r
Klilll^
Inbraak
te Sommelsdijk
HeUerLeid en
tlaameicl gewenst
Nieuwe aanwinsten
20 pCt. korting
Lijk gevist onder
Sommelsdijk
üii het
Kijkvensl
Balans-Opruiming
Griep?•nMijnho^dl^j€^ Q
248te Jaargang
Zaterdag 19 Januari 1952
No. 2083
CHRISTELIJK WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
VenoiiflKt tweemaal per week. Woensdag en Zaterdag Bedactiebm«an: Prius Hendrllcstraat 14 IVIlddelhamls AJjonnementspr^s 1.70 per kwartaal
Zondagsdiensten Artsen.
5i.3i.5£. ^VriHdei 'vfleirgriet, die morgen 9 jaar wordt.
tStre&lzmuóeutH
(Roeree en 0oerHcikkee
Tot 31 Januari
Effen Overhemden
vast boord, kleuren beige,
blauw, grijs, groen, alle
matenf 4.95
Moderne strepen, vast
boord, alle maten f 5.85
Op alle Confectie
Circa 800 gulden
gestolen
elke dag KING
iüi
REP.ER:MUNT.
IS
Si
B
ïMii
MEDITATIE
De nooit beschamende
verwachting
Kon. onderscheidingen
te Middelharnis
Telefoon 17
Mlddelliamis
Giro 167930
Postbox 8
Telefoon
Drukkerij 19
Adv.-prt|a 12 et
per ram. Bö
contract epeciaal
tarief
De zaak Aemout
De zaak vAernout heeft al heel wat be
roering veroorzaakt in ons land. De heer
Aernout was vaandrig: bij het K.N.I.L.
en werd te Bandoeng onder verdachte
omstandigheden vermoord. Een en an
der scheen in verband te staan met mal
versaties en corrupties in het voormalige
K.N.I.L. Mede in dit verband werd ook
genoemd de heer Van der Futten.
Van der Putten was een van de voor
naamste zegslieden ten opzichte van be
weerde corruptie in het voormalige K.N".
I.L. We zouden deze zaak kunnen noe
men de affaire Aemout-Van der Put
ten. Alle mogelijke geruchten en bepaal
de aanwijzingen waren tenslotte aanlei
ding voor de Minister van Oorlog een
commissie van onderzoek in te stellen
naar de zaak Aemout en wat daarmee
in verband stond. Hoge functionarisssn
uit rechterlijke en ambtelijke kringen
werden in die commissie benoemd. Man
nen van hoge reputatie: Zaaijer, Van
Harinxma thoe Sloten en Gast. Maar
het K.N.I.L. was er niet meer, de heer
Aernout was dood. Alleen de heer Van
der Putten leefde nog.
En eigenaardig hét rapport dat ver
scheen leek van de stelling uit te gaan:
„wat geweest is, is geweest, het K.N.I.
L is verdwenen, Aernout is dood, af er
mee." Niet meer uit te zoeken. De waar
heid omtrent corruptie in het verleden
is niet meer uit te zoeken. In verband
met de omstandigheden overdraging
souvereiniteit opheffing K.N.I.L, en
dood van Aernout een acceptabele
conclusie. Tot zover kunnen we spreken
van een rapport Aemout overeenkomstig
de opdracht van de Minister aan de oom
missie Zaaijer verleend. Maar in het ver
der wordt het zuiver een commissie Van
der Putten. En niet in diens voordeel.
Neen die Van der Putten is de beroer
der Israels. De volle fiolen van de com
missoriale gramschap worden over zijn
hoofd uitgegoten. Dat er in het verle
den ten opzichte van het K.N.I.L. wel
een en ander niet in orde was geweest
kan blgken uit de kwalificaties, die men
diegenen geeft die de zaak Aernout tot
klaarheid wilden brengen. Ze worden
aangeduid als mensen, die er een beha
gen in scheppen in de modder te roeren.
Verder worden deze mensen er van
beschuldigd, dat ze de eer van het K.N.
I.L. willen aantasten. Maar Van der
Putten krijgt de volle laag.
Hij wordt voorgesteld als een onte
vredene. Een psychopaat. Een nietsnut.
Ja eigenlijk als een soort misdadiger.
