De rechter legde voor het onjuist invullen van werkboekjes zware straffen op. VADERS JONGEN i Ook Ee KANTONGERECHT SOMMELSDIJK Lezers aan't woord: n WEER VEEVOLGVERHAAL W. SCHIPPERS Onbeperkte garantie Warm pp severing Geruisloos .ef Biz. 2 „BI LAN DEN-NIEUWS" Woensdag 18 Juni 1952 Woensdag 1 Verslag openbare ge mei op 10 Nadat de zitter is geo vorige verga gelezen en v Enkele be ring zijn vc goedkeuring Kroon terug nisgeving w Aan een wordt een nieentekas der L.O. we Aan de hi gemene stei van zijn a fjchoolgeldja drag van feit dat der heeft gehad Vervolgen treden van Flakkeese I De heer I wrijl de hee verkrijgen ding zeer t niet willen een afdami deringen to bracht. De voorz in de statu een brug j hoewel hij in verband Haringvliet hetgeen oo brengt. De heer zeerste toe het niet bij er daden gi Ook de 1 plannen in. De heer zwaren en dan de th' gen. Met algf In de maandelijkse zitting van het Kantongerecht Sommelsdijk presideer de Burgemeester Brinkman van Stad aan 't Haringvliet, in verband met ziekte van Mr v. d. Velde, als Kantonrechter. Mr v. Buuren nam als gewoonlijk de plaats van Ambtenaar O.M. in, tei-wijl bij uitstedigheid van Mr Groeneveld de heer Smit als Griffier fungeerde. Hy hatfi het niet gezien Als eerste verdachte verscheen voor de groene tafel A. de Bonte te Oolt- gensplaat, aangehouden zaak. Verdach te had zijn hond, die achter een haas zat, niet teruggeroepen. De Bonte beweerde: ,,Ik heb het he lemaal niet gezien, want wanneer ik het gezien had, zou het niet gebeurd zijn." Heeft hij reeds meer achter hazen ge zeten? vroeg de rechter. Voorzover het mij bekend is, niet. U moet deze zaak g'oed begrijpen, aldus verd.: „Ik was druk bezig op het land en heb daardoor in het geheel niet meer aan het beest gedacht." Had je een goed uitzicht over het land? Ja zeker, edelachtbare. Ik ben hele maal niet voor moeite en daarom heb ik direct na het voorgevallene de hond op geruimd. Get. Tiggelman te Ooltgensplaat had het haas dat de hond had gepakt on der zijn jasje gestopt met de bedoeling het dier om twaalf uur bij de politie te deponeren. Heb je de Bonte niet horen roepen? Nee, edelachtbare. Hoe zag je het dan? Het haas en de hond kwamen op mij af. De ambtenaar O.M. zag de overtre ding niet zo ernstig in. De Bonte was tever van het haas verwijderd. Omdat verd. de hond meenam heeft hij zichzelf in deze moeilijke positie ge bracht. De eis luidde 4.— of 2 d.h. De rechter zal op 27 Juni schriftelijk uitspraak doen. C. Moerkerke te Ouddorp fiets zon der achterlicht, 3.— of 1 d.h. C. Knape te Sommelsdijk geen voor- en achterlicht op de motor, 20.of 8 d.h. J. C. v. Groningen te Middelharnis, fiets zonder licht, 3.of 1 d.h. P. de Waal te Ooltgensplaat, fiets zon der licht, 3.-^ of 1 d.h. B. Mans te Middelharnis veranderde van richting zonder een teken te geven. 4.— of 1 d.h. C. Kornet te Den Bommel, fiets zon der licht, 3.— of 1 d.h. L. Stoutjesdijk te Den Bommel, mo tor zonder achterlicht, 5.of 2 d.h. C. V. Es te Nieuwe Tonge, fiets zonder licht, 3.— of 1 d.h. J. Rozenheek te Sommelsdijk, fiets zonder licht, 3.— of 1 d.h. G. Kievit te Stellendam, had geen rij- bevrijs. 20.— of 8 d.h. Mej. L. v. Putten, te Melissant, fiets zonder licht, 3.— of 1 d.h. Mej. A. V. d. Sluis te Sommelsdijk, fiets zonder licht, 3.of 1 d.h. Mej. M. de Jong te Den Bommel, fiets zonder licht, 3.— of 1 d.h. N. v. Hooff te Den Bommel, fiets zon der licht, 3,— of 1 d.h. Ch. V. Bruggen te Rotterdam, fiets zonder licht, 8.— of 4 d.h. L. Witvliet te Boskoop, fiets zonder licht, 4.