De rechter legde voor het onjuist invullen
van werkboekjes zware straffen op.
VADERS JONGEN
i
Ook
Ee
KANTONGERECHT SOMMELSDIJK
Lezers aan't woord:
n
WEER
VEEVOLGVERHAAL
W. SCHIPPERS
Onbeperkte garantie
Warm pp severing
Geruisloos
.ef
Biz. 2
„BI LAN DEN-NIEUWS"
Woensdag 18 Juni 1952
Woensdag 1
Verslag
openbare ge
mei op 10
Nadat de
zitter is geo
vorige verga
gelezen en v
Enkele be
ring zijn vc
goedkeuring
Kroon terug
nisgeving w
Aan een
wordt een
nieentekas
der L.O. we
Aan de hi
gemene stei
van zijn a
fjchoolgeldja
drag van
feit dat der
heeft gehad
Vervolgen
treden van
Flakkeese I
De heer I
wrijl de hee
verkrijgen
ding zeer t
niet willen
een afdami
deringen to
bracht.
De voorz
in de statu
een brug j
hoewel hij
in verband
Haringvliet
hetgeen oo
brengt.
De heer
zeerste toe
het niet bij
er daden gi
Ook de 1
plannen in.
De heer
zwaren en
dan de th'
gen.
Met algf
In de maandelijkse zitting van het Kantongerecht Sommelsdijk presideer
de Burgemeester Brinkman van Stad aan 't Haringvliet, in verband met ziekte
van Mr v. d. Velde, als Kantonrechter. Mr v. Buuren nam als gewoonlijk de
plaats van Ambtenaar O.M. in, tei-wijl bij uitstedigheid van Mr Groeneveld de
heer Smit als Griffier fungeerde.
Hy hatfi het niet gezien
Als eerste verdachte verscheen voor
de groene tafel A. de Bonte te Oolt-
gensplaat, aangehouden zaak. Verdach
te had zijn hond, die achter een haas
zat, niet teruggeroepen.
De Bonte beweerde: ,,Ik heb het he
lemaal niet gezien, want wanneer ik het
gezien had, zou het niet gebeurd zijn."
Heeft hij reeds meer achter hazen ge
zeten? vroeg de rechter.
Voorzover het mij bekend is, niet. U
moet deze zaak g'oed begrijpen, aldus
verd.: „Ik was druk bezig op het land
en heb daardoor in het geheel niet meer
aan het beest gedacht."
Had je een goed uitzicht over het
land?
Ja zeker, edelachtbare. Ik ben hele
maal niet voor moeite en daarom heb ik
direct na het voorgevallene de hond op
geruimd.
Get. Tiggelman te Ooltgensplaat had
het haas dat de hond had gepakt on
der zijn jasje gestopt met de bedoeling
het dier om twaalf uur bij de politie te
deponeren.
Heb je de Bonte niet horen roepen?
Nee, edelachtbare.
Hoe zag je het dan?
Het haas en de hond kwamen op mij
af.
De ambtenaar O.M. zag de overtre
ding niet zo ernstig in. De Bonte was
tever van het haas verwijderd.
Omdat verd. de hond meenam heeft
hij zichzelf in deze moeilijke positie ge
bracht.
De eis luidde 4.— of 2 d.h.
De rechter zal op 27 Juni schriftelijk
uitspraak doen.
C. Moerkerke te Ouddorp fiets zon
der achterlicht, 3.— of 1 d.h.
C. Knape te Sommelsdijk geen voor-
en achterlicht op de motor, 20.of
8 d.h.
J. C. v. Groningen te Middelharnis,
fiets zonder licht, 3.of 1 d.h.
P. de Waal te Ooltgensplaat, fiets zon
der licht, 3.-^ of 1 d.h.
B. Mans te Middelharnis veranderde
van richting zonder een teken te geven.
4.— of 1 d.h.
C. Kornet te Den Bommel, fiets zon
der licht, 3.— of 1 d.h.
L. Stoutjesdijk te Den Bommel, mo
tor zonder achterlicht, 5.of 2 d.h.
C. V. Es te Nieuwe Tonge, fiets zonder
licht, 3.— of 1 d.h.
J. Rozenheek te Sommelsdijk, fiets
zonder licht, 3.— of 1 d.h.
G. Kievit te Stellendam, had geen rij-
bevrijs. 20.— of 8 d.h.
Mej. L. v. Putten, te Melissant, fiets
zonder licht, 3.— of 1 d.h.
Mej. A. V. d. Sluis te Sommelsdijk,
fiets zonder licht, 3.of 1 d.h.
