GEVONDEN! FOLKLORE GD EN TAALl f. Industrie op ons eiland HET MOTORPALEIS De „wacht" aan de Dorpsgooi te Dirksland .J 25ste Jaargang Zaterdag 31 .Mei 1952 No. 2120 CHE. WEEKBLAD OP GEREFORMEERDE GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN Mededeling Het e.v. nummer verschijnt D.V. Vrydag 6 Juni a.s. Het geval te Hellevoetsluis *^it ket 3<.ykv&nót Drieling geboren Eerste kersen reeds in Limburg geveild Van Tientallen lijders aan Brandend Maagzuur hebben er Dozijnen Rennies op zak.... Hoe het vroeger was MEDITATIE *^iHfe«Jt'erJee«»t BedactiebureauPr. HENDRIKSTRAAT 14, MIDDELHARNIS TELEFOON 17 GIRO 167930 POSTBOX 8 TELEFOON DRUKKERIJ 19 Verschijnt tweemaal per week. Woensdag en Zaterdag ABONNEMENTSPRIJS: f 1.70 PER KWARTAAL ADVERTENTIEPRIJS 12 cent per mm. Bij contract speciaal tarief. jL Daar we Maandag a.s. 2de pinksterdag hebben, zal ons blad Dinsdag 3 Juni niet verschijnen. Ons eiland is, evenals de andere eilan den, geheel agrarisch gebied. Hoofdza kelijk vinden de arbeiders hun bestaan in de landbouw. Het is bekend, dat door cie toenemende mechanisatie de werk loosheid stijgt, zo zelfs, dat deze tot een hoogte is geklommen als nooit te voren. Geen wonder dat er allerwege stem men worden gehoord, om hierin voor ziening te treffen. Het is gelukkig dat de werklozen zoveel mogelijk onderge bracht worden in DUW-werken, blijvend is dit echter niet, zodat er naar andere middelen moet worden omgezien. Struc- tufele werkloosheid kan niet anders, dan dat dit op de lange duur tot verarming leidt. Naast het telen van intensievere land bouwproducten, wordt ook gedacht aan een zekere industrialisatie. Maar we lo pen daarmee direct vast met ons isole ment, met onze moeilijke verbindingen en hoge veertarieven. Daardoor behoort het bijna tot het onmogelijke om hier enige industrie aan te trekken. Ondanks deze moeilijkheden ontbreekt in de localiteit zelf niet aan onderne mingsgeest. We hebben op ons eiland tamelijk veel kleine-industrie, waarin door velen werk wordt gevonden. Veel van deze industrie is gericht op de land bouw, maar er zijn toch ook nog al wat bedrijven, die voor het vasteland wer ken en zelfs voor het buitenland produ ceren. Buiten onze grenzen worden bv. sproeimachines gebruikt die in Som- melsdijk gemaakt zijn en op onze grote zeeschepen staan transportapparaten om kolen uit de blinkers te sjouwen, die ook op ons eiland gefabriceerd zijn. Zo zou er meer zijn te noemen. Stippen we nog even aan, dat de drukkerijen veel druk- en boekwerk voor Holland en ook wel voor het buitenland leveren. De papier-fabricage Inoet ook grotendeels haar bestaan van buitenaf vinden. In 1818 was op dit eiland slechts één druk kerij, en thans zeven of acht, w.o. goed geoutilleerde, sommige met ongeveer 40 man personeel. Nu waren de Plakkeeërs oudtijds ook niet van ondernemingsgeest ontbloot. Het zal weinigen bekend zijn, dat in 1815, toen er veel armoede was onder de bevolking, onder auspiciën van „het departement tot nut van 't algemeen" een vlasspinnerij werd opgericht! In iedere gemeente bestond er een com missie, die bepaalde wie er te werk zou worden gesteld en men dreef de affaire, met subsidie van de gemeenten voor ge zamenlijke rekening. Die commissies werden later ontbon den; Sommelsdijk hield het bedrijf aan tot 1840. Toen ging het over in parti culiere handen en werd de.spinnerij en weverij gedreven door de heer J. de Graaf Jacz., die er zelf een linnen-, ser vet- en damastweverij aan verbond! In het begin van de vorige eeuw werd dus de werkloosheid ook al opgevangen