GEVONDEN!
FOLKLORE
GD EN TAALl
f.
Industrie
op ons eiland
HET MOTORPALEIS
De „wacht" aan de Dorpsgooi
te Dirksland
.J
25ste Jaargang
Zaterdag 31 .Mei 1952
No. 2120
CHE. WEEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
Mededeling
Het e.v. nummer verschijnt
D.V. Vrydag 6 Juni a.s.
Het geval te Hellevoetsluis
*^it ket
3<.ykv&nót
Drieling geboren
Eerste kersen reeds in
Limburg geveild
Van Tientallen lijders
aan Brandend Maagzuur
hebben er Dozijnen Rennies op
zak....
Hoe het
vroeger was
MEDITATIE
*^iHfe«Jt'erJee«»t
BedactiebureauPr. HENDRIKSTRAAT 14, MIDDELHARNIS
TELEFOON 17 GIRO 167930 POSTBOX 8
TELEFOON DRUKKERIJ 19
Verschijnt tweemaal per week. Woensdag en Zaterdag
ABONNEMENTSPRIJS: f 1.70 PER KWARTAAL
ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm.
Bij contract speciaal tarief.
jL Daar we Maandag a.s. 2de
pinksterdag hebben, zal ons blad
Dinsdag 3 Juni niet verschijnen.
Ons eiland is, evenals de andere eilan
den, geheel agrarisch gebied. Hoofdza
kelijk vinden de arbeiders hun bestaan
in de landbouw. Het is bekend, dat door
cie toenemende mechanisatie de werk
loosheid stijgt, zo zelfs, dat deze tot een
hoogte is geklommen als nooit te voren.
Geen wonder dat er allerwege stem
men worden gehoord, om hierin voor
ziening te treffen. Het is gelukkig dat
de werklozen zoveel mogelijk onderge
bracht worden in DUW-werken, blijvend
is dit echter niet, zodat er naar andere
middelen moet worden omgezien. Struc-
tufele werkloosheid kan niet anders, dan
dat dit op de lange duur tot verarming
leidt.
Naast het telen van intensievere land
bouwproducten, wordt ook gedacht aan
een zekere industrialisatie. Maar we lo
pen daarmee direct vast met ons isole
ment, met onze moeilijke verbindingen
en hoge veertarieven. Daardoor behoort
het bijna tot het onmogelijke om hier
enige industrie aan te trekken.
Ondanks deze moeilijkheden ontbreekt
in de localiteit zelf niet aan onderne
mingsgeest. We hebben op ons eiland
tamelijk veel kleine-industrie, waarin
door velen werk wordt gevonden. Veel
van deze industrie is gericht op de land
bouw, maar er zijn toch ook nog al wat
bedrijven, die voor het vasteland wer
ken en zelfs voor het buitenland produ
ceren. Buiten onze grenzen worden bv.
sproeimachines gebruikt die in Som-
melsdijk gemaakt zijn en op onze grote
zeeschepen staan transportapparaten
om kolen uit de blinkers te sjouwen,
die ook op ons eiland gefabriceerd zijn.
Zo zou er meer zijn te noemen. Stippen
we nog even aan, dat de drukkerijen
veel druk- en boekwerk voor Holland en
ook wel voor het buitenland leveren. De
papier-fabricage Inoet ook grotendeels
haar bestaan van buitenaf vinden. In
1818 was op dit eiland slechts één druk
kerij, en thans zeven of acht, w.o. goed
geoutilleerde, sommige met ongeveer 40
man personeel.
Nu waren de Plakkeeërs oudtijds ook
niet van ondernemingsgeest ontbloot.
Het zal weinigen bekend zijn, dat in
1815, toen er veel armoede was onder
de bevolking, onder auspiciën van „het
departement tot nut van 't algemeen"
een vlasspinnerij werd opgericht! In
iedere gemeente bestond er een com
missie, die bepaalde wie er te werk zou
worden gesteld en men dreef de affaire,
met subsidie van de gemeenten voor ge
zamenlijke rekening.