Mej. M. de Jong te Den Bommel, fiets
zonder licht, 3.— of 1 d.h.
N. v. Hooff te Den Bommel, fiets zon
der licht, 3,— of 1 d.h.
Ch. V. Bruggen te Rotterdam, fiets
zonder licht, 8.— of 4 d.h.
L. Witvliet te Boskoop, fiets zonder
licht, 4.— of 2 d.h.
R. de Wit te Den Bommel, geen ach
terlicht op de auto. 5.of 2 d.h.
Samenloop van omstandigheden
M. T. V. Gurp te Stad aan 't Haring
vliet verleende aan het verkeer rijden
de over een voorrangsweg geen voor
rang.
Ik kwam, aldus verd., met een gange
tje van niet meer dan 10 km uit een zij
weg van de weg Sommelsdijk-Dirksland.
De auto, die mij aanreed, reed met dus
danige snelle vaart, dat het niet anders
kon of er moesten ongelukken gebeuren.
Get. A. C. M. V. d. Ploeg, die gezeten
was naast de bestuurder van de auto,
verklaarde, dat de motorrijder v. Gurp
inderdaad niet hard reed, maar dat de
ze geen voorrang had verleend.
Hoe hard reed U?
Dat kan ik U niet precies zeggenv
omdat mijn kilometerteller kapot was,
maar naar schatting was dit ongeveer
60 70 km.
Get. Onderwater beweerde, dat men
van Gurp niet kon zien aankomen om
dat juist op de hoek een schuur stond.
De ambtenaar vond het een gedeelte
lijke samenloop van omstandigheden. In
de eerste plaats was het uitzicht door
de bebouwing niet best.
Voorts heeft verdachte niet voldoende
aandacht aan het geval geschonken.
DOOR
15.)
„'k Zal je eens wat zeggen, Herman,"
had de schipper gezegd, „'t is met een
reisje naar Zeeland zó gelegen, dat als
het mooi bladstil weer blijft, het beslist
een pleizierreisje is, doch als het anders
loopt en er begint een stijve wind te
waaien, 't behoeft nog juist niet te stor
men, dan wil het zoute water van de
Zeeuwsche stromen nog al eens woelig
zijn. Nu, dan krijgt een landkrab al
gauw last van zijn maag, en ik verze
ker je, Harmpje, als de zeeziekte je te
pakken krijgt, dan is de liefhebberij van
't varen er glad af."
Doch Herman had volgehouden en was
met de Goede Hoop medegevaren, die
met een lading koren naar Vlissingen
moest, om vandaar, na gelost te zijn,
weer terug te keren met stukgoederen
naar Rotterdam.
In 't begin ging de reis prachtig, al
was het erg warm, en 't afwisselend ge
zicht van de lachende groene oevers en
de in de wazige verte wegdeinende dor
pen, met hun spitse kerktorens en hoog
donker geboomte, de onverstoorbaar
vrolijke luim van de altijd bezige Peter,
Zowel de eia als de uitspraak luidde
7.50 of 3 d.h.
J. A. M. J. Koevoets te Den Haag
verleende met zijn ploffiêts geen voor
rang aan het verkeer komende van
rechts.
Omdat enkele getuigen niet waren ge
dagvaard, werd de zaak tot de volgende
zitting aangehouden.
Een reolitsgeleerde in spe
C. Spee te Sommelsdijk verzond een
betonmolen, welke zwaarder was dan
1000 kg, per schip Verandering" naar
Geldermalsen, doch verzuimde het ge
wicht op de molen aan te brengen.
Verd. meende dat de_ zaak enigszins
anders lag. In de eerste plaats, mijne
heren, was ik geen afzender van de be
tonmolen. Het genoemde schip was door
mij gecharterd en het vervoerde uitslui
tend en alleen materiaal van mij. Ik was
dus in dit geval niet alleen afzender,
maar ook verlader of vervoerder en te
gelijk eveneens ontvanger.
Vervolgens rijst bij mij de vraag, hoe
weet verbalisant, dat die molen meer
dan 1000 kg woog
Verbalisant heeft haar voorbij Gor-
kum zien varen en heeft haar dus niet
gewogen.
Ten derde is volgens het verbaal dit
te Gorkum in het voorbij varen gecon
stateerd en naar ik meen is het vervoe
ren ervan zonder het gewicht te ver
melden niet strafbaar. Wel zou het straf
baar zijn geweest, wanneer men dat tij
dens het laden te Sommelsdijk had ge
constateerd. Nu rijst bij mij de vraag,
waarom moet dat gewicht erop vermeld
staan?