Overeenkomstig die conclusie waartoe
de Commissie Zaaijer kwam werd dan
ook door haar gedacht aan ontslag van
Van der Putten. Aan een mogelijke straf
vervolging. Aan een psychiatrisch on
derzoek. Men merkt wel die Commissie
was niet zacht in haar uitspraak. In
heftige bewoordingen werd Van der Put
ten commissoriaal afgemaakt. En zo
ging het rapport naar de Minister van
Oorlog. Maar nu komt de verrassing.
De Minister legt het rapport van de
Commissie Zaaijer gewoon naast' zich
neer. Anderen hebben zich het geval Van
der Putten aangetrokken en die komen
ten opzichte van Van der Putten tot een
geheel andere conclusie.
De Ned. Chr. Bond van Overheidsper
soneel heeft zich met het geval bemoeid
en aan die activiteit is het te danken,
dat de Minister het rapport Zaaijer naast
zich neer heeft gelegd. De heer Van der
Putten is hiermede volkomen gerehabili
teerd. Maar hoe zijn zulke dingen in eeu
rechtsstaat als ons land is mogelijk. We
hadden de zaak Aernout. Deze is ge
worden tot een affaire Van der Putten.
En nu kunnen we niet anders zeggen,
dan dat we hebben een zaak: Commissie
Zaaijer. Een commissie die in een op
gedragen onderzoek daarin niet slaagt,
wat begrijpelijk is, maar die in haar rap
port een zeker persoon. Van der Putten,
in, een totaal verkeerd daglicht stelt.
Welks rapport door de Minister naast
zich wordt gelegd. Hoe komt die Com
missie tot zulk een conclusie. Antipa-
thiën, qua leden van de Commissie
moeten toch bepaald afgewezen worden,
daarvoor staat die Commissie toch te
hoog. Maar hoe komt die Commissie aan
haar inlichtingen waarop ze haar rap
port bouwde. Inlichtingen die tot ge
volg moesten hebben, dat Van der Put
ten geestelijk en maatschappelijk ge
broken zou zijn. Welke duistere mach
ten zijn er bij en omtrent het Ministerie
van Oorlog werkzaam? Een onderzoek
daarnaar lijkt ons gebiedende eis. Hel
derheid en klaarheid moge hier komen,
door een nader onderzoek naar de ach
tergronden en omstandigheden van de
Commissie Zaaijer wat haar bronnen
van inlichtingen aangaat.
Van Zaterdag 19 Januari v.m. 12 uur
t/m Maandag 21 Januari v.m. 9 uur.
Middelharnls-Soirnnelsdiijk:
Afwezig de artsen P. Knöps, J. J.
Wieringa en C. F. Arends.
Voor spoedgevallen Tj. Kuipers, arts,
Telef. 240, Sommelsdyk.
Dirksland-Herkingen-Melissant
Afwezig dr P. Boot. Voor spoedgeval
len G. Huisman, arts, Telef.'1512, Me
lissant en B. Elvé, arts,. Telef. 262, Dirk-
sland.
Oost-Plakkee:
Afwezig de artsen P. C. J. Voogd, C.
W. Kramers en E. Bonman. Voor spoed
gevallen P. J. de Man, arts, Telef. 20,
Nieuwe Tonge en G. J. Buth, arts, Tel. 6
Den Bommel.
De in de Kerstweek te Sommelsdijk gehouden tentoonstelling van het Streek
museum -svoor Goeree-Overflakkee, mag zeer geslaagfl heten. Er zijn, met de
schooljeugd mee, ruim 1350 bezoekers geweest. In één week tijds is dit bij
zonder veel: het medeleven van de bevolking komt er wel door tot uiting. Het
ligt in de bedoeling van het Bestuur om deze exposities ook in andere plaat
sen van het eiland te herhalen, zodat de gehele bevolking er kennis van kan
nemen.
Het Bestuur mocht op deze tentoonstelling ook een tamelijk aantal nieuwe
leden boeken en bovendien weer vele voorwerpen voor het museum ten geschen
ke ontvangen. Hieronder geven we daarvan een opsomming.
Van schipper A. de Jager Azn. te
Stellendam een oude, geheel gave, pun
tige kruik en een bierpul, opgevist met
de S.L. 47.