Die commissies werden later ontbon
den; Sommelsdijk hield het bedrijf aan
tot 1840. Toen ging het over in parti
culiere handen en werd de.spinnerij en
weverij gedreven door de heer J. de
Graaf Jacz., die er zelf een linnen-, ser
vet- en damastweverij aan verbond! In
het begin van de vorige eeuw werd dus
de werkloosheid ook al opgevangen door
industrialisatie, waarbij onze vaderen
ons nu nog een lesje geven! Want een
Vlasfabriek, een weverij, fabricage van
groenten-conserven, een grasdrogerij
enz. konden wg nu ook wel gebruiken!
iDe havenplannen, die in het centrum
van ons eiland worden ontworpen, waar
bij ook industrie terrein wordt geprojec
teerd geven blijk, dat men het toch in
die richting zoekt. Het zal wel kapitalen
kosten, maar als het enigszins verant
woord is, moet het toch die kant uit.
Nu ligt het aantrekken van industrie
nauw aan een vaste oeververbinding
verbonden. Komt die, dan liggen er in
derdaad mogelijkheden, die dienen te
worden uitgebuit.
Regeren is nog altijd vooruitzien. En
het spreekwoord is nog altijd waar: „de
cost gaet voor de baet uyt."
EECTIFICATtE
Het geval bij de veerboot te Helle
voetsluis, waarover we in ons vorig
nummer bericht gaven, behoeft verbe
tering. Er is in dit bericht in meervou-
digen zin geschreven, als zou ook de
heer Joh. Vroegindeweij .hieraan debet
zijn. Nader vernemen we, dat deze ge
heel buiten de betreffende kwestie staat.
Er is ook alleen tegen de heer G. Vroeg
indeweij proces-verbaal opgemaakt.
Afgezien van dit geval, dat we geenjs-
zins willen goedpraten blijft het een on
verkwikkelijke historie bij de veerdien
sten. Het verwondert ons niet, dat door
de lange wachttijden de vervoerders het
bloed soms eens naar het hoofd stijgt.
Bij het vrachtvervoer is het tegenwoor
dig toch al een schraal portie en als
men dan nog een boot moet blijven over
staan betekemt dit nog meer winstder
ving. Een vaste oeververbinding zal al
leen de radicale oplossing brengen.
Domlné's naar Moskou Pionnen
op het Russische schaakbord
Van eten duivel op konsevoeten.
We leven wel in een wonderlijke we
reld. Enerzijds wordt in ons land fel te
gen het communisme gefulmineerd en
anderzijds wordt het in de kaart ge
speeld. En dat nog wel door dienaren
der kerk, die v.d.m., verbi divini minis
ter onder hun naam schrijven! Ik schrijf
hier met opzet kerk met een kleine k,
omdat deze mannen niet de Kerk des
Heeren dienien, maar afbreken.
Er zijn nl. twee predikanten die een
reis naar Moskou maken, om een soort
van religieuze vredesoonferentie bij te
wonen. Het zijn „doorbraakmannen",
want het Kremlin weet wel zo ongeveer
wie daarvoor moesten worden uitgeno
digd. Voor zo'n studiereis neemt men
geen principiële tegenstanders van het
Communisme, maar zulken, die no^ wel
iets goeds zien in het systeem. En die
straks, bij terugkomst in ons land, luid
zullen uitroepen, dat het communisme
niet zo verderfelijk is, als men het doet
voorkomen. Dat godsdienst opium is
voor het volk" en ,,God het grootste
kwaad" is toch eigenlijk de tendenz
van het communisme niet! Let maar
op, in die geest zal vlei gesproken
en geschreven worden als zij terugke
ren! Gelijkgeschakelde kerkelijke auto
riteiten wonen ook die vredes-conferen-
tie bij, waardoor de schijn wordt aan
genomen; alsof er vrijheid van gods
dienst in Rusland is!
Een schande voor het Nederlandse
volk, dat zich daar twee predikanten
toe lenen. Misschien doen ze het uit een
zeker religieus idealisme, maar zij ver
geten, dat Ze pionnen zijn op het grote
Russische schaakbord, om het spel te
gen Kerk en godsdienst uit- te spelen.
De duivel geeft er niet om, hoe hij
de massa in zijn greep krijgt. Niet altijd
loopt hij op klompen, dat men hem om
zo te zeggen in de verte kan horen aan
komen. Als het pas geeft loopt hij op
kousevoeten. Dan verschijnt hij als een
engel des lichts, waarbij wij dubbel op
onze hoede dienen te zijn.