'Op een internationaal Congres te Ge
neve is een dergelijk verdrag gemaakt.
Het desbetreffende artikel heeft men
daarin opgenomen, teneinde te voorko
men, dat er ongelukken zouden gebeuren
bij het verladen. Volgens verdachte's in
zicht is dat in Nederland op geen en
kele wet gebaseerd.
Tenslotte merkte verdachte nog op,
dat de betonmolen geheel gereden is. Er
is geen enkel hijs- of krachtwerktuig
voor nodig geweest.
De ambtenaar vond het spitsvondig
om de zaak te werpen op afzender, ver
voerder en ontvanger. Verd. begeeft zich
hier op het terrein van het wetboek van
koophandel. De ambtenaar wilde ver
dachte echter figuurlijk aan zijn eigen
wonden ophangen.
Inderdaad is voornoemd verdrag ten
bate van de veiligheid in het leven ge
roepen, maar dat verdrag is niet alleen
van betekenis voor het internationale
verkeer maar ook voor het nationale
verkeer, want dit verdrag is genationa
liseerd door de wet van 1932. De amb
tenaar vond het echter een mooi plei
dooi en daarom luidde de eis 10.of
4 d.h.
Verd. kon echter nog niet mzien,
waarom hij de veiligheid in gevaar had
gebracht en daarom meende verd. niet
strafbaar te zijn.
De rechter was het met de menmg
van de ambtenaar eens en veroordeelde
verdachte tot 5.— of 2 d.h.
P. de Ruiter te Middelharnis hep op
verboden grond, 3.of 1 d.h.
E. Struik te Herkingen auto zonder
achterlicht, 4.— of 2 d.h.
E. Struik te Herkingen auto zonder
verlichte kentekenen, 2.of 1 d.h.
D. Schelvis te Middelharnis, niet ver
schenen, verzuimde zijn schoorsteen te
vegen waardoor brand ontstond.
Get. Vroegindeweij te Middelharnis
werd voor deze brand gealarmeerd. De
ze had er twee emmers vuü en roet uit
gehaald.
Hoe lang was het geleden, dat deze
schoorsteen geveegd was?
Dat kan ik U niet zeggen.
Hoe dikwijls moet dat gebeuren?
Volgens de gemeentewet eenmaal per
■'^De ambtenaar achtte het wettig en
overtuigend bewijs, temeer daar ver
dachte het tegenover verbalisant had
verklaard, 10.-^ of 4 d.h.
M 't Jonk te Middelharnis parkeei-
de zijn auto binnen 10 m van een hoek.
5.— of 2 d.h.
J. Ras te Ooltgensplaat, fiets zonder
licht, 3.— of 1 d.h.
J. Groenendijk te Sommelsdijk be
stuurde een voertuig, waarvan de rem
men niet in orde waren, 10.of 4 d.h.
L. C. J. Witte te Ouddorp fietste op
het voetpad, 3.of 1 d.h.
J. J. Sala te Oude Tonge bestuurde
op 1 Maart 1952 een jeep zonder ach
terlicht.
Dat klopt niet, merkte verd. op. Op 1
Maart ben ik niet in Middelharnis ge
weest en voorts zegt men, dat het een
jeep was en die hebben we nooit gehad.
De zaak werd aangehouden om ge-
tulgen te horen.
J. de Boed te Oude Tonge bestuurde
een auto met aanhangwagen, die niet
voorzien was van lengtedriehoeken, 5.-
of 2 d.h.
J. Schelvis te Sommelsdijk fietste op
weg, terwijl er een rijwielpad naast was.
3.— of 1 d.h.
Vtegelachtlge manieren
A. J. de Geus te Dirksland gooide
baldadig een hoeveelheid zand in de ca
bine van een rijdende auto.
De ambtenaar vond het een misselijke
manier van doen. Het gevolg ervan was,
dat er een overrijding plaats had. Het
zijn vlegelachtige manieren en hij eiste
daarom de hoogste straf 15.of 6 d.h.
De uitspraak luidde 10.of 4 d.h.
A. V. d. Werf te Melissant deed het
zelfde. 10.— of 4 d.h.
Geen dengdeHjk materiaal?
A. V. d. Spaan te Melissant verhuurde
een auto, die niet deugdelijk was, aan
derde.
De vorige maal beweerde verd., dat
alles in orde was.
Get. wachtm. Melse verklaarde het te
genovergestelde.
Dus het was wel een rijdende dood
kist, merkte de ambtenaar op.
Hoe hebt U dat geconstateerd?
