r
Dirksland wordt voor de
41ste maal vacant
Gemeente-financiën te Middelharnis
staan er gezond voor
„De Fruiteentrale'
„Gebroken trots
Hotel Brooshooft te Dirksland
Kindje verkouden?
253te Jaargang
Zaterdag 27 September 1952
No. 2151
CHR. WEEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
Verhoging productiviteit in
landbouw en visserij
Amerikaanse schenking ter
waarde van 9 millioen
Bodemzorgen
Laudbouwhuishoudschool
Varkenspest te Dirksland
Vier pionieirs
^U-
'^it ket
^Cykvenót
B. V. d. VEER
^tteuic ^Jervolefverhaal
V Hoe het
vroeger was
V..
MEDITATIE
Zingende en luisterende
gevangenen
EedactiebureauPr. HENDRIKSTRAAT 14, MIDDELHARNIS
TELEFOON K1870-2017 GIRO 167930 POSTBOX 8
Voor advertentiën uitsluitend Drukkerij Telef. K 1870-2729
Na 6 uur 's avonds Telef. K 1870 - 2017
Veisch\jnt tweemaal per week. Woensdag en Zaterdag
ABONNEMENTSPRIJS: f 1.70 PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm.
Bij contract speciaal tarief.
Ook voor onze eilanden van belang?
In een nota aan de Tweede Kamer
heeft de minister van financiën meege
deeld, dat met de regering van de Ver.
Staten van Amerika overeenstemming
is bereikt over de besteding van een
bedrag van 9.06 millioen gulden van het
saldo op de speciale rekening bij de Ne
derlandse Bank, waarop de tegenwaar
de in guldens wordt gestort van de dol
larschenkingen, voortvloeiende uit de
economische en militaire hulpverlening.
Dit geld zal worden bestemd voor de
volgende projecten: 1. De verbetering
van de cultuurtoestand van landbouw
gronden met relatief lage opbrengsten,
o m. rondom het IJsselmeer, in de Betu
we en in Friesland 3.400000.
2. De verbetering van veestallen, koel-
gelegenheden en sterelisatie van melk-
gereedschap, ter opvoering van de melk
productie 2.400000.
3. iDe verbetering van de productie,
distributie en verwerking van vis en vis
producten o.m. door het aanschaffen van
een nieuw onderzoekingsvaartuig ten
behoeve van een beter contact met de
vissende vloot, en het bevorderen van
het onderzoek op het gebied van de con
servering en verwerking van vis.
4. De verbetering van de waterhuis
houding van cultuurgronden o.m. betrek
king hebbende op de Eianvulling van het
zoetwatertekort en de bestrijding van
de verzilting van het slootwater
750000.
5. De verbetering van de verbouw van
veevoeder en de bevordering van de
teelt van nieuwe gewassen, zoals hennep
waarmee beoogd wordt aan de vraag
naar vezels voor de touwslagerijen, wel
ke in de laatste jaren sterk is toegeno
men, te voldoen 500.000.
6. Het in goede banen leiden van de
mechanisatie van kleine boerenbedrijven
400.000.
7. Het onderzoek en het hoger onder
wijs in de landbouwhuishoudkunde
250.000.
8. De bevordering van de landbouw-
technlsche scholing in het kader van
het boeren en land-arbeidersjongeren-
werk 210.000.
Gaan we dit lijstje eens na, dan blijkt
het dat een en ander voor de landbouw
en visserij van ons land van grote be
tekenis kan zijn.
Ook wel voor onze eilanden. Zo bv. de
teelt van nieuwe gewassen. Als nieuw
gewas wordt hennep genoemd. Zo in ons
land dit product kan worden verbouwd,
dat zou aanzienlijke besparing van de
viezen tengevolge kunnen hebben.
Dat niet alleen. Maar ook voor de
vruchtwisseling. Enige uitbreiding van
het aantal gewassen voor vruchtwisse
ling zou de landbouw zeker ten goede
komen.
Te drukke verbouw van aardappelen
gaat niet. Ook met uien kan men niet
te vaak terug komen. Suikerbieten zijn
ook echte rovers van de bodem.