Van die twee predikanten wordt van
zelfsprekend een daad gevraagd. Ze heb
ben a gezegd en moeten nu ook b zeg
gen. We zijn wel benieuwd wat ze zoal
mee te delen hebben als ze terugkoftien
en welke daden zullen volgen.
In het algemeen denken wij het coiil-
munisme ver weg. Voor velen is het
een vaag begrip. In feite echter is het
zeer dichtbij. Het „ijzeren gordijn" is
niet eens zoveel kilometers bij ons van
daan. En ondergronds werkt ook in ons
land het communisme in de vijfde colon
ne voort. Zie maar, hoe millioenen jon
ge mannen uit alle landen van de zgn.
nog vrge wereld worden opgeleid ten
oorlog. Alles gericht naar één gezichts
hoek: het gevaar van het Russische
communisme! En niemand wil eigenlijk
oorlog: men zoekt door allerlei confe
renties de tegenstellingen weg te nemen
en de vrede te bestendigen.
Maar in feite spant het op de we
reld. Schreef niet onlangs een groot
strateeg, dat 1954 een gevaarlijk jaar
zou worden voor de wereldvrede? We
laten dat, voor wat het is. God de Heere
houdt de draden van het wereldbestuur
in Zijn Hand. De Kerk des Heeren ver
keert tussen, al die beroeringen, als een
hutje in de komkommerhof. DéAr gaat
uiteindelijk de strijd om: het slangen
zaad tegen het vrouwenzaad; Ik zal vij
andschap zetten! Maar nu is er één
troost voor de Kerk (en in dit geval
Kerk zéker met een hoofdletter) ze heb
ben met een overwonnen vijand te doen.
Vóór Zijn selieiden van deze aarde, riep
Christus het Zijn discipelen toe: „Ziet,
Ik ben met Ulieden, tot aan de volein
ding der wereld." Welke machten daar
ook tegen aan zullen tornen, zij zullen
niet vermogen. Het komt er voor ons
maar opaan, daar deelgenoot van te zijn
of te worden.
WAARNEMER.
In „Wandelingen door Nederland" be
schrijft de auteur J. Croondijk ook een
tocht naar „Overflakkee en Goeree",
waarin we een en ander kunnen lezen
over de toestanden op het eiland van 75
jaar geleden. Men kon er sedert 1842 per
Middelhamisse boot komen, maar ook
nog over het veer van Hellevoetsluis
naar 't Sas van Dirksland, dat bediend
werd door een hoogaars of roeiboot.
Middelhamls lag vroeger dichter aan
't water maar er voor lag een grote
zandbank, de Flakkeese plaat, door een
smalle geul van de wal gescheiden; de
ze geul verzandde echter hoe langer hoe
meer en dreigde als vaarwater verloren
te gaan. In de kaartenverzameling van
de gemeenteiyke bibliotheek is een kaart
zonder jaartal, maar blijkbaar uit het
midden der 18e eeuw en getekend D.K.,
waarop een ontwerp voor een nieuwe
haven is aangegeven, dwars door de
plaat van Flacqué heen, en met aanwij
zing van het verzande Zuiddiep. Dit
werk is na 1759 uitgevoerd en in 1808
is de plaat met een kade omringd en bg
het eiland getrokken.
Volgens sommigen was Flakkee de
naam van het Haringvliet daar ter
plaatse, volgens anderen de naam van
de plaat, die daar vroeger lag. De uit
gang ee kan op water wijzen (aa, ee, ie,
ij duiden alle water aan, Breda, Edam,
Krommenie, 't IJ), maar 't zou ook
eiland kunnen betekenen.
De schrijver rijdt van -Middelharnis
naar Goeree in een zogenaamde „olie-
wagen." Er waren geen andere, zegt hij,
ze kunnen groter of kleiner zijn, met
linnen of leren kap en met één'of twee
paarden er voor. Voor zijn rijtuig staan
twee paarden, in Goeree „klippers", in
Flakkee .klippels" genoemd. (Is dat
laatste nog zo? d.E.)
Voor de verklaring van de naam Som
melsdijk geeft Craandijk een andere me
ning dan Boers in zijn beschrijving van
het eiland. Margaretha van Bourgondië,
weduwe van Graaf Willem VI, had in
1417 een uitgors, Sommelsdijk geheten,
ter bedijking ontvangen van Jacoba. Er
zal een dijk gelegen hebben en aan het
oude land van Dirksland lag de stroom
Sonnemare. Sommelsdijk zou dan een
verbastering zijn van Sonnemaresdijk.