De remmen deden niets.
Is dat niet door de aanrijding geko
men?
Nee, edelachtbare, want de volgende
dag hebben we ze bij garage Nijsse la
ten bijstellen en daar bleek, dat de rem-
voering totaal was versleten.
Hoe zat het met het stuur
Deze hebben we met de gradenboog
gemeten. Nijsse verklaarde ons, dat de
kop van de stuurinrichting eveneens
versleten was.
Besloten was de zaak tot de volgende
zitting aan te houden.
M. Vervloet te Achthuizen had een
fles anisette en eenl fles schilletje in
voorraad, terwijl hij slechts een verlof
A had.
De gemachtigde van verdachte. Mr
Peykes, vroeg, waarom de flessen niet in
bijzijn van verdachte waren verzegeld en
waarom men de drank niet tot 15° C,
maar tot 20° had verhit.
De zaak werd voor nader onderzoek
aangehouden.
L. V. d. Waal te Middelharnis bouwde
zonder vergunning van B. en W. een
houten schuurtje, 10.^of 4 d.h.
P. J. de Jong te Battenoord reed met
loshandje op zijn fiets.
Waarom deed je dat?
Dit heb ik nooit op school geleerd.
2.-- of 1 d.h.
B. B. Vinke te O'Plaat liet zijn fiets
onbeheerd staan, 2.— of 1 d.h.
J. M. Knape te Dirksland parkeerde
zijn fiets binnen 10 m uit een bocht.
2.50 of 1 d.h.
D. Grootenboer te Dirksland bestuur
de een motor zonder hoorn met vaste
toonhoogte, 5.— of 2 d.h.
D. K. den Baars te Melissant liet een
slee over de weg rijden, waardoor het
mogelijk is, dat de weg beschadigd zou
worden.
De zaak werd voor nader onderzoek
aangehouden.
A. Vroegindeweij te Sommelsdijk geen
werkboekje.- 5.— of 2 d.h.
Een muisje met epn staartje
C. Jongejan te Middelharnis liet in de
periode van Maart—Deo. 1951 diverse
leden van zijn personeel meer dan 12
uur achtereen werken, zonder dat hij
daarvoor vergunning had.
Klopt dat?
Wat betreft Grootenboer en Vroegin
deweij wel, maar dat van Taaie niet.
Taaie was geen chauffeur. In een heel
enkel geval bestelde hij enkele uren per
dag in Middelharnis en Sommelsdijk en
dat is pas na 1 Augustus gebeurd. Een
werkboekje had hij niet. Vorig jaar
Maart wist Taaie al, dat hij met ingang
van 1 Jan. 1952 zou ontslagen worden
en daarom is dat sterk overdreven.
U gelooft toch niet dat het mogelijk
is, dat iemand 85 uur per week in de
weer is. U kunt dit wel van een machi
ne eisen maar niet van een man die 60
jaar oud is.
Get. verbalisant G. A. Koek ontving
met zijn collega een compliment voor
het maken van een] dergelijk procesver
baal.
Volgens get. is niet Taaie maar de
bond de aanklager van dit geval.
Wat dunkt U van de verklaring van
Jongejan, vroeg de ambtenaar.
Get. neemt aan, dat Taaie waarheid
spreekt, want zijn vrouw en kinderen
bevestigen dit.
's Morgens Vfoeg ging hij vam huis en
's avonds laat kwam hij thuis.
Hebt U geen loonadministratie ge
zien?
Nee edelachtbare, die konden we niet
vinden.
Hoe betaalt U deze mensen uit, vroeg
de rechter aan Jongejan?
Ze hadden allemaal een vast loon.
Houdt U er dan geen aantekening
van, wanneer uw knechts thuis kwamen
en weggingen.
Ja in hun werkboekje.
Betaalt U geen overuren uit?
Nee edelachtbare.
Klaagde men daar nooit over?
De ouderen vonden het wel erg om
laat thuis te komen, maar de jongeren
hebben nooit geklaagd.
Get. verklaarde, dat er vermoedelijk
wel overuren worden uitbetaald, want
anders betaald de firma meer dan het
contractloon uit.
De zaak werd voor nader onderzoek
aangehouden.
H. Grootenboer te Middelharnis was
meer dan 12 uur achtereen bij de Fa.
Both in dienst.
Verd. beweerde op een bepaalde da
tum 's avonds na zes uit niet meer te
hebben gereden.
Dat klopt niet, merkte de rechter op.
In uw werkboekje staat wel 18.00 uur
einde van de dienst, maar in werkelijk
heid was U om 19.15 uur nog in de
weer.
