Ds N. de Jong nam afscheid van zijn gemeente HOE SOMMELSDIJK ^3&^ een kerkorgel Izree0 Perikelen en gevaren van de tijd Meldt U tijdig voor Canada! De bestrijding van koolrupsen 25ste Jaargang Woensdag 23 JuK 1952 Nd, §Ï3S CHE. WEEKBLAD OP GEEEFORMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN Zes en een half jaar diende hij de Chr. Ger. Kerk te Middelharnis Geeft Uw advertenties vroegtijdig op! Dan kunnen wij die fraai en opvallend verzorgen 1 Een verslag uit 1775 Rundertuberculosewet in werking getreden RedactiebureauPr. HENDRIKSTRAAT 14, MIDDELHARNIS TELEFOON 17 GIRO 167930 POSTBOX 8 TELEFOON DRUKKERIJ 19 Vensoh^nt tweemaal per week. Woensdag en Zaterdag ABONNEMENTSPRIJS: f 1.70 PER KWARTAAL ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm. Bg contract speciaal tarief. Met de tijd bedoelen we speciaal het seizoen. De zomer. Voornamelijk de zo mer en de winter brengen hun eigen- dommelijke gevaren met zich mee. Het verdrinkingsgevaar in de eerste plaats. Er gaat geen zomer voorbij of er vallen slachtoffers door verdrinking. Deze zomer met zijn nog weinig warme dagen heeft daarvan bij vernieuwing het bewijs geleverd. Er gaat haast geen dag voorbij of er staan een of meer verdrin- kingsgevallen in de dagbladen. Sommi ge dagbladen hebben een vaste kolom. „Tol aan het water", „Verdrinkingsge- vallen" e.d. meer. Voor ouders en op voeders ligt hier ongetwijfeld een taak. Zoveel gevallen worden veroorzaakt door onvoorzichtigheid en lichtvaardigheid. Niet kunnen zwemmen en toch in het water gaan. Onvoldoende kunnen zwem men en toch gevaarlijke plaatsen kie zen. Met vaak het droevig gevolg van verdrinken. Voorzichtigheid en waakzaamheid is wel gebiedende eis. Ouders en opvoeders kunnen daar niet genoeg op wijzen. Onvoorzichtigheid en roekeloosheid is zonde voor God. Men mag zich zelf niet nodeloos in ge vaar brengen. Hoog klimmen en diep- zwemmen is God verzoeken, zo niet de nodige voorzichtigheid en geoefendheid aanwezig is. Dat moge in deze licht vaardige tijd wel bedacht worden. He| leven is een gave Gods. Het op prijs te stellen is taak en roeping overeenkom stig Gods Woord. Nog een ander gevaar aan warme da gen verbonden is het toenemende aan tal verkeersongelukken. Als we de be richten in de kranten nagaan dan ge beuren er op warme dagen meer ver keersongelukken dan op andere tijden. Vooral het aantal ongelukken waarbij kinderen betrokken zijn schijnt tijdens een warmteperiode toe te nemen. Waar <dat aan toe te schrijven? Mogelijk, dat de mensen, inzonderheid kinderen trager reageren bij hevige warmte. Men schijnt zich het gevaar van de weg minder te realiseren. Neemt minder notitie van het ver keer. Steekt vaak onvoorzichtig over. Men kijkt minder goed uit. Het is of men onverschilUger is voor het gevaar. Of het verantwoordelijkheidsbesef ver slapt is. Tijdens hevige warmte is goed uitkijken en opletten dubbel noodzake lijk omdat het besef van de gevaren van het verkeer verminderd is. Tijdens warme dagen mag iedere weg gebruiker zich daar wel bewust van zijn. Vooral het snelverkeer. Rekening hou den met het afgestompt zijn van eigen concentratievermogen en dat van ande re weggebruikers. Daarom liever de snelheid wat beperken dan ongelukken veroorzaken. Bij warm weer mag iedere weggebruiker er wel degelijk rekeniijg mee houden, dat zijn opmerkzaamheid en vlugheid van reageren minder zijn dan anders. Een ander perikel van de tijd vormt het reizen, speciaal het maken van schoolreisjes. Reizen en trekken is ver bonden aan de zomertijd. Inzonderheid het maken van schoolreisjes. Er is geen school haast of er wordt een reisje ge maakt. Dagen die door de jeugd met spanning te gemoet worden gezien. Het hoogtepimt van het schooljaar. Zo is het voor de kinderen. Maar wie met de leiding belast is heeft er niet veel aan. Met zorg wordt door de onderwijzers vaak zo'n dag tegemoet gezien. De zorg, de verantwoordelijkheid is zo groot. Eigenlijk niet te dragen voor hem wie de leiding is toevertrouwd. Geen wonder, dat een zucht van verlichting wordt geslaakt wanneer 's avonds de te rugreis in goede welstand is volbracht. Een zijde van het maken van een school reis waarbij wel eens te weinig wordt stilgestaan. 