De naam „Sommerdiek" heeft die oude
vorm beter bewaard.
Op zijn reis door het eiland merkt de
schrijver op, dat de huizen een indruk
van welvaart geven al staat hier en daar
nog een vervallen en verveloos huis met
een ruig begroeid rieten dak. Het meest
voorkomende huistype is: een hoog ste
nen voorhuis met schuin oplopende punt
gevel. Aan beide zijden van de hoofdin
gang zijn twee grote ramen. Hier is de
woonkamer ,den haerd" met leijen (te
gels) bevloerd en gekalkte muren en de
grote schouwe. Het dak is met pannen
gedekt. Achter het huis en er mee ver
bonden ligt de schuur, de luzze, meestal
van hout, met rieten dak. Op de hil
(Goerees) of wurft (Overflakkees) staat
de kêête met de snuver een kookhuis
met stookplaats, waarbij de niepzak
(blaasbalg) hangt. Op het erf, door hek
of dulve (Fl.) of grippe (G.) van de weg
gescheiden, lopen de kippen met haar
„stiel^en" (kuikens, in G. zegt men nog
tieten en in Flakkee?) en waggelen de
eenden met haar „spielen". (in G. zegt
men pielen en in Flakkee 't Is een mooi
gedoente, dat er met z'n bloem- en moes
tuin en zijn boomgaard en het hoge hout
rondom „kelf" uitziet. Trouwens „ont"
(vuil) mag een boer niet zijn. De arbeid
vult spinne (etenskast) en sta (in G.
stao voor vleeskuip en in Flakkee?) en
welle en tras geven hem water. De boer
verlaat zijn gebied niet, althans niet om
uutlandig (d.i. buiten 't eiland te gaan),
al versmaadt hij het „winterneven" bij
vriend en gebuur niet bij snaere (schoon
zus), naom en meutje evenmin, als een
gang naar de mart of een kaopdag (ver
koping) in de naburige dorpen. En is
hij eens bange (misselijk) of ongans
(niet in orde)spoedig is hij weer kittig,
zelden onnoózel (ziekelijk) of onklaer
(ziek.)
We namen hier een stukje boerenbe-
schrijving, zoals Craandijk dat geeft,
over. De uitgedrukte woorden komen
nog voor, al zijn enkele zeer ouderwets
als bange en ongans. Vroeger spraken
de oude mensen in Goeree al over een
uutlandse reize, als ze over de Ooie-
vaarsdijk gingen, de grens tussen Goe-
dereede en Stellendam. „Hie komt van
over de Ooievaarsdiek" drukte geen
achting voor vreemdelingen uit.
De schrijver wijst op de achteruit
gang van de meekrap, al ziet hij nog en
kele velden en hier en daar een mee-
stoof een vrij hoog middengebouw
met schuin dak, een laag huisje met
schoorsteen tegen de ene zijmuur leu
nende en een tamelijke lange schuur
met hoge schoorsteen, zich aansluitend
aan de andere zijwand. Het voorgebouw
tje is de eest, waar de wortel gedroogd
wordt. (In Goeree en Ouddorp spreekt
men van den as).
Buiten Dirksland gaat de weg over
dijken en over smalle rechte boomloze
grintwegen, door sloten of greppels van
't bouwland gescheiden. Eigenaardig zijn
de wallen van klei, hier en daar rond
om de akkers opgezet (ze zijn nu ver
dwenen) en de meidoornstruiken naast
de hekken der weiden, (die herinner ik
me ook nog). Hij heeft het dan over de
sliklaopers (kwikstaartjes), de zwaemel
tjes; (zwaluwen), de puten (kikkers) en
horrekoeien meikevers
De paarden rusten uit aan 't Fortuun-
tje, de herberg, die vroeger halfweg tus
sen Melissant en Stellendam lag, aan 't
begin van de lange Fortuunwegt. Dat
was de pleisterplaats voor alles, wat
langs de grintweg tussen Middelharnis
en Goeree reed en liep. Hier ontmoetten
de boeren elkaar, hier brachten de boe
ren van 't Westen van 't eiland vaak
hun verkochte koeien, die daar door de
kopers „ontvangen" werden. Na de rust
ging het nu via Stellendam op Goeree
aan, waar de heer Öraandijk logeerde
in de Gouden Leeuw, waarover wij vroe
ger reeds schreven. Waf hij verder over
het dorp zegt, kan men vinden in de
Beschrijving van Goedereede door Van
der Waal en Vervoorn, geput uit Van
Dam en Boers. Hetzelfde geldt voor Oud
dorp. Öij wijst er op, hoeveel moois dit
gedeelte van het eiland toen al had ver
loren door het verdwijnen van veel bui
tenplaatsen met herenhuizen en dichte
plantsoenen. Heel wat bos was toen al
geveld en wij weten allen, hoeveel er
nog over is. Het grootste gedeelte der
bosgronden is nu in cultuur gebracht,
wat de welvaart deed toenemen mij
nen en omzetten. Wat een fraaie wande
ling had men in mijn jeugd nog over de
Jonkerstee. Ook het oude Rustburg is
nu gesloopt en het landgoed is tot bouw
land gemaakt. Wie kan mij nadere ge-
gegevens verschaffen over al die oude.
