Wat
heid!
Zeepost
RAAD OOLTGENSPLAAT
""Sidouc/AeM?
IS waar
24ste Jaargang
Woensdag 30 Januari 1952
No. 12086
CHRISTELIJK WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
Helden der kust
-^ »*^'\vy zullen ^eeótelyk weerbaar moeten zyn
en onó geeAtelyk moeten
burgemeester ^xordyk.
wapenen a\
iduó
Er komt een Noztonpomp
Lezers aan 't woord:
KREOFIAVON
voorkomt
en §e.iees:
Een nieuwe brug voor
zwaar verkeer
Centrale Veiling Middelharnis
Venohynt tweemaal per week. Woensdag en Zaterdag Bedaettebureau: Prins HendrUcstiaat 14 Middelbamls Abonnementsprgs 1.70 per kwartaal
Telefoon 17
MlddelbamlB
Giro 167930
Postbox 8
Telefoon
Drukkery 19
Adv.-prtjs 12 et
per nun. BQ
contract speciaal
tarief
Het ging over knoeierijen bij het
K.N.I.L. Een geruchtmakende zaak.
Vaandrig Aernout, van wie aangeno
men werd dat hij te veel wist en dat hij
een onderzoek naar de voorgegeven mal
versaties zou instellen werd onder ver
dachte omstandigheden in de omgevinê:
van Bandoeng doodgeschoten.
Een ander man Van der Putten, die
ook tal van beschuldigingen uitte werd
op zij ge;^choven en dreigde weggewerkt
te worden. Niettegenstaande hoge be
scherming van Generaal Spoor in Indië
werd het hem hier in ons land moeilijk
gemaakt. Dank zij de activiteit van de
Ned. Chr. Bond van Overheidspersoneel
werd een commissie van onderzoek inge
steld. De Commissie Zaayer. Een com
missie van hoogstaande mannen. Haar
rapport is verschenen. Vernietigend voor
de persoon van Van der Putten. Even
wel de Minister heeft het rapport naast
zich neergelegd. Geen maatregelen tegen
Van der Putten. Algemeen heeft men
hierin gezien een rehabilitatie van Van
der Putten. In een vorig artikel schre
ven we: Welke duistere machten zijn er
bij en omtrent het Ministerie van Oor
log werkzaam. Een onderzoek daarnaar
lijkt ons gebiedende eis. Helderheid en
klaarheid moge hier komen, door een
nader onderzoek naar de achtergronden
en omstandigheden van de Commissie
Zaayer wat haar bronnen van inlichtin
gen aangaat. Maar nu wordt de zaak
nog ingewikkelder. Door het A.N.P.
heeft Mr Zaaijer, voorzitter der commis
sie een verklaring laten verspreiden
waaraan we het volgende ontlenen. „De
actie, die op het ogenblik tegen de com
missie wordt gericht, vertoont grote
overeenkomst met de vroegere actie te
gen autoriteiten, waar de heer Van der
Putten bezwaren tegen had. Ik handhaaf
ieder woord, dat in het rapport der com
missie staat. Omtrent de betekenis van
het „naast zich neerleggen" van het
rapport door de Minister merkt Mr
Zaayer op „In een onlangs gepubliceerd
communique is alleen meegedeeld, dat
de Minister van oorlog geen maatrege
len tegen de heer Van der Putten zal
nemen. Dat kan om allerlei redenen ge
beuren. Men neemt niet gemakkelijk
maatregelen tegen ambtenaren.
In het nalaten van niaatregelen tegen
hem ligt geen critiek opgesloten tegen
de commissie. De minister van Oorlog
heeft trouwens reeds medegedeeld, het
met de conclusie der commissie eens te
zijn, en ik heb daaraan nooit getwijfeld.
De commissie onderzocht eerst de be
weerde misstanden.
Daar bleef bij onderzoek niets noe-
tmenswaardig van over. Toen heeft ze
nagegaan, waar al de beschuldigingen
vandaan kwamen. Dat heeft ze dan ook
mede onderzocht en vastgelegd. ïTehabi-
litatie van ten onrechte beschuldigden
behoorde tot haar taak. De mening, dat
de commissie inplaats van de beweerde
misstanden te onderzoeken een oordeel
over de heer Van der Putten uitsprak is
dus onjuist. Er zijn natuurlijk in Indo
nesië dingen gebeurd, die men van hier
uit niet of niet meer kan nagaan, en an
dere die nn toch van geen belang meer
Zijn." Tot zover geciteerd uit de verdedi
ging van Mr Zaayer.