— of 2 d.h. R. de Wit te Den Bommel, geen ach terlicht op de auto. 5.of 2 d.h. Samenloop van omstandigheden M. T. V. Gurp te Stad aan 't Haring vliet verleende aan het verkeer rijden de over een voorrangsweg geen voor rang. Ik kwam, aldus verd., met een gange tje van niet meer dan 10 km uit een zij weg van de weg Sommelsdijk-Dirksland. De auto, die mij aanreed, reed met dus danige snelle vaart, dat het niet anders kon of er moesten ongelukken gebeuren. Get. A. C. M. V. d. Ploeg, die gezeten was naast de bestuurder van de auto, verklaarde, dat de motorrijder v. Gurp inderdaad niet hard reed, maar dat de ze geen voorrang had verleend. Hoe hard reed U? Dat kan ik U niet precies zeggenv omdat mijn kilometerteller kapot was, maar naar schatting was dit ongeveer 60 70 km. Get. Onderwater beweerde, dat men van Gurp niet kon zien aankomen om dat juist op de hoek een schuur stond. De ambtenaar vond het een gedeelte lijke samenloop van omstandigheden. In de eerste plaats was het uitzicht door de bebouwing niet best. Voorts heeft verdachte niet voldoende aandacht aan het geval geschonken. DOOR 15.) „'k Zal je eens wat zeggen, Herman," had de schipper gezegd, „'t is met een reisje naar Zeeland zó gelegen, dat als het mooi bladstil weer blijft, het beslist een pleizierreisje is, doch als het anders loopt en er begint een stijve wind te waaien, 't behoeft nog juist niet te stor men, dan wil het zoute water van de Zeeuwsche stromen nog al eens woelig zijn. Nu, dan krijgt een landkrab al gauw last van zijn maag, en ik verze ker je, Harmpje, als de zeeziekte je te pakken krijgt, dan is de liefhebberij van 't varen er glad af." Doch Herman had volgehouden en was met de Goede Hoop medegevaren, die met een lading koren naar Vlissingen moest, om vandaar, na gelost te zijn, weer terug te keren met stukgoederen naar Rotterdam. In 't begin ging de reis prachtig, al was het erg warm, en 't afwisselend ge zicht van de lachende groene oevers en de in de wazige verte wegdeinende dor pen, met hun spitse kerktorens en hoog donker geboomte, de onverstoorbaar vrolijke luim van de altijd bezige Peter, Zowel de eia als de uitspraak luidde 7.50 of 3 d.h. J. A. M. J. Koevoets te Den Haag verleende met zijn ploffiêts geen voor rang aan het verkeer komende van rechts. Omdat enkele getuigen niet waren ge dagvaard, werd de zaak tot de volgende zitting aangehouden. Een reolitsgeleerde in spe C. Spee te Sommelsdijk verzond een betonmolen, welke zwaarder was dan 1000 kg, per schip Verandering" naar Geldermalsen, doch verzuimde het ge wicht op de molen aan te brengen. Verd. meende dat de_ zaak enigszins anders lag. In de eerste plaats, mijne heren, was ik geen afzender van de be tonmolen. Het genoemde schip was door mij gecharterd en het vervoerde uitslui tend en alleen materiaal van mij. Ik was dus in dit geval niet alleen afzender, maar ook verlader of vervoerder en te gelijk eveneens ontvanger. Vervolgens rijst bij mij de vraag, hoe weet verbalisant, dat die molen meer dan 1000 kg woog Verbalisant heeft haar voorbij Gor- kum zien varen en heeft haar dus niet gewogen. Ten derde is volgens het verbaal dit te Gorkum in het voorbij varen gecon stateerd en naar ik meen is het vervoe ren ervan zonder het gewicht te ver melden niet strafbaar. Wel zou het straf baar zijn geweest, wanneer men dat tij dens het laden te Sommelsdijk had ge constateerd. Nu rijst bij mij de vraag, waarom moet dat gewicht erop vermeld staan? 