Voor GERO
„Justitie met de koorde'' en
brandmerken'' te
Middelharnis
Een predikant stierf te Middelharnis
De mislukking van
Mr. Donker
INGEZONDEN
Communistische
trekpleister
Recktszak
szaRen
Meisje uit Dirksland
verdronken
25ste Jaargang
■Woensdag 27 'Augustus 1952
Nd. 2142
CHE. WEEKBLAD OP GEREFORMEEEDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
naar J. KEUVELAAR
Ook verkeerd
„vastgebeten"
1799. Tooren en kerke te
Sommelsdyk afgebrant.
KERKNIEUWS
Recbtbank Rotterdam
Een mattenklopper isgeen
argument
RedactiebureauPr. HENDRIKSTRAAT 14, MIDDELHARNIS
TELEFOON K1870-2017 GIRO 167930 POSTBOX 8
Voor advertenttën uitsluitend Drukkerij Telef. K 1870 - 2729
Na 6 uur 's avonds Telef. K 1870 - 2017
Verscbynt tweemaal per week. Woensdag en Zaterdag
ABONNEMENTSPRIJS: f 1.70 PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm.
Bg contract speciaal tarief.
Het verhaal wordt eentonig. Het gaat
gelijken op een treurspel in meer dan
drie bedrijven; eerste bedrijf „De mis
lukking van Dr. Drees" (ons nummer
van 30 Juli), tweede bedrijf „De mis
lukking van Prof. Beel" (nummer van
9 Augustus) en nu het derde bedrijf „De
mislukking van Mr. Donker". En zo zit
Nederland nu al bijna 9 weken zonder
eigenlijke regering. Het demissionnaire
kabinet behandelt alleen de lopende za
ken, maar alle besluiten en maatregelen
en onderhandelingen met andere landen,
waarbij politieke beslissingen moeten
worden genomen, worden uitgesteld.
Ieder begrijpt, dat ons land door deze
stagnatie bij de kabinetsvorming niet al
leen schade lijdt, maar dat ook ons
prestige in de volkerenwereld er niet op
vooruitgaat.
De sohiuldvraag.
Wiens schuld is het nu eigenlijk, dat
Nederland nog steeds zonder regering
is? Dat is niet gemakkelijk te zeggen.
De poging van Dr. Drees misflukte, door
dat de A.R. geen genoegen namen met
de hun toebedachte departementen. Men
kan echter ook zeggen, dat de P.v.d.A.
en de K.V.P. de A.R. niet wilden geven,
waarop deze als derde partij in grootte
recht had. Prof. Beel's poging misluk
te, doordat de P.v.d.A. misdeeld meende
te zijn bij de verdeling der portefeuilles
en nu is Mr. Donker weer gedwongen
geweest de formatie op te geven, omdat
de K.V.P. geen minister van Buitenland
se Zaken kon leveren en een andere ver
deling voor deze partij niet acceptabel
was. Hoe men het ook wendt of keert,
de zaak komt hierop neer, dat de vor
ming van eeni nieuw ministerie tegen
gehouden wordt door het belang en het
prestige der twee grote partijen, die op
deze wijze wel een zeer wonderlijk spel
spelen met de hoogste nationale belan
gen.
Parlementair of extra-parlememteir?
Er is beweerd, dat het Kabinet-Don
ker, indien dit tot stand was gekomen,
een extra-parlementair kabinet zou zijn
geweest. Dit is echter naar onze mening
geenszins het geval. Een extra-parle
mentair ministerie bevat geen figuren
(of alleen bij uitzondering) die in het
parlement een vooraanstaande positie
hebben en heeft bovendien geen binding
aan de Kamerfracties. Bij de formatie
van Mr. Donker was het echter zo, dat
de formateur voortborduurde op het
door 4 partijen regeringsprogram-Drees
en voorts hing de formatie, naar geble
ken is, zelfs wat de bezetting der ze
tels betreft, af van de goedkeuring der
twee grootste Kamerfracties. Men kan
dit dan ook o.i. moeilijk een extra-par
lementair kabinet noeixien. Het zou zon
der twijfel een zuiver parlementair mi
nisterie zijn geworden.
