Hoe onze electriciteitsvooirziening reilt en zeilt r Het laantje van Middelhamis Ook al klachten, en Flakkee dan? FURÖt 25ste Jaargang CHK. WEEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN De ÈMGO in ruim 20 jaar een goed gefundeerd bedrijf Ten behoeve van de stroomver bruikers incasseerde men een verlies Kaptein mobylette Model met velgremmen f 416.compleet Model met zware remnaaf f 430.compleet Fa. WITVLIET - MIDDELHARNIS - TELEF. 73 Zondagsdiensten Artsen. Hoe het vroeger was V„ MEDITATIE „Waarom was 'top mij gemunt?" Zaterdag 12 Juli 1952 No. 2131 RedactiebureauPr. HENDRIKSTRAAT 14, MIDDELHARNIS TELEFOON 17 GIRO 167930 POSTBOX 8 TELEFOON DRUKKERIJ 19 Verschijnt tweemaal per week. Woensdag en Zaterdag ABONNEMENTSPRIJS: f 1.70 PER KWARTAAL ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm. Bij contract speciaal tarief. Het jaarverslag van de A.N.W.B. is in mineur gesteld ten opzichte van het Rijk en zijn gevoerd verkeersbeleid. Het ver slag spreekt van overmatige en onrede lijke lasten die het verkeer worden op gelegd vergeleken met andere vervoers takken. Wegenaanleg en wegenverbetering staan in wanverhouding ten opzichte van de opgelegde lasten. In het verslag van de A.N.W.B. wor den cijfers gegeven om dat beklag te rechtvaardigen. In 1939 eisten de belas tingen van het verkeer een bedrag van 64,7 millioen gulden. In 1951 was dit hoge bedrag zelfs gestegen tot meer dan 214 milloen gulden, waaruit blijkt dat het tegenover een bedrag van 159,1 mil lioen in 1950 in een jaar tijds met ruim M millioen gulden is gestegen. En wat is voor wegenaanleg en verbetering uit gegeven. In 1939 ongeveer 37 millioen gulden. In 1951 rond 48 millioen gulden. Een slecht figuur tegenover 1939 als we in aanmerking nemen dat de kosten in 1951 zeker 300 procent zijn gestegen. Om tot een gelijkmatige verhouding in 1951 te komen zou dus in 1951 117 mil lioen gulden uitgegeven' moeten zijn. Het uitgegeven bedrag is slechts 48 millioen, zodat we slechts kunnen komen tot eén percentage van ongeveer 41 pro cent. In 1951 heeft men dus naar de maatstaf van 1939 slechts 41% uitgege ven voor wegen. Blijkens het verslag heeft men over de jaren 1946 tot en met 1951 dus over 6 jaren 520 millioen gul den meer aan belasting opgebracht dan aan de wegen is besteed. Een oneven redig zware last heeft men het verkeer laten opbrengen. Wat de belasting van de verschillende soorten motorrijtuigen aangaat vermeldt het verslag nog het volgende. Bij aan koop, zonder dat nog één km van de wegen is gebruikt moet reeds 47% "van de inkoopsom aan belasting worden be taald van personenauto's en motorrijwie len. Voor vrachtauto's en autobussen is dit ruim 28 procent. Op de benzine be taalt men 53% belasting, zodat men re kent dat van elke 4 5 km die gereden wordt er één gereden moet worden ten bate van de schatkist. Bij dieselmotor rijtuigen wordt dit berekend op iedere zes km een km ten bate van de schat kist. Een zaak van geheel andere aard snijdt het verslag van de A.N.W.B. aan wanneer het het heeft over de veilig heid van het verkeer. In het verslag wordt geconstateerd, dat talrijke door de bond gedane voor stellen ter verbetering van gevaarlijke wegsituaties weliswaar de volledige in stemming hebben van de betrokken wegbeherende instanties, maar dat hun de middelen ontbreken om deze instem ming te effecteren. Maar dan is het ook zinloos om ach en wee te roepen over 't steeds toenemend aantal verkeersonge lukken, waarvan de materiële kosten, ongeacht het menselijk leed, op een be drag