De zaak staat dus zo. De Commissie
handhaaft ten volle haar rapport. Dat
vernietigend is voor de heer Van der
Putten. De Minister van Oorlog legt het
rapport naast zich neer. Een rehabiU-
tatie van Van der Putten oordeelt men
algemeen.
Neen, zegt Mr Zaayer: De Minister is
het met het rapport eens. Waarom dan
geen maatregelen tegen de heer Van der
Putten. Daar kunnen heel veel allerlei
andere oorzaken voor zijn suggereert de
voorzitter van de Commissie. Tegen
ambtenaren neemt men niet gemakke
lijk maatregelen.
We kunnen niets anders zeggen dan
dat het geheel een onbevredigende in
druk achterlaat.
Met een en ander, vanaf de beweerde
malversaties, de dood van vaandrig Aer
nout, het optreden van Van der Putten,
de bescherming van deze door hoge au
toriteiten, het optreden tegen hem in
ons land, het rapport van de commissie
Mr Zaayer, het naast zich neerleggen
door de Minister, het handhaven van
het rapport door de voorzitter, dat alles
in onderling verband bevredigt ons
rechtsgevoel niet.
Voor ons wordt de zaak hoe langer
hoe duisterder. De korte strekking van
Mr Zaayers verdediging komt hier op
neer „Het is niet waar.
't Herinnert aan het verdedigingsge
schrift van de 70 Duitse professoren, die
op alle beschuldigingen in de eerste we
reldoorlog van door Duitsers bedreven
gruweldaden antwoordden met „Es ist
nicht wahr", het is niet waar. In het
rapport van Mr Zaayer stuiten wie op
een zekere fcegemsti^dlgheid. Op de ene
plaats wordt gezegd, dat van de beweer
de misstanden in het Nederlandse leger
tijdens de politionele actie in Indonesië
bij onderzoek niets noemenswaaiidig
overbleef terwijl op een andere plaats
wordt gezegd: er zijn natuurlijk in In
donesië dingen gebeurd, die men van
hieruit niet of niet meer kan nagaan en
andere, die nu toch van geen belang
meer zijn. Dat is tegenstrijdig. En ook
tegenstrijdig met wat in het rapport van
Huysmans verklaard is en hetgeen door
wijlen generaal Spoor erkend is.
Niets noemenswaard. Sprak in 1948
niet het hoofdbestuur van de Bond van
Burgerpersoneel in militaire inrichtin
gen van grootscheepse malversaties? Zo
ernstig waren de klachten en het be
trof zoveel officieren waaronder hoog
geplaatste, dat generaal Spoor zich per
soonlijk met deze zaak ging bemoeien.
Toen gin^ de zaak in de doofpot en ge
neraal 'Spoor was genoodzaakt maatre
gelen te nemen om Van der Putten te
vrijwaren voor repressailles en weer-
wraak van de aangeklaagden. Een com
missie met kolonel Huysmans aan het
hoofd bevestigde dat er inderdaad zeer
ernstige malversaties hadden plaats ge
had. Door de gang van zaken, beëindi
ging Nederlandse souvereiniteit, vertrek
naar Nederland leek het of de zaak in
het vergeetboek zou komen. Ondertus
sen werd Van der Putten Inplaats van
aanklager, aangeklaagde. In October
1950 werd tenslotte de commissie Zaayer
ingesteld door de Minister van Oorlog.