De K.V.:P. in het nauw.
Uit het gehele verloop van zaken
blijkt, dat de K.V.P. in een uitzonderlijk
moeilijke positie zit. Het is voor haar
een heet hangijzer, dat ze al enige jaren
het premierschap heeft moeten afstaan
aan Dr. Drees. Terwille van de mede
werking der A.R., die door de rechter
zijde der K.V.P, geëist wordt, heeft zij
afstand gedaan van het Departement
van Economische Zaken, waar de R.K.
Prof. van den Brink zou worden opge
volgd door de A.R. Prof. Zijlstra, maar
als compensatie moest zij dan een an
der van primair belang zijnd departe
ment hebben. Mr. Donker bood Buiten
landse Zaken aan, maar het merkwaar
dige feit deed zich voor, dat 6 promi
nente Katholieken de één na de andere
deze portefeuille weigerden. Dit getuigt
niet van grote offerbereidheid voor par
tij en vaderland (eigenhjk moet dit zijn:
vaderland en partijEen zestal door de
K.V.P. aan Mr. Donker aangeboden can-
didaten werd door dezen te licht be
vonden, wat uiteraard ook minder aan
genaam is voor de partij. Als gevolg
van deze onmacht der R.K. om minis
ters te leveren kwam Mr. Donker met
een nieuw voorstel, waarbij de K.V.P.
van 6 op 5 zetels zou terugvallen, het
geen door deze niet werd geaccepteerd.
Daar Mr. Donker aan dit voorstel een
ultimatieve vorm had gegeven, was de
weigering der R.K. aanleiding voor hem
ontheffing te vragen aan H.M. van zijn
opdracht.
In een impasse.
Op het ogenblik, dat we dit schrij
ven, is nog niets bekend van een nieuwe
formateur. Het is voor de Koningin wel
btiitengewoon moeilijk geworden. Mr.
Donker is een knap man, een geduldig
man, één idie het niet gauw opgeeft.
Maar nochtans mislukte ook zijn poging.
Men vraagt zich daarom af, of de tijd
niet gekomen is om te constateren, dat
het in de huMAge parlementaire en poli
tieke omstandigheden, verhoudingea en
gevoeligheden onmogelijk blpct een mi
nisterie te vormen, dat in het algemeen
in 2^n samemsteUing de instemming en
derhalve ook de steun heeft van de 4
betrokken partjjen. We zijn hiermee ge
komen in een hoogst précaire politieke
situatie, waarvan de partijleiders zich
blijkbaar niet goed bewust zijn. Deze
situatie betekent inuners niets meer of
minder dan dat de grote partijen niet bij
machte zijn gezamenlijk een regering te
vormen, zodat er groot gevaar bestaat
voor onze parlementaire regeringsvorm.
Op deze vrtjze toch reiken de partijen
zichzelf een brevet van onvermogen uit
om op democratische wijze een kabinet
te vormen.
De vraag is nu, hoe uit deze impasse
te komen. Als er nog eens gepoogd
wordt door een nieuwe formateur een
regering te formeren, waarbij dan de
A.R. worden uitgeschakeld, komen er
twee zetels vrij en kunnen de R.K. be
ter bevredigd worden. Anderzijds voelen
zij zelf daar niets voor, omdat ze de A.R.
nodig hebben als tegenwicht tegen de
P. V. d. Arbeid. Dit lijkt dus wel een
onwaarschijnlijk, temeer, waar Mr. Don
ker, die als fractievoorzitter van de P.
v.d.A. zelf weinig voelde voor deelname
van de „conservatieve" A.R., deze ten
slotte toch in zijn formatie moest in
schakelen.
Komt het Kabinet-Drees terug?
Men is geneigd, de verzuchting te sla
ken, dat er voor de Koningin niets an
ders op zit, gezien ook de urgentie van
de zaak over 3 weken moeten de
Staten-Generaal geopend worden en de
Rijksbegroting 1953 gereed zijn dat
zij het kabinet-Drees verzoekt, in ver
band met de gebleken onmogelijkheid
een ander ministerie te vormen, zijn ont
slagaanvragen in te trekken. Ook deze
oplossing is echter niet zo eenvoudig.