van 90 ioO millioen gld kunnen worden geraamd. Met een jaarlijks be schikbaar te stellen bedrag van tien millioen gulden, kunnen al die voorzie ningen worden getroffen, die nodig zijn om gevaarlijke verkeerssituaties te ver beteren. Voorwaar een rentebrief, waar over naar onze smaak niet lang gepraat behoeft te worden, zo concludeert het verslag van de A.N.W.B. De A.N.W.B. is dus allesbehalve te vreden. En dat is geen wonder. Het verkeer betaalde in 1951 ruim 214 millioen aan belasting. Daarvan kwam sjechts ongeveer 48 millioen ten goede aan wegenaanleg en wegenverbetering. Dat is slechts zoiets van 22 23 procent. Of de verschillende belastingen die het verkeer drukken ook van grote beteke nis zijn voor de schatkist! Ondertussen een povere zaak;' Maar goed, men krijgt dan toch nog wat van zijn belastingen terug in de vorm van wegenaanleg en wegenverbetering. Op Flakkee is dat heel wat minder. Daar krflgt men zogoed als niets. Er zijn geen rijkswegen en het beheer en de fi nanciering van de Rijkswerken, zoals de haven valt ten opzichte van de geïnde belasting in het niet. Komt er een goe de provinciale weg, dan moet de locali- teit geweldige sommen opbrengen. Flakkee profiteert er al heel weinig van. Hoe vele millioenen heeft Flakkee in de loop der jaren niet opgebracht voor het verkeer? En wat krijgt Flakkee terug? Enige subsidies om een boot op te lappen en enige meerdere, maar totaal onvoldoende, vervoerscapaciteit te ver schaffen. En dan nog onder het betalen van garanties. Neen, Flakkee komt er wel bekaaid af. Het vasteland krijgt goede wegen. Welaan laat het Rijk dan ook zorgen dat de wegverlenging, d.i. een brug ook door het Rijk wordt betaald. Aan een duur te passeren brug heeft Flakkee niet genoeg. Het Rijk heeft ba ten genoeg gehaald uit Flakkee. Dat het Rijk nu ook zorge voor een brug! Daar heeft Flakkee recht op! Het verkeer brengt genoeg op. 214 millioen gulden aan belastingen, waaraan Flakkee ook dapper meebetaalt. Het geeft ons eiland genoegzaam aanspraak op een brug. «Het Rflk zorgt voor een brug". Dat moet het parool voor Flakkee zijn. Een boot oplappen, niet eens een nieuwe, een tweede in de vaart brengen, garan ties stellen etc. van dat aUes moest geen sprake zijn. Het verkeer zorgt voor ge noeg muloenen. Daar draagt Flakkee genoeg aan bij. Dus Flakkee een brug van en door het Rijk. Zonder dure tolrechten. We aanvaarden de electriciteit in onze huizen, in onze bedrijven en op straat de lantaarns als iets vanzelfsprekends, ook op ons eiland. En natuurlijk be hoort de electriciteit bij deze moderne tijd en even natuurlijk is het, dat Flak kee er zijn goede deel in heeft gekregen. Maar als het bezit eenmaal verworven is vergeet men meestal zo heel gemakkelijk met welke moeiten en zorgen dat bezit er gekomen is. En dat geldt beslist ook voor de totstandkoming van de electriciteit hier. We letten er al niet meer op, dat in Oost-Flakkee nog niet eens drie jaar geleden de stroom werd binnengeleid en dat het centrum en Westen van ons eiland er toch ook nog maar vrij kort want wat is twintig jaar! over beschikken. We maken alleen maar een nuttig gebruik van de diensten, die de openbare nutsbedrijven EMGO en EBOF ons leveren. Zo is het wel eens goed om nader het een en ander te vernemen omtrent de gang van zaken bij deze bedrijven. Een gerede aanleiding daarvoor vormen de jaarversla gen, welke men ons met bereidwilligheid ter inzage gaf en waaruit wij al direct naar voren kunnen brengen, dat beide distributiebedrijven floreren, hetgeen vooral