nu zo'n bezwaar, dat die, zoals Mod derman heeft opgemerkt, ongehuwd is? Er zijn toch plenty ongehuwde onderwij zers? Ook moet niet vergeten worden, dat Lasterie op het ogenblik bezig is voor twee taalacten tegelijk te studeren. Dat noem ik een prestatie. Neen, ik weet het wel, die bezit hij nog niet, maar mijnheer Verveld is er vrij zeker van, dat hij ze, zo niet beide tegelijk, dan toch na elkaar haalt. Dan hebben we hier een leerkracht met hoofdacte en 'drie taalacten, een unicum voor een ulo- school. Het wil mij dan ook voorkomen, dat Lasterie het meest in aanmerking komt. Ik meen te spreken, in de geest van u, mijnheer EUenboom? Dominee Vervoom glimlacht fijntjes, overigens schier onmerkbaar, onder dit betoog. Neen, Piccardt is zeker niet on bevooroordeeld: Maar hij neemt dat de man niet zo heel kwalijk. Lasterie is on- getrouv/d, naar hij vernomen heeft, nog niet eens verloofd. En Piccardt heeft twee dochters. Je kunt nooit weten, hoe een stuivertje rolt, nietwaar? En als daar dan nog bij komt, dat het rapport van Lasterie uitmuntend is, zodat hij de school er in geen enkel opzicht mee be nadeelt, och, dan Ugt het eigenUjk zo'n weinig voor de hand, dat Piccardt Las terie de voorkeur geeft. Als een goed huisvader houdt hij meteen zijn dochters in het vizier... Hij is het enige bestuurslid, dat die bijgedachte zou kunnen koesteren, vrij zeker koestert. Dominee Vervoorn is er wel zeker van, dat Piccardt het liefst een ongetrouwde onderwijzer ziet. Als die vrijgezel van Lasterie nu eens zijn oog liet vallen op Jeannette of Mary Piccardt wel, dan waren er twee vlie gen in één klap geslagen. Inderdaad, Piccardt is het enige be stuurslid, die zulke gedachten zou kun nen hebben, ongetwijfeld ook hééft. Nu ja, alleen Steendam is er nog, die een huwbare dochter heeft, een knap meis je bovendien, maar Steendam komt niet in aanmerking om een bijgedachte te hebben, als Piccardt. Want eer Steen dam zijn enige dochter aan de zijde van een, onderwijzer zou wensen te zien, wel, eerder keerde de Rijn terug naar zijn oorsprong! Steendam heeft zijn goede eigenschap pen, natuurlijk, héél goede ook, maar tja, eigenlijk bestaat er voor hem slechts één soort mensen, dat voor „vol" kan worden aangezien. En dat zijn z'n me- deboeren. Dominee Vervoom zou wel eens wil len weten, hoe boer Steendam denkt over dominees en onderwijzers. Je komt het nooit te weten, want Steendam zegt niet meer dan hij kwijt wil zijn. Maar dit staat in elk geval wel vast: Steendam zal zijn stem niet geven aan Lasterie omdat die ongehuwd is en hij, de boer, een volwassen dochter heeft, denkt Aé,t in geen geval. Daarvan verdenkt hij wél Piccardt. Vermoedelijk heeft mevrouw Piccardt al een duit in het zakje gedaan; en haar man min of meer geïnstrueerd. Nou ja, vrouwen hebben meer invloed op de gang van zaken dan menigeen wel weet. De voorzitter lacht fijntjes en merkt op: „De argtunenten van onze secreta ris hebben natuurlijk waarde, zoals al tijd. Inderdaad valt voor Lasterie veel te zeggen. Maar van mijn kant zou ik kunnen opmerken, dat Aalderiks ook een gunstige indruk heeft gemaakt, zowel op mijnheer EUenboom, als op mij. Me dunkt, het gaat wat ver, Piccardt, als U opmerkt te hebben gesproken in de geest van mijnheer EUenboom". „Dat wilde ik even in het midden brengen, mijnheer de voorzitter. Ik heb niets tegen Lasterie, integendeel. Wat mij betreft, wordt hij door het bestuur benoemd. Maar datzelfde geldt voor Aalderiks. Ik heb niet in het minst voor keur voor één van beiden. Dat is juist de moeilijkheid. Het is meermalen voor gekomen, dat mijn advies werd gevraagd en dat ik meende, een advies te moeten geven. Maar nu zou ik het niet weten". Dus laat mijnheer EUenboom zich ho ren. „Broeders, we hebben nu deze zaak ampel besproken, zou ik zeggen. Er valt niets nieuws meer in het midden te brengen. Als we twee onderwijzers nodig hadden, waren we al lang klaar geweest. Maar dat is thans niet het ge val. Wanneer, wat we aJlen hopen, het onderwijs goed loopt, moet er volgend jaar, zo de Heere wil, een aanvulling plaats vinden. Maar thans is het te doen om één onderwijzer. We hebben een tweetal, dat perfect kan worden ge noemd. Dat bespreken is niet verder meer nodig. Me dunkt het is het ver standigst, als we tot sternming over gaan. Heeft iemand daartegen be zwaar?" Dat blijkt niet het geval te zijn. On der enige spanning toch wordt gestemd. Piccardt schrijft met zekerheid: Laste rie. Steendam weet niet, wat te doen. Beide sollicitanten staan bij hem gelijk. Misschien is dat met allen wel het ge val, uitgezonderd dan de secretaris, die duidelijk blijk heeft gegeven, voorkeur te schenken aan Lasterie. Als de secretaris de stembriefjes ver zamelt, schrijft de boer: Lasterie. De uitslag isvier stemmen voor Las terie en drie voor Aaldriks. „Dus constateer ik, dat Lasterie door het bestuur is benoemd. De secre taris wil hem wel kennis geven van zijn benoeming en de verdere zaken rege len?" „Het komt in orde, voorzitter". Vergist de dominee zich: klinkt er zoiets als triomf in de stem van Pic cardt? Of is dit pure verbeelding' „Dan is er voor deze bestuursver gadering niets meer aan de orde en mag ik wel sluiten. Wil Modderman voor gaan in dankgebed'" De heren scheiden. Als Piccardt thuis komt, vraagt zijn vrouw direct: „Wie is het geworden?" „Lasterie. Met de hakken over de sloot: vier tegeni drie. Ik ben er big om. Hij is een aardige vent en een best on derwijzer. Maar dat schijnt die Aaldriks ook te zijn". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1952 | | pagina 13