hofsteden en herenhuizen?, ik kom er
dan later op terug.
E!en belangstellende oud-üoereeër
schrijft me naar aanleiding van de oude
gebouwen in Goedereede het volgende:
Het huis destijds bewoond door J. de
Bloeme, was uit 1636; er was een heel
grote kelder onder. Ook het huisje van
Gerrit de Keizer, was heel oud het
zat vol blauwe tegeltjes.
Dergelijke blauwe tegeltjes zaten ook
in de keuken en het achterhuis van mijn
ouders. Bij de afbraak ervan zijn er veel
verloren gegaan, maar er zijn er ook
nog gespaard. In mijn huis heb ik er o.a.
een verüsterbank van laten maken.
Tijdens de vierde Engelse oorlog 1780
—1784 werden er in Goedereede Oud
dorp kazernes gebouwd en batterijen
aangelegd, die in de Franse tijd nog ver
sterkt werden; maar daarna verdwenen
zijn. De laatste lag aan de Kinderdijk
langs de haven en werd de ,;Batterieje"
genoemd. Als kinderen gingen we daar
spelen. Toen de Kinderdijk versterkt en
verhoogd werd na de hoge vloed van
1894 is die Batterieje afgegraven.
Ten slotte wijs ik nog op het Joden-
kerkhof aan de weg naar Ouddorp bij
Altena, dat er goed onderhouden bijligt.
De laatste joden uit Goeree zijn een
kleine honderd jaar daar begraven; ze
hebben gewoond in het huis bij de Spui,
"t laatst bewoond door de famüie Den
Hartog. Het opschrift in Hebreeuwse
letters betekent: „Huis des Levens",
naar men mij heeft meegedeeld.
F. DEN EERZAMEN,
Wassenaar.
I
het juiste adres voor alle moger
lijke motoronderdelen en acces
soires.
Maar ook in regen-, sport en reis
artikelen slaagt U nergens beter.
Enin lederen kleding o.a.
JASSEN,
MANTELS,
VESTEN enz.
kunt U kiezen uit meer dan 1000
stuks. Wie
Schepenstraat lH-115 - Tel. 82950
ROTTERDAM—BLWDORP
In het gezin van de landbouwer H.
Spoolder in de buurtschap Haarle bij
Nijverdal in Overijsel is een drieling
geboren. Het zijn drie meisjes, die elk
vijf pond wegen. Moeder en kinderen
maken het goed. Het gezin Spoolder
bezat reeds 12 kinderen, zodat het in
een keer werd uitgebreid tot 15.
-O-
Op de Zuidlimburgse veilingen werd
het fruitseizoen 1951/'52 gesloten en
werden reeds de eerste kersen en aard
beien aangevoerd. De kersen gingen van
0.60 tot 1.— per kilo en de aard
beien van 1.— tot 1.60 per kilo.
Tengevolge van de droogte der laatste
weken bleef de asperge-oogst in Lim
burg beneden de verwachtingen. Duits
land was de belangrijkste afnemer van
dit exportartikel. De prijs liep op tot
1.80 per kilo.
Ook sla, spinazie en rabarber stegen
sterk in prijs.