Afgezien van de kwestie, dat er in elk
geval enige aanvullingen moeten plaats
hebben prof. Lieftinck is naar Tur
kije, Mr. Joekes wil aftreden i.v.m. zijn
gezondheidstoestand en Mr. Stikker
schijnt eveneens van zijn ministerschap
af te willen komt men voor de hoogst
eigenaardige situatie te staan, dat we
dan een regering hebben, die niet langs
parlementaire weg, maar door ingrijpen
der Kroon, dus van bovenaf tot stand
is gekomen. Dit zou wellicht niet anders
kunnen, maar het is niettemin geheel in
strijd met de constitutionele practijk der
laatste 80 jaar. Indien deze oplossing
gevonden werd of wat formeel juis
ter zou zijn Dr. Drees weer een op
dracht kreeg en dan met een gerecon-
stueerde extra-parlementair kabinet-
Drees voor de dag kwam, zou dit minis
terie een zeer sterke positie innemen.
Niet omdat het in positieve zin politiek
sterk zou staan, maar negatief, omdat
de Tweede Kamer niet in staat blijkt er
een ander en beter tegenover te stellen,
wanneer het bij één of andere gelegen
heid bij een stemming de nederlaag leed.
Intussen zit er voor ons niets anders op
dan rustig af te wachten, hoe deze puzz
le door de politici zal worden opgelost.
Naschrift. Zaterdagmorgen heeft Dr W.
Drées een bezoek aan H.M. de Koningin
gebracht. Van verdere bezoeken is geen
melding gemaakt.
Naar verluidt zou ir. C. Staf thans
een hoofdrol spelen in het formatie-dra
ma. Gedurende enige dagen moet hij
contact gehad hebben met enkele voor
aanstaande politieke figuren, onder wie
dr. Drees. Er wordt echter zowel door
het Kabinet van de Koningin als door
ir. Staf omtrent de onderhandelingen
volkomen stilzwijgendheid bewaard, zo
dat over de activiteiten verder niets kan
worden meegedeeld. (Red.)
De verbindingen van en met ons
eiland blijven nog maar even slecht.
Tot grote schade en ongerief voor onze
bevolking. Een rem voor de economische
ontwikkeling van ons eiland. Men heeft
zich vrijwel unaniem uitgesproken voor
een brug als oplossing van het verkeers-
vraagstuk. Maar heeft men wel genoeg-
zaami rekening gehouden met de moge
lijkheid van andere vaste verbindingen.
B.v. door vaste landverbindingen door
inpoldering e.d. Het kan niet ont
kend worden dat een brug te bouwen
niet verantwoord is indien binnen af
zienbare t^"d door drooglegging, bedij
king en inpoldering op andere vrijze een
vaste verbinding wordt verkregen. Valt
deze laatste manier binnen het gezichts
veld van tijd, dan kan men de bouw van
eenl brug moeilijk als de oplossing van
het verbindingsvraagstuk naar voren
schuiven. Dan is het zich „vastbijten"
op een brug niet in het belang van het
eiland. Verkeersverbetering nu had het
parool op ons eiland nioeten z^n, onmid-
idellijk na de bevrijding tot op heöen.
Het scheppen van verkeersverbeteringen
in de vorm van grote boten of ponten
geschikt voor alle vervoer had ons eiland
van af de bevrijding voor ogen moeten
staan. Onmiddellijke verbeteringen be
rekend op de mogelijkheden en noodza
kelijkheden van nu. Niet het stellen van
een ideaal als de brug, waaraan alle ver
beteringen als aan een kapstok opgehan
gen kunnen worden. Te gevaarlijker om
dat mogelijk het alternatief brug of
vaste landverbinding aan de orde wordt
gesteld. Waarover een tijdlimiet moge
lijk beslist. En ondertussen worstelt ons
eiland met zijn verkeersprobleem. Scha
de, ongerief en ergernis. Een extra be
lasting drukkend op onze bedrijven. En
de*uitzetting van onze economie belem
merend.
Met een verkeersapparaat ook voor
het binnenland van ons eiland dat ver,
zeer ver bij onze tijd achter staat. Ver-
boersveiljeterlng nu. En voor de verbin
dingen met het vasteland en voor die op
het eiland.