Schipper J. Tanis uit Goedereede die
onlangs ook een mooie kruik boven wa
ter bracht, en deze in bruikleen afstond,
heeft deze thans eveneens voor het mu
seum afgestaan. Deze kruik, die in de
visserij-afdeling op de tentoonstelling
werd geëxposeerd, trok zeer de aandacht
Het is verheugend dat er van de Goe-
reese, Ouddorpse en Stellendamse vis-
se»s veel medewerking is; alle vreerride
voorwerpen die in hun netten komen,,
zullen voor ons museum worden bewaard.
Een andere visser, dhr C. Lokker te
Goedereede, bracht een stuk gebeeld
houwd eikenhout boven, vermoedelijk af
komstig van een houten oorlogs-fregit.
IJzeren schepen waren er toen nog niet.
De uitsnijding stelde voor een vuurmond
met kogels. Er zijn in vorige eeuwen
op onze kusten meerdere zeeslagen ge
leverd; van de gezonken vaartuigen die
onder het zand zijn geconserveerd, wordt
zo af en toe wel eens een stuk boven ge
haald. Er zit aan zo'n simpel stuk hout
vaak een hele geschiedenis vast. Dezelf
de visser gaf ook nog een fosiel been,
vermoedelijk afkomstig van een vroege
re holen-leeuw.
Aan de heer E. A. Snijder, de voorz.
van de Visserij-vereniging, Havenhoofd,
Goedereede, die voor het Streekmuseum
het contact legt met de vissers, wer
den ook weer voorwerpen afgestaan, zo
als wervels, schelpen enz.
Een van de Stellendamse vissers heeft
toegezegd voor het museum kreeften,
krabben enz. te zullen opzetten. Het be
stuur is daarvoor zeer erkentelijk.
De heer R. P. de Blok, Middelharnis
schonk een modderspa en de heer H. K.
V. Eek, (wethouder) te Middelharnis een
primitief zaaimachientje. Deze voorwer
pen zijn zeker meer dan 100 jaar oud.
De heer D. Joppe te Sommelsdijk stond
enige kledingstukken af, die in het mid
den van de vorige eeuw gedragen wer
den, o.m. een trouwrvest, 2 blouses (jak
jes) en een kinderschortje. Een zeer
mooi geschenk was ook een oude klok
van dhr A. Witvliet te Middelharnis, een
klok die ruim honderd jaar in dezelfde
familie de tijd heeft aangegeven. Deze
klok, met slinger-uurwerk, loopt nog
uitstekend.
Dhr v. d. Vlies (leraar Ambachts-
schonk een modderspa en de heer M. K.
inktvis en een slangenvel ten geschen
ke. Ook met meerdere kleinere voor-\
werpen werd het museum verrijkt. Dhr
A.. Peekstok, Molenlaan, Sommelsdijk
schonk een mee-spa en een vijzelstam-
per; dhr A. C. Slinger te Nieuwe Tonge
een ouderwetse pijp; dhr A. Vis te Som
melsdijk een solferpot; dhr J. v. d. Boo-
gert, S'dijk een haardplaat; Mej. Stien
de Bloeme een illegaal blaadje: „De
Wervelwind"; 'dhr C. A. v. Loon, Oude
Tonge een hooitrekker en een kvmst-
mest-schepje; dhr J. Buijsse Middelhar
nis het „Onze Vader", geschreven op de
groote van een dubbeltje; dhr J. Ie
Comte te Sommelsdijk een tondeldoos;
dhr J. Bom Donkereweg, Middelharnis
twee oude munten „Zeelandia"; dhr Goe-
koop te Goedereede een meekrap-stem
pel in etui; dhr C. Tieleman, Middelhar
nis een programma van de Reederijkers-
kamer; Dr Boot te Dirksland een groot
vergiet van aardewerk; dhr G. van 't Ge
loof te Dirksland een kleiner vergiet van
aardewerk; dhr Leydens te Melissant
een boekje over „keur voor vrachtschip
pers te Ooltgensplaat"Dr G. J. Buth
te Oen Bommel, de dissertatie van dr
Landheer, over het Pl^kkeese dialect en
een boekje getiteld „De Navorser",
waarin een gen. stuk voorkomt van de
familie Bakker-de GraaffBurgemeester
D. Rijnders, Middelharnis diverse bij
voegsels tot het Staatsblad van het Ko
ninkrijk der Nederlanden; dhr R. Bree-
man, Ooltgensplaat een dorsvlegel; Weth
Dijkers, Sommelsdijk een tondeldoos en
andere voorwerpen, alsook de berijmde
catechismus door een zekere de Bloeme,
destijds visser te M'harnis; Gemeente
secretaris Knape een serie Winterhulp-
speldjes; dhr J. Doornbos en de heer J.