Het rapport werd een sensatie. Geen
aanklacht tegen de beschuldigde militai
ren maar tegen de aanklager Van der
Putten. Deze werd rijp geoordeeld voor
een psychiatrische Inrichting. Van der
Putten riep de hulp in van de Bond van
Chr. Overheidspersoneel. Haar rapport
was zeer ten voordeel van Van der Put
ten, maar ongunstig voor de comnïissie
Zaayer. Nu greep de Minister in. Op een
aanvankelijk schijnbare volledige reha
bilitatie Is de Minister teruggekomen
met de verklaring dat de zaak niet meer
onderzocht kon worden en op grond
hiervan het onbill^k zou ztjn maatrege
len to nemen tegen de heer Van der
Putten. N
En nu heeft de Minister van Oorlog
aan de Voorzitter der Tweede Kamer
aangeboden verti-ouwelpt, een tweetal
dossiers, welke verband houden met het
rapport van de Commissie Zaayer in za
ke de kwestie. Van der Putten. Maar
ook hiermee mag de zaak niet afgedaan
zijn. De vraag rijst wat is waarheid,
wat Is recht. Naar volledige opheldering
ziet ons volk uit. Daar heeft ons volk
recht op.
Met de volgende schepen kan zeepost
worden verzonden. De data, waarop de
correspondentie uiterlijk terpost moet
zijn bezorgd, staan, tussen haakjes, ach
ter de naam van het schip vermeld:
Indonesië s.s. „Roebiah" (2 Pebr.)
Nieuw Guinea m.s. „Cota Baroe"
(9 Febr.)
Suriname m,s. „Stenton" (11 Febr.)
Canada m.s, „Noordam" (31 Jan.)
Brazilië en Australië
m.s. „Alhena" (19 Febr.)
Ja, dat zijn ze, die Nederlandse zee
lieden die uitvaren om het leven van hun
medemens te redden. Te redden uit nood
en dood. Bij stormgeloei en golfgebruis.
Bij de verheffing van de zee en het
bulderen der stormen, de wankele boot
betreden omdat een medemens in gevaar
is. Die ze pogen te redden. Te ontruk
ken aan de dood.
Te redden voor vrouw en kind. Met ge
vaar van voor eigen vrouw en kind ver
loren te gaan. Maar och daar letten ze
niet op. Een hartstocht vervult hen „het
leven van een medemens te redden. Zie
dat zijn helden. Geen helden van het
slagveld. Maar helden van de zee, van
de lage kusten onzer lage landen. Op
hen kan de zeeman rekenen. We geloven
zeker. De zeelieden van alle mogelijke
zeevarende natiën, vinden er een troost
in wanneer ze in storm en noodweer,
wanneer de dood hen voor de ogen staat,
dat ze zich bevinden in de nabijheid van
de Nederlandse kust. Omdat ze weten,
dat daar mannen wonen, die gevaar noch
moeite ontzien om hen te redden Te
redden vaak van een anders wisse dood.
Eenvoudige zeelieden met de verbeten
wil hun medemens te redden van de
dood. En dat geheel vrijwillig. Een sol
daat op het oorlogsveld wordt gedwon
gen. Hij moet. Men spreekt, dat hij het
beste gaf wat hij geven kon, zijn leven.
Maar hij moest, hij kon niet anders. De
ze helden van de kust, ze treden aan.
Vrijwillig. Door niemand gedwongen. Ze
begeven zich vrijwillig in het gevaar,
met het verEintwoorde, met het hoge,
met het menslievende doel hun mede
mens te redden. Te redden met inzet van
hun leven vaak. Zoals schipper Arend
Brinkman geboren te Stellendam, wo
nende te Hoek van Holland. Een eresa-
luut voor zulke mannen.
Dat zijn mensen van de daad. Van de
practijk. Mensen, zoals er onder onze
eenvoudige stoere zeelieden in Gods al
gemene Genade nog zovelen gevonden
worden. Hen past onze eerbiedige hulde.
Maar vooral ook zonodig een hulde van
de daad. In het brengen van offers om.
hen in staat te stellen hun mensenlie-
vende pogingen ten uitvoer te brengen
met zo goed mogelijk materieel en indien
nodig zo goed mogelijk te zorgen voor
wie ze achterlieten.
De gemeenteraad van Ooltgensplaat kwam Vrijdagmiddag voor de eerste maal in
1952 bijeen. Tijdens deze vergadering drong het ontstellende bericht de raads
zaal binnen dat een onbespannen luchtbandenwagen eigendom zijnde van het
raadslid dhr P. v. Es, beladen met aardappelen achteruit de haven was inge
reden en terecht was gekomen onder het te laden schip. Terstond werd de zit
ting geschorst, teneinde de leden de gelegenheid te geven de zaak in ogen
schouw te gaan nemen. Na een tiental minuten werd de vergadering weer
heropend, doch toen was er nog geen spoor van de wagen te bespeuren. Po
gingen zouden worden aangewend om de wagen te lichten, zodra het water zou
gaan zakken.