terzake het EBOF met ingenomenheid begroet zal worden, pij de op richting van het EBOF heeft men zich ernstige zorgen gemaakt over de exploi- tatiemogeljjkheden en nu blijkt men al zover, dat na een tweetal moeilijke jaren een tijd in het verschiet komt met sluitende rekeningen! Dat heeft men te danken aan het boven verwachting grote aantal aansluitingen, dat op 1 Ju ni j.l. reeds tot 2344 was gestegen, terwijl men indertijd op hoogstens 1500 heeft durven rekenen. De N.V. EMGO werd op 14 April 1930 opgericht met een kapitaal van 200.000 gld, waarvan de gemeenten-aandeelhoud- sters 20.000 gld. volstortten. Dat was in een goedkope tijd, althans gerekend naar de waarden van goederen in guldens. De EMGO heeft indertijd heel wat min der voor materialen enz. behoeven te be talen dan het EBOF later. En het EBOF heeft ook nog geboft, want sinds de aansluitingen in Oost-Flakkee tot stand kwamen is het koper een der belang rijkste „grondstoffen" voor de eleoti'ici- teitsbedrijven gestegen van .f 1.95 tot 5.75 per eenheid. Maar toen de EMGO begon was .het geld minstens zo duur als nu en vermoedelijk nog duurder. Vandaar dat het toen zo heel langzaam gegaan is met de aansluitingen, zodat men zelfs reclame moest maken om de mensen tot aansluiten te bewegen; men heriimert zich nog wel de aantrekkelijke tarieven, die men in het leven riep om ook de kleine man tot electriciteitsge- bruiker te maken'. Moeizaam is mon vooruit gekomen; maar in ieder geval vooruit en thans kan van de EMGO ge zegd worden, dat zij flink in het zadel zit. Er zijn nu dus in het Midden- en West-Flakkee bijna 6000 aansluitin gen, hetgeen neerkomt op ruim 26 per 100 inwoners, die gemiddeld 229,4 kWh per jaar aan electriciteit gebruiken. De totale lengte van het hoogspan ningsnet van de EMGO is 63.206 meter, het laagspanningsnet is 139.807 meter lang, waarvan 64.576 voor ondergrondse en 61.677 meter voor bovengrondse aan sluitingen en 3187 ondergronds, bene vens 9867 bovengronds voor straatver lichting. Er zijn in dit gebied niet min der dan 41 transformatoren in gebruik. Ook voor krachtgebruikers is de EMGO natuurlijk zeer belangrijk. Per 1 Mei '51 waren er geplaatst 355 motoren voor in dustriële en 178 voor landbouwdoelein den, die in totaal 2524 P.K. kunnen le veren. De laatste gemeente, die voor de straat verlichting van gas op electriciteit over ging, was Dirksland en wel op 25 Oc tober 1950. In het verslag over 1 Mei 1950 tot 1 Mei 1951 wordt dit een zeer druk jaar genoemd. Er werd, naast aan uitbrei dingen voor de EMGO zelf, hard gewerkt aan de electrificatie van Oost-Flakkee. Het verbruik van electriciteit neemt nog steeds toe. De inkoop van het G.E.B, te Dordrecht bedroeg 6.674.475 kWh tegen 5.010.600 kWh in het voorgaande boek jaar of 1.663.875 kWh meer. Hiervan werd doorgeleverd aan. het EBOF 1 mil lioen 15.883 kWh en de verkoop bedroeg 5.073.568 kWh tegen 4.201.082 kWh in het voorgaande jaar of 872.486 kWh meer! Zijnde dit een vooruitgang van plm 20% procent. In 19491950 had de vooruitgang ten opzichte van het jaar 1948 „maar" 16 procent bedragen. Noodzaak van tariefsverhoging. Maarover 19501951 werd een verlies geleden van 10.028 gld.! En in het jaar daarvoor was het verlies zelfs 25.980 gld. Hierdoor bleek tariefsverho ging noodzakelijk en de reeds bestaande tijdelijke toeslagen op de tarieven voor stroom en meterhuur werden verhoogd van 10 tot 25 procent. Het directoraat- generaal van handel en nijverheid ver leende toestemming tot deze verhoging met ingang van 1 Januari 1951, maar