door industrialisatie, waarbij onze vaderen ons nu nog een lesje geven! Want een Vlasfabriek, een weverij, fabricage van groenten-conserven, een grasdrogerij enz. konden wg nu ook wel gebruiken! iDe havenplannen, die in het centrum van ons eiland worden ontworpen, waar bij ook industrie terrein wordt geprojec teerd geven blijk, dat men het toch in die richting zoekt. Het zal wel kapitalen kosten, maar als het enigszins verant woord is, moet het toch die kant uit. Nu ligt het aantrekken van industrie nauw aan een vaste oeververbinding verbonden. Komt die, dan liggen er in derdaad mogelijkheden, die dienen te worden uitgebuit. Regeren is nog altijd vooruitzien. En het spreekwoord is nog altijd waar: „de cost gaet voor de baet uyt." EECTIFICATtE Het geval bij de veerboot te Helle voetsluis, waarover we in ons vorig nummer bericht gaven, behoeft verbe tering. Er is in dit bericht in meervou- digen zin geschreven, als zou ook de heer Joh. Vroegindeweij .hieraan debet zijn. Nader vernemen we, dat deze ge heel buiten de betreffende kwestie staat. Er is ook alleen tegen de heer G. Vroeg indeweij proces-verbaal opgemaakt. Afgezien van dit geval, dat we geenjs- zins willen goedpraten blijft het een on verkwikkelijke historie bij de veerdien sten. Het verwondert ons niet, dat door de lange wachttijden de vervoerders het bloed soms eens naar het hoofd stijgt. Bij het vrachtvervoer is het tegenwoor dig toch al een schraal portie en als men dan nog een boot moet blijven over staan betekemt dit nog meer winstder ving. Een vaste oeververbinding zal al leen de radicale oplossing brengen. Domlné's naar Moskou Pionnen op het Russische schaakbord Van eten duivel op konsevoeten. We leven wel in een wonderlijke we reld. Enerzijds wordt in ons land fel te gen het communisme gefulmineerd en anderzijds wordt het in de kaart ge speeld. En dat nog wel door dienaren der kerk, die v.d.m., verbi divini minis ter onder hun naam schrijven! Ik schrijf hier met opzet kerk met een kleine k, omdat deze mannen niet de Kerk des Heeren dienien, maar afbreken. Er zijn nl. twee predikanten die een reis naar Moskou maken, om een soort van religieuze vredesoonferentie bij te wonen. Het zijn „doorbraakmannen", want het Kremlin weet wel zo ongeveer wie daarvoor moesten worden uitgeno digd. Voor zo'n studiereis neemt men geen principiële tegenstanders van het Communisme, maar zulken, die no^ wel iets goeds zien in het systeem. En die straks, bij terugkomst in ons land, luid zullen uitroepen, dat het communisme niet zo verderfelijk is, als men het doet voorkomen. Dat godsdienst opium is voor het volk" en ,,God het grootste kwaad" is toch eigenlijk de tendenz van het communisme niet! Let maar op, in die geest zal vlei gesproken en geschreven worden als zij terugke ren! Gelijkgeschakelde kerkelijke auto riteiten wonen ook die vredes-conferen- tie bij, waardoor de schijn wordt aan genomen; alsof er vrijheid van gods dienst in Rusland is! Een schande voor het Nederlandse volk, dat zich daar twee predikanten toe lenen. Misschien doen ze het uit een zeker religieus idealisme, maar zij ver geten, dat Ze pionnen zijn op het grote Russische schaakbord, om het spel te gen Kerk en godsdienst uit- te spelen. De duivel geeft er niet om, hoe hij de massa in zijn greep krijgt. Niet altijd loopt hij op klompen, dat men hem om zo te zeggen in de verte kan horen aan komen. Als het pas geeft loopt hij op kousevoeten. Dan verschijnt hij als een engel des lichts, waarbij wij dubbel op onze hoede dienen te zijn. Van die twee predikanten wordt