Tegengaan van de verzilting. Het
hangt er maar van af hoe men dat op
vat. Zeer ruim dan zouden onze eilan
den er ook van kunnen profiteren, al
ligt het voor de hand, het beding wijst
er op, dat hoofdzakelijk het vastland
van Zuid Holland er van profiteren zal.
Verder is het een lange lijst: verbete
ring cultuurgronden, verbetering vee
stallen, koelgelegenheden, maatregelen
voor de visserij, verbetering waterhuis
houding, uitbreiding verbouw veevoeder,
teelt van nieuwe gewassen, mechanisatie
kleine boerenbedrijven, maatregelen op
het gebied van het hoger onderwijs in
de landbouwhuishoudkunde en de bevor
dering van de landbouwtechnische scho
ling.
Mogelijk ook voor onze eilanderu niet
zonder betekenis. We hebben vertrou
wen, dat onze landbouworganisaties op
hun qui-vive zijn.
De invoering van de hulpmeststoffen
heeft het uiterlijk van ons land aanzien
lijk gewijzigd. Het aantal h.a. woeste
grond is met tienduizenden ha. afgeno
men. Dat is speciaal te danken aan het
beschikbaar komen van hulpmeststof
fen.
Sedert het meer gebruikmaken van
kunstmest, vanaf het begin dezer eeuw
zijn de opbrengsten veel hoger gewor
den. Door de chemische meststoffen is
de oppervlakte cultuurgrond erg uitge
breid en zijn de opbrengsten veel hoger
geworden.
Vroeger was de hoeveelheid cultuur
grond op de zandstreken evenredig met
het aantal stuks vee, vooral schapen.
Het aantal schapen bepaalde de grootte
van het landbouwbedrijf van de boeren
op het zand. Door het gebruiken van
kunstmest werd de boer, ook de zand-
boer onafhankelijk van het vee en kon
hij de oppervlakte van zijn bouwbedrijf
uitbreiden. Ook de opbrengsten op de
kleigronden met name ook op onze eilan
den, de oudere boeren kunnen het zich
nog wel herinneren, zijn zeer veel ho
ger geworden. Toch is de waarde van de
kunstmeststoffen ook wel overschat.
Sommigen gingen zover dat ze zelfs
de waarde van de natuurlijke bemesting
in twijfel gingen trekken. De kunstmest
was ^Ues. Anderen gingen nog verder
en verbrandden hun natuurlijke mest.
De landbouwwetenschap heeft daarin
een kentering gebracht. Men kan door
toevoeging van hulpmeststoffen: de op-
In de jl. Dinsdagavond gehouden
raadszitting te Middelharnis heeft de
voorzitter Burgemeester D. Rijnders me
dedelingen gedaan over de stand van de
gemeente-finantlën.
De rekening 1951 had een batig slot,
groot 20.125.terwijl er een: reserve
was van ruim 300.000.
Wij geven hier een overzicht van de
cijfers:
Bekening 1951
Batig slot gewone dienst 14.425.
Nog te verhalen 5.700.
Netto batig slot 20.125.
Daar de vnnst 1951 hiervoor voldoen
de ruimte bood is men tot een versterk
te afschrijving groot 14.000.overge
gaan. Door deze versterkte afschrijving
is de finantiële positie van de gemeen
te versterkt.
Het nadelig saldo van de gewone
dienst tot en met 1949 beliep
16.811.77
Netto batig slot 1950 52.576.23
Netto batig slot 1951 20.125,—
Overschot op de gewone
dienst na afsluiting van
het dienstjaar 1951 55.889.45
Hierbij moet worden ge
voegd, de in 1951 ontvan
gen uitkering gemeente
fonds 1951 38.104.98
Gedeblokkeerde reserve
in het gemeentefonds 1948 34.639.55
idem 1949 40.354.80
idem 1950 40.694.53
reserve vrijgekomen oude
gasfabriek 93.700.
In totaal reserve 303.383.32
De gewone dienst van het jaar 1952
zal een veel ongunstiger beeld bieden.
Hoewel uiteraard nog slechts globaal
geschat, kan worden verwacht, dat deze
dienst een tekort groot 20.000 zal aan
wijzen.
Het zal ongetwijfeld zeer prettig idee
zijn, dat er met het uitzicht op dit te
kort, een flinke reserve aanwezig is.
Er blijkt uit deze cijfers, dat de ge
meente-finantlën te Middelharnis er ge
zond voor staan.