de algemene vergadering van aandeelhou ders besloot de verhoging pas te doen ingaan op 1 Maart overwegende dat het niet juist was deze verhoging gedeel telijk met terugwerkende kracht te doen ingaaji, aangezien reeds een gröbt deel van de opname-periode Januari-Februari was verstreken, daarbij het risico van een klein verliessaldo aanvaardende. Hetgeen dan ook gekomen is, want als de verhoging op 1 Januari van kracht was geworden zou er geen verlies ge leden zijn. Gelukkig dat men voor dit en het voorgaande verlies kon putten uit de in vroeger jaren gekweekte reserve. Het bedrijf heeft dus geen schade gele den en de electriciteitsgebruikers ha,d- den een voordeeltje. Omzet nam toe, meöfS door de EBOF. De omzet is belangrijk toegenomen, ook indien de doorlevering aan het EBOF waaraan de EMGO niets ver dient I buiten beschouwing wordt ge laten. De inkoopkosten zijn per inge kocht kWh in geringe mate gedaald, ondanks de stijgende kolentoeslag. De kosten per verkocht kWh zijn meer ge daald onder invloed van een verbeterd stroomverlies-percentage, maar deze gunstige f actor werd geheel teniet ge daan door een daling van de gemiddelde opbrengst per kWh als gevolg van een relatief hogere stroomverkoop tegen vastrechttarief. De bruto winstmarge per verkocht kWh daalde van 2,94 et tot 2,91 et. De toegenomen omzet deed evenwel de brutomarge rond 24.400 gld stijgen, waaruit de verbetering in het totaalresultaat te verklaren is. Helaas liet in het verslagjaar de stroom- levering nog veel te wensen over. Het stroomleverend bedrijf leverde een veel te lage spanning, maar ook werden de voedingskabels door Hoeksche Waard dermate ovefbelast, dat herhaaldelijk storingen voorkwamen. Op 13 Januari rekend. Gedurende de overgangstijd ver goedt het EBOF 12.000 gld. 's jaars voor algemene kosten. De EMGO heeft het recht de aangelegde netten en andere eigendommen tegen boekwaarde over te nemen en de 5 gemeenten van Oost- Flakkee treden in dat geval op gelijke voet als de overige reeds toegetreden gemeenten tot de N.V. toe. Dat zijn dus moedgevende vooruitzichten. Een tikje onaangenaam was, dat het verlies van het EBOF, dat men op 25.847 gld. be grootte over de periode 1 Nov. '48 tot 30 April 1950, op 29. 595 gld. terecht kwam. Maar een gelukkige omstandig heid was dat de materialen voor de bouw der netten tijdig waren besteld en dat de aanlag bevredigend is verlopen. Het aantal aangesloten percelen overtreft ver de verwachtingen en dit gevoegd bij andere hoopgevende aspecten wettigt het vermoeden dat men de ^oekomst op timistisch kan tegemoet zien. Trouwens in het tweede boekjaar daalde het ver lies al tot 14.097 gld. en dit, nadat 22.088 op de aanleg was afgeschreven. De baten waren in dat tweede boekjaar bijna 16.000 gld. hoger dan begroot. Zo gaat de groei van dit bedrijf boven verwachting. Reeds moest een boven gronds net langs de Galatheesedijk wor den gelegd, omdat de destijds door de Duitsers aïgebroken boerderijen alle werden herbouwd. Fa. Van Rumpt werd aangesloten op het hoogspanningsnet, omdat deze machinefabriek te groot werd voor het laagspanningsnet. En vele buitenboeren laten op eigen kosten hun boerderijen aansluiten op de laagspan- ningsnetten. Door de EMGO werd in rekening ge bracht 896.618 ksWh 1% et of 15.690,82 gld. en 119.265 kWh a 1% et of 1.490,82 gld. Hierbij kwam de kapitale kolentoe- slag van 24.945,55 gld en de maximale belasting tot een bedrag van 17.500 dus in totaal 59,627,19. In Oost-Flakkee waren per 1 Mei '51 geplaatst 44 motoren voor