Kommers te Middelharnis een serie oude
munten.
Vermeldenswaard is ook dat bij op
gravingen op de Wurft te Sommelsdijk
een oud kruikje te voorschijn kwam,
benevens enige tegels, die straks ook in
het museum zullen prijken,
Ben zeer mooi geschenk was een groot
model van een Moerdijkse vissloep, com
pleet getuigd, geschonken door de heer
Waling van Stellendam. Deze vissers
vaartuigjes visten in de helft van de vo
rige eeuw ook op het Haringvliet. Het
scheepje zal door 'dhr G. Wijnhoff te
Middelharnis voor zover nodig worden
gerestaureerd.
Het museum is dus weer een hoeveel
heid van de meest uiteenlopende voor
werpen, waaruit de geschiedenis van ons
eiland spreekt, rijker geworden.
Mogen wij op enkele dingen die het
museum nog niet bezit, de aandacht ves
tigen? Wie heeft af te staan een hals-
juk, een weerglaasje, vroeger in gebruik
bij de visserij, een oude hand-koffiemo-
len met koper beslag, een beddepan en
tiimen en koperen voorwerpen? Alles is
welkom de geschonken stukken wor
den zorgvuldig gesorteerd, zo nodig ge
repareerd en gedetermineerd. Zij zullen
straks in het museum in het Kerk-
straatje te Sommelsdijk een goede plaats
krijgen.
miDDElHARNIS OÜOI-TONGE
De laatste tijd komt in de gemeenten
Middelharnis en 'Sommelsdijk nog al eens
een inbraak voor. In ons vorige nummer
maakten we melding van de inbraak bij
de Caago, waarvan de dader zich vrij
willig aan gaf, thans hebben weer een
aantal diefstallen plaats gehad en staat
de politie weer voor nieuwe problemen.
In de nacht van Maandag op Dins
dag is ingebroken in de rijwiel-repara
tie-werkplaats van de heer J. Koppenaal
te Sommelsdijk, op de hoek van de Lan-
geweg, recht tegenover de zaak van de
N.V. Vis van Heemst. De dader(s) ver-
schafte(n) zich toegang door een ruit in
te slaan en ontvreemdde uit een lade
een portefeuille met circa 7 800 gul
den. Het was nooit de gewoonte van dhr
Koppenaal dat hij geld in zijn zaak liet,
maar doordat hij 's Maandags een kar
wei aan een motorfiets had te doen, had
hij zijn portefeuille in de lade gelegd en
's avonds vergeten mee te nemen. Waar
schijnlijk is dit gezien en heeft men
's nachts zijn slag geslagen.
De politie heeft de zaak in onderzoek
en enige personen in verhoor genomen.
Ook werd aangifte gedaan van dief
stallen van zink en lood, materiaal dat
tegenwoordig flink aan de prijs is, en
waarop blijkbaar wordt geaasd.
Bij de garage van Gebrs. van Splunter
te Middelharnis werd de benzinepomp
geforceerd, door iemand die voor zijn
auto gratis benzine wilde tanken. Hij
kreeg echter geen kans, want op deze
pomp stond een electrische motor en
de stroom stond af.
Alles bij elkaar is het nog al wat en er
blijkt uit, dat verdachte individuen door
het nachtelijk duister omhuld in onze
gemeenten hun sinister spel uit voeren.
De rijkspolitie heeft echter wel grotere
diefstallen dan deze in het volle licht
gezet en haar vangarmen zullen weer
wel zo zijn uitgestrekt dat ook deze die
ven een der dagen tegen de lamp lopen.
Dinsdagavond is op de Alg. Begraaf
plaats te 'Sommelsdijk het lijk geborgen
van een (vermoedelijk) oude man, dat
was aangespoeld op het gors bij de heer
van Vliet.
Het lijk was in zeer verre staat van
ontbinding, zodat de identiteit niet meer
was vast te stellen.
De stoffelijke resten zijn Donderdag
ter aarde besteld.
Nogmaals de oude en nieuwe ver
taling Het gebed van Ds Bo-
german We bergen die oude
bijbel nog niet op!