'Op een internationaal Congres te Ge neve is een dergelijk verdrag gemaakt. Het desbetreffende artikel heeft men daarin opgenomen, teneinde te voorko men, dat er ongelukken zouden gebeuren bij het verladen. Volgens verdachte's in zicht is dat in Nederland op geen en kele wet gebaseerd. Tenslotte merkte verdachte nog op, dat de betonmolen geheel gereden is. Er is geen enkel hijs- of krachtwerktuig voor nodig geweest. De ambtenaar vond het spitsvondig om de zaak te werpen op afzender, ver voerder en ontvanger. Verd. begeeft zich hier op het terrein van het wetboek van koophandel. De ambtenaar wilde ver dachte echter figuurlijk aan zijn eigen wonden ophangen. Inderdaad is voornoemd verdrag ten bate van de veiligheid in het leven ge roepen, maar dat verdrag is niet alleen van betekenis voor het internationale verkeer maar ook voor het nationale verkeer, want dit verdrag is genationa liseerd door de wet van 1932. De amb tenaar vond het echter een mooi plei dooi en daarom luidde de eis 10.of 4 d.h. Verd. kon echter nog niet mzien, waarom hij de veiligheid in gevaar had gebracht en daarom meende verd. niet strafbaar te zijn. De rechter was het met de menmg van de ambtenaar eens en veroordeelde verdachte tot 5.— of 2 d.h. P. de Ruiter te Middelharnis hep op verboden grond, 3.of 1 d.h. E. Struik te Herkingen auto zonder achterlicht, 4.— of 2 d.h. E. Struik te Herkingen auto zonder verlichte kentekenen, 2.of 1 d.h. D. Schelvis te Middelharnis, niet ver schenen, verzuimde zijn schoorsteen te vegen waardoor brand ontstond. Get. Vroegindeweij te Middelharnis werd voor deze brand gealarmeerd. De ze had er twee emmers vuü en roet uit gehaald. Hoe lang was het geleden, dat deze schoorsteen geveegd was? Dat kan ik U niet zeggen. Hoe dikwijls moet dat gebeuren? Volgens de gemeentewet eenmaal per ■'^De ambtenaar achtte het wettig en overtuigend bewijs, temeer daar ver dachte het tegenover verbalisant had verklaard, 10.-^ of 4 d.h. M 't Jonk te Middelharnis parkeei- de zijn auto binnen 10 m van een hoek. 5.— of 2 d.h. J. Ras te Ooltgensplaat, fiets zonder licht, 3.— of 1 d.h. J. Groenendijk te Sommelsdijk be stuurde een voertuig, waarvan de rem men niet in orde waren, 10.of 4 d.h. L. C. J. Witte te Ouddorp fietste op het voetpad, 3.of 1 d.h. J. J. Sala te Oude Tonge bestuurde op 1 Maart 1952 een jeep zonder ach terlicht. Dat klopt niet, merkte verd. op. Op 1 Maart ben ik niet in Middelharnis ge weest en voorts zegt men, dat het een jeep was en die hebben we nooit gehad. De zaak werd aangehouden om ge- tulgen te horen. J. de Boed te Oude Tonge bestuurde een auto met aanhangwagen, die niet voorzien was van lengtedriehoeken, 5.- of 2 d.h. J. Schelvis te Sommelsdijk fietste op weg, terwijl er een rijwielpad naast was. 3.— of 1 d.h. Vtegelachtlge manieren A. J. de Geus te Dirksland gooide baldadig een hoeveelheid zand in de ca bine van een rijdende auto. De ambtenaar vond het een misselijke manier van doen. Het gevolg ervan was, dat er een overrijding plaats had. Het zijn vlegelachtige manieren en hij eiste daarom de hoogste straf 15.of 6 d.h. De uitspraak luidde 10.of 4 d.h. A. V. d. Werf te Melissant deed het zelfde. 10.— of 4 d.h. Geen dengdeHjk materiaal? A. V. d. Spaan te Melissant verhuurde een auto, die niet deugdelijk was, aan derde. De vorige maal beweerde verd., dat alles in orde was. Get. wachtm. Melse verklaarde het te genovergestelde. Dus het was wel een rijdende dood kist, merkte de ambtenaar op. Hoe hebt U dat geconstateerd? De remmen deden niets. Is dat niet door de aanrijding geko men? Nee, edelachtbare, want de volgende dag hebben we ze bij garage Nijsse la ten bijstellen en daar bleek, dat de rem- voering totaal was versleten. Hoe zat het met het stuur Deze hebben we met de gradenboog gemeten. Nijsse verklaarde ons, dat de kop van de stuurinrichting eveneens versleten was. Besloten was de zaak tot de volgende zitting aan te houden. M. Vervloet te Achthuizen had een fles anisette en eenl fles schilletje in voorraad, terwijl hij slechts een verlof A had. De gemachtigde van verdachte. Mr Peykes, vroeg, waarom de flessen niet in bijzijn van verdachte waren verzegeld en waarom men de drank niet tot 15° C, maar tot 20° had verhit. De zaak werd voor nader onderzoek aangehouden. L. V. d. Waal te Middelharnis bouwde zonder vergunning van B. en W. een houten schuurtje, 10.