landbouw doeleinden en 48 voor industrie met een gezamenlijk vermogen van 291 PK. Men beschikt over 14 transformatoren. De lengte v. h. hoogspanningsnet is 30.199 Gebruikt slechts 600/(, van zijn kracht Lange levensduur if Loopt meer dan 35000 km zonder revisie if Leverbaar met verende voorvork if Ook leverbaar op betalingsvoor waarden kon evenwel een nieuwe kabel proviso risch worden aangesloten en sinds die datum behoren grote storingen tot het verleden. De bovengrondse netten in Ouddorp werden geleidelijk verbeterd, evenals de laagspanningskabels in Stellendam ver zwaard en vernieuwd. Het totaal verschuldigde bedrag voor, stroominkoop bedroeg inclusief maxima le belasting, kolentoeslag en kabelhuur 357.365 gld. of 93.015 gld. meer dan in 1949—1950. De door het G.E.B. Dordrecht in reke ning gebrachte kolentoeslag bedroeg in 1950—1951 niet minder dan 163.189,54 en in het voorgaande jaar 111.642,97 gld, een stijging dus van 51.546,57. Wel res pectabele bedragen! Bij het op stapel zetten van het EBOF heeft men zeer verstandig! met de mogelijkheid en wenselijkheid reke ning gehouden dat te zijner tijd dit dis^ tributiebedrijf met de EMGO zal kim- nen versmelten. Dat ziet men al direct als men de voorpagina's der jaarversla gen van deze zusters naast elkaar legt: bij beide loopt het boekjaar van 1 Mei tot 30 April. En ook met allerlei andere zaken is op de fusie gerekend. Indien de tijd daarvoor rijp is zal de versmelting volkomen geruisloos kunnen verlopen. Op het ogenblik is men nog niet zover. Aan zo'n fusie zitten natuurlijk finan ciële consequeüties en er .is dan nogal wat nodig om de partijen zodanig tot elkaar te brengen, dat geen van beide zich opgeofferd gevoelt. Overigens pleit alles voor het samengaan: de admini stratie wordt vereenvoudigd, het bestuur eveens, kortom men behoeft één zaak niet in tweeën gedeeld te houden, zoals nu feitelijk het geval is. Te verwachten is, dat vooral uit Oost-Flakkee sterke drang op totstandkomen van de fusie zal worden uitgeoefend. Het EBOF staat er best voor! In ieder geval staat het er met het EBOF, zoals wij hierboven al schreven behoorlijk voor. De EMGO levert haar de stroom tegen inkoopsprgs (laagste tarief trap). De administratie wordt door de EMGO verzorgd, waarbij alle kosten, die rechtstreeks ten behoeve van het EBOF gemaakt worden, worden doorbe- m. van het laapspanningsnet 34.091 m. ondergronds en 41.180 m. bovengronds. Voor de aanleg van heog- en laag spanningsnet, transformator-stations, aansluitingen, telefoonnet, straatver lichting, enz., kortom de gehele instal latie van Oost-Flakkee heeft een bedrag gevorderd van 1.268.694,21. Nog geen tariefsverhoging In 't zioht. Uit het nevenvermelde gunstige ver loop van zaken bij' de twee Plakkeese electriciteitsbedrijven mogen de gebrui kers van electra helaas niet opmaken, dat men verlaging van tarieven zal krij gen. Integendeel! Er hangt altijd nog een ministeriële beschikking in de lucht, volgens welke verhoogd moet worden met maximaal 25% van het tegenwoor dige tarief, waarbij echter een primair verbruik van 240 kWh per jaar even tueel 20 kWh per maand vrij blijft. Gelukkig is dit nog een zwevende zaak in verband met allerlei consequenties, o.a. van administratie, die er aan vastzitten. (Zie voor vervolg pag. 2 Ie kolom) Bij Eonnebrand, doorzit ten, schrijnen, smetten Van Zaterdag 12 Juli v.m. 12 uur t.m. Maandag 14 Jnli v.m. 9 uur. Mid'deUiarnis-Sommelsdiy k Afwezig de artsen P. Knöps, C. F. Arends en J. J. Wieringa. Voor spoed gevallen Tj. Kuipers, arts. Tel. 240, Sommelsdijk. Dirksland-Herlóngen-Melissant Afwezig B. Elvé, arts. Voor spoedge vallen G. Huisman, arts, Telef. 