Een verkeersapparaat van en naar en
op ons eiland naar de behoeften van on
ze tijd. 't Volmaakt een vaste verbin
ding voor de verdere toekomst, 't zij
brug of landverbinding. Maar op heden
dragelijke verbindingen overeenkom
stig de eisen van onze tijd. Zogoed mo
gelijke verbindingeni aangepast bij de
geografische toestand van ons eiland.
Nu hebben we een ideaal in 't verschiet.
Of mogelijk zo het Rijk niet de zaak ter
hand neemt of voortgaande met een ex
tra druk op ons eiland, zo het particu
lier initiatief het ter hand moet nemen.
„Vastgebeten" in een brug. Met als
gevolg jaren lang gesukkel met extra
belasting voor onze bevolking.
Verbeteringen nu. Me^ toepassing van
alle mogelijke verkeersverbeteringen
waarover de hedendaagse techniek be
schikt.
Dat is het bereikbare mogelijk voor
het heden.
Een gerepareerde en omgebouwde
boot is onvoldoende.
De hedendaagse techniek kan een be
tere verkeersverbetering bezorgen. We
vrezen, dat ons eiland zich ter kwader
ure heeft „vastgebeten" in de brug,
waardoor de mogelijke verbeteringen
met moderne veerboten achterwege
blijven.
In oude Statenbijbels komen vaak aantekeningen voor, die voor de histo
rie van grote betekenis' zijn. Men had vroeger de gewoonte op de schutbladen
vóór of achter in die oude bijbels allerlei gebeurtenissen op te tekenen. Soms
leest men er in van natuurrampen, grote branden, plotselinge sterfgevallen of
andere merkwaardigheden, die op deze wijze voor het nageslacht werden be
waard.
Zo kregen we onlangs ©en Statenbij
bel van Jacobus en Pieter Keur, anno
1730 in handen (eigenaar dhr. Com.
Mulder te Dirksland) waarin het vol
gende was aangetekend:
„Op den 23 September 1818 is op
„Middelharnis justitie gedaan aan
„twee broeders, genaamt Leendert
„en Cornells Wetsteen, den eenen is
,,met de koorde gestraft en Korne-
„lis gegeeselt en gebrandmerkt."
Wat deze Leendert en Cornells Wet
steen voor strafbaar feit hadden uitge
voerd, stond er helaas niet bij.
De martelwerktuigen, die nog in be
zit zijn van de gemeente Nieuwe Ton-
ge, waaronder ook brandijzers, wijzen er
op, dat men ook op ons eiland misdadi
gers een brandmerk toebracht, wat veel
pijn deed, en dat zij bovendien hun
leven lang als een teken van hun gru
weldaad moesten omdragen.
Dat „straffen met de koorde", „gee-
seling" en „brandmerken" in 1818 nog
voorkwam was ons niet bekend.
In diezelfde Statenbijbel stond nog een
andere aantekening, luidende als volgt:
„1799. den 23 September te Som-
„melsdgk afgebrant den tooren en
kerke en 17 huyse soo verbrant als
„beschadig. Den 22 dito Sondags na
„de middag nog in gepredik over de
„tagtigste vrage uit de Heidelberg-
„se onderwyser."
Dit klopt met hetgeen Boers hierover
aantekent in zijn „Beschrijving van het
Eiland Goedereede en Overflakkee" blz.
233: „Een hevige brand in een nabij ge
legene herberg ontstaan, verwoestte, 23
September 1799, den tooren en de fraaie
kerk met dit schoone koor; daarenboven
werden nog 12 huizen en 4 schuren in
de asch gelegd."
In die tijd stond te Sommelsdijk als
predikant Ds. Machiel Hendrik Callen-
fels (17811805). De herbouw van de
kerk werd voltooid in 1807 en de 7e Juli
van dat jaar plechtig ingewijd met een
predikatie van Ds. J. Montijn. De her
bouw van de toren kreeg zijn beslag in
het jaar 1817.