^of 4 d.h. P. J. de Jong te Battenoord reed met loshandje op zijn fiets. Waarom deed je dat? Dit heb ik nooit op school geleerd. 2.-- of 1 d.h. B. B. Vinke te O'Plaat liet zijn fiets onbeheerd staan, 2.— of 1 d.h. J. M. Knape te Dirksland parkeerde zijn fiets binnen 10 m uit een bocht. 2.50 of 1 d.h. D. Grootenboer te Dirksland bestuur de een motor zonder hoorn met vaste toonhoogte, 5.— of 2 d.h. D. K. den Baars te Melissant liet een slee over de weg rijden, waardoor het mogelijk is, dat de weg beschadigd zou worden. De zaak werd voor nader onderzoek aangehouden. A. Vroegindeweij te Sommelsdijk geen werkboekje.- 5.— of 2 d.h. Een muisje met epn staartje C. Jongejan te Middelharnis liet in de periode van Maart—Deo. 1951 diverse leden van zijn personeel meer dan 12 uur achtereen werken, zonder dat hij daarvoor vergunning had. Klopt dat? Wat betreft Grootenboer en Vroegin deweij wel, maar dat van Taaie niet. Taaie was geen chauffeur. In een heel enkel geval bestelde hij enkele uren per dag in Middelharnis en Sommelsdijk en dat is pas na 1 Augustus gebeurd. Een werkboekje had hij niet. Vorig jaar Maart wist Taaie al, dat hij met ingang van 1 Jan. 1952 zou ontslagen worden en daarom is dat sterk overdreven. U gelooft toch niet dat het mogelijk is, dat iemand 85 uur per week in de weer is. U kunt dit wel van een machi ne eisen maar niet van een man die 60 jaar oud is. Get. verbalisant G. A. Koek ontving met zijn collega een compliment voor het maken van een] dergelijk procesver baal. Volgens get. is niet Taaie maar de bond de aanklager van dit geval. Wat dunkt U van de verklaring van Jongejan, vroeg de ambtenaar. Get. neemt aan, dat Taaie waarheid spreekt, want zijn vrouw en kinderen bevestigen dit. 's Morgens Vfoeg ging hij vam huis en 's avonds laat kwam hij thuis. Hebt U geen loonadministratie ge zien? Nee edelachtbare, die konden we niet vinden. Hoe betaalt U deze mensen uit, vroeg de rechter aan Jongejan? Ze hadden allemaal een vast loon. Houdt U er dan geen aantekening van, wanneer uw knechts thuis kwamen en weggingen. Ja in hun werkboekje. Betaalt U geen overuren uit? Nee edelachtbare. Klaagde men daar nooit over? De ouderen vonden het wel erg om laat thuis te komen, maar de jongeren hebben nooit geklaagd. Get. verklaarde, dat er vermoedelijk wel overuren worden uitbetaald, want anders betaald de firma meer dan het contractloon uit. De zaak werd voor nader onderzoek aangehouden. H. Grootenboer te Middelharnis was meer dan 12 uur achtereen bij de Fa. Both in dienst. Verd. beweerde op een bepaalde da tum 's avonds na zes uit niet meer te hebben gereden. Dat klopt niet, merkte de rechter op. In uw werkboekje staat wel 18.00 uur einde van de dienst, maar in werkelijk heid was U om 19.15 uur nog in de weer. Dat kan niet. Wachtmeester Boere heeft het geconsta teerd en heeft U zelf om die tigd in de auto zien zitten. Als er in mijn werkboekje 18.00 uur staat, geloof ik daar niets van. De ambtenaar O.M. achtte het over tuigende bewijs geleverd, gezien de ver klaring van wachtm. Boere. Voorts dankte