Op de redactie-tafel van de Kijkven-
sterman zijn weer een paar brieven ge
komen. Het was pro- en contra over
hetgeen we vorige week schreven over
onze oude Statenbijbel. Contra, omdat
toch deze oude Statenbijbel had afge
daan en terwille van de taal de nieuwe
vertaling in kerken en scholen moest
worden ingevoerd. Zo'n geluid valt ons
niet vreemd. We hebben immers zelf
geschreven, dat we op dit punt tot de
conservatieven behoren! Weet U wat
wel merkwaardig is, dat op onze scho
len voor middelbaar en gymnasiaal on
derwijs Vondel en Huygens en meer an
dere klassieken toch ook nog worden
gelezen en bestudeerd zo ze oorspron
kelijk zijn geschreven, maar dat nu die
verouderde bijbel aan de kant moet.
Schrijver dezes wil helemaal niet be
weren, dat een nieuwe vertaling als stu
die-materiaal niet nuttig kan zijn. Hij
wil ook helemaal niets afdoen aan het
grote werk dat hier, is verricht. Maar
toch wil hij op de brés blijven staan om
de Statenvertaling in kerk, school en
huisgezin te behouden. (Daarom deed het
ons goed ook klanken van instemming
te vernemen. Een abonné schreef ons:
„De nieuwe vertaling kan dienen om de
Statenvertaling in kleine bijzaken, die
wel eens minder duidelijk zijn vertaald
Ja allen, die U verwachten, zullen
niet beschaamd worden; zij zul
len bschaamd worden, die trou-
welooslijk handelen zonder oor
zaak. (Ps. 25 3.)
Al Gods ware kinderen hebben een
verwachting, die nooit beschaamd. In
Psalm 25 heft David zijn ziel op tot God
en komt met grote zekerheid te gewa
gen van de verwachting die hij voor tijd
en eeuwigheid van God heeft in Christus.
De verwachting van Gods Kerk is niet
van zichzelf of van de wereld, die is ge
heel buiten hen in het voorwerp hunner
verwachting, in God.
De volkomen vervulling in God, die er
was in de staat der rechtheid, het ware
geluk dat daarin was, heeft de mens
verloren door de zonde, door de val in
het verbondshoofd Adam.
Daar staat nu die diepgevallen, doem-
waardige en schuldige mens. Hij is alles
kwijt.
Alle gemeende verwachting, die de
mens nu nog heeft is ijdel en ontvalt
hem bij de dood en ontvalt hem voor
eeuwig.
Of die verwachting moet buiten de
mens zijn, in Christus en van God. Daar
op doelt David als hij zegt op God te
vertrou'wen en daaraan de bede ver
bindt: „Laat mij niet beschaamd wor
den."
David wist het zo goed, dat de mens
zo arm is, die zonder de Heere, leeft,
geen hoop op Hem heeft en zonder za
ligmakende genade daar heenwandelt.
Bij de dood en in de oordeelsdag valt
alles weg en laat de wereld ons los. Maar
nu was de Heere Davids God geworden
en hij mocht het zeggen, dat hij Zijn
kind en knecht was. De Heere was zijn
deel geworden, op goede gronden, naar
Gods eeuwig welbehagen, wat zo duide
lijk in deze Psalm uitkomt.
David, benauwd zijnde van zijn ver
volgers, neemt zijn toevlucht tot God.
Hij bidt om genade en belijdt zijn zonde
en vraagt of de Heere hem Zijn wegen
mocht leren, dit alles in de grootste
onwaardigheid en diepste afhankelijk
heid. Na alle reeds ontvangen genade
belijdt hij zijn hulpeloosheid en zonde,
doch tevens hoe hij dorst naar God en
zijn vertrouwen op God stelt.
Hij bidt om de leiding van de Geest
des geloofs en getuigt van de verwach
ting, die Gods kinderen van de Heere
hebben en daarin niet zullen beschaamd
worden.
Da'vid betrekt er de ganse kerk hier
op aarde bij allen, zegt hij.
Met zichzelf, met mensen, met daar
op te vertrouwen en daarvan hun ver
wachting te hebben, komen ze zeker
beschaamd uit. Maar daar waakt de
Heere voor. De vijanden des Heeren die
in eigen verwachting leven en sterven
die trouwelooslijk handelen zonder oor
zaak, zullen daarin beschaamd worden.