't Zijn voor de leiders moeilijke ver antwoordelijke dagen. Waardering voor hen moge van de ouders wel gevraagd worden. De kinderen wordt het gaarne gegund. Daarvoor heeft men moeite, zorg en inspanning over. Jammer dat het maken van schoolreizen buiten alle proporties gaat groeien. Een dag is niet genoeg. Meerdere dagen, met overnach tingen tot zelfs uitstapjes van een week komen meer en meer in de mode. Het wil ons voorkomen dat daardoor het ka rakter van een schoolreisje verloren gaat. Over de finantiën spreken we niet. Maar een te zware last wordt ge laden op de schouders van de leiders. Maar die doen het zich zelf aan. Inder daad. Maar hier werken zoveel factoren. Tot zelfs concurrentie toe. Alleen de ouders moesten hier ingrij pen. En hun toestemming niet verlenen. Op die majiier worden de schoolreizen met recht een perikel van de tijd. Edoch de ouders hebben hier het eerste en het laatste woord. Dat ze het in het besef van hun verantwoordelijkheid ook spre ken. NIEUWSBLADEN EN TIJD SCHRIFTEN IN OOSTENRIJK De dienst der abonnementen op nieuws bladen en tijdschriften in het verkeer met Oostenrijk is hervat. Voor andere inlichtingen wende men zich tot het Post- en Telegraafkantoor te Utrecht, afd. Courantenzaken. In onze dorpsgemeenschappen staat de kerk in het middelpunt der be langstelling en met haar de plaatselijke predikant. Dat is een gelukkig v/erschijnsel in onze samenleving. Men is over het algemeen gelukkig nog waarheid-lievend en daarmee leraar-lievend. Dat bleek weer Zondagavond jl., toen Ds N. de Jong afscheid nam van.zijn gemeente. Zes en een half jaar heeft hij de Chr. Geref. Kerk te Middelharnis gediend. De kerk was. tot in alle hoeken gevuld; in de gangpaden mo,esten rijen stoelen worden bijgezet. Het was een afscheid zonder sensatie. Met goedvinden van de Kerkeraad waren geen uitnodigingen gezonden aan andere kerkgroepe- ringen, zodat na de predikatie geen lange toespraken volgden. Alles was ordelijk geregeld en verliep even vlot. Vóór de dienst aanving preludeerde de organist „Wie maar den Goeden God laat zorgen, en op Hem hoopt in 't bangst gevaar" van Georg Neumark. Het klonk sonfis wat klagend, maar aan het slot weer jubelend: ,,Wie steeds gelovig op Hem ziet, begeeft, verlaat Mij eeuwig nietv De gemeente zong bij de opening Ps. 119 7 en 25. Daarna sprak de leraar het votum en de zegen uit, las de 12 ar tikelen des geloofs en 1 Petr. 1 10 en ging voor in gebed. In zijn voorwoord zeide ZEerw., dat hij tegen deze laatste ure had opgezien. Bijna 6% jaar had hij met blijdschap, in rust en vrede de gemeente gediend. Tot roem van Gods genade mocht hij zeg gen, dat het in 's-Heeren gunst geweest was. Het scheiden viel hem zwaar. Toch wilde hij de harten niet week maken: niet wat men voor elkaar was en wat moest worden losgelaten wilde hij naar' voren brengen, maar veel meer wijzen op Hem Die boven alles staat en Die ook bij de wisseling der,omstandigheden, blijft tot in der eeuwigheid. In de maand Maart 1946 nam ZEerw. de herdersstaf in de gemeente op met een Woord uit het Evangelie van Jo hannes: „Zie het Lam Gods, dat de zon de der wereld wegneemt." Sedert dien had hij