de ambtenaar de amb tenaren van de Verkeersinspectie en de politie voor hun prachtige werk. Dit is een ernstige en doelbewuste overtreding en U moogt blij zijn, dat de politierechter deze zaak naar de kanton rechter heeft verwezen, anders werd het beschouwd als een misdrijf. De eis luidde 15.of 6 d.h. en een voorwaardelijke hechtenis van een week met een proeftijd van twee jaar. De uitspraak was 10.of 4 d.h. en een voorwaardelijke hechtenis van vier dagen met een proeftijd van twee jaar. IHJ lieeitt z^jn lot In eiigen hand S. B. Vroegindeweij te Middelharnis had eveneens in zijn werkboekje een on juiste aantekening gemaakt door in te vullen dat hij om 20.00 uur was opge houden. Bij controle bleek echter dat hij om 23.15 uur nog bezig was. Waarom hebben ze me toen niet aangehouden vroeg verdachte? Ze kunnen me op 5 Dec. wel op 23.15 uur daar gezien hebben, maar toen heb ik niet gewerkt. Hoogstens kan ik daar adressen voor de volgende morgen heb ben goedgelegd. Volgens het O.M. heeft verd. de vin ger op de juiste plaats gelegd. Waarom hebben ze me toen niet aangehouden vroeg hij. Ja dat was juist' de bedoeling niet. De opzet was anders. De eis luidde 30.— of 12 d.h. en een voorwaardelijke hechtenis voor een week met een proeftijd van twee jaar. De uitspraak was conform. Wat betekent die week hechtenis? Dat, wanneer je weer zo'n overtre ding pleegt binnen twee jaar, een week moet gaan brommen. Je hebt dus je lot in eigen hand. Waarom gelooft tJ mij niet? Ik kan me nooit meer herinneren wat ik in Augustus 1951 deed. De politie heeft het geconstateerd. „BOEREN, BURGERS EN BÜIXENLÜlGroot ophefflngsfeest in Rotterdam Een bekend herenmodemagazijn, dat een onlangs gereed gekomen pand in Rotterdams nieuwe centrum gaat betrekken, houdt in zijn oude gebouw een Amerikaanse verloting ten bate van de Stichting 19401945. Echte standwerkers - zó van de markt- zorgen voor de „couleur locale" op de mode-markt, waar de hele voorraad herenkleding uit het oude gebouw wordt verkocht. Dus de politie gelooft U wel en mij niet? Waar is dan het recht vroeg verd. Verkeerd procesverbaal J. C. du Pree te Den Bommel liet zijn fiets onbeheerd staan. Volgens het verbaal, was dat in No vember 1952 gebeurd. De ambtenaar was voor dit geval niet ontvankelijk, omdat het over vijf maan den nog moest gebeuren. De toeter zat er op. J. Th. Pollemans te Oude Tonge be stuurde een motorrijtuig zonder een hoorn met de juiste toonhoogte, en geen nummerplaat, terwijl verd. niet in het bezit was van een rijbewijs en een num- merbewijs. Verd. wilde die motor van iemand ko pen. Wanneer hij goed was, ging de koop door. Verd. beweerde voorts dat er een hoorn onder de benzinetank zat. De ambtenaar wilde daar 'rekening mede houden, maar was voorts van ge dachte, dat men op Flakkee het rijbewijs alleen maar als een formaliteit zag. 12.— of 6 d.h. J. C. feievit te Nieuwe Tonge had geen rijbev/ijs. Jonge jongens kunnen helemaal nog niet rijden hoewel ze het wel doen, zei de Ambtenaar. De rechter gaf verd. een ernstige waarschuwingmede en legde hem 20.- of 8 d.h. op. M. P. Arensman te Den Bommel liet een schaap op andersmans land lopen. 10.