Dat kan niet.
Wachtmeester Boere heeft het geconsta
teerd en heeft U zelf om die tigd in de
auto zien zitten.
Als er in mijn werkboekje 18.00 uur
staat, geloof ik daar niets van.
De ambtenaar O.M. achtte het over
tuigende bewijs geleverd, gezien de ver
klaring van wachtm. Boere.
Voorts dankte de ambtenaar de amb
tenaren van de Verkeersinspectie en de
politie voor hun prachtige werk.
Dit is een ernstige en doelbewuste
overtreding en U moogt blij zijn, dat de
politierechter deze zaak naar de kanton
rechter heeft verwezen, anders werd het
beschouwd als een misdrijf.
De eis luidde 15.of 6 d.h. en een
voorwaardelijke hechtenis van een week
met een proeftijd van twee jaar.
De uitspraak was 10.of 4 d.h. en
een voorwaardelijke hechtenis van vier
dagen met een proeftijd van twee jaar.
IHJ lieeitt z^jn lot In eiigen hand
S. B. Vroegindeweij te Middelharnis
had eveneens in zijn werkboekje een on
juiste aantekening gemaakt door in te
vullen dat hij om 20.00 uur was opge
houden. Bij controle bleek echter dat hij
om 23.15 uur nog bezig was. Waarom
hebben ze me toen niet aangehouden
vroeg verdachte?
Ze kunnen me op 5 Dec. wel op 23.15
uur daar gezien hebben, maar toen heb
ik niet gewerkt. Hoogstens kan ik daar
adressen voor de volgende morgen heb
ben goedgelegd.
Volgens het O.M. heeft verd. de vin
ger op de juiste plaats gelegd. Waarom
hebben ze me toen niet aangehouden
vroeg hij. Ja dat was juist' de bedoeling
niet. De opzet was anders.
De eis luidde 30.— of 12 d.h. en een
voorwaardelijke hechtenis voor een week
met een proeftijd van twee jaar.
De uitspraak was conform.
Wat betekent die week hechtenis?
Dat, wanneer je weer zo'n overtre
ding pleegt binnen twee jaar, een
week moet gaan brommen. Je hebt dus
je lot in eigen hand.
Waarom gelooft tJ mij niet?
Ik kan me nooit meer herinneren wat
ik in Augustus 1951 deed.
De politie heeft het geconstateerd.
„BOEREN, BURGERS EN BÜIXENLÜlGroot ophefflngsfeest in Rotterdam
Een bekend herenmodemagazijn, dat een onlangs gereed gekomen pand in
Rotterdams nieuwe centrum gaat betrekken, houdt in zijn oude gebouw
een Amerikaanse verloting ten bate van de Stichting 19401945.
Echte standwerkers - zó van de markt- zorgen voor de „couleur locale"
op de mode-markt, waar de hele voorraad herenkleding uit het oude
gebouw wordt verkocht.
Dus de politie gelooft U wel en mij
niet? Waar is dan het recht vroeg verd.
Verkeerd procesverbaal
J. C. du Pree te Den Bommel liet zijn
fiets onbeheerd staan.
Volgens het verbaal, was dat in No
vember 1952 gebeurd.
De ambtenaar was voor dit geval niet
ontvankelijk, omdat het over vijf maan
den nog moest gebeuren.
De toeter zat er op.
J. Th. Pollemans te Oude Tonge be
stuurde een motorrijtuig zonder een
hoorn met de juiste toonhoogte, en geen
nummerplaat, terwijl verd. niet in het
bezit was van een rijbewijs en een num-
merbewijs.
Verd. wilde die motor van iemand ko
pen. Wanneer hij goed was, ging de koop
door.
Verd. beweerde voorts dat er een
hoorn onder de benzinetank zat.
De ambtenaar wilde daar 'rekening
mede houden, maar was voorts van ge
dachte, dat men op Flakkee het rijbewijs
alleen maar als een formaliteit zag.
12.— of 6 d.h.
J. C. feievit te Nieuwe Tonge had
geen rijbev/ijs.
Jonge jongens kunnen helemaal nog
niet rijden hoewel ze het wel doen, zei
de Ambtenaar.
De rechter gaf verd. een ernstige
waarschuwingmede en legde hem 20.-
of 8 d.h. op.
M. P. Arensman te Den Bommel liet
een schaap op andersmans land lopen.
10.— of 4 d.h.
Een slapeloze nacht
W. Neels te Melissant zou met een
bus geen doorgang hebben vrijgelaten
voor een driewielerauto.