Ook dit jaar zal er op de Landbouw-
huishoudschool weer verschillende cur
sussen gevolgd kunnen worden.
Voor de oudere meisjes en jonge moe
ders een cursus voor Kinderverzorging
en Opvoeding. De vorige cursus had zulk
groot succes, waardoor deze cursus vast
veel bijval zal vinden.
Voor degenen, die graag lekker wil
len gaan koken of mooie handwerken
willen maken, bestaat ook gelegenheid
om zich hierin te bekwamen. Voor iede
re vrouw is er deze winter op de Land-
bouwhuishoudschool een cursus, waarin
zij plezier zal hebben.
Zie voor verdere mededelingen de ad
vertentie elders in dit blad.
Naar men ons mededeelde is eenl ge
val van Varkenspest te Dirksland ge
constateerd. De varkens waren van dhr
L. Guldemeestbr, die de dieren direct
heeft afgemaakt. De Gekro heeft de ca
davers weggehaald.
Wanneer ds J. Koele, door het aan
vaarden van een beroep naar Nijkerk,
binnenkort afscheid neemt van Dirks
land, zal de Ned. Herv. Gemeente al
daar voor de 41ste maal een vacature
hebben.
Hoewel men over de eerste jaren na
de kerkhervorming ter plaatse weinig
gegevens bezit, staat wel vast, dat van
1574 tot 1595 reeds een vijftal voorgan
gers te Dirksland het Woord hebben
bediend. De eerste was Michael An-
drieW, die in 1574 in de gemeente ar
beidde. Enkele jaren later is hij naar
Zevenhuizen bij Gouda vertrokken, waar
hij evenwel in 1581 uit het ambt werd
ontzet.
De eerste vacature was ontstaan. Ge
durende de volgende jaren hebben ach
tereenvolgens de predikanten J. Dorp,
J. J, Steengraft, J. Groninganus en, J.
de Vroet de gemeente geleid, totdat in
1595 Cornells Arnoldi te Dirksland be
vestigd werd. Van toen af heeft men
een geregelde bediening gehad.
Merkwaardig dat van de hier genoem
de voorgangers een drietal elders als
eerste predikant hebben gediend. Ds
Andriesz werd de eerste predikant van
Zevenhuizen, ds Steengraft in 1620 de
eerste te Schermerhom (nadat hij vele
jaren te Groot-Schermer werkzaam was
geweest) en ds Arnoldi in 1598 de eer
ste te Maassluis.
De opvolger van ds Arnoldi, Johannes
Dammaimus, die van 1598 tot 1615 in
Dirksland stond, handhaafde deze tradi
tie en werd eerste predikant van Zun-
dert en een jaar later wederorh van
Rijsbergen. Zo heeft de gemeente vier
predikanten voortgebracht, die elders
als predikant zouden optreden.
Vier schrijvers
Vier andere voorgangers van Dirks
land hebben echter meer de aandacht
getrokken, namelijk door hun geschrif
ten. Gosuinus Buytendyck (1616^1619),
de heftige contra-remonstrant; Jacobus
Fruytier (16871691), de niet minder
Dan rug, keel en borstje
inwrijven met
brengsten maar niet ongelimiteerd ver
hogen. Een punt kan bereikt worden dat
toevoeging van meerdere chemische
meststoffen geen effect meer sorteert.
Men begint er over te klagen, dat ge
bruik van uitsluitend chemische mest
stoffen de bodem verarmt. De oude
kracht van de grond ongunstig beïn
vloed. Het rijke orgarüsche bodemleven
schadelgk beïnvloed en op de duur een
te kort aan kunstmeststoffen doet ont
staan waardoor bodemuitspoeling eni
verstuiving in de hand wordt gewerkt.
Gelukkig heeft een en ander de aan
dacht van de boeren en van de land
bouwwetenschap in toenemende mate,
zodat men wel alle krachten zal inspan
nen om bodemverarming te voorkomen.
heftige Voetiaan; Joharmes van der
Kemp (16921718), de vermaarde cate-
chismusverklaarder; Cornells Cornelius
Brinkman (17741789), uitgever van
Lodensteins boetpredicaties.