— of 4 d.h. Een slapeloze nacht W. Neels te Melissant zou met een bus geen doorgang hebben vrijgelaten voor een driewielerauto. Had de andere auto zijn bocht meer rechts genomen was er niets gebeurd. Dus U hebt het goed gedaan? vroeg de rechter. Volgens mij wel, aldus verd. Get. Mej. A. Troost-Ramijs te Goede- reede zag geen bus, hoorde een knal, dacht dat er een band sprong én zag toen de melkbussen! van de driewieler afvallen. Zag U de bus dan niet? Waar wij stonden was dit niet moge lijk. Hoe reed de driewieler? Hij reed midden op de weg, maar meer rechts dan links en opeens schoof de hele auto naar links. Get. Mej. K. de Jongste te Goederee- de had hetzelfde gezien en gehoord. De ambtenaar O.M. achtte het wettig en overtuigend bewijs geleverd. Verd. beriep zich erop, dat de melkauto links door de bocht kwam. Beide getuigen verklaarden echter het tegenovergestel de. Eis en boete 10.— of 4 d.h. De beiden getuigen waren kennelijk opgelucht. Beide dames hadden een on rustige nacht gehad, hetgeen ze goed aan te zien was. Verd. deelde mede hoger beroep te zul len aantekenen. Onverwacht bezoek S. Flohil te Rotterdam en M. G. Ha- meeteman en K. Tanis beide te Ouddorp hadden in de nabijheid van het zomer huisje ,,De Vrijheid" rumoer verwekt, waardoor de nachtrust verstoord werd. Verdachten wilden de dames in het zomerhuisje nog met een bezoek gaan vereren. Mannen van dergelijke leeftijden als jullie moeten zich als heren gedragen, aldus de rechter. Vooral de uitlatingen t.o. die dames raken kant nog wal. De ambtenaar meende, dat de heren een lucht hoofdje hadden en al kenden jullie die meisjes, behoren jullie je toch netjes te gedragen. Jullie zijn als brooddronken jongens vlegelachtig tegen deze meisjes opge treden. Het is maar gelukkig, dat de po litierechter deze zaak aan de kanton rechter heeft gegeven anders zouden jullie een andere pijp hebben gerookt. De ambtenaar eiste de hoogste straf voor een dergelijk geval, 15.of 6 dagen hechtenis. Gedraag je voortaan zoals het een heer betaamd, merkte rechter op. Voorts vond deze het jammer, dat de maximum boete maar 15.is, anders hadden zij zeker meer gekregen. De uitspraak was conform de eis. C. V. Veen te Ouddorp, aangehouden zaak, liet zijn dochtertje in de zaak hel pen. Hiervoor was echter geen arbeids- lijst aanwezig, 3.of 3 d.h. L. Witte te Ouddorp auto zonder ach terlicht. 5.— of 2 d.h. WAAR GAAN WE BADEN? Geachte Redactie, Gaarne voeg ik nog wat toe aan het actuele vraagstuk „Waar gaan we ba den?" Als wij onze streekbladen waardig zijn en het nieuws van en om de gemeenten op ons eiland steeds aandachtig volgen, is ons opgevallen, dat er voor onze dor pen Middelharnis en Sommelsdijk een nieuwe wolk aan de horizon is versche nen. De R.T.M, gaat het een en ander veranderen aan het havenhoofd en de officiële zwembasis voor de liefhebbers van het koele nat, is veranderd in een officieuze. Daarmee is de vraag actueel geworden hoe moeten we dit ondervan gen en hoe is daarvoor een, goede op lossing te vinden. Voor wie, die het begrijpen wil, is het toch wel overduidelijk v/at een goed in gericht zwembad betekent, voor oud en jong. Daarom heb 'k gemeend aan deze omstandigheden iets te mogen toevoe gen, (al is dit in zeer bescheiden mate). En daarmee is bij mij de vraag gere zen, zouden de gemeenten Middelharnis en Sommelsdijk met haar bevolking", niet voor gezamenlijke rekening een zwembad kunnen stichten en exploite ren Zou door collecte's, vrije giften enz. niet het bedrag bij elkaar kunnen wor den gebracht, wat benodigd is voor de bouw en aanleg van zo'n bad? Het be hoeft niet modem, zoals we er wel zien, in ons land, maar eenvoudig, doelmatig en voldoende groot en voldoende plaats biedenden voor de vele liefhebbers. Op deze vragen moeten we een beslist JA doen horen en met een beetje goe de wil is geen moeite te groot en geen offer te zwaar (althans naar draag kracht en vermogen), om wat eens een droom was tot werkelijkheid te maken. Met dank voor de verleende plaats ruimte. J. V. d. V. de vriendelijke, gemoedelijke