Nieuwjaarsrede
Nadat Burgemeester Hordijk de ver
gadering met gebed had geopend, sprak
deze de volgende Nieuwjaarsrede uit:
Heren leden van de Raad, Het afge
lopen jaar stond en dit jaar dat we zijn
ingegaan staat in het teken van de
krachtinspanning, die van de vrije
volken wordt gevergd i.v.m. de latente
dreiging.
Ook ons land wordt hiervoor geplaatst
en de gevolgen daarvan zijn ook merk
baar bij de lagere publiek rechterlijke
lichamen.
Wij zullen niet moeten misverstaan,
dat wij Gode dank zij dank leven in een
land, waarvan het volk eeuwen lang
ströd heeft gevoerd tegen het water
voor haar bestaan, tegen andere volke
ren om dit bestaan te beschermen, maar
tevens een telkens terugkerende worste
ling van een eigen geestelijke vrijheid,
waarvoor de normen liggen in Gods
Woord. Deze worsteling, die eeuwen
door ons volk heeft gekenmerkt en waar
op nu een sternpel staat gedrukt. Wij
worden vooral de laatste tientallen ja
ren steeds weer met deze strijd gecon
fronteerd. Primair staat daarbij thans
de ondermijning van onze volksgeest,
terwijl al het andere de verdediging van
ons grondgebied en de bescherming van
de belangen van onze burgerbevolking,
daarmede onontkoombaar zijn verbon
den, hiermede staat of valt.
Wij zullen ons bewust moeten zijn, dat
de materiele omstandigheden van be
lang zijn voor ons gezin, onze volksge
meenschap en ons volk in het volkeren-
leven, maar dat daar ver boven uit
steekt de waarde van ons geestelijk be
zit, dat wij als erfenis van eeuwen heb
ben te verdedigen tegen alle agressie,
die daar speciaal op is gericht. Als wij
dit inzien dan vloeit daaruit voort, dat
wij ons tevens bewust moeten zijn, dat
wij niet zijn een klein gedeelte van ons
volk, geïsoleerd op een eiland, maar dat
wij deel uitmaken van het gehele Neder
landse volk, dat met andere volken wordt
geplaatst voor een geestelijk worstelen
tegenover een staats ondernemende ide
ologie, die weliswaar religieus getint is
naar haar uiterlijk, maar Godonerend
naar haar innerlijke w^en.
Dit verklaart het fanatisme en de
kracht waarmede het zich opdrtagt. Wij
zijn niet klaar door tegenover deze ge
varen ons alleen materieel te ontplooien
Wij zullen geestelijk weerbaar moeten
zijn om het voldoende te onderkennen
en er ons geestelijk tegen te wapenen.
Een awara verantwoordelijkheid ligt op
ons aller schouders zowel van ouderen
als jongeren. Een verantwoordelijkheid,
die des te zwaarder drukt nu een ze
kere willoosheid er geesteloosheid zich
van ons meester heeft gemaakt. Ik wil
de, aldus burgemeester Hordijk dat cen
traal stellen, omdat in dat raam in het
afgelopen jaar verklaarbaar wordt wat
gedaan werd aan de voorbereiding van
de bescherming van de burgerbevolking
en ons militaire apparaat.
Dit vergt materiele offers doch ook
persoonlijke offers.
Als dit jaar aan de uitbouw van de
bescherming van de burgerbevolking
wordt voortgewerkt, verwacht Ik, aldus
spr., dat ook in deze gemeente de krach
ten worden opgebracht om gezamenlijk
mede te werken aan de verdediging van
ons grensgebied, de bescherming van
onze eigen bevolking en de geestelijke
Weerbaarheid van ons volk. Dit is de
voorwaarde voor ons aller bestaan.
EJen temgblik in 1951
Als wij een terugblik slaan in het af
gelopen jaar dan moet veel in het raam
gezien worden van hetgeen hiervoor Is
uiteengezet, nl. „beperking". Dit neemt
toch ook onze eigen verantwoordelijk
heid niet weg. Met de ter beschikking
'staande middelen binnen het finantiele
bereikbare is getracht de noodzakelijk
ste verbeteringen aan te brengen.