van zelfsprekend een daad gevraagd. Ze heb ben a gezegd en moeten nu ook b zeg gen. We zijn wel benieuwd wat ze zoal mee te delen hebben als ze terugkoftien en welke daden zullen volgen. In het algemeen denken wij het coiil- munisme ver weg. Voor velen is het een vaag begrip. In feite echter is het zeer dichtbij. Het „ijzeren gordijn" is niet eens zoveel kilometers bij ons van daan. En ondergronds werkt ook in ons land het communisme in de vijfde colon ne voort. Zie maar, hoe millioenen jon ge mannen uit alle landen van de zgn. nog vrge wereld worden opgeleid ten oorlog. Alles gericht naar één gezichts hoek: het gevaar van het Russische communisme! En niemand wil eigenlijk oorlog: men zoekt door allerlei confe renties de tegenstellingen weg te nemen en de vrede te bestendigen. Maar in feite spant het op de we reld. Schreef niet onlangs een groot strateeg, dat 1954 een gevaarlijk jaar zou worden voor de wereldvrede? We laten dat, voor wat het is. God de Heere houdt de draden van het wereldbestuur in Zijn Hand. De Kerk des Heeren ver keert tussen, al die beroeringen, als een hutje in de komkommerhof. DéAr gaat uiteindelijk de strijd om: het slangen zaad tegen het vrouwenzaad; Ik zal vij andschap zetten! Maar nu is er één troost voor de Kerk (en in dit geval Kerk zéker met een hoofdletter) ze heb ben met een overwonnen vijand te doen. Vóór Zijn selieiden van deze aarde, riep Christus het Zijn discipelen toe: „Ziet, Ik ben met Ulieden, tot aan de volein ding der wereld." Welke machten daar ook tegen aan zullen tornen, zij zullen niet vermogen. Het komt er voor ons maar opaan, daar deelgenoot van te zijn of te worden. WAARNEMER. In „Wandelingen door Nederland" be schrijft de auteur J. Croondijk ook een tocht naar „Overflakkee en Goeree", waarin we een en ander kunnen lezen over de toestanden op het eiland van 75 jaar geleden. Men kon er sedert 1842 per Middelhamisse boot komen, maar ook nog over het veer van Hellevoetsluis naar 't Sas van Dirksland, dat bediend werd door een hoogaars of roeiboot. Middelhamls lag vroeger dichter aan 't water maar er voor lag een grote zandbank, de Flakkeese plaat, door een smalle geul van de wal gescheiden; de ze geul verzandde echter hoe langer hoe meer en dreigde als vaarwater verloren te gaan. In de kaartenverzameling van de gemeenteiyke bibliotheek is een kaart zonder jaartal, maar blijkbaar uit het midden der 18e eeuw en getekend D.K., waarop een ontwerp voor een nieuwe haven is aangegeven, dwars door de plaat van Flacqué heen, en met aanwij zing van het verzande Zuiddiep. Dit werk is na 1759 uitgevoerd en in 1808 is de plaat met een kade omringd en bg het eiland getrokken. Volgens sommigen was Flakkee de naam van het Haringvliet daar ter plaatse, volgens anderen de naam van de plaat, die daar vroeger lag. De uit gang ee kan op water wijzen (aa, ee, ie, ij duiden alle water aan, Breda, Edam, Krommenie, 't IJ), maar 't zou ook eiland kunnen betekenen. De schrijver rijdt van -Middelharnis naar Goeree in een zogenaamde „olie- wagen." Er waren geen andere, zegt hij, ze kunnen groter of kleiner zijn, met linnen of leren kap en met één'of twee paarden er voor. Voor zijn rijtuig staan twee paarden, in Goeree „klippers", in Flakkee .klippels" genoemd. (Is dat laatste nog zo? d.E.) Voor de verklaring van de naam Som melsdijk geeft Craandijk een andere me ning dan Boers in zijn beschrijving van het eiland. Margaretha van Bourgondië, weduwe van Graaf Willem VI, had in 1417 een uitgors, Sommelsdijk geheten, ter bedijking ontvangen van Jacoba. Er zal een