omgang met zijn goede vader, en de steeds pas serende vaartuigen op de brede door het zonnehcht als goud glimmende stro men, zie, dat alles maakte het varen, onder het zonnetentje, dat Peter voor hem gespannen had, tot een waar genot voor de zoon van de schipper. Doch het bleef niet zo mooi, en de lange Peter, die herhaaldelijk evenals de schipper het oog op de slap hangen de wimpel van dd tjalk vestigde, maak te tenslotte de opmerking, dat de wind lelijk begon te krimpen. „Dat doet hij net. Peter," antwoordde de schipper en keek enigszins bezorgd naar het Zuid-Westen. Herman heeft in 't geheel geer erg in wat beide ervaren mannen bezig houdt; Mjn oog wordt geboeid door het gezicht van een troep spelende zeehon den op een in het zonlicht blinkende zandbank, en dan weer voor hem uit, waar over de wijde mond der Wester- Schelde de duinen van het eiland Wal cheren oprijzen voor zijn oog. „Kijk, vader," zegt de jongen tot de schipper, die met de hand aan de roer pen nog maar steeds naar 't Zuid-Wes ten staart, „kijk, daar hgt Vlissingen immers al? We zullen er nog al gauw zijn, is het niet, vader?" „'t Zou je wel eens krmnen tegenval len, Harmen," meent de schipper, ,,'t Wordt bladstil en we vorderen bijna niets meer, terwijl daar ginder in 't Zuid Westen, als ik me niet vergis, een on weersbuitje groeit, en trouwens," voegt hij er bij, „we zijn nog verder van Vlis singen af dan je denkt, Harmpje!" ,yWel, vader," meent de jongen, ,,als er een buitje komt, dan gaat het mis schien wel harder waaien, en dan kun nen we immers hier op dat brede water kostelijk laveren?" Op het baardig gezicht van de schip per komt onwillekeurig een glimlach, „'t Zou wel eens kunnen, beste jongen," meent hij, „maar ik betwijfel het hard, of het straks jou wel erg zal meevallen, want de Wester-Schelde is al wonder gauw roerig, en 't kan hier soms ge ducht spoken." 't Ging net, zoals Van Maarle en Pe ter het verwacht hadden; de bul groei de aan, en een verwijderd, dof gerommel was het bewijs, dat het niet lang meer zou duren, vóór het onweer zou losbar sten. Aan boord van de Goede Hoop werd Inmiddels alles gereed gemaakt om de bui af te wachten. Wat los op het dek lag, bracht Peter naar beneden in het ruim of hij sjorde het vast. Ook het zon netentje, waar Herman het warmte ge deelte van de dag zo genoeglijk had door gebracht, brak Peter af en borg het op. „Ben je bang, dat het weg zal waaien Peter?" vraagt de jongen enigszins ver wonderd. „Wel wis en zeker, Herman, het waait over boord, daar kun je op aan, hoor," klinkt het antwoord van de Zeeuw, en terwijl hij het zegt, huilt een windstoot over het water en doet de slap langs de mast hangende zeilen zwellen. Nu trekken de donderwolken ras ho ger op aan de blauwe hemel, en spoedig schuilt de zon, die reeds naar 't Westen begint te dalen, er achter weg. Een felle bliksemstraal scheurt het laaghangende zwerk, dadelijk gevolgd door een dreu nende donderslag, en onmiddellijk begint het straks nog zo effen en kalme water van de Wester-Schelde te woelen, alsof een reuzehand het in zijn diepte om- roerde. Bang lag niet in de aard van Her man van Maarle, en het verheffende, doch voor menigeen angstwekltende schouwspel van de ontbrandende strijd der elementen trok hem aanvankelijk aan. „Wat een prachtig gezicht, vader, die vuurstralen langs de donkere lucht! En wat gaat ons schip aardig op en neer op die golfjes! Zouden we werkelijk storm krijgen, vader?" zo vraagt de knaap, die het wel belangrijk zou vin den, eens een werkelijke storm op de Zeeuwse stromen mee te maken. Hij heeft er zijn