Ondanks enige belemmeringen werd
de Slikdijk van een nieuw wegdek voor
zien en de Spuisluis hersteld. Het ver
enigingsgebouw naderde zijn voltooiing,
waarbij Ik gaarne de wens uitspreek, dat
het moge bijdragen tot de bevordering
van het culturele leven in deze gemeen
te. In het belang van de jeugd en de
toekomst van deze jeugd ligt hier een
belangrijke taak voor de ouders. Bij drie
punten wil ik, aldus spr., thans nog
even stilstaan.
Ie. De wederopbouw van de boerde
rijen. De gemeente begint door het ini
tiatief van de betreffende stichting en
het doorzettingsvermogen van de land
bouwers zelf weer een geheel ander as
pect te vertonen. In samenwerking met
de wederopbouw-boerderljen zijn de laat
ste twee jaren de meeste boerderijen her
rezen. Een bewijs, dat men niet bij de
pakken is gaan neerzitten en men de
laatste resten van de bezetting ook uit
deze streek wil laten verdwijnen.
Moge deze aanpak, die ons aller hulde
heeft aan de welvaart van onze gemeen
te bijdragen en de laatste thans nog in
behandeling zijnde plannen spoedig ge
releveerd ZQn.
In de tweede plaats het Initiatief, dat
de bevolking in de Langstraat heeft ge
nomen om tot stichting van een kleuter
school te geraken.
Het bedrag hiervoor door de bevolking
bijeengebracht doet zien, dat het door
deze finantiele offers een levende ge
meenschap Is, die de activiteit van het
gevormde comité wist te waarderen.
In de derde plaats het initiatief van
een aantal Ingezetenen uit de kom van
de gemeente, waardoor het mogelijk
werd met financiële bijdragen van de
ingezetenen een lening te sluiten ter rea
lisering van het rioleringsplan.
Dit plan. Ik zou het willen noemen
het basisplan, zo zeide spr., waar alle
andere werken op gebaseerd moeten
worden o.a. de bestrating, de woning
bouw de ontpoldering enz.
Stratenaanleg, demping van open ri-
oolsloten, enz. is in het belang van alle
ingezetenen.
Eén en ander heeft tot gevolg, dat
reeds volgende maand de besteding kan
plaats vinden. Het gemeentebestuur is
dankbaar, dat het door deze geste dit
hoofdplan kan uitvoeren.
Wij staan weer voor een jaar, mijne
heren, waarvan niemand onzer weet, wat
het zal brengen. Moge het een jaar zijn,
dat de vrede dichter bij ons brengt. Ge
ve God U als Hoofd van de gemeente
en mij, als voorzitter van uw college
daarbij de gave om onze taak in het be
lang van de gemeente uit te voeren.
Daarbij wens Ik U allen, aldus spr. het
beste toe voor uw persoonlijk leven, voor
het leven van uw gezin en de plaats in
ons volksleven.
Moge het tevens een uitweg zijn de
belangstelling, die men heeft voor de
opbouw van een publieke zaak en een
medewerken aan de opbouw en uitbouw
van deze gemeente.
De heer P. van Es bracht als oudste
raadslid dank voor de gesproken woor
den en hoopte, dat alle wensen met Gods
hulp in vervulling mogen gaan.
Ingekomien stukken
Onder de ingekomen stukken bevon
den zich een goedgekeurde begrotings-
.wijziglng, de goedgekeurde raadsbeslui
ten voor de geldlening van 100.000
voor de gemeente en 250.------voor het
Electriciteitsbedrijf en tenslotte een
schrijven, waarbij werd medegedeeld, dat
bij controle de kas en boeken over het
kwartaal 1951 in orde waren bevonden.
In verband met het voorstel van B.
en W. om tot leden van het Algemeen
Bestuur van de Drinkwaterleiding „Goe
roe en Overflakkee" de heren P. v. Es
en J. C. Vermaas te herbenoemen deel
de dhr V. Es mede, dat hij liever niet
meer in aanmerking wenste te komen.
Bij de eerste stemming werd de heer
J. C. Vermaas herkozen en na een derde
stemming werd wethouder Waling als
opvolger van dhr van Es benoemd.