---------O--------
De laatste week bracht de wereldpers
en ook de Nederlandse pers de volgende
berichten:
a. dat tienduizenden middenstEinders,
intellectuelen en kapitalisten in
Praag en Bratislava grotendeels
uit hoofde van hun bezttingen
door de Russen zijn weggevoerd;
b. dat in het Oost-Duitse Concentratie
kamp te Bautzen sedert 1945 twin
tigduizend i)ersonen gestorven zijn
en de overlevenden gebukt gaan on
der mishandeling en verhongering;
Vroege dood
Op 8 September zal het 225 jaar ge
leden zijn, dat ds H. G. Probsting stierf
als predikant te Middelharnis. Op zich
zelf is het overlijden van een voorgan
ger niets bijzonders maar in 1727 maak
te het sterven van ds Probsting op (Je
gemeente van Middelharnis diepe in
druk.
Ten eerste omdat het een jonge domi-
né betrof: hij was 35 jaar en ongehuwd.
In de tweede plaats omdat de gemeente
zeven jaar tevoren ook al een jeugdig
voorganger door de dood zag weggeno
men, namelijk ds C. Ph. Duitz, die in
1719 als proponent zijn intrede deed, om
een jaar later reeds aan de gemeente te
ontvallen.
Van de tien predikanten die in de 18e
eeuw te Middelharnis hebben gestaan,
zijn er drie gestorven. De derde is ds.
Johannes van den Bosch, welke in 1743
van Goedereede naar Middelharnis
kwam. Vijf jaar later, hij was toen 34,
brak zijn sterfuur aan.
Wat ds Probsting betreft, deze was
wel op een ongewone manier in de ge
meente gekomen. Zijn naam doet al ver
moeden, dat hij uit Duitsland afkomstig
was. Inderdaad; zijn wieg stond te Lin-
gen, een stad ten Oosten van Overijssel,
vroeger eigendom der Oranjes. Daar
was zijn vader, eveneens een theoloog,
leraar aan de latijnse school. Twee broe
ders van Henricus Gerardus Probsting
zijn ook predikant geworden. De eerste
diende aanvankelijk als gamizoenspre-
dikant te Namen, werd toen in Oudenp
hoorn beroepen en stond daarna nog te
Abbenbroek, waar hij een jaar na zijn
broeder uit Middelharnis 1728
kwam te overlijden.
De andere broeder aanvaardde het
predikambt te Aardenburg, verhuisde
vervolgens naar Heenvliet en diende ten
slotte de gemeente van Heusden, die hem
in ,1770 na 58-jarige diensttijd emeri
taat verleende.
Niet afgestudeerd
Hoe Henricus Gerardus Probsting do-
miné werd, leert ons het volgende be
richt aangaande het begin van zijn le
vensloop. „Onze overledene wierdt 1692,
den 30 Junius geboren te Lingen, al
waar hy zich ook op de lagere en hoge
Scholen heeft geoeffent, al vroeg zich
beneerstigende, om de Godsvrucht met
geleertheit te paren, die hem te meer
eerwaerdigheit baerden, als men fraeie
predikgave in hem bespeurde.
Hy was noch Student, wanneer hy
1714 op zyn 22 jaer te Canhuizen, een
Dorp in Oost-Vrieslant op een Zondag in
'topenbaer predikte, en terzelver dage
met algemeene toejuichige onverwacht
wierdt beroepen."
Probstings preek moet dus wel indruk
hebben gemaakt! Hoewel hij niet eens
afgestudeerd was, heeft de classis Em-
den hem nochtans geëxamineerd, waar
op hem een fraai getuigschrift werd ge
geven.
Een jaar stond hij te Canhuizen, toen
hij in Wirdum beroepen werd, ook een
dorp in Oost-Priesland. Hier stond hij
tot 1721. In laatstgenoemd jaar maak
te ds Probsting een uitstapje naar Ab
benbroek en Heenvliet, de dorpen waar
zijn broeders het predikambt vervulden.
Hij ging er heen met het voornemen om,
teruggekeerd in Wirdum, zijn arbeid al
daar voort te zetten.