1512, Melissant en Dr P. Boot, Tel. 127. Oost-Flabkee: Afwezig de artsen E. Bouman, G. J. Euth en P. C. J. Voogd. Voor spoedgevallen C. iW. Kramers, arts. Tel. 42, Ooltgensplaat en P. J. de Man, arts. Tel. 20, Nieuwe Tonge. Onderstaande foto is een reproductie van het beroemde „Laantje van Middelhamis" van de schilder M. Hobtaema. Het stuk stelt voor de weg uitlopende op de Stenenweg naar Middelhamis. Links, op de achtergrond ziet men het dorp met toren, toen nog met spits, die er in 1811 op last van Napoleon is afgehaald voor de plaatsing van een seintoestel of Se maphore. De weg is aan weerszijden beplant met hoge bomen waarvan alle takken zijn weggesnoeid en die alleen in de top een pluim vertonen. Rechts staat een oude meestoof, die reeds lang geleden is afgebrokent Beproidiuctie schilderij M. Hobltema. Anno 1689. Aan dit schilderstuk van Hobbema (naar wie nog een straat in Middel hamis is vernoemd) is een hele ge schiedenis verbonden. Tn 1782 is het bij publieke verkoping van de inboe del van de overleden secretaris van Sommelsdijk, Theodorus Kruislander voor 25.gekocht en door de ge zamenlijke leden van het College van Schout en' Schepenen aan de gemeen te geschonken. Zonder zich bewust te zijn van de grote waarde ruilde de vroedschap in 1822 het stuk voor een copie van het origineel en nog een tweede schilderij (voorstellende Abraham en zijn zoon Izak op de berg Moria.) Men was van mening dat men beter met twee schilderijen was dan met één, waarbij bovendien twee vergulde lijsten wer den geschonken! Deze twee hangen thans nog in de raadszaa!. Intussec ging het „Li'intje"' van hand tot hand en vond ten slotte een plaats in de National Gallery te Lon den. Het stuk vertegenvïoordigd ee'i waarde van ongeveer een kwart mil lioen gulden. Over het jaar waarin het stuk is geschilderd is verschil van mening geweest. Wijlen de heer Ulbo J. Mijs, oud-burgemeester van Middelhamis heeft dit aan de hand van het ar chief opgelost. Op het schilderij komt n.l. naast de naam van de schilder een jaartal voor waarvan het derde cijfer onduidelijk is. Men kan er zo wel 1669 uit lezen als 1689. Kunst historici waren van oordeel, dat Hob bema na 1669 niet meer had geschil derd, terwijl men anderzijds van oor deel was, dat het van latereu datum kon zijn. De heer Ulbo Mijs heeft nagegaan dat de bomen in 1664 zijn geplant, en daar ze in 5 jaar tijds niet zo hoog opgeschoten konden zijn, kwam hij tot de conclusie, dat het jaartal 1689 moet zijn. Ook komt er op de foto een vuurbaken voor (tussen de eer ste twee bomen, dat op deze afdruk bijna niet is te zien). Dit vuurbaken, dat voor de scheepvaart diende is in 1682 opgericht en had er voor die tijd niet gestaan. Tal van reproducties zijn van dit mooie schilderij gemaakt en men kan ze in vele Middelharnjsse woningen vinden. Mensenkind, wat is 't hout des wijn- stoks meer dan alle,hout? Ezeohiël 15 2a. Ge kent ze wel, die bekende regels: Waarom was 't op mij gemunt, Daar zovelen gaan verloren. Die dat heil niet wordt gegund? Is dat, kind des Heeren, ook niet üw verwonderde vraag? De profeet, die onze tekst heeft neer geschreven, legt ons een vraag voor. Een vraag des Heeren! Mensenkind, wat is 't hout des wijn- stoks meer dan alle hout? Men heeft verschillende soorten hout. Goverhout, waar de ark van vervaardigd was. Cederhout, waaruit b.v.: de balken en binten des tempels bestonden; eiken en