De voorz. dankte de heer van Es voor
zijn gedane werk en riep dhr Waling
een hartelijk welkom toe.
Vervolgens werd z.h.s. de tijdelijke ziek
tekostenregeling verlengd. Het voorstel
van B. en W. tot het garanderen van
rente en aflossing van een geldlening
ten behoeve van de voor- en nazorg
krankzinnigen werd eveneens goedge
vonden.
Aan de BIjz. School met de Bijbel ver
leende de raad krachtens art. 72 van de
Lager Onderwijswet 1920 haar medewer
king voor de aanschaffing van een nieu
we leesmethode.
Gezien de aanvragen van de besturen
van de Bijz. School met de Bijbel, de R.K
Meisjesschool en de R.K. jongensschool
tot het verlenen van voorschotten op de
vergoeding over 1952 werd ingevolge art.
55 der L.O. wet dit bedrag voor elke
leerling vastgesteld op 26.63.
Na een toelichting door de voorz.
werd besloten midden in de gemeente een
nortonpomp te slaan ten behoeve van de
brandweer. De kosten hiervan zijn ge
raamd op 2.500. Had de raad dit voor
stel niet goedgekeurd, had men moeten
overgaan tot de aankoop van 600 meter
nieuwe brandslang, hetgeen geraamd
werd op 6000.Voorts besloot de
Raad de achtergevel van de heer van
der Zee op te laten knappen.
De voorz. bracht vervolgens In ver
band met een begrotingswijziging we
derom het uitdiepen van de 'Spuiboezem
ter sprake. Thans wordt voorgesteld om
het in D.U/W.-verband te laten uitvoe
ren. De kosten hiervan worden geraamd
op 25.000.waar in begrepen 17000
arbeidsloon.
De heer iv. Es vroeg hoe breed men
het Spui dacht te maken, want wanneer
het te breed gemaakt zou worden, zou
het z.i. meer een zinkput worden.
De breedte wordt 30 meter, aldus de
voorz.
De heer v. E3s was van gedachte hoe
smaller men het Spui maakte des te
meer stroom er zou zijn, bovendien
brengt het bij het uitdoen verbazend veel
meer kosten met zich mede.
De voorz. wist niet, wanneer men de
breedte tot 20 meter zou terugbrengen,
welke beschoeiing men zou moeten aan
brengen.
Na enige bespreking werd deze zaak
terug verwezen naar de technische lei
ding. De Raad ging er accoord mee het
werk in D.U.W. verband te laten uit
voeren.
Daar de Vereniging van Ned. Gemeen
ten dit jaar 40 jaar bestaat, keurde de
Raad het goed om 16.uit te trekken,
teneinde de vergaderzaal van genoemde
vereniging te doen inrichten.
De subsidie aan het Wit Gele Kruis
werd tot 100.per jaar verhoogd.
Tot schoonhouder van de Algemene
Begraafplaats werd benoemd dhr H,
Dorsman.
Bondivraag.
Bij de rondvraag vroeg dhr v. d. Vliet
hoe het met de nieuwbouw in 1952 zat.
Verschillende verzekeringen stellen vol
gens spr. hiervoor bedragen beschikbaar
We moeten, aldus de voorz. enigszins
voorzichtigheid betrachten, want van de
eventuele te bouwen woningen zal de
huur 7.tot 7.5Ó per week bedra
gen, hetgeen een verdubbeling van de
huidige huur betekent. Voorts vreest
het College, dat deze woningen bij een
DE VEREN VBIJ!
Dirksland, 22 Jan. 1952
Geachte redactie.
Omdat de verbinding met de vaste
wal een algemeen Flakkee's belang is,
vind ik, dat het niet nodig is dat daar
bij iemand naam maakt. Daarom teken
ik maar liever met „DIrkslander."
We hebben nu 5 kostbare jaren ver
loren. Het ziet er naar uit, dat de brug
er vooralsnog niet zal komen, al blijft
een vaste oeververbinding het ideaal.
Een vaste oeververbinding behoeft ech
ter niet een brug, maar kan ook een dijk
zijn of een poldering.
Er is nu bv. een plan in bewerking
bij de Waterstaat, om de Scheelhoek bij
Stellendam met Plakkee te verbinden.