Intussen, het liep anders. Op Voome-
Putten aangekomen, trachtten de broe
ders hem te bewegen eens in de vacan
te gemeente van Middelharnis voor te
gaan. Henricus Gerardus voelde daar
niet voor omdat hij geruime tijd ziek
geweest was en eigenlijk alleen maar
naar Holland kwam om aan te sterken
en niet om te preken.
Onverwacht beroep
Evenwel, hij liet zich verbidden. Zie
hier welke indruk zijn optreden te Mid
delharnis maakte. ,,Voor de grote Ge-
meinte van het volkryk en bloeyent Mid
delharnis liet hy zyne gaven horen, en
kon nauewlöks van wegen zwakheit uit
ene langwylige ziekte overgebleven, de
predikdienst voleindigen, echter was het
van dit gevolg, dat zyn Eerwaarde op
een gemeen genoegen dier Gemeinte met
de Collatie van de WelEdele Hals-Heren
wierdt verwaerdigt."
Zo had Middelharnis op ongedachte
wijze een nieuwe predikant gekregen.
Hij stond er niet lang of de gemeente
Weener in Oost-Priesland, die hem al
vroeger beroepen had, begeerde hem op
nieuw, „maar hy kon niet resolveren tot
die in vele opzichten voordelige verwis
seling, te minder, dewijl de gemeinte
van Middelharnis telkens meer en meer
zyne liefde met wederliefde vergolt, die
nu sterker als de doot allerhande ver-
geefsche wenschen om 's Mans leven
veroorzaekt, zyn vroegtydig versterf
met cvervloet van tranen beschreidt, en
zyne gedachtenis lang in ongemene ze-
geninge zal houden."
Levenseinda
Hoe was het levenseinde van ds H. G.
Probsting? Ook dit wordt ons verhaald
in het eerder geciteerde levensbericht.
„Op den 30 Augustus 1727 voelde hy
zich van ene koortse aangetast, die hem
ruim drie dagen by bleef, met welke hy
ook noch op den 1 September predikte
by zyne Gemeinte uit Hab. m 17, 18
en in de vaceerende Kerke te Herkinge
uit Phil. Ill, 20, dewelke zyne laetste
predikaetsien zyn geweest. iDe koorts
telkens met verheffinge wederkomende,
viel hem inzonderheit Vrydags zeer
zwaer, en zwaerst Zondags den 8 Sep
tember, doe ze hem het leven benam,
of liever, naer de Ziel in 't Zalige leven
overbracht, daer ook zyn lichaem eer
lang staet te komen. Dus stierf hy on
verwacht voor een ieder, doch niet voor
hem zelven, wiens leven enfe gedurige
onverdenking des doots was. D(s) Com.
Vreeswater, Predikant op den Bommel,
heeft zyne Eerw. gedachtenis geviert
met ene Lykrede uit Gen, V, 24."
Stellig heeft ds Vreeswater de verge
lijking tussen Henoch en ds Probsting
getroffen met het oog op diens laatste
preek te Herkingen,, welke immers han
delde over de tekst „Maar onze wandel
is in de hemelen, waaruit wij ook de
Zaligmaker verwachten, namelijk de
Heere Jezus Christus."
TERHEIDE. Gistermiddag om
streeks twee uur was het negenjarige
meisje L. A. Z. uit Dirksland in zee aan
het spelen ten Noorden van het badbe-
drijf Terheide. Op een gegeven moment
wierp zij haar werpring wat ver in zee
en bij haar poging om de ring te berei
ken raakte het kind de bodem kwijt, en
gleed weg in zee. Personeel van het
badbedrijf heeft het kind weer op het
droge kunnen brengen, doch kunstma
tige ademhaling mocht niet meer baten.
Het meisje was met een tante uit Rot
terdam een dagje uit. Gistermiddag trok
de zee erg. (Alg. Dagbl.)
c. dat een kwart gedeelte der gevan
genen tuberculose heeft m.et een ge
ring aantal medici om hen te ver
zorgen, doch zonder medicamenten.
Tegen deze barbaarse en onmenselijke
methode helpt maar één middel en dat
is het wereldgeweten in velerlei vorm
wakker te schudden. Ook de Russen zul
len op de duur hieronder moeten bezwij
ken.