steeds de onnaspeurlijke rijkdom Christi mogen verkondigen. De zegen en de vloek had hij voorgesteld Christus als de enige weg ten leven, in al zijn ge pastheid, dierbaarheid en volkomenheid. Hoe hebt gij, oud en jong, daaronder verkeerd en welke vrucht heeft het afge worpen? vroeg spreker. Is dat Woord onder de bedauwing des H. Geestes ge weest een richtsnoer ten leven en heeft het een nauwere verbinding aan de ge zegende Christus teweeg gebracht? Wij allen ook ik zei spr. zullen naar dat Woord geoordeeld worden. Zo niet Christus' genadige bedekking over heel mijn bediening geweest ware, ik ver mocht niet te bestaan. Vrijmoedig durf de spr. te getuigen, dat hij op geen zand grond had gebouwd, en vrij was van hun bloed. De consienties zijner hoorders ge tuigen daarin mede. Niets anders had spr. gepredikt, dan Jezus Christus en Dien gekruisigd. Dat zou hij nu ook voor de laatste maal doen, om in Hem te eindigen. Te minder zullen wij de smart van het scheiden voelen, gebonden aan Hem met een band, die zelfs de dood niet kan beëindigen. ZEerw. nam tot afscheidstekst 1 Petr. 1 7a: „U dan die gelooft, is Hij dier baar." Het thema was: „Jezus de gelo vigen dierbaar," wat hij aan de hand van de volgende punten nader ontvouwde: I. Wie Hij is; II. Voor wie Hij dierbaar is" en ni Waarin Hij dierbaar is. Vooraf werd gezongen Ps. 103 9, 10 en 11. Het ligt niet in onze bedoeling deze weldoorwrochte predikatie woordelijk te verslaan. Van ieder punt slechts een en kel woord. I. Op de vraag „Wie Hij is" worden allerlei antwoorden gegeven. De een zegt een groot profeet, een ander een verlicht wijsgeer of een ideaal mens; of Hij wordt gebruikt in hun stelsel als een prediker van nieuwe ideeën, een ras echt democraat. Wie aan de mensen vraagt wie Hij is, komt bedrogen uit. Luisteren we liever naar het Woord Gods aldus spr., waar apostelen en pro feten worstelen met het woord om Zijn schoonheid uit te drukken. Woont niet al de volheid der genade en wijsheid in Hem? Sprak Paulus niet van de onna speurlijke rijkdom en gaat niet de breedte, lengte, diepte en hoogte van Christus onze kennis te boven? Lezen we niet: Niemand kent de Vader dan de Zoon en niemand de Zoon dan de Va der? Hij openbaart zich niet ten volle, maar genoegzaam tot zaligheid, als de Middelaar Gods en der mensen. Spreker ging na hoe de H. Schrift Zich over Hem uitdrukt en ook, hoe Hij Zichzelf noemt: het Brood des Levens, de goede Herder, de Alpha en Omega. Zo diep is die Naam van inhoud, dat Hij verlost van het grootste kwaad en brengt tot het hoogste goed. God was in Christus de wereld met Zichzelf ver zoenend en ook de toepasser van de za ligheid. Voor Zijn volk is hij alles, riep spr. uit, een God van volkomen zalig heid. II. Stilstaande bij de vraag voor wie Hij dierbaar is, kwam spr. tot het deel van de tekst: „U die gelooft." Die „U" is heel de gemeente des levenden Gods. Daaronder zijn de Rahabs en Manasse's, de Johannessen en Thomassen, de Ma ria's en Martha's. Het komt er op aan een levend lid van de gemeente des Hee- ren te zijn. Zijt gij dat, vroeg spr. Weet ge wat het kenmerk is? U, die gelooft! Het geloof scheidt de mensheid in tweeën: die gelooft zal hebben wordt za lig, wie niet gelooft verdoemd. Catech. Zondag 7, vr. 21. Wé,S.r geloof is opgeven alle goddeloos heid en vroomheid en zakken en zinken op de aangebrachte gerechtigheid van Christus. Het is doorleven van de stuk ken ellende, verlossing, dankbaarheid. Spr. waarschuwde het wezen des ge loofs niet met de verzekerende daad te verwarren. Daaruit besluit men vaak dat men geen gelovige is. In de ure der wedergeboorte wordt het geloof in het hart geplant en onmiddellijk werkzaam. Zo