Had de andere auto zijn bocht meer
rechts genomen was er niets gebeurd.
Dus U hebt het goed gedaan? vroeg
de rechter.
Volgens mij wel, aldus verd.
Get. Mej. A. Troost-Ramijs te Goede-
reede zag geen bus, hoorde een knal,
dacht dat er een band sprong én zag
toen de melkbussen! van de driewieler
afvallen.
Zag U de bus dan niet?
Waar wij stonden was dit niet moge
lijk.
Hoe reed de driewieler?
Hij reed midden op de weg, maar meer
rechts dan links en opeens schoof de
hele auto naar links.
Get. Mej. K. de Jongste te Goederee-
de had hetzelfde gezien en gehoord.
De ambtenaar O.M. achtte het wettig
en overtuigend bewijs geleverd. Verd.
beriep zich erop, dat de melkauto links
door de bocht kwam. Beide getuigen
verklaarden echter het tegenovergestel
de. Eis en boete 10.— of 4 d.h.
De beiden getuigen waren kennelijk
opgelucht. Beide dames hadden een on
rustige nacht gehad, hetgeen ze goed
aan te zien was.
Verd. deelde mede hoger beroep te zul
len aantekenen.
Onverwacht bezoek
S. Flohil te Rotterdam en M. G. Ha-
meeteman en K. Tanis beide te Ouddorp
hadden in de nabijheid van het zomer
huisje ,,De Vrijheid" rumoer verwekt,
waardoor de nachtrust verstoord werd.
Verdachten wilden de dames in het
zomerhuisje nog met een bezoek gaan
vereren.
Mannen van dergelijke leeftijden als
jullie moeten zich als heren gedragen,
aldus de rechter. Vooral de uitlatingen
t.o. die dames raken kant nog wal.
De ambtenaar meende, dat de heren
een lucht hoofdje hadden en al kenden
jullie die meisjes, behoren jullie je toch
netjes te gedragen.
Jullie zijn als brooddronken jongens
vlegelachtig tegen deze meisjes opge
treden. Het is maar gelukkig, dat de po
litierechter deze zaak aan de kanton
rechter heeft gegeven anders zouden
jullie een andere pijp hebben gerookt.
De ambtenaar eiste de hoogste straf
voor een dergelijk geval, 15.of 6
dagen hechtenis.
Gedraag je voortaan zoals het een
heer betaamd, merkte rechter op. Voorts
vond deze het jammer, dat de maximum
boete maar 15.is, anders hadden
zij zeker meer gekregen.
De uitspraak was conform de eis.
C. V. Veen te Ouddorp, aangehouden
zaak, liet zijn dochtertje in de zaak hel
pen. Hiervoor was echter geen arbeids-
lijst aanwezig, 3.of 3 d.h.
L. Witte te Ouddorp auto zonder ach
terlicht. 5.— of 2 d.h.
WAAR GAAN WE BADEN?
Geachte Redactie,
Gaarne voeg ik nog wat toe aan het
actuele vraagstuk „Waar gaan we ba
den?"
Als wij onze streekbladen waardig zijn
en het nieuws van en om de gemeenten
op ons eiland steeds aandachtig volgen,
is ons opgevallen, dat er voor onze dor
pen Middelharnis en Sommelsdijk een
nieuwe wolk aan de horizon is versche
nen. De R.T.M, gaat het een en ander
veranderen aan het havenhoofd en de
officiële zwembasis voor de liefhebbers
van het koele nat, is veranderd in een
officieuze. Daarmee is de vraag actueel
geworden hoe moeten we dit ondervan
gen en hoe is daarvoor een, goede op
lossing te vinden.
Voor wie, die het begrijpen wil, is het
toch wel overduidelijk v/at een goed in
gericht zwembad betekent, voor oud en
jong. Daarom heb 'k gemeend aan deze
omstandigheden iets te mogen toevoe
gen, (al is dit in zeer bescheiden mate).
En daarmee is bij mij de vraag gere
zen, zouden de gemeenten Middelharnis
en Sommelsdijk met haar bevolking",
niet voor gezamenlijke rekening een
zwembad kunnen stichten en exploite
ren Zou door collecte's, vrije giften enz.
niet het bedrag bij elkaar kunnen wor
den gebracht, wat benodigd is voor de
bouw en aanleg van zo'n bad? Het be
hoeft niet modem, zoals we er wel zien,
in ons land, maar eenvoudig, doelmatig
en voldoende groot en voldoende plaats
biedenden voor de vele liefhebbers.