Oud-concentratiekampgangers, die de
Duitse hel van 19401945 hebben mee
gemaakt, voeren deze strijd internatio
naal en nationaal, maar zullen dit mens
waardige werk moeten stopzetten, wan
neer de finantiën, die hierover nodig
zijn, ontbreken. Het Nationale Comité
voor Nederland, dat samengesteld is uit
alle kringen der gemeenschap doet een
dringend beroep op de lezers van dit
blad om de actie tegen het onmenselijke
concentratie, en slavehkampsysteem
geldelijk te willen steunen door spoedig
een bijdrage te storten op postgiroreke-
ning nr 14532 ivan de HoUandse Bank
Unie N.V. te 's-Gxavenhage ten gjmste
van het Nationaal Comité ter bestrij
ding van het concentratiejkami^ysteem.
Wij zijn gelukkig nog vrij en mogen
daarom de millioenen slachtof:fers, dié
onder het Russische knoet-systeem ge
bukt gaan, niet laten zitten.
Dringend vragen wg uw aUer mede-
werMnjg. Voor hen, die onbekend wen
sen te blijken, kan de overmaking ge
schieden onder N. N.
Het welslagen van deze actie bete
kent ook: Handhaving van de door ons
allen bevochte vrijheid.
Voor het Nationaal Comité ter
Bestrijding van het Concentra
tiekampsysteem
K. R. van Staal,
Alg. Secr./Penningm.
NED. HERV. KERK
De toestand van Ds A. F. P. Polp. Ds
A. F. P. Pop, Ned. Herv. Predt. te Rand
wijk is enkele weken geleden geope
reerd van een maagbloeding; Hij is
thans weer uit het Ziekenhuis terugge
keerd, maar zal nog enige tijd rust moe
ten houden, alvorens zijn ambtelijke be
zigheden te kunnen hervatten.
Ds P.J. Dorsman hoopt D.V. 14 Sep
tember zijn intrede te doen in zijn nieuwe
gemeente te Staphorst. Hij zal daarbij
bevestigd worden door Ds P. Zandt van
Delft.
35 jaar predikant. Ds E. B. Damsté
te IJsselsein (die van Juli 1951 tot Febr.
1944 te Stavenisse op het eiland Tholen
stond) hoopt 4 Sept. a.s. de dag te her
denken, dat hij voor 25 jaar het predik
ambt aanvaardde te Huisduinen-Juliana-
dorp.
CHR. GEREF. KERKEN
Professor J. J. v. d. Schuit 70 jaar
Maandag jl. is Professor J. J. v. d.
Schuit, de bekende hoogleraar der Chr.
Ger. Kerken, 70 jaar oud geworden. De
jarige staat reeds 45 jaar in het ambt
als dienaar des Woords. In 1907 kwam
hij in zijn eerste gemeente te Kampen,
van 1914 tot 1922 arbeidde hij in de ge
meente van Amsterdam.
In October a.s. zal het dertig jaar
geleden ^ijn dat hij zijn hoogleraars
ambt aanvaardde aan de Theologische
School te Apeldoorn met een inaugurele
rede getiteld: „Mystiek en dogma."
Prof. V. d. Schuit is hoofdredacteur
van „De Wekker", het orgaan der Chr.
Ger. Kerken. Dit blad draagt voor het
belangrijkste deel het stempel van deze
wel zeer markante figuur.
Als een van de vice-presidenten van
de I.C.C.C., de internationale raad van
christelijke kerken, onderhoudt hij vele
contacten met het buitenland.
Als penningmeester van de Zendings-
deputaten staat hij midden in de moei
lijkheden, waarmee de Chr. Ger. Kerken
op Celebes momenteel te worstelen heb
ben.
De jarige, die officier is in de orde
van Oranje Nassau, is voorts nog voor
zitter van deputaten voor corresponden
tie met de hoge overheid en van depu
taten voor de geestelijke behartiging
van de belangen der militairen.
Zeventig jaar is het officiële rustpunt
voor professoren aan de Theologische
School. Op verzoek van dé synode van
1950 zal hij hoogleraar blijven, totdat op
de synode van 1953 voorzieningen zul
len zijn getroffen.
Prof. V. d. Schuit is nog zeer vitaal.