Nog verschillende andere bekende pre
dikanten heeft Dirksland voortgebracht,
zoals dr A. Ham (17191723), die later
veertig jaar te Rotterdam zou staan; ds
L. Grendel (17971809), een merkwaar
dige figuur in de tijd der Franse over
heersing; ds G. A. Hoog (18541858),
zoon van de bevindelijke prediker I. M.
J. Hoog te Schiedam, zelf naderhand
lange tijd dominé te Haarlem; of anders
ds D. P. M. Huet (1871—1875), die
eig'enaardige predikant met snel wisse
lende sympathieën voor allerlei richtin
gen. Deze heeft in Dirksland een der
vele omkeringen in zijn leven meege
maakt. Bekend is van hem, dat hij later
enige jaren overtuigd spiritist was. Hij
kwam echter tot inkeer en heeft nog ge
ruime tijd te Goes het evangelie gepre
dikt.
Geeiii proponentsplaats
Van de 41 herders en leraars te Dirks
land zijn er 'ongeveer twaalf als candi-
daat in de gemeente gekomen. Dirks
land is echter geen proponentsplaats zo
als bv. Herkingen. Meestal koos men
voor de grote gemeente een predikant
met enige ervaring. Tot 1693 was Dirks
land gecombineerd met Herkingen en
tot 1863 met Melissant.
Slechts vier voorgangers zijn te
Dirksland overleden (van één hunner,
ds Van der Kemp, is het graf in de
kerk aanwezig)vijf zijn er met emeri
taat gegaan, één is uit de dienst ont
slagen. Het merendeel der voorgangers
heeft echter een beroep naar een ande
re gemeente aangenomen.
Het langst arbeidde te Dirksland ds
H. L. Murmikebult, die in 1809 als pro
ponent kwam en in 1839 met emeritaat
ging. Hij leefde nog tot 1851. Tweemaal
heeft de gemeente een langdurige va-
caturetiid gekend, namelijk van 1875
tot 1879 en van 1881 tot 1885.
Levensles van Menander. Kwaad
spreken en de gevolgen. De kip
en de veren.
Kwade samensprekingen bederven
goede zeden. Dit is een spreekwoord, dat
de oude Grieken al gebruikten. De Griek
se wijsgeren hadden de ervaring, dat
kwaadspreken de goede zeden onder
mijnde, het was met de wet der zeden
in strijd.
Dit spreekkwoord, afkomstig van de
Griekse dichter Menander moet in de
oudheid algemeen bekend hebben ge
weest. Er ligt eenl wijze levensles in. De
Apostel Paulus gebruikt het ook; wij
vinden het woordelijk in 1 Cor. 15 33.
Hij wil daarmee de Corlnthiërs op de
juiste wijze tot nuchterheid brengen en
liem er op vijzen zó niet door te gaan
met zondigen in leer en in leven.
Telefoon 683 Westdijk 36
MIDDELHAKNIS
DE SPECIAALZAAK voor
OROENTEN, FRUIT en
DELICATESSEN.
Keurig opgemaakte
Fruitmanden en Frultschaaltjes.
Vraag^t onze geurige vers gesneöien
SOEPGKOENTE
Alle ingrediënten voor ©en
Rljsttafel.
Zie de Etalages.
Het Vervolgverhaal „Vaders Jongen"
loopt ten einde. Het heeft onze lezers
en lezeressen zéér voldaan. Wij ontvin
gen vele brieven van instemming over
dit hartroerende verhaal.
Onze redactie heeft alles in het werk
gesteld om weer een boeiend verhaal te
kunnen brengen. Dit is ons gelukt.
Juist met de ingang van het nieuwe
kwartaal beginnen we met
99
door Hendrik Noonnaa
Dit verhaal spreekt van de echte boe-
rentrots, waarbij voor zit, dat een boe
rendochter met een boer moet huwen.
En omgekeerd een boerenzoon met een
boerendochter. De burgerman is niet in
tel. Boer Arend Steendam is zo'n man.
Zijn knappe dochter Kea wordt verliefd
op een onderwijzer, die in het dorp aan
de Mulo was benoemd. Dat duldt Arend
Steendam die er warmpjes inzit
niet, en werkt zoveel als 't kan tegen.
Zo'n kale schoolmeester! Eer stort de
boerderij in puin, eer ik toestemming
geef, is zijn devies. Hij jaagt zelfs zijn
dochter de deur uit.