dijk gelegen hebben en aan het oude land van Dirksland lag de stroom Sonnemare. Sommelsdijk zou dan een verbastering zijn van Sonnemaresdijk. De naam „Sommerdiek" heeft die oude vorm beter bewaard. Op zijn reis door het eiland merkt de schrijver op, dat de huizen een indruk van welvaart geven al staat hier en daar nog een vervallen en verveloos huis met een ruig begroeid rieten dak. Het meest voorkomende huistype is: een hoog ste nen voorhuis met schuin oplopende punt gevel. Aan beide zijden van de hoofdin gang zijn twee grote ramen. Hier is de woonkamer ,den haerd" met leijen (te gels) bevloerd en gekalkte muren en de grote schouwe. Het dak is met pannen gedekt. Achter het huis en er mee ver bonden ligt de schuur, de luzze, meestal van hout, met rieten dak. Op de hil (Goerees) of wurft (Overflakkees) staat de kêête met de snuver een kookhuis met stookplaats, waarbij de niepzak (blaasbalg) hangt. Op het erf, door hek of dulve (Fl.) of grippe (G.) van de weg gescheiden, lopen de kippen met haar „stiel^en" (kuikens, in G. zegt men nog tieten en in Flakkee?) en waggelen de eenden met haar „spielen". (in G. zegt men pielen en in Flakkee 't Is een mooi gedoente, dat er met z'n bloem- en moes tuin en zijn boomgaard en het hoge hout rondom „kelf" uitziet. Trouwens „ont" (vuil) mag een boer niet zijn. De arbeid vult spinne (etenskast) en sta (in G. stao voor vleeskuip en in Flakkee?) en welle en tras geven hem water. De boer verlaat zijn gebied niet, althans niet om uutlandig (d.i. buiten 't eiland te gaan), al versmaadt hij het „winterneven" bij vriend en gebuur niet bij snaere (schoon zus), naom en meutje evenmin, als een gang naar de mart of een kaopdag (ver koping) in de naburige dorpen. En is hij eens bange (misselijk) of ongans (niet in orde)spoedig is hij weer kittig, zelden onnoózel (ziekelijk) of onklaer (ziek.) We namen hier een stukje boerenbe- schrijving, zoals Craandijk dat geeft, over. De uitgedrukte woorden komen nog voor, al zijn enkele zeer ouderwets als bange en ongans. Vroeger spraken de oude mensen in Goeree al over een uutlandse reize, als ze over de Ooie- vaarsdijk gingen, de grens tussen Goe- dereede en Stellendam. „Hie komt van over de Ooievaarsdiek" drukte geen achting voor vreemdelingen uit. De schrijver wijst op de achteruit gang van de meekrap, al ziet hij nog en kele velden en hier en daar een mee- stoof een vrij hoog middengebouw met schuin dak, een laag huisje met schoorsteen tegen de ene zijmuur leu nende en een tamelijke lange schuur met hoge schoorsteen, zich aansluitend aan de andere zijwand. Het voorgebouw tje is de eest, waar de wortel gedroogd wordt. (In Goeree en Ouddorp spreekt men van den as). Buiten Dirksland gaat de weg over dijken en over smalle rechte boomloze grintwegen, door sloten of greppels van 't bouwland gescheiden. Eigenaardig zijn de wallen van klei, hier en daar rond om de akkers opgezet (ze zijn nu ver dwenen) en de meidoornstruiken naast de hekken der weiden, (die herinner ik me ook nog). Hij heeft het dan over de sliklaopers (kwikstaartjes), de zwaemel tjes; (zwaluwen), de puten (kikkers) en horrekoeien meikevers De paarden rusten uit aan 't Fortuun- tje, de herberg, die vroeger halfweg tus sen Melissant en Stellendam lag, aan 't begin van de lange Fortuunwegt. Dat was de pleisterplaats voor alles, wat langs de grintweg tussen Middelharnis en Goeree reed en liep. Hier ontmoetten de boeren elkaar, hier brachten de boe ren van 't Westen van 't eiland vaak hun verkochte koeien, die daar door de kopers „ontvangen" werden. Na de