iemand gaat geloven dat hij een ver loren mens is, Gods gramschap dubbel waardig. Ze durven niet te zeggen, dat ze in Jezus geloven en toch gaat hun hart er naar uit als hij in al zijn gra- veerselen wordt voorgesteld. Dan krij gen ze te geloven dat Hij het is, door Wien ze weer in een verzoende betrek king met God kunnen geraken. Rust niet, voor ge dat geloof bezit riep spr. uit, anders is uw geloof een dood ge loof. III. Komende tot de vraag waarin Hij dierbaar is antwoordde spr.: in Zijn eeuwige Borgtocht. Hij presenteerde Zich den Vader in de eeuwigheid: Zie Ik kom. Ik zal de prijs betalen. Uw deug den opluisteren, Uw wet vervullen, op dat mijn volk eeuwig zalig zij. Daarin is Christus dierbaar, Hij gaf Zich toen zij nog vijanden waren, nog wandelden op de brede weg. Hij toch deed het sla- venkleed om de schouders, leed smaad en smart, was van God verlaten opdat Zijn volk nimmer van God verlaten zou worden. Dierbaar is hij in al zijn gele dingen, van de kribbe naar het kruis, in zijn opstanding, hemelvaart, zitten ter rechterhand Gods en in Zijn verheerlij king. Dierbaar is Hij als Profeet, Pries ter en Koning wat spr. nader ontvouw de. Dierbaar is Hij de gelovigen in het stervensuur, waar hij hun sterfbed in een rozenbed verandert en hen door de doodsrivier de eeuwige Godsstad binnen draagt. Tn de toepassing, na het zingen van Ps. 89 8 stelde ZEerw. de vraag of ouden en jongen nu deze Christus dier baar was. Hij separeerde wat het zeggen wil Hem niet te kennen en hoe volzalig het is deel aan Hem te hebben. Hoe ge lukkig het volk, wetend in bewustheid des geloofs, dat Hij die dierbare profeet, priester en koning van hen is. Jezus, Je zus onze glorie, van nu aan tot in eeuwig heid! Hoe vaak ging de hemel boven ons open als wij Hem U mochten prediken zei spr., wat een verkwikking als wij samen aan de Avondsmaalstafel zijn dood mochten verkondigen. Hij, vlees van ons vlees, onze Bloedbruidegom! Hij is blank en rood, Hij draagt de banier bo ven tienduizenden! Toespraken: Na de predikatie sprak de scheidende leraar de broeders kerkeraad aan. In de 6% jaar is er veel gepasseerd in onze kring zei spr., er zijn er opgeroepen, die nu reeds juichen voor Gods Troon. Ver scheuring, moeite noch twist was er on der ons. Wij dienden onder en met U in blijdschap. Spr. bracht hartelijk dank voor de toegenegenheid, ook, dat dit afscheid in alle stilte, zonder uitno digingen aan diverse instanties, hun goedvinden had. Spr. wUde dit afscheid in alle eenvoud, zonder sensatie. Hij bad hen toe, dat zij met de geest der genade en wijsheid mochten worden bedeeld, vooral nu de gemeente vacant werd. Vervolgens sprak hij tot de koster en zijn vrouw en tot de onderscheiden ver enigingen, van de laatste waarvan hij in een aparte ure afscheid had genomen. Zijn catechisanten, met wie hij menig uur had doorgebracht om hen in de leer der zaligheid te onderwijzen bad hij toe, dat zij bij de eenvoudigheid der Waar heid zouden bewaard blijven. Tenslotte sprak spr. voor de laatste maal als herder en leraar zijn gemeente toe. De Heere bouwe U op het funda- ment der Apostelen en profeten, waar van Jezus Christus de uiterste hoek steen is, zei spr. Zijn Geest wone rijkelijk in en onder U en hij wenste hen toe, dat zij bewaard zouden worden voor twist en de band der liefde zou blijven be waard. Hartelijk bracht hij dank voor al les wat de gemeente voor hem en zijn gezin geweest was. Al scheiden wij, ver geten doen we elkander nooit! Ben leraar had hem toegevoegd, dat hij wel een zonneklnd geweest was in de ambtelijke bediening te Middelharnis. Hij beaamde dat ten volle. Wel vervulde smart en droefenis zijn ziel, wat hem te wachten stond, wist