beukenhout, waaruit meubelen wor den gemaakt. Vurenhout, dat kisten en kasten oplevert. Wilgenhout, waar men tenen manden en ander vlechtwerk van fabriceert. Maar, waar wordt nu 't hout des wijn- stoks voor gebruikt? Ons teksthoofd stuk zegt zo ontroerend: „Wordt daar van hout genomen om een stuk werks te maken? Neemt men een pin om enig vat daaraan te hangen? Ziet, het wordt aan 't vuur overgegeven." De zon zendt haar stralen uit tot Gods eer en 't licht van haar schijnsel stort overvloedig sprake uit. De maan en sterren prijken als won derwerken Zijner handen aan 't nachte lijk firmament en verkondigen weten schappen. De rivier klatert met haar bruisende watervloed tot eer van Hem, die haar maakte. De vogelen zingen hun liederen van de majesteitelijkheid Gods. En wanneer in 't stille oerwoud het machtige gebrul des leeuws verklinkt, rijst onwillekeurig de vraag op: ,Wie heeft deze gemaakt?' Hier juicht een Hermon, dé,ó.r een Ta bor in Zijn Naam. En de mens? Hij is een beeld van de vrijnstok onder de houtsoorten. Hij deugt nergens toe, dan om door vuur verbrand te worden. Van nature vloekt hij zijn Maker. Hij staat tegen Hem op. Hij veracht Zijn inzettingen en rechten. Hij onderhoudt Zijn wet niet. Hoe moeten wij ons schamen, als wij ons bij geesteslioht bezien in de spiegel van Gods Wet. Dan roept die ziel 't uit: „O God, waar toe kunt Gij mij nu nog gebruiken. Ik deug nergens toe." Hoe anders had 't k\mnen zijn. Denk slechts aan de paradijstoestanden waar de mens leefde, werkte, sprak tot Ere Gods. Maarreeds daar betoonde hij het in zichzelf niet te deugen tot enig stuk werks. Reeds dé,é,r werd hij onge hoorzaam aan 't gebod Gods. En nu wat een vreselijk lot wacht hem, n.l. verbrand te worden door 't vuur. Hui vert ge niet terug, mijn lezer? Zie, daar kronkelen de vlammen en lekken aan hun prooi. Nog een ogenblik. Dan is er niets over dan wat as. Is dat misschien ook üw toekomst? Er is ook een andere mogelijkheid. Ik zie een hand. Hij grijpt in de wijnstok bundel, die gereed staat verbrand te worden. Als 'n vuurbrand uit het vuur gerukt. Hij neemt hem, plant hem, ent hem, verzorgt hem, voedt hem. En straks staat daar een bloeiende wijnstok vol edele vruchten. DS,n heeft die wijn stok één eigenschap, die gover, noch ce der, eik noch beuk, den noch wilg heeft. Hij geeft vruchten, wonder goed en won der zoet. En langs schuttingen en daken langs muren en bomen klimt deze plant omhoog. Niets kan hem tegenhouden. Zelfs stenen doorboort hij op deze weg. Als 'n vuurbrand! Is 't zo niet, kind des Heeren? Geplant, gevoed, gesterkt door de Heere? Tot nieuw leven gewekt? En dandoor Gods genade 't oog om hoog en 't hart naar boven. Omhoog, vaak door bange diepten heen. Omhoog trots duizend moeilijkheden. Omhoog, want buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf. Omhoog, want voor U wil ik lijden, voor U wil ik strij den, voor U wil ik de wereld doorgalmen met lof. Dan worden de vruchten gezien. Vruchten, geloof en bekering waardig. Ja, dan is 't hout méér, onnoemelijk méér dan alle andere hout, maaral leen uit genade. Waarom was 't op mij gemunt Neen, begrijpen zullen we dat nooit. Alleen er ons in verwonderen. Die ge nade aanbidden. We steken 't hoofd omhoog en zullen d' eerkroon dragen. Neen, niet omdat we als wijnstok méér zijn dan ander hout. In zichzelf deugt het nergens toe, dan om verbrand te worden, neen: Door U, door U alleen Om 't eeuwig welbehagen. M'harnis. C. J. Kesting

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1952 | | pagina 1