Altijd en overal ontmoet U lijders aan
brandend maagzuur en U herkent ze
aande lof die ze voor Rennies heb
ben. Innnemen doen ze die tabletjes on
opvallend, want water of wat ook komt
er niet aan te pas. Ze helpen van de
ene minuut op de andere. Ook U!
Het plaatje dat we deze keer geven is nog niet zo heel oud; twintig
jaar geleden was de Dorpsgooi te Dirksland er nog met het sluisje op de
kruising Tuinstraat-Poldersweegje-Philipshoofjesweg. Die waterpartijen
zijn zo langzamerhand uit het dorpsbeeld verdwenen, waarom het zijn
waarde kan hebben een beeld als dit voor de vergetelheid te bewaren.
Vroeger hadden de polders hun uit-
wateringen soms midden door de ge
meente. Zo was het ook met de hier
boven afgebeelde Gooi, die liep van
het Westelijk uiteinde van het Pol-
dersweegje langs de Tuinstraat, On-
derlangs en de Secretarieweg tot de
voorboezem van het Poldergemaal,
onmiddellijk bewesten de uitwate-
ringssluis in de Havendijk.
Op 8 Aug. 1844 werd tussen de
raad der gemeente en het Bestuur
van de polder Dirksland ca. een
overeenkomst gesloten tot regeling
van beheer en onderhoud van binnen
de dorpskom gelegen waterwerken.
T.a.v. Dorpsgooi werden bepalingen
gemaakt voor uit- en inlaat van het
water, en voor verhoogden water
stand. Het sluisje op de foto, „de
zuidelijke wacht aan het Polders-
weegje" kwam in beheer en onder
houd ten laste van polder en gemeen
te, ieder voor de helft.'
Toen het motor-watergemaal de
lozing van het polderwater voldoende
kon verwerken, had de Polder Dirks
land geen belang meer bij de Gooi.
Het werd meer een stilstaand water.
Wel werd de Gooi af en toe ververst
uit de haven, maar het werd toch
een stinkboel. De gemeente kocht de
grond van de polder en van liever
lee is men tot demping overgegaan.
in 1910 het vak Onderlangs, in 1929
het vak langs de Secretarieweg
noordwaarts tot tegen de bij de aan
leg van de stoomtramweg iets zuid
waarts verplaatste noordelijke wacht
en in 1935—'37 het vak langs de
dorpsweg en de Tuinstraat. De ge
dempte Gooi is geirioleerd, lozing van
polderwegen op de boezem kan er
niet meer door plaats hebben.
Men ziet op de foto ook de Chr.
School die veel last van deze stin
kende Gooi ondervond. Ook was het
water een gevaar voor de spelende
schooljeugd! Menige jongen is er
indertijd in geraakt en met een nat
en minder welriekend pak thuisge
komen!
De enige open watergang in de
oude dorpskom van Dirksland is
thans nog de gracht langs de bin
nenzijde van de Ring om de Her
vormde Kerk, eigendom van die kerk
en ingevolge bovenvermelde overeen
komst van 1844, in beheer en onder
houd bij het gemeente-bestuur. Zoals
bekend wordt aan deze waterpartij
zeer de hand gehouden en is er zelf
een comité gevormd die voor ver
fraaiing zorgt. Het verheugt ons, dat
deze mooie waterpartij in het dorp
kan worden behouden. Binnenkort
hopen we daar in een ander artikel
op terug te komen.
„En ze werden allen vervuld
met de Heilige Geest".
(Handelingen 2 4a.)
De Apostelen waren eendrachtelijk
bijeen en ontvingen de wondergaven des
Heiligen Geestes. Er staat duidelijk in
het 4e vers: vervuld met de Heilige
Geest. Niet zo zeer de gewone werkin
gen des H. Geestes, die des geloofs en
der heiligmaking, die de mens nodig
zijn om een nieuw maaksel Gods te wor
den, gescliapen in Christus Jezus,
dus door wederbarende genade maar
de werkingen der krachten en meniger-
ler talen, die de Apostelen nodig hadden
om de Goddelijkheid van hun zending te
bevestigen.
Met deze gaven werden ze thans ver
vuld.
Reeds te voren hadden ze er wat van
ontvangen, gelijk we lezen in Joh. 20
22: Ontvang de Heilige Geest. Maar de
overvloedige bedeling, waarmede ze
thans vervuld werden, kon niet eerder
geschieden, vóórdat Jezus was verheer
lijkt en heenigegaan naar de Vader.