Dan zijn we daar ook weer korter aan
de vaste wal. Ik ben van mening, dat
men hier geen brug laat bouwen, groter
en langer dan de Moerdijkbrug! Men zal
dat alles tot en met uitkienen en na ja
ren is er nog niets geboren.
Het is noodzakelijk, dat we bij de re
gering een beroep doen op hun rechts
gevoel. Hun er op wijzen, dat de toe
stand zó niet kan blijven. Dat het niet
aangaat, dat het vervoer van en naar
Zeeuws Vlaanderen gratis is en alleen
een klein veergeld wordt geëist om de
kwé.-jongens die gratis tochtjes maken,
van boord te houden. En dat, terwijl wij
er dik belasting voor helpen betalen en
zelf extra worden belast met dure veer-
gelden!
Neem eens de boten die daar varen,
het lijken wel zeekastelen! M. de redac
teur, U moet er eens een foto van In de
krant zetten, dan kan het publiek het
verschil eens zien met de ranke bootjes
hier, waar verleden week de auto's bijna
af slingerden.
Hoe komen we van die onbillijkheid af!
Er moet een gedurig protest van ons
uitgaan naar den Haag. In het gehele
land moet men Weten, dat we hier zo
misdeeld, zo stiefmoederlijk behandeld
worden.
Stel U voer, dat in het buitenland een
bericht verscheen met het volgende ver
haal:
„Holland is een land met veel water
wegen. De mensen moeten er met pon
tons en veerboten van het ene stuk naar
het andere worden overgezet. Nu Is het
eigenaardige, dat men in het ene gedeel
te van het land gratis wordt overgezet,
maar in het andere driedubbel moet be
talen." Mij dunkt, dat dit een erge quali-
flcatle voor ons Nederland zou zijn!
Dhr Sieling ziet geen succes met een
intekenlijst. Hij schrijft: „nimmer te ver
wezenlijken." Hij kan het weten. Ik doe
daarom weer wat anders aan de hand,
om de aandacht gaande te houden.
We hebben een goede, korte verbin
ding nodig naar de vaste wal: van Mid-
delhamis naar de Hoornse Hoofden. Met
prima boten, zoals op de Westerschel-
de, En vrij van veergeld. We zijn even
goed Nederlanders als de Zeeuwen 40
km bij ons vandaan.
Daarom moeten we de leuze propage
ren in woord en geschrift:
„Veren ^n een verlengstuk van de
weg!"
De weg is vrij, de veren moeten vr^,
daarom geen veergeld meer!
De weg vrij, de veren vrö, asoals naar
Zeeuws Vlaanderen!
Op affiches, op sluitzegels achter op
al onze brieven, in de couranten, overal
dient het te worden uitgeschreeuwd, dat
ons Flakkeeërs een gruwelijk onrecht
wordt gedaan.
Goede veren, en vrije veren!
DIrkslander.
Geachte Redactie,
Zou U onderstaande nog op willen ne
men in uw blad.
Als reactie op het ingezonden stuk,
wat ik in uw blad van 5 Jan. 1.1. ge
lezen heb, betreffende de geruchten rond
de brutale inbraak te Stavenisse, welk
stuk niet alleen mij maar veler veront
waardiging gewekt heeft.
Uw blad is overigens zeer gewaar
deerd om de degelijke inhoud, maar hier
viel het tegen, het betreffende artikel
als Ingezonden stuk was mijns inziens
niet op zijn plaats.
De inzender die zich uitgeeft als Tho-
lenaar, doet zich in zijn schrijven voor
als een inwoner van Stavenisse. Daar
hij schrijft: Waar is het onderling ver
trouwen in ons kleine dorpje! i
Wij betrei^'en het ook ten zeerste dat
over die inbraak, tot op heden nog geen
opheldering is gekomen, vooral voor de
fam. Gunst.
Dat over zo'n geval door het publiek
wordt nagepraat, is toch geen bijzonder
heid, ongetwijfeld verwekt toch zo iets
in een dorp altijd sensatie. Te meer daar
het ook volgens Inzender de 4e of 5e
toekomstig overschot het eerst komen
leeg te staan.
Het College Is Wel bezig, aldus de
voorz., voor nog enige herbouwplichten.
Mocht dat lukken dan blijft de huur re
delijk.