Op deze vragen moeten we een beslist
JA doen horen en met een beetje goe
de wil is geen moeite te groot en geen
offer te zwaar (althans naar draag
kracht en vermogen), om wat eens een
droom was tot werkelijkheid te maken.
Met dank voor de verleende plaats
ruimte. J. V. d. V.
de vriendelijke, gemoedelijke omgang
met zijn goede vader, en de steeds pas
serende vaartuigen op de brede door
het zonnehcht als goud glimmende stro
men, zie, dat alles maakte het varen,
onder het zonnetentje, dat Peter voor
hem gespannen had, tot een waar genot
voor de zoon van de schipper.
Doch het bleef niet zo mooi, en de
lange Peter, die herhaaldelijk evenals
de schipper het oog op de slap hangen
de wimpel van dd tjalk vestigde, maak
te tenslotte de opmerking, dat de wind
lelijk begon te krimpen.
„Dat doet hij net. Peter," antwoordde
de schipper en keek enigszins bezorgd
naar het Zuid-Westen.
Herman heeft in 't geheel geer erg
in wat beide ervaren mannen bezig
houdt; Mjn oog wordt geboeid door het
gezicht van een troep spelende zeehon
den op een in het zonlicht blinkende
zandbank, en dan weer voor hem uit,
waar over de wijde mond der Wester-
Schelde de duinen van het eiland Wal
cheren oprijzen voor zijn oog.
„Kijk, vader," zegt de jongen tot de
schipper, die met de hand aan de roer
pen nog maar steeds naar 't Zuid-Wes
ten staart, „kijk, daar hgt Vlissingen
immers al? We zullen er nog al gauw
zijn, is het niet, vader?"
„'t Zou je wel eens krmnen tegenval
len, Harmen," meent de schipper, ,,'t
Wordt bladstil en we vorderen bijna
niets meer, terwijl daar ginder in 't Zuid
Westen, als ik me niet vergis, een on
weersbuitje groeit, en trouwens," voegt
hij er bij, „we zijn nog verder van Vlis
singen af dan je denkt, Harmpje!"
,yWel, vader," meent de jongen, ,,als
er een buitje komt, dan gaat het mis
schien wel harder waaien, en dan kun
nen we immers hier op dat brede water
kostelijk laveren?"
Op het baardig gezicht van de schip
per komt onwillekeurig een glimlach,
„'t Zou wel eens kunnen, beste jongen,"
meent hij, „maar ik betwijfel het hard,
of het straks jou wel erg zal meevallen,
want de Wester-Schelde is al wonder
gauw roerig, en 't kan hier soms ge
ducht spoken."
't Ging net, zoals Van Maarle en Pe
ter het verwacht hadden; de bul groei
de aan, en een verwijderd, dof gerommel
was het bewijs, dat het niet lang meer
zou duren, vóór het onweer zou losbar
sten.
Aan boord van de Goede Hoop werd
Inmiddels alles gereed gemaakt om de
bui af te wachten. Wat los op het dek
lag, bracht Peter naar beneden in het
ruim of hij sjorde het vast. Ook het zon
netentje, waar Herman het warmte ge
deelte van de dag zo genoeglijk had door
gebracht, brak Peter af en borg het op.
„Ben je bang, dat het weg zal waaien
Peter?" vraagt de jongen enigszins ver
wonderd.
„Wel wis en zeker, Herman, het waait
over boord, daar kun je op aan, hoor,"
klinkt het antwoord van de Zeeuw, en
terwijl hij het zegt, huilt een windstoot
over het water en doet de slap langs
de mast hangende zeilen zwellen.
Nu trekken de donderwolken ras ho
ger op aan de blauwe hemel, en spoedig
schuilt de zon, die reeds naar 't Westen
begint te dalen, er achter weg. Een felle
bliksemstraal scheurt het laaghangende
zwerk, dadelijk gevolgd door een dreu
nende donderslag, en onmiddellijk begint
het straks nog zo effen en kalme water
van de Wester-Schelde te woelen, alsof
een reuzehand het in zijn diepte om-
roerde.
Bang lag niet in de aard van Her
man van Maarle, en het verheffende,
doch voor menigeen angstwekltende
schouwspel van de ontbrandende strijd
der elementen trok hem aanvankelijk
aan.
„Wat een prachtig gezicht, vader, die
vuurstralen langs de donkere lucht! En
wat gaat ons schip aardig op en neer
op die golfjes! Zouden we werkelijk
storm krijgen, vader?" zo vraagt de
knaap, die het wel belangrijk zou vin
den, eens een werkelijke storm op de
Zeeuwse stromen mee te maken. Hij
heeft er zijn vader en lange Peter im
mers thuis bij de haard in 't oude schip-
pershuis zo dikwijls over horen praten.