rust ging het nu via Stellendam op Goeree aan, waar de heer Öraandijk logeerde in de Gouden Leeuw, waarover wij vroe ger reeds schreven. Waf hij verder over het dorp zegt, kan men vinden in de Beschrijving van Goedereede door Van der Waal en Vervoorn, geput uit Van Dam en Boers. Hetzelfde geldt voor Oud dorp. Öij wijst er op, hoeveel moois dit gedeelte van het eiland toen al had ver loren door het verdwijnen van veel bui tenplaatsen met herenhuizen en dichte plantsoenen. Heel wat bos was toen al geveld en wij weten allen, hoeveel er nog over is. Het grootste gedeelte der bosgronden is nu in cultuur gebracht, wat de welvaart deed toenemen mij nen en omzetten. Wat een fraaie wande ling had men in mijn jeugd nog over de Jonkerstee. Ook het oude Rustburg is nu gesloopt en het landgoed is tot bouw land gemaakt. Wie kan mij nadere ge- gegevens verschaffen over al die oude. hofsteden en herenhuizen?, ik kom er dan later op terug. E!en belangstellende oud-üoereeër schrijft me naar aanleiding van de oude gebouwen in Goedereede het volgende: Het huis destijds bewoond door J. de Bloeme, was uit 1636; er was een heel grote kelder onder. Ook het huisje van Gerrit de Keizer, was heel oud het zat vol blauwe tegeltjes. Dergelijke blauwe tegeltjes zaten ook in de keuken en het achterhuis van mijn ouders. Bij de afbraak ervan zijn er veel verloren gegaan, maar er zijn er ook nog gespaard. In mijn huis heb ik er o.a. een verüsterbank van laten maken. Tijdens de vierde Engelse oorlog 1780 —1784 werden er in Goedereede Oud dorp kazernes gebouwd en batterijen aangelegd, die in de Franse tijd nog ver sterkt werden; maar daarna verdwenen zijn. De laatste lag aan de Kinderdijk langs de haven en werd de ,;Batterieje" genoemd. Als kinderen gingen we daar spelen. Toen de Kinderdijk versterkt en verhoogd werd na de hoge vloed van 1894 is die Batterieje afgegraven. Ten slotte wijs ik nog op het Joden- kerkhof aan de weg naar Ouddorp bij Altena, dat er goed onderhouden bijligt. De laatste joden uit Goeree zijn een kleine honderd jaar daar begraven; ze hebben gewoond in het huis bij de Spui, "t laatst bewoond door de famüie Den Hartog. Het opschrift in Hebreeuwse letters betekent: „Huis des Levens", naar men mij heeft meegedeeld. F. DEN EERZAMEN, Wassenaar. I het juiste adres voor alle moger lijke motoronderdelen en acces soires. Maar ook in regen-, sport en reis artikelen slaagt U nergens beter. Enin lederen kleding o.a. JASSEN, MANTELS, VESTEN enz. kunt U kiezen uit meer dan 1000 stuks. Wie Schepenstraat lH-115 - Tel. 82950 ROTTERDAM—BLWDORP In het gezin van de landbouwer H. Spoolder in de buurtschap Haarle bij Nijverdal in Overijsel is een drieling geboren. Het zijn drie meisjes, die elk vijf pond wegen. Moeder en kinderen maken het goed. Het gezin Spoolder bezat reeds 12 kinderen, zodat het in een keer werd uitgebreid tot 15. -O- Op de Zuidlimburgse veilingen werd het fruitseizoen 1951/'52 gesloten en werden reeds de eerste kersen en aard beien aangevoerd. De kersen gingen van 0.60 tot 1.— per kilo en de aard beien van 1.