En de boerderij stort in puin! Om het
schootsveld vrij te krijgen, moest de ar-
tillerij de boerderij in 1940 opruimen!
Toen heeft de boer moeten toegeven.
Bij zijn weggejaagde dochter, die intus
sen met de „meester" was gehuwd en
reeds een zoon had, die naar hem was
genoemd, moest hij onderdak vinden
Er zit weer veel spanning in dit ver
haal en we twijfelen niet of het zal onze
lezers en lezeressen weer uitstekend be
vallen!
De „kwade samensprekingen" be
stonden in dit geval in afwijkingen van
de leer. Sommigen van de Corinthiërs
hadden een averechts begrip van de op
standing en stelden Paulus, die een ge
zonde leer bracht in een kwaad dag
licht. Wij in onze tijd zouden zeggen, ze
begonnen er onder elkaar over te rodde
len. Maar ze kregen er geducht van
langs: hij striemde ze, met de gesel van
Gtods Woord. Dat was ook nodig, want
het waren de tegenstanders van de
Waarheid, die de verbreiding van het
Evangelie in de weg stonden.
Het aangehaalde spreekwoord is nog
altijd van kracht. Niet omdat het van
die Griekse dichter, maar omdat het naar
het Woord van God is. Kwade samen
sprekingen, in welken zin ze ook gebe
zigd worden, verderven veel, zo niet al
les. Daardoor is men soms tot oorlog
gekomen en zijn koninkrijken gevallen.
Het is oorzaak van moord en doodslag
geweest eni nog telkens daagt men er
elkaar mee voor de rechterstoelen. Fa
milies zijn er door verwoest eü vrienden
zijn er door gescheiden. Geen wonder,
dat de Apostel Jacobus uitroept: ziet
ook eenl klein vuur, hoe groten hoop
hout het aansteekt!" De tong is ook een
vuur, een wereld der ongerechtigheid;
alzo is de tong onder onze leden ge
steld, welke het gehele lichaam besmet
en ontsteekt het rad onzer geboorte en
VTOrdt ontstoken van de hel." Door las
ter en kwade samenspreklng staat men
onder de heerschappij van satan, men
is stuurloos en komt er door tot de erg
ste dingen. De schade van de naaste
wordt er onafzienbaar door.
De laster is een zeer vuil wapen. De
uitwerking er van is vreselijk, de scha
de die er door wordt aangericht is niet
te overzien. Br is geen verweer tegen.
Dat komt, omdat men in het algemeen
gauwer van iemand het kwade dan het
goede gelooft.
Och, over de goede eigenschappen van
iemand is men vlug uitgepraat. Weet ge
hoe dat komt Omdat men in de mening
verkeert, dat men die deugden ook wel
in zich heeft. Maar over het kwade van
een ander valt heel wat te praten. En
die praat er weer verder over tegen, an
deren en die weer, enzovoort! De draag-
wgdte is er niet van te overzien.
Zo was er iemand die geheel ten on
rechte zijn naaste in een kwaad daglicht
had geplaatst. Hij kwam later tot in
keer en vroeg vergeving. Weet ge wat
hem toen geantwoord werd? Vergeven
kan ik het wel. Maar de kip hebt ge nu
geplukt en de veren zijn overal heen ge
waaid. Probeer ze nu eens bij elkaar te
rapen. Daarmee kon die man naar huis.
Zo is het ook met kwade samenspre
kingen. Een man van kwade tong zal
niet bevestigd worden zegt David in de
140ste Psalm.
Hoe noodzakelijk is het, om op onze
woorden te letten! Wat moesten ten
deze onze woorden weinig, ons ja, ja,
en ons neen, neen zijn. De levensles van
Menander en daarmede de les van Gods
Woord moest ons maar veel bezig hou
den. Want wij struikelen alle in vele.
WAARNEMER.
Boven deze rubriek staat „Hoe het vroeger was", terwijl dit plaatje een
beeld geeft van een Hotel, dat wat betreft het exterieur ongeveer nog
hetzelfde i§. Alleen de naaststaande stalling is geheel verdwenen, of lie
ver gezegd geheel verbouwd.