De heer V. d. Vliet merkte op, dat er
thans 23 gezinnen een woning zoeken
en daaruit maakte spr. op, dat er voor
lopig nog geen leegstaande woningen ko
men.
De vioorz. zegde toe het een en ander
nader te zullen bezien.
Volgde sluiting.
H.K.H. Prinses Beatrix die morgen
14 jaar wordt.
inbraak is de laatste jaren waarin geen
opheldering is gekomen.
Dat er altijd niet op de juiste wijze
over die dingen gesproken wordt, willen
wij niet gaarne ontkennen.
Maar zo als inzender daar over schrijft
kan ik niet anders als afkeuren, om
daarbij ook nog de godsdienst in kwes
tie te brengen.
Op een minder waardige wijze schrijft
hij over de belijders der oude Waarheid.
Wij kunnen het niet anders beschouwen
als een belediging voor die mensen. In
zender staat ongetwijfeld wel erg scep
tisch tegenover die waarheid, althans dit
is uit zijn schrijven op te merken.
Vanzelf wordt er over gesproken en
soms verdenkingen gemaakt (al is dat
wel niet zo erg als inzender schrijft wat
dan ook ten zeerste zou zijn af te keu
ren.
Maar gebeurt dat dan alleen in Sta
venisse
Hoe is dat in de andere gemeenten
van het eiland?
Gebeurt dat alleen onder de belijders
der oude waarheid?
Is dan van een uiterlijke belijder te
verwachten dat hij heilig zal of kan le
ven? Het hart des mensen is toch ten
allen dage alleenlijk baas en is in hem
vol om kwaad te doen, volgens de Heili
ge Schrift.
Inzender vraagt met een zekere ver
achting of dat de vrucht is van kerk
gaan of belijdenis?
Wat kunnen wij mesosen uitrichten,
als planten en nat maken? God moet
toch wasdom en vruchten schenken.
Daarom is het toch niet op zijn plaats
in dit geval een bepaalde kerkelijke ge
zindte te beschimpen.
Wij hadden dit ook niet in uw Chris
telijk blad verwacht. Mijnheer de Re
dacteur Ik zal het hierbij laten in de
hoop dat U dit in uw blad wil opnemen
inzonderheid voor de belijders der waar
heid die door het bedoelde stuk zijn ge
raakt.
Een Stavenissenaar.
P.S. Naam bij de redactie bekend.
Naschrift. De schrijver van het vorige
en ook van dit stuk zijn bij de redactie
bekend. De vorige inzender was geen
Stavenissenaar, wij kunnen niet beoor
delen of hij er vroeger gewoond heeft.
De schrijver van dit stuk vergeet, dat
Ingezonden stukken buiten verantwoor
delijkheid van de redactie zijn. Wij heb
ben het niet als een belediging van een
of andere kerkelijke groep opgevat, an
ders hadden we het niet geplaatst. Het
was een opmerking in algemenen zin.
(Redactie.)
De Kamer van Koophandel en Fabrie
ken te Dordrecht ontving van de Direc
teur-Generaal van de Waterstaat op haar
klacht over de verscherping der contro
le op de maximum asbelasting op de
brug over het Voomsche kanaal de vol
gende berichten.
Medegedeeld werd, dat het niet mo
gelijk is de bestaande beperkingen op
te heffen of te verminderen. Het plan
bestaat, om in dit jaar een nieuwe brug,
geschikt voor zwaar verkeer, te maken,
ter vervanging van de bestaande rol-
brug.
De uitvoering van dit plan zal zoveel
mogelijk worden bespoedigd.
Inmiddels zal worden overwogen of
voor het zware autovrachtvervoer, voor
zover dit niet over het veer Den Bom-
mel-Numansdorp kan worden geleid, een
noodmaatregel ter vermijding van de
rolbrug bij Hellevoetsluis kan worden ge
troffen.
Uit deze mededelingen blijkt dat er
althans wat dit onderdeel betreft bij
de bevoegde instanties voor onze klach
ten belangstelling bestaat.
-------------
UienVelMng van Dinsdag 39 Jan. 1953
Grove en gewone 33.88, drielingen
31.------31.97, picklers 24,07—24,97,
stek 9.94^-1002,
Aanvoer 107.000 kg.