Och, het waren maar eenvoudige lie
den en daarom was het zo nodig dat ze
ontvingen de Geest van de openbaring
der kennis Gods en der Wij s-
h e i d waar ze nog zo weinig begrip van
hadden.
De belofte werd thans vervuld uit Joh.
14 26; dat deze Geest hen zou indach
tig maken om te doen verstaan alles
wat de Heere te voren tot hen gezegd
had. Om het Woord Gods recht te kun
nen snijden, wat te allen tijde de
grondslag zou moeten zijn voor Gods
Kerk in 't algemeen en voor elk gelo
vige in het bijzonder.
De Geest des Gericht» en der
en der dapperheid om met de ver
heffingen Godes in hunne kelen uit te
gaan tot Joden en Heidehen, om te ver
kondigen de noodzaak der bekering tot
God en uit te roepen de mogelijkheid
van zalig te kunnen worden in den Hee
re Jezus Christus.
De Geest der menigerlei talen,
waardoor deze plompe Galileërs en on
geleerde vissers in één ogenblik be
kwaam worden, gemaakt, niet alleen
om in hun moedertaal de Joden, maar
ook de heidenen, Parters, Meders, Ela-
mieten enz. toe te spreken.
Gelijk een volle bron in beken naar
beneden afstroomt en de aarde tot
vruchtbaarheid bevloeit, alzo werd op
deze Pinksterdag een stroom van le
vend water afgegoten en werd het sou-
vereine werk Gods in veler harten ge
openbaard.
Ontzetting greep de aanwezigen aan,
vandaar dat zij vroegen: Wat wil toch
dit zijn?
De Schriftgeleerden, Farizeeën en
Sadduceeën spotten er mee, en zeiden:
„ze zijn vol zoete wijn!" Heden tendage
is dat nog zo: wanneer Gods knechten
in eenvoudigheid het Woord Gods uit
dragen, niet bedeeld met de wijsheid der
wereld, maar wel een weinig met de
geest der w ij s h e i d, des gerichts
en der dapperheid, dan wordt daar
ook wel de spot mee gedreven. Ze heb
ben een schraal portie in hun vijand
schap!
Petrus het woord nemend, wees hen
terecht, dat ze niet dronken waren,
maar bediend en bedauwd met die Geest,
waarvan de Profeten gesproken had
den. En beginnende van de profeet Joel
verkondigde hij Jezus de Nazarener als
een gift van de Vader, geschonken tot
zaligheid. Dien Zij, door den bepaalden
raad en voorkennis Gods overgegeven
zijnde, genomen hadden, aan het kruis
gehecht en gedood, maar Die ook opge
staan was en nu zittende ter rechter
hand Gods.
Wat een verbittering enerzijds, maar
welk een zalige en gezegende vrucht an
derzijds, bracht deze prediking teweeg!
„Als zij dit hoorden, werden zij ver
slagen in hun hart." (d.w.z.'doorsto
ken, doorprikkeld). Verslagen door
leedwezen over hunne zonden! Vijanden
van nature, werden ze door Gods Geest
overwonnen. Zij bogen, in het stof en
kwamen tot de uitroep: Wat zullen wij
doen mannen broeders? Is er nog een
weg en middel om de welverdiende straf
te ontgaan, vergeving der zonde te ver
krijgen, een mogelijkheid om zalig te
kunnen worden?
Wat een zalige vrucht op die predi
king. Gode-verheerlijkend en ziel-profij-
telijk!
Lezer, zijt ge ook wel eens tot de uit
roep gekomen?
Zalig, om zo te bukken voor God. Om
de Heere recht en gerechtigheid te leren
toekennen. Daarin ligt méér zoethejd en
vreugde, dan de ganse wereld geven
kan.
Welgelukzalig het volk, dat daarvan
ondervinding heeft. Die hier mogen le
ren kennen de vergeving der zonden, in
en door Christus, ontvangen; ook de ga
ven des Heiligen Geestes. Die leren hier
bij aanvang roemen in Hem, Die hen
vergiffenis der zonden schonk om Hem
straks daarvoor eeuwig te loven en te
danken tot in alle eeuwigheid en uit te
roepen: „Door U, door U alleen, om het
eeuwig welbehagen!"
Middelharnis Ds G. Zwerus,