hij niet. Wel wist hij,, dat hem hier veel liefelijks en goeds wedervaren was. Zijn laatste woord was: „Vaart wel! Vaart voor eeuwig wel! Amen ja Amen." Ouderling A. Driesse sprak namens kerkeraad en gemeente een kort wooi'd. Hij herinnerde er aan hoe Ds de Jong 21 Maart 1946 zijn ambtelijk werk aan vaardde met de reeds genoemde tekst: „Zie het Lam Gods". Al die tijd is die heerlijke Persoon onder ons verkondigd en daarmee ook het dienstwerk beëin digd. U waart zei spr. in goed gezelschap, de Profeten en Apostelen deden dit ook. De Heere deed iets van de vruchten er varen, niet alles, opdat we niet moede loos en anderzijds te hoogmoedig zouden worden. Wat zal het in de eeuwigheid meevallen, als ten volle kan worden uit- gewonderd de heerlijke genade Gods! Spr. zegde hartelijk dank voor de arbeid waarbij hij de wens uitdrukte, dat de Heere het met Zijn zegen zou bekronen. Kerkeraad en gemeente hoopte, dat het Vertrek naar Katwijk zijn mocht in de gunste Gods. Mevrouw de Jong dankte hij voor al de arbeid verricht, ook als Presidente van de Vrouwenvereniging voor het werk onder de armen. De jonge orga nist Jan de Jong, die muzikale gaven had ontplooid, bad hij toe bedeeld te mo gen zijn met dezelfde gaven als de har- penist David, n.l. de kinderlijke vreze Gods. Tot de gemeente zei spr., dat de Le raar nu ging scheiden, maar de Koning Zijner kerk bleef. Bidt voor de raad der kerk, maande spr., wij hopen het voor U te doen. Het gebed is de sleutel ten hemel. Spr. haalde aan dat Ds Daan Bakker (Kruisgemeenten) 70 80 jaar geleden geen zin had om in Stad te pre diken. De godvrezende Chris je Borg- dorff werd dit zo op gebonden, dat Ds Daan Bakker uit Zeeland kwam, om te Stad het Woord te verkondigen. Hieruit bleek, dat het gebed veel vermag en hij beval de raad der kerk in hun voorbede aan. Tenslotte gaf spr. de gemeente op staande te zingen het laatste vers uit de Avondzang, waarvan hij hoopte dat deze bede aanleiding zou zijn, dat de do mino en zijn gezin gemakkelijk kon ver trekken en wij aldus spr., gemakkelijk hier blijven. Het was een ontroerende bede: ,,0 Vader, dat Uw liefde ons blijk", waar van de slotregel eindigde in het soli deo gloria: „Drieënig God, U zij al d' eer!" De slotzsmg was Ps. 122 3, waarna Ds de Jong voor de laatste maal als predikant van de gemeente Middelhar nis de zegen op de gemeente legde. De gehele gemeente maakte van de gelegenheid gebruik om Ds en Mevr. de Jong aan de uitgang van de kerk ten afscheid de hand te drukken. CENTRALE VEILING MIDDELHAKNIS VeUing van Vrijdag 18 JuU 1952 Eigenheimers 10.10—11.20; Blauw- putjes 11.20—11.30; Sla A 8.—10.— Tomaten 35.45.Dubbele princes- sen 20.30.Gele. Savoye kool 6. 7.Rode kool 6.7.Komkom mers A 20.-21.-; id. B 16.—17.— id. C 13.Stoksnijbonen ë2.N. H. Suikerperen 24.28.Yellow Transparante 13.^27.Rode bessen 30.36.—; Perziken 6.15.—; Fram- bosen 167.f— Het kerkorgel van Middelharnis heeft de laatste maanden wel zeer de aan dacht getrokken. Velen zullen de berich ten aangaande bouw en ingebruikne ming met belangstelling gevolgd hebben Dat ook voorheen de inwijding van een kerkorgel voor een dorp een gebeurtenis was, die velen boeide, bewijst ons het hier volgende verslag betreffende het in gebruik nemen van het org'el in de kerk te Sommelsdljk op 8 December 1775. „De Heer Hoobius de Kryger, in leven Bailluw, Dykgraaf en Rentmeester de zer plaats, geboren te Brouwershaven, den 10 Octob. 