Doch niet alzo Gods ware volk. David
en verder „allen" hebben door de Geest
des geloofs goede, vaste en hechte gron
den, zij hebben een nooit falende ge-
loofsverwachting, omdat die haar grond
vindt buiten de mens in God om Chris
tus' 'Wil.
Die verwachting is voor tijd en eeuwig
held en rust in Gods eeuwig welbeha
gen op het eeuwig en gans volmaakte
Borgwerk van Christus. Het volk des
Heeren, dat die verwachting kent, is in
zichzejf arm, ledig en ellendig, maar
eeuwig gelukzalig in Christus. God
wordt daarin verheerlijkt en het is hun
tot eeuwig heil.
Daarom gaat hun hoop en verwach
ting ook in alle druk over dood en graf
tot in het eeuwige leven, het is een
eeuwigheidsverwachting. 'Want indien zij
alleen in dit leven op Christus waren ho
pende, zo waren zij de ellendigste aller
schepselen. Maar nu zijn zij in hope za
lig en die hoop beschaamt niet, want de
liefde Gods is in hen uitgestort.
iDavid roept het voor hemel en aarde
uit, voor de gehele wereld, in geloofs-
oefening en gemeenschap met God: „ja
allen, die XJ verwachten zullen niet be
schaamd worden."
Mijn lezer, wie ge ook zijt en waar ge
zijt, dat dit ook onze verwachting mocht
zijn of worden in deze ondergaande we
reld. De Heere ontdekke en zuivere U
en mij om dit ene te beleven. Al gaat
heel de wereld onder, deze verwachting
des geloofs nooit.
Waar ook Gods volk op aarde leeft,
zingt ervan zoals in Ps. 27 7:
Zo ik niet had geloofd, dat in dit
leven
Mijn ziel Gods gunst en hulp genie
ten zou
Mijn God, waar was mijn hoop, mijn
moed gebleven
Ik was vergaan in al mijn smart en
rouw.
Zingt ervan, ten spijt van druk en vij
anden. Velen van Gods volk zijn heen
gegaan, zij hebben de volheid van het
geen zij verwachten, verkregen.
De wereld, ieder die deze verwachting
mist, die trouwelooslijk handelt, zal be
schaamd worden. De Heere verhoede het
dat ge daarbij zoudt behoren.
Welnu, Hij zij ieder die 'dit leest ge
dachtig en schenke TJ de genade, die om
niet te verkrijgen is, uit Zijne volheid.
S.
B. R.
op het eerste gezicht, door vergelijking
volkomen duidelijk te doen worden. De
Statenvertaling daarentegen is een ge
schenk van God aan het Nederlandse
volk. En zo'n geschenk geeft Hij goed
èn maar ééns!"
Wie de geschiedenis van de totstand
koming van de Statenvertaling kent,
moet zich altijd weer verwonderen, hoe
God de Heere hieraan kennelijk Zijn
zegen gegeven heeft. Lees maar in de
acta van de Synode 16181619, hoe in
een van de zittingen (op Maandag 19
November 1618) de Bijbelvertaling tot
een onderwerp van bespreking werd ge
maakt. De praeses Ds Johannes Boger-
man ging uit naam van de achtbare ver
gadering, waarbij zeer veel geleerde the
ologen uit binnen- en buitenland tegen
woordig waren voor in eén ■vurig en
krachtig gebed, waar bij het nalezen nu
nog wat van uitgaat. Dit gebed is te
lang om het in deze rubriek op te ne
men, maar enkele volzinnen willen wij
er toch uit citeren.
„Wijs Gij dan, o Heere, in dezen zwa-
rèn en hemelsen arbeid ons den weg,
dien wij veilig kunnen inslaan, zonder
gevaar vervolgen en op gelukkige wijze
alsmede met een zuivere consciëntie ten
einde toe aflopen. Geef ons, die in den
Naam Uws Zoons zijn vergaderd, over
eenkomstig tPw beloften, Uwen Geest,
de Geest der waarheid, der wijsheid, der
voorzichtigheid, der onderscheiding, des
vredes en der liefde, als praeses, als
leidsman en als leraar. Open de ogen
onzes verstands, ontsteek de fakkel der
zaligmakende kermis in ons en leid ons
in Uwe waarheid, opdat wij aanschou
wen de wonderen Uwer wet. Maak on
zen wil vrij van alle aanklevende boos
heid, wederspannigheid en halstarrig-
heid. Buig en neig de wil tot die din
gen, welke U welgevallig en aangenaam
zijn. Wijd en heilig al onze begeerten te
Uwen gunste, opdat 'wij niets bedenken,
overleggen, willen, verlangen, uitspre
ken en besluiten dan wat met Uw
Woord overeenstemt, U aangenaam en
Uw kerk bovenal nuttig is."