Van oudo tijdon af heeft te Dirks
land op deze plaats een dorpshotel
gestaan. Dirksland was immers het
centrum van Flakkee en een kruis
punt voor de verbinding Holland-
Zeeland. Er was een overzetveer van
af Hellevoetsluis naar het Dirksland-
se Sas, vanwaar een Provinciale weg
een van de eerste op ons eiland
leidde tot Herkingen, waar weer een
overzetveer naar Zeeland voerde. Het
valt te begrijpen dat er op die tocht
vaak in het Dorpshotel werd aange
land.
Tientallen jaren heeft de familie
Brooshooft dit Hotel en de stalhou
derij gedreven. Het was het vertrek
en het eindpunt voor de omnibus-
dienst op de Middelharnisse boot.
Een broer van de Hotelhouder, Hen
drik Brooshooft, was op deze omni
bus jarenlang koetsier.
Het Hotel Brooshooft was eemnaal
per jaar een trefpunt voor de lote-
lingen. Dirksland was de plaats waar
de loting voor de militaire dienst
plaats vond en waar de jongelui uit
alle dorpen van het eiland samen
kwamen. Dan was er te Dirksland
meest versterkte politie, daar het nog
al eens op een vechtpartij uitliep. Het
ging er wel eens Spaans toe!
In 1912 is het Hotel van dhr PI.
Brooshooft overgegaan aan dhr H.
V. d. Doel; in 1929 aan de tegenwoor
dige eigenaar dhr L. I. Polderman.
Uiterlijk is het gebouw vrijwel in de
zelfde staat gebleven.
De stalling, welke zich t.o. het
Hotel, naast het huis van dhr Pen
ning bevond, is verbouwd tot woon
huis en betrokken door de familie v.
d. Linde. Thans woont er de familie
den Baars.
Aan de muur boven de deuren was
een paardekop bevestigd, die naar de
stalling aan de Secretarieweg werd
overgebracht. De paardekop is nog
te zien aan de muur in het metse
laarspakhuis van de heer Duhen.
Het Hotel Polderman wordt nog
steeds druk bezocht door Handels
reizigers, ook werd er jarenlang des
Donderdags beurs in gehouden. De
heer Polderman heeft, omdat meer
ruimte nodig werd, voor het houden
van de bem^ t.o. het Hotel een apart
pand laten bouwen, «nl. het gebouw
„Odeon" wat ook dient als vergader
zaal.
Binnenkort hopen we een foto te
kunnen geven van het oude dorpsho
tel, dat op de plaats van het tegen
woordige stond. Men heeft dan een
aardige vergelijking. Wij zeggen voor
het gebruik van deze foto bij voor
baat hartelijk dank.
En omtrent middernacht .baden
Paulus en Silas en zongen Gode
lofzangen; en de gevangenen
hoorden naar hen.
(Hand. 16 25.)
Er gebeuren daar in de kerker won
deren. Voor ons onbegrijpelijke dingen
en toch voor Gods kinderen geen onbe
kende dingen. Wat niet te- begrijpen is,
is daarom nog niet onbekend. Vraagt
het maar aan Gods kinderen die er niet
vreemd van bleven.
Twee vrijgekochten en derhalve vrij-
gemaakten zijn in de gevangenis gezet.