1696, en hier overleden den 26 Sept. 1772, by deszelfs uiterste wille, buiten andere importante Legaten, ook gemaakt hebbende aan de Kerk de zer plaats, vyftien duizend guldens Hol lands; specialyk omme te dienen tot het maken, stellen en onderhouden van een Orgel in deze ruime en cieriyfee Kerk welk Legaat (zo als 't legt), door den Hoog Ed. Welgeb. Ambagts Heer en Ma- giestraat dezer plaats, ten behoeve van de Kerk geaccepteert zynde, is vervol gens (na de uitgedrukte begeerte van dien gunstigen maaker) met communi catie, overleg en goedkeuring van den Heer W. G. Aitema, wonende te Zierik- zee, als Executeur van voorzeide uiter ste wiUe, het gedagte Orgel, (bestaande in een groot Manuaal, Rug Positief en Pedaal; en daar in saamen 25, zo heele als halve Registers) besteet en als minstverlaaters te maaken aangenomen, te weeten, het Orgelwerk bij Jacobus Robbers, gerenomeert Orgelmaaker te Rotterdam, en 't Timmerwerk by Jan Kabos, Timmermans-Baas te SommeJs- 'dijk. „Stigtendie Redevoering" Dees hun werk hoffelyk hebbende vol- bragt, en het Orgel cierlyk geschilderd zynde, door Jan Roodius, Schilder te Zierikzee, is op den 7 December 1775 geëxamineert, en aan den bestekke vol doende gevonden, door de voomaame Muziek-kenneren P. A. van Hagen, Or ganist in de groote Kerk te Rotterdam, J. M. Heinricks, Organist in de groote Kerk tot Goes, en Jan Robbers, Orga nist in de Fransche Kerk te Rotterdam, en den naastvolgenden dag, tot gebruik bij den publieken Godsdienst ingewyd, door onze geliefden Leeraar, D(s) Joan nes Molentiel, met een treffelyke en stigtende Redevoering, over het vrolyke ..groenten - fruit conserven: In de winter van het vorig Jaar vroeg in Canada een der Parlementsleden aan de Minister voor de Immigratie of hij enkele immigranten kon helpen, die ge strand waren. De Minister antwoordde dat deze personen naar Canada waren gekomen zonder dat vast stond dat er voor hen werk zou zijn. Hoewel de rege ring geen verantwoording kon aanvaar den voor emigranten die op goed geluk het land binnenkomen, zou hij toch het mogelijke doen de gestranden aan werk te helpen. De betrokken immigranten waren in dit geval Engelsen; uit het voorval blijkt echter wel dat het voor immigranten die 's winters het land binnenkomen niet gemakkelijijk is om werk te vinden, met name in de landbouw. De bedrijvigheid op de Canadese boerderijen begint in het voorjaar. Om moeilijkheden als boven genoemde te vermijden, dient het ver trek der emigranten dus in de eerste maanden van het jaar, d.w.z. in het vroe ge voorjaar, plaats te vinden. Zowel van Nederlandse als van Canadese zijde wordt al het mogelijke gedaan om dit te bereiken, maar het spreekt vanzelf dat er met het oog op de plaatsing der emigranten nog veel werk verzet moet worden, hetgeen een tijdige aanmelding vereist. Het zal voor velen op dit ogenblik, nu het hoog-seizoen is in het landbouwbe drijf, misschien niet gemakkelijk zijn om zich voor aanmelding vrij te maken. Toch is het beslist noodzakelijk dat zij die enige zekerheid willen hebben dat zij in 1953 kunnen vertrekken, hiertoe het werk een ogenblik onderbreken, daar aanvragen voor emigratie naar Canada, die na September a.s. worden ingediend, niet meer in behandeling genomen kun nen worden. Het is daarom dringend aan te raden, zich zo spoedig mogelijk, lie ver nog vandaag dan morgen, aan te melden. van den waaren Godsdienst, ter weder legging van de Dweeperse denkbeelden van ongeloof en bijgeloof, toonende dat den Dienst Gods zo aangenaam is, dat ze na vereisch van waardigheid en vro- lykheid, niet genoeg door keel en stem van zelfs Engelsen en alle levendige en levenloze schepselen te hulp, dat nog niet af kunnen, daarom ook gepast ge bruik moest maken, van de door God den mensch geleerde en begimstigde konst, in 't vervaardigen en gebruiken van zelfs Engelen en alle levendige en waardige des Heeren en vrolyke van zynen Dienst, meer helpen vertoonen, na