Ondanks tegenslag en moeite, zelfs met
opoffering van gezondheid is er in rus-
telozen arbeid elf lange jaren aan ge
arbeid, be 66-jarige Ds Baudartius
schreef aan Ds Revius, een der reviso
ren: „lek en hebbe myn leven lanck
noyt so geblockt als ick nu in myn oude
daegenhen doe."
Wonderlijk was des Heeren bescher
mende hand over deze Bijbel-overzetters.
De pest woedde zo vreselijk in de stad
Leiden, dat in een week tijds 1500 men
sen ten grave werden gedragen en nie
mand hunner, noch iemand uit hun ge
zinnen, werd door de dood weggenomen.
De vertalers waren alle godvruchtige
Dit grootse werk is ook zeer nauw
keurig geschied. De nauwgezette ver
taling, waarover de Godgeleerden uit
alle landen lof hebben gesproken, werd
nagezien door een groot aantal geleer
de ,,overzieners", die de moeilijkste pim-
ten samen bespraken. Twee, drie, tien...
twintig, weten immers meer dan één!
De vertalers waren alle godvruchtige
mannen, doorzuurt in de Gereformeer
de leer, bedeeld met een rijk geestelijk
inzicht. Zij wisten, dat het met het Ne
derlands en Hebreeuws, Nederlands en
Grieks zo is, dat de ene taal de dingen
zo en de andere ze zus noemt. Letterlijk
vertalen moet daarom onmogelijk wor
den genoemd. iDoor de keuze van hun
woorden moest worden voorkomen dat
bepaalde opvattingen zouden kunnen
worden gevoed, of, dat de tekst voor
tweeërlei uitleg zou vatbaar zijn. Dat
werd op de Synode zeer juist gevoeld,
waarom gesmeekt werd om de bedie
ning en bedauwing van Gods Geest, ge
lijk uit het krachtige gebed van Ds Bo-
german blijkt. En hadden de vertalers
vaak met de taal te worstelen om de
juiste uitdrukking te vinden, de beroem
de kanttekeningen werden gesteld, soms
om een letterlijke vertaling te geven,
soms ter opheldering en verduidelijking.
De Statenvertaling is inderdaad een
van God gegeven geschenk, een monu
ment, dat de eeuwen zou verduren. Ge
slacht aan geslacht heeft er de God van
hemel en van aarde in mogen ontmoe
ten, die zich in wil laten met diep ge
vallen zondaren, sprekende tot hen in
de Nederlandse taal.
Wij hebben in de nieuwe vertaling
meerdere stukken gelezen en hoe nuttig
ter opheldering deze ook zijn, veel klinkt
er ons in als een dissonant. Mogelijk dat
we een volgende keer eens enige ver
gelijkingen zullen geven, om dit nu te
doen zou ons bestek te lang worden.
Wij schamen ons niet op te komen
voor de handhaving van onze Staten
vertaling, waar ruim drie eeuwen lang
God de Heere Zich in beliefde te openba
ren tot ontdekking van zondaren, tot
troost en vrede voor de ziel, beide in le
ven en in sterven. Die oude bijbel weg
bergen als een antiek stuk en de nieu
we vertaling er voor in dé plaats, daar
aan doen we niet mee.
WAARNEMER.
Door de Minister van Oorlog werden
aan de navolgende oudmilitairen erete
kenen voor Orde en Vrede toegekend en
door burgemeester D. Rijnders dezer da
gen uitgereikt: J. Albrechts, Ie Wei
straat 9; C. Bresijn, Julianan van Stol-
berglaan 26; J. de Leeuw, Rottenbur
gerweg 11; C. A. Peeman, Nieuwstraat
51; J. de Vos, Oost Voorgors 53; V. Vijf-
huizen, Vingerling 33 en J. Looij, Ring
24, allen te Middelharnis.
C. van Antwerpen, Kreekstraat 29 en
H. Beket, Nieuwstraat 18, Sommelsdijk^