Hij preekt nog elke Zondag en met lust.
Het heeft hem op zijn 70ste verjaardag
en uit eigen en uit andere kerkelijke
kringen, niet aan belangstelling ont
broken.
LOS VAN DE CHR. GER. KERKEN
Naar „De Wekker" meedeelt heeft de
kleine gemeente der Chr. Ger, Kerk te
Nieuwleusen, zich losgemaakt van het
verbond der Chr. Ger. Kerken en zich
aangesloten bij de Chr. Ger. Gemeente
van Ds van Minnen te Huizen.
De Communistische Partij Nederland
heeft bij de jongste Tweede Kamerver
kiezingen weer wat nieuws bedacht om
stemmen van de oppervlakkige kiezers
los te weken door eeui zekere Piet van
Staverenl op de candidatenlijst te zet
ten en wel op een dusdanige plaats, dat
hij verkiesbaar kon worden geacht, al
dus schrijft het blad „Vrijheid en Demo
cratie".
Vooral de toevoeging „partijloos" dien
de hier als middel om de minst politiek
geschoolden voor het eigen politieke
karretje te spannen. Welnu, de in
„Leeuwarden" verblijvende „partijloze
communist" Van Staveren werd inder
daad gekozen. Achteraf blijkt evenwel,
dat hij de minimum leeftijd om tot de
Kamer te worden toegelaten nog niet
had bereikt, hetgeen betekent, dat men
een bijzotidere propaganda maakte met
een candidaat, die niet verkiesbaar was.
M.a.w. op deze wijze werd weer een aan
tal kiezers op een geraffineerde manier
bij de neus genomen.
Dat zelfs dergelijke misleidende me
thoden een zetelverlies niet hebben kun
nen voorkomeni, mag overigens pleiten
voor de terugkeer van het verstand bij
die kiezers, die vroeger nog aan de com
munistische sprookjes waarde hechten.
In deemoedige houding stond de 23-
jarige Klaasje, huisvrouw van J. G., uit
Sommelsdijk, voor de groene tafel van
de politierechter te Rotterdam, waar
voor zij was gedagvaard omdat zij op
11 Juni, bij gelegenheid van een gezel
lige ruzie met haar buurvrouw, met een
mattenklopper een ruit aan idiggels had
geslagen van het pand Wevershoek 12
te Sommelsdijk.
„TJ had ruzie met uw buurvrouw en
toen tikte u met de mattenklopper door
een ruit. Zo is het toch gegaan?" vroeg
de politierechter.
Klaasje knikte toestemmend.
„Maar een mattenklopper dient er
niet voor om ruiten in te slaan," merkte
de politierechter op. „Ik kan me heel
goed voorstellen, dat u kwaad is gewor
den, dat overkomt ieder mens op zijn
tijd. Maar dat geeft u nog niet het recht
om ruiten in te slaan, want het zou een
gekke boel worden, als iedereen er der
gelijke methoden op na ging houden. U
bent, geloof ik, nu verhuisd?"
„Ja", gaf Klaasje toe.
„Dat schijnt iedereen in uw oude buurt
prettig te vinden en u zeker ook. En
bent u goed met de nieuwe buren?" in
formeerde de politierechter.
„Jaantwoordde Klaasje kort.
„Zorg dan maar, dat het zo blijft,"
luidde het politierechterlijk advies.
De officier van Justitie was van oor
deel, dat Klaasje het in haar beurs
moest voelen, dat zij de grenzen der be
tamelijkheid was te buiten gegaan. Hij
eiste acht gulden boete, of vier dagen
brommen.
„tr hebt de eis van meneer de offi
cier gehoord. Wat hebt u daarop te zeg
gen?" vroeg de politierechter.
Klaasje zweeg.
„Ik hoop, dat ik u hier niet meer te
rug zie en veroordeel u conform de eis
van de officier," besliste de politerech-
ter. „En niet meer driftig worden voor
taan, want als u eventueel weer hier zou
komen te staan, dan loopt het niet zo
•genadig af. Gaat u in hoger beroep, of
gaat u accoord met deze etraf."
Haasje ging accoord en ging, om
plaats te maken voor een nieuwe klant...