— tot 1.60 per kilo. Tengevolge van de droogte der laatste weken bleef de asperge-oogst in Lim burg beneden de verwachtingen. Duits land was de belangrijkste afnemer van dit exportartikel. De prijs liep op tot 1.80 per kilo. Ook sla, spinazie en rabarber stegen sterk in prijs. Altijd en overal ontmoet U lijders aan brandend maagzuur en U herkent ze aande lof die ze voor Rennies heb ben. Innnemen doen ze die tabletjes on opvallend, want water of wat ook komt er niet aan te pas. Ze helpen van de ene minuut op de andere. Ook U! Het plaatje dat we deze keer geven is nog niet zo heel oud; twintig jaar geleden was de Dorpsgooi te Dirksland er nog met het sluisje op de kruising Tuinstraat-Poldersweegje-Philipshoofjesweg. Die waterpartijen zijn zo langzamerhand uit het dorpsbeeld verdwenen, waarom het zijn waarde kan hebben een beeld als dit voor de vergetelheid te bewaren. Vroeger hadden de polders hun uit- wateringen soms midden door de ge meente. Zo was het ook met de hier boven afgebeelde Gooi, die liep van het Westelijk uiteinde van het Pol- dersweegje langs de Tuinstraat, On- derlangs en de Secretarieweg tot de voorboezem van het Poldergemaal, onmiddellijk bewesten de uitwate- ringssluis in de Havendijk. Op 8 Aug. 1844 werd tussen de raad der gemeente en het Bestuur van de polder Dirksland ca. een overeenkomst gesloten tot regeling van beheer en onderhoud van binnen de dorpskom gelegen waterwerken. T.a.v. Dorpsgooi werden bepalingen gemaakt voor uit- en inlaat van het water, en voor verhoogden water stand. Het sluisje op de foto, „de zuidelijke wacht aan het Polders- weegje" kwam in beheer en onder houd ten laste van polder en gemeen te, ieder voor de helft.' Toen het motor-watergemaal de lozing van het polderwater voldoende kon verwerken, had de Polder Dirks land geen belang meer bij de Gooi. Het werd meer een stilstaand water. Wel werd de Gooi af en toe ververst uit de haven, maar het werd toch een stinkboel. De gemeente kocht de grond van de polder en van liever lee is men tot demping overgegaan. in 1910 het vak Onderlangs, in 1929 het vak langs de Secretarieweg noordwaarts tot tegen de bij de aan leg van de stoomtramweg iets zuid waarts verplaatste noordelijke wacht en in 1935—'37 het vak langs de dorpsweg en de Tuinstraat. De ge dempte Gooi is geirioleerd, lozing van polderwegen op de boezem kan er niet meer door plaats hebben. Men ziet op de foto ook de Chr. School die veel last van deze stin kende Gooi ondervond. Ook was het water een gevaar voor de spelende schooljeugd! Menige jongen is er indertijd in geraakt en met een nat en minder welriekend pak thuisge komen! De enige open watergang in de oude dorpskom van Dirksland is thans nog de gracht langs de bin nenzijde van de Ring om de Her vormde Kerk, eigendom van die kerk en ingevolge bovenvermelde overeen komst van 1844, in beheer en onder houd bij het gemeente-bestuur. Zoals bekend wordt aan deze waterpartij zeer de hand gehouden en is er zelf een comité gevormd die voor ver fraaiing zorgt. Het verheugt ons, dat deze mooie waterpartij in het dorp kan worden behouden. Binnenkort hopen we daar in een ander artikel op terug te komen. „En ze werden allen vervuld met de Heilige Geest". (Handelingen 2 4a.) De Apostelen waren eendrachtelijk bijeen en ontvingen de wondergaven des Heiligen Geestes. Er staat duidelijk in het 4e vers: vervuld met de Heilige Geest. Niet zo zeer de gewone werkin gen des H. Geestes, die des geloofs en der heiligmaking, die de mens nodig zijn om een nieuw maaksel Gods te wor den, gescliapen in Christus Jezus, dus door wederbarende genade maar de werkingen der krachten en meniger- ler talen, die de Apostelen nodig hadden om de Goddelijkheid van hun zending te bevestigen. Met deze gaven werden ze thans ver vuld. Reeds te voren hadden ze er wat van ontvangen, gelijk we lezen in Joh. 20 22: Ontvang de Heilige Geest. Maar de overvloedige bedeling, waarmede ze thans vervuld werden, kon niet eerder geschieden, vóórdat Jezus was verheer lijkt en heenigegaan naar de Vader. Och, het waren