vader en lange Peter im mers thuis bij de haard in 't oude schip- pershuis zo dikwijls over horen praten. „'t Is Gods stem, Harmen," zegt de schipper, Gods stem, die spreekt in de natuur, en nu mag je dat wel mooi vin den, o zeker, maar je moet er bovenal ontzag voor gevoelen, diep ontzag, be grijp je dat, mijn jongen? Doch," gaat hij voort, zonder het antwoord op zijn vraag af te wachten, „je kunt niet lang meer boven blijven, jongen; als straks de bui met volle kracht losbarst, zou het hier aan dek veel te gevaarlijk voor je worden, en je had kans, dat een ruk wind je als een bal over boord wierp, of dat een stortzee je van 't dek spoelde." „Maar, vader," vraagt de jongen, „laat me toch boven blijven, 't Is im mers beneden in 't nauwe vooronder zo warm en zo duister. Laat me boven blijven, toe, vader! Ik zal me immers wel stevig vasthouden, en ik vind dat op en neer gaan van het schip wel pret tig; wat zeg jij er van. Peter?" Maar de schipper schudt langzaam en zorgelijk het hoofd en slaat onderwijl het oog weer op de wimpel. „Nou schipper," meent Peter, die maar al te goed weet, wat lot de jongen beneden wacht, ,,we zouden hem kun nen vastsjorren, dan kan hij tenminste niet over boord rollen. Me dunkt, dat hij 't dan boven beter hebben zal dan beneden." Een ogenblik aarzelt de schipper, en Peter kijkt al naar een eindje touw, doch de bezorgdheid van de vader voor de veiligheid van zijn enige laat niet toe, dat hij ingaat op het goedgemeende aanbod van Peter. Beslist schudt hij thans het hoofd. „Neen, neen, 't spijt me wel, maar 't is beter, dat je naar beneden gaat, Harmen," en dan tot Pe ter: „Kijk eens hier, van de tien kan sen negen, of de wind loopt dadelijk breed, en dan koelt de lucht hier snel af, terwijl het water knap hol zal gaan staan; dan is de jongen in minder dan geen tijd kletsnat en hij heeft tóch geen sterke longen; neen, dan maar liever zeeziek, hij krijgt het hier boven toch ook te pakken." Er is niets aan te doen, en Herman verhuist naar beneden, terwijl de lui ken boven hem worden gesloten. Nu is de lucht geheel zwart en; de donder dreunt en ratelt onophoudelijk, terwijl de helle bliksemstralen elkander snel opvolgen. Overal op de Wester-Schelde verto nen zich schuimkoppen, en op de verra derlijke zandbanken, daar kookt en bruist reeds de branding met hoge, wilde golfslag. De schipper heeft zijn strooien hoed af-, en zijn Zuidwester opgezet, doch Peter, die niets aan het lijf heeft 'dan een hemd en broek, stelt zijn dil*; rood haar bloot aan regen, wind en zee water „'t knapt er van op," beweert hij terwijl zijn blote, gespierde voe ten aan 't natte dek schijnen vast te kleven, zó gemakkelijk beweegt hij zich op het schip, dat nu hevig begint te slingeren en te stoten. (Wordt vervolgd) (Van onz Hoewel eerst 21 K.N.M.I. de volle hier ond Maart,, Al .De cijft lente van wel een j behalve d jaar ook droogte w voor de t stig, al z gangers t het mooie Mei wa land sede In Gronix één natte viel 17 n Helder IS den war; Bilt viel 1 mm. non kenden w mm, VOO- Maastricl dit voorj temperat middeld normaal) meer dai kwamen van mooi ke winte de felle beschutt* schillend» werd gei van ons lag, dan voorgeko Het aïi Bilt 14 Bilt met se dag c maal ko: zulke da Over '- scheen n den totE gistreere lentema: van de zeggen, krans ei gezien V schadelr 29 Mei," Een 1 rijk ove weer n: juist ex met Pai geweest stabiel dag ded uren zw tisch st teveen bijna e-* maand ren kre, windhoi terwijl op Pinl hliksenj nendroii Zonder ners t. Op d! een en door e^ Jij.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1952 | | pagina 2