In de binnenste kerker, hun voeten in
de stok. Erger kan het niet zouden we
zeggen. Nu ja, het viel wel mee, want
men had hen dood kunnen geselen. Dat
zou voor die beide mannen niet anders
dan -winst geweest zijn, hoe smartelijk
dan het lijden ook zou geweest zijn. Wat
hadden die twee dan wel voor misdadigs
gedaan? O zij hadden Christus gepre
dikt en de noodzakelijkheid der waar
achtige bekering; dat dit eeü uitsluitend
werk Gods is. Daarom worden ze gegre
pen en in de gevangenis geworpen. Ze
hadden gemeenschap aan het lijden
Christi. Ik vermoed dat de eerste tijd
niet meegevallen zal zijn. Althans we
lezen dat ze omtrent middernacht be
gonnen te zingen. Wat ze dan wel vóór
middernacht gedaan zullen hebben? Het
staat er niet bij, maar het is toch wel
opvallend dat ze pas te middernacht aan
het zingen zijn gezet. Wie zal zeggen
hoe hun ziel zal gefolterd zijn. Was dat
nu de weg die God met Zijn kinderen en
knechten houdt? Ze waren toch geroe
pen en begenadigd? Ze waren toch geen
eigen gekozen weg gegaan? En dan in
de gevangenis? O, het eenvoudige woord
is nog steeds waar; dat Gods weg is in
de zee en Zijn pad in diepe wateren en
Zijn voetstappen worden niet gekend. Zo
is des Heeren leiding met Zijn volk. Hij
werkt alle dingen tot Zijn eer en -wrocht
aJle dingen om Zijns zelfs wil, ook de
goddeloze tot de dag des kwaads. En
nu gebeurt het wonder dat ontegenzeg
gelijk de Heere Zijn knechten daar licht
over geeft. Ze vragen daji niet óm maar
vlug uit de gevangenis te worden ver
lost, maar ze mogen het met God eens
worden, verstaande dat het allereerst
gaat om de ere Gods en dan begiimen
ze te zingen. Lofzangen te zingen. Het
is toch wel een wonder, een onbegrijpe
lijk wonder. In de gevajigenis met al de
ellende daaraan verbonden en (ïode lof
zangen zingen. Ja zo doet God nu. Van
welke aard de gevangenis ook moge zijn
en in welke verdrukking of moeite Gods
kinderen ook geleid worden, de Heere
heeft ze op Zijn tijd doen ervaren dat Hij
de God der oneindige vertroosting is.
Denk aan David in de 42e Psalm, waar
hij zingt: 'k Zal zijn lof zelfs in de nacht
zingen daar ik Hem verwacht. Zie dat
is het wonder van genade.
Dat kuimen we niet maken, wel na
doen maar dan is het niet anders dan
bedrog voor ons zelf en voor een ander.
De gevangenen hoorden naar hen. Het
is geen wonder ook, dat die mensen in
de gevangenis met verwondering geluis
terd hebben naar die twee wonderlijke
mannen in de binnenste kerker. Hoe is
dat in de wereld toch mogelijk om te
zingen en nog wel lofzangen te zingen
in de binnenste kerker. Ja. dat is inder
daad ook niet te begrijpen voor het na
tuurlijk verstand. Die andere gevange
nen zullen wel heidenen geweest zijn,
vreemd van redelijke godsdienst, maar
al hebben wij van jongs aan geleefd on
der de prediking van het evangelie, dan
verstaan we dat evenmin zonder hart-
vernieuwende genade en zonder dade
lijke genade. O mijn lezers, zowel de
jonge als de meer op leeftijd gekomenen,
dat we dat geheim mochten kennen. Dat
kan door het oog van de kraai niet wor
den ontdekt, en blijft voor de jonge
hoogmoedige dieren verborgen. Dat de
Heere Zich onzer ontferme en doe bui
gen onder Zijn souvereine eis. De Heere
vraagt maar niet naar wat goede be
doelingen, neen Hij vraagt Zijn beeld
terug. We leven nog en het is nog niet
te laat. We mochten metterdaad ver
waardigd worden aan de troon der ge
nade te leren bidden: O God, wees mij
zondaar 'genadig.
Het is een uitermate bange tijd op allo
terrein des levens. De oordelen Gods
zijn op de aarde, en toch heeft de Heere
Zijn kerk de belofte gegeven dat zo lang
als de zon en de maan zijn zal. Zijn Naam
van kind tot kind zal worden voortge
plant. Het geve Zijn volk lofzangen tö
zingen in de binnenste kerker opdat de
gevangenen nog eens mochten luisteren
naar dat wondere gezang van Gods
gunstgenoten. Te midden van alle be
roering geve Hij Zijn kinderen te roe
men in de verdrukking naar des apos
tels woord. Laat smaden en lasteren wie
lasteren wil, maar onze Koning is van
Israels God gegeven. Gegeven weet ge,
niet een beredeneerde Jezus, maar een
eerlijk gegeven Koning, opdat die ons
blijke een Schutsheer en Behoeder te
zijn. Die over eü in ons heerschappij
voere en doe buigen onder Zijn aanbid-
dellijke raad en Gods getuigenis. De
Heere make Zijn Naam groot onder jong
en oud tot roem Zijns Naams die heer
lijk is.
U.
Ds J. V. d. Berg,