den CXLVIII en CL Psalm, daar zyn Wel Eerw. zich byzonder bepaalde by het loven van God, met het Orgel; wor dende door onzen organist P. J. de Za ger, geduurende het van alle zyden sa- menvloeijen van een groote meenigte hoorderen, op 't Orgel gespeeld, ook vervolgens 't Voorzang Ps XCVIH: la, 2b, 3, 4e tusschen beide het Gebed voor de Predicatie, en tot Na-gezang Ps CL wordende na 't eeindigen van den State- lyken Godsdienst, het gehoor gestreeld door een keurlyk Muziek, geëxecuteert door den genoemden Organist Robbers." Orgel verblraii^ Erg lang heeft de gemeente geen ge noegen van dit orgel beleefd. Bij de he vige brand van 23 September 1799 wer den kerk en toren totaal verwoest en daardoor ging ook het instrument ver* loren. Men bouwde de kerk weer op, doch nadat deze in 1807 in gebruik was ge nomen, duurde het tot 17 Januari 1821 eer de gemeente onder orgelbegeleiding haar psalmen weder kon aanheffen. Ds Molentiel die zulk een „treffelyke en stigtende Redevoering" had gehou den, nam reeds in Augustus 1776 een be roep aan naar Amemuiden. Hij had, na een korte ambtsperiode te Goedereede, 23 jaar te Sommelsdtjk gestaan. De ge meente bleek aan hem gehecht te zijn; bij gelegenheid van zijn vertrek ver klaarde men, dat ds Molentiel „tot onze smerten" de gemeente verliet. Tot 1793 diende ds Molentiel de gemeente van Amemuiden. Toen stierf hij, betreurd door vele ouderen uit Sommelsdljk. Op het ogenblik wordeü op verschei dene plaatsen in het land opvallend veel vlinders van het grote koolwitje waar genomen, terwijl op verschillende soor ten kool reeds eieren worden afgezet. Uit deze eieren ontwikKÖIèa.-zieh rupsen, die grote gaten in de bladeren van deze koolsoorten vreten, zodat na een ernsti ge aantasting alleen de nerven overblij ven. Na de massale vlucht van koolwit- vlinders moet men rekening houden met het plaatselijk optreden van talrijke koolrupsen, zodat het gewenst is zo no dig tijdig tot het uitvoeren van bestrij dingsmaatregelen over te gaan. De Plantenziektenkundige Dienst deelt mede, dat de desbetreffende koolrupsen goed zijn te bestrijden door tijdig de koolplanten te bestuiven of te bespuiten met een DDT- of met een rotenon-be- vattend middel in de gebruikelijke sterk ten. Indien het preparaat geen uitvloeier bevat, dient deze aan de spuitvloeistof te worden toegevoegd, teneinde een betere bevochtiging van de koolplanten te ver krijgen. Aangezien de rupsen van het koot- witje zich ook aan de onderzijde van de bladeren' bevinden, moet bij het bespui ten of bestuiven ook de onderkant van de bladeren goed worden geraakt. Het is gewenst 'de bespuitingen of be stuivingen tijdig uit te voeren, voordat belangrijke schade is aangericht. De Wet bestrijding tuberculose onder het rundvee is met ingang Van 13 Juli jl. van kracht geworden. Hiermee is het Besluit bestrijding tuberculose onder het rundvee in 1943 vervallen, terwijl tevens is voorzien in de leemten die in de prac- tijk in laatstgenoemde bezettingsrege ling zijn gebleken. De nieuwe wet regelt o.m. de positie van de provinciale gezondheidsdiensten in het bestrijdingsbestel, terwijl voorts voorschriften worden gegeven met be trekking tot de handel in rundvee. Ten slotte wordt op basis van de wet aan de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening de bevoegdheid ge geven, na overleg njetd€),^tichtii^g,;vpor de Landbouw, voorschriften te geven voor het gehele land of voor bepaalde gebieden, die strekken ter bevordering van de sanering van rundveebeslagen ea tot bescherming tegen besmetting van tuberculose- of reactievrije rundveebe slagen en gebieden.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1952 | | pagina 1