maar eenvoudige lie den en daarom was het zo nodig dat ze ontvingen de Geest van de openbaring der kennis Gods en der Wij s- h e i d waar ze nog zo weinig begrip van hadden. De belofte werd thans vervuld uit Joh. 14 26; dat deze Geest hen zou indach tig maken om te doen verstaan alles wat de Heere te voren tot hen gezegd had. Om het Woord Gods recht te kun nen snijden, wat te allen tijde de grondslag zou moeten zijn voor Gods Kerk in 't algemeen en voor elk gelo vige in het bijzonder. De Geest des Gericht» en der en der dapperheid om met de ver heffingen Godes in hunne kelen uit te gaan tot Joden en Heidehen, om te ver kondigen de noodzaak der bekering tot God en uit te roepen de mogelijkheid van zalig te kunnen worden in den Hee re Jezus Christus. De Geest der menigerlei talen, waardoor deze plompe Galileërs en on geleerde vissers in één ogenblik be kwaam worden, gemaakt, niet alleen om in hun moedertaal de Joden, maar ook de heidenen, Parters, Meders, Ela- mieten enz. toe te spreken. Gelijk een volle bron in beken naar beneden afstroomt en de aarde tot vruchtbaarheid bevloeit, alzo werd op deze Pinksterdag een stroom van le vend water afgegoten en werd het sou- vereine werk Gods in veler harten ge openbaard. Ontzetting greep de aanwezigen aan, vandaar dat zij vroegen: Wat wil toch dit zijn? De Schriftgeleerden, Farizeeën en Sadduceeën spotten er mee, en zeiden: „ze zijn vol zoete wijn!" Heden tendage is dat nog zo: wanneer Gods knechten in eenvoudigheid het Woord Gods uit dragen, niet bedeeld met de wijsheid der wereld, maar wel een weinig met de geest der w ij s h e i d, des gerichts en der dapperheid, dan wordt daar ook wel de spot mee gedreven. Ze heb ben een schraal portie in hun vijand schap! Petrus het woord nemend, wees hen terecht, dat ze niet dronken waren, maar bediend en bedauwd met die Geest, waarvan de Profeten gesproken had den. En beginnende van de profeet Joel verkondigde hij Jezus de Nazarener als een gift van de Vader, geschonken tot zaligheid. Dien Zij, door den bepaalden raad en voorkennis Gods overgegeven zijnde, genomen hadden, aan het kruis gehecht en gedood, maar Die ook opge staan was en nu zittende ter rechter hand Gods. Wat een verbittering enerzijds, maar welk een zalige en gezegende vrucht an derzijds, bracht deze prediking teweeg! „Als zij dit hoorden, werden zij ver slagen in hun hart." (d.w.z.'doorsto ken, doorprikkeld). Verslagen door leedwezen over hunne zonden! Vijanden van nature, werden ze door Gods Geest overwonnen. Zij bogen, in het stof en kwamen tot de uitroep: Wat zullen wij doen mannen broeders? Is er nog een weg en middel om de welverdiende straf te ontgaan, vergeving der zonde te ver krijgen, een mogelijkheid om zalig te kunnen worden? Wat een zalige vrucht op die predi king. Gode-verheerlijkend en ziel-profij- telijk! Lezer, zijt ge ook wel eens tot de uit roep gekomen? Zalig, om zo te bukken voor God. Om de Heere recht en gerechtigheid te leren toekennen. Daarin ligt méér zoethejd en vreugde, dan de ganse wereld geven kan. Welgelukzalig het volk, dat daarvan ondervinding heeft. Die hier mogen le ren kennen de vergeving der zonden, in en door Christus, ontvangen; ook de ga ven des Heiligen Geestes. Die leren hier bij aanvang roemen in Hem, Die hen vergiffenis der zonden schonk om Hem straks daarvoor eeuwig te loven en te danken tot in alle eeuwigheid en uit te roepen: „Door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen!" Middelharnis Ds G. Zwerus,

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1952 | | pagina 1