„'t Is Gods stem, Harmen," zegt de
schipper, Gods stem, die spreekt in de
natuur, en nu mag je dat wel mooi vin
den, o zeker, maar je moet er bovenal
ontzag voor gevoelen, diep ontzag, be
grijp je dat, mijn jongen? Doch," gaat
hij voort, zonder het antwoord op zijn
vraag af te wachten, „je kunt niet lang
meer boven blijven, jongen; als straks de
bui met volle kracht losbarst, zou het
hier aan dek veel te gevaarlijk voor je
worden, en je had kans, dat een ruk
wind je als een bal over boord wierp, of
dat een stortzee je van 't dek spoelde."
„Maar, vader," vraagt de jongen,
„laat me toch boven blijven, 't Is im
mers beneden in 't nauwe vooronder zo
warm en zo duister. Laat me boven
blijven, toe, vader! Ik zal me immers
wel stevig vasthouden, en ik vind dat
op en neer gaan van het schip wel pret
tig; wat zeg jij er van. Peter?"
Maar de schipper schudt langzaam en
zorgelijk het hoofd en slaat onderwijl
het oog weer op de wimpel.
„Nou schipper," meent Peter, die
maar al te goed weet, wat lot de jongen
beneden wacht, ,,we zouden hem kun
nen vastsjorren, dan kan hij tenminste
niet over boord rollen. Me dunkt, dat
hij 't dan boven beter hebben zal dan
beneden."
Een ogenblik aarzelt de schipper, en
Peter kijkt al naar een eindje touw,
doch de bezorgdheid van de vader voor
de veiligheid van zijn enige laat niet
toe, dat hij ingaat op het goedgemeende
aanbod van Peter. Beslist schudt hij
thans het hoofd. „Neen, neen, 't spijt
me wel, maar 't is beter, dat je naar
beneden gaat, Harmen," en dan tot Pe
ter: „Kijk eens hier, van de tien kan
sen negen, of de wind loopt dadelijk
breed, en dan koelt de lucht hier snel
af, terwijl het water knap hol zal gaan
staan; dan is de jongen in minder dan
geen tijd kletsnat en hij heeft tóch geen
sterke longen; neen, dan maar liever
zeeziek, hij krijgt het hier boven toch
ook te pakken."
Er is niets aan te doen, en Herman
verhuist naar beneden, terwijl de lui
ken boven hem worden gesloten.
Nu is de lucht geheel zwart en; de
donder dreunt en ratelt onophoudelijk,
terwijl de helle bliksemstralen elkander
snel opvolgen.
Overal op de Wester-Schelde verto
nen zich schuimkoppen, en op de verra
derlijke zandbanken, daar kookt en
bruist reeds de branding met hoge, wilde
golfslag. De schipper heeft zijn strooien
hoed af-, en zijn Zuidwester opgezet,
doch Peter, die niets aan het lijf heeft
'dan een hemd en broek, stelt zijn dil*;
rood haar bloot aan regen, wind en zee
water „'t knapt er van op," beweert
hij terwijl zijn blote, gespierde voe
ten aan 't natte dek schijnen vast te
kleven, zó gemakkelijk beweegt hij zich
op het schip, dat nu hevig begint te
slingeren en te stoten.
(Wordt vervolgd)
(Van onz
Hoewel
eerst 21
K.N.M.I.
de volle
hier ond
Maart,, Al
.De cijft
lente van
wel een j
behalve d
jaar ook
droogte w
voor de t
stig, al z
gangers t
het mooie
Mei wa
land sede
In Gronix
één natte
viel 17 n
Helder IS
den war;
Bilt viel 1
mm. non
kenden w
mm, VOO-
Maastricl
dit voorj
temperat
middeld
normaal)
meer dai
kwamen
van mooi
ke winte
de felle
beschutt*
schillend»
werd gei
van ons
lag, dan
voorgeko
Het aïi
Bilt 14
Bilt met
se dag c
maal ko:
zulke da
Over '-
scheen n
den totE
gistreere
lentema:
van de
zeggen,
krans ei
gezien V
schadelr
29 Mei,"
Een 1
rijk ove
weer n:
juist ex
met Pai
geweest
stabiel
dag ded
uren zw
tisch st
teveen
bijna e-*
maand
ren kre,
windhoi
terwijl
op Pinl
hliksenj
nendroii
Zonder
ners t.
Op d!
een en
door e^
Jij.