EiuvrtDEn-niEUWs
Xtatiano
Late Lente
Emigranten gingen „over de streep"
2e Blad
Zaterdag 30 December ISSO
No. 1980 I Groene Kruis Ouddorp
Afscheid sociale werkster
MiddelliaTnis
Zondagsdiensten Artsen.
Met DE BESTE BOENWAS en DE LEKKERSTE HONING, aden een GELUKKIG NIEUWJAAR
Men gaat nn Jagen tellen
GEBRS. VAN GENT MIDDELHARNIS
Extra huishoud
geld in deze dure
dagen
Rondom de
Landbouwschool
Adverteert in 1951
in Eilanden-nieuws
DAAR NIET
HIER WEL
het lekkerste middel
tegen verkoudheid
per 100 ^ram
tmÉoM
In de kring van het bestuur van de
Stichting Maatschappelijk Werk Mid-
delhamis-Sommelsdijk nam men Woens
dagavond afscheid van mej. Gootjes, de
maatschappelijk werkster, die men op
haar verzoek eervol ontslag verleende
wegens vertrek naar elders. Burgemees
ter Rijnders, de Stichtingsvoorzitter,
noemde deze bijeenkomst een niet-offi-
ciële, maar het bestuur had gemeend
Mej. Gootjes niet zonder meer te moe
ten laten vertrekken. Zij isde eerste
geweest, die het maatschappelijk werk
in deze beide gemeenten ter hand nam
en in feite heeft zij pionierswerk ver
richt.
De burgemeester sprak mej. Gootjes
toe en memoreerde de oprichting van
de Stichting benevens de moeilijkhe
den, die te overwinnen waren voordat
men kon starten. Er bleek veel werk te
doen, zo zelfs, dat men er nu van over
tuigd is, dat de maatschappelijke werk
ster het niet alleen aan kan. Speciaal in
verband met de zorg, die aan de jeugd
besteed zal moeten worden. In deze was
spr. echter optimistisch vanwege de
mogelijkheid van rijkssubsidie en de
stichting van een jeugdgebouw voor bei
de gemeenten.
Het werk dat mej. Gootjes doet was
nieuw voor deze streek. Trouwens voor
het gehele gebied, van de eilanden. Men
had geen ervaring en men stond voor
de vraag hoe en waar te beginnen. Het
bestuur heeft mej. Gootjes grote vrij
heid gelaten en dat is goed gebleken.
In de eerste tijd heeft zti de mensen op
gezocht, later kwam men met de moei
lijkheden tot haar. Op allerlei terrein
moest zij zich begeven, zij stond tel
kens voor zware opgaven. Velen met
fouten in en met de gevolgen daarvan
rond zich zochten haar hulp, slachtof
fers van sterke driften, en in deze
streek vooral van angst en vrees.
Burgemeester Rijnders verklaarde er
zich verheugd over dat de maatschap
pelijk werkster zich steeds ten volle
heeft gegeven. Vroeger was het zo, dat
in geval van nood men zich tot de do-
miné wendde, maar men verlangde er
de bakker ook bij en de psychiater had
er ook aan te pas moeten komen. Mej.
Gootjes moest in de plaats van die al
len treden! Zj) heeft de Stichting haar
grondslag gegeven en spr. zei te weten,
dat er in vele gezinnen met dankbaar
heid over haar gedacht wordt. Spr.
hoopte, dat het haar goed mag gaan en
dat zij nog lang met moed en geloof
verder mag arbeiden.
Als blijk van waardering bood de
burgemeester mej. Gootjes een fraai
boekwerk aan over bouw-, beeldhouw
en schilderkunst.
De heer Knape had dit geschenk voor
zien vaji een mooi gecalligrafeerde brief
van aanbieding.
Mej. Gootjes bedankte voor de vrien
delijke woorden en verklaarde dat zij
met jeugdige enthousiasme hier begon
nen is. Dank zegde zij aan de voorzit
ter, aan het gehele bestuur en aan al
len, waarmede zij heeft samengewerkt.
Dank vooral voor de grote mate van
vrijheid. De nood was hoog en groot,
maar juist dat gaf moed en inspiratie.
Dank zegde zfl voor de opbeuringen en zij
verklaarde van mening te zijn, dat een
langer hier blijven niet goed zou zijn;
een vrouw is nu eenmaal geneigd te
gauw haar sentiment te laten gelden.
De heer J. A. Dgkers sprak als pre
sident van het Burg. Armbestuur, en
vond het spgtig dat mej. Gootjes weg
gaat. Hfl hoopte, dat zij haar krachten
elders zal geven In het belang van de
samenleving en van haarzelf.- Secretaris
Knape bedankte voor de aangename sa
menwerking en de prettige verstand
houding, die niet verstoord werd al was
er wel eens verschil van inzicht. De
heer W. Witvliet sprak namens de In
stelling van Sociale Belangen te Mid-
delhamis en zei groot respect te heb
ben voor het werk van mej. Gootjes.
Het maatschappelijk werk achtte hij
een zegen vor de gemeenten en zelfs
voor geheel Plakkee; van groot belang
is het ook voor de kerken en onze
streek heeft het ten zeerste nodig.
ZEEPOSX VOOR OOST EN WEST
Met de volgende schepen kan zeepost
worden verzonden. De data, waarop de
correspondentie uiterlijk terpost moet
zijn bezorgd staan, tussen haakjes, ach
ter de naam van het schip vermeld:
Indonesië: m.s. „Willem Ruys" (10 Jan)
Nieuw Guinea: „m.s. „Borneo" (4 Jan.)
Antillen: m.s. „Baam" (28 Jan.)
Suriname: m.s. „Bonaire" (5 Jan.)
Van Zaterdag 30 Dec. v.m. 12 uur t.m.
Dinsdag 2 Jan. vjn. 9 uur.
Mlddelhamis-Sommelsdijk:
Afwezig de artsen Tj. Kuipers, J. J.
Wierlnga en C. F. Arends. Voor spoed
gevallen P. Knöps, arts, Telef. 211,
Sommelsdtjk.
Dlrksland-Heatldiiigen-Meliasant
Afwezig B. Elvé, arts. Voor spoedge
vallen G. Huisman, arts, Tel, 1512, Me
lissant en dr P. Boot, Tel. 127, Dirksland
Oost-FlaMcee:
Afwezig de artsen G. J. Buth, P. C.
J. Voogd en P. J. de Man. Voor spoed
gevallen E. Bouman, arts, Telef. 19,
Stad aan 't Haringvliet en C. W. Kra
mers, arts. Tel. 42, Ooltgensplaat.
Dinsdag 20 December 1950 kwam de
Vereen. „Het Groene Kruis" ter verga
dering bijeen in hotel Akershoek. Aan
wezig 26 leden (vorige vergadering 11
leden.) Het ledental der vereen bedraagt
900<
De voorz. dhr Hameeteman, opende
op de gebruikelijke wijze en heette al
len welkom. Hij betreurde de geringe
opkomst, gezien het grote ledental en
de belangrijke pimten der agenda, de
verwachting was, minstens een honderd
tal leden. Voor de vereen, is 1950 toch
wel een bijzonder jaar. Door het over
lijden van de heer v. Oostenbrugge
kwam deze aan onze vereniging te ont
vallen. Vele jaren heeft deze de belan
gen van het Groene Kruis gediend als
penningmeester. Thans zal in zijn plaats
worden voorzien en zijn opvolger zal
dan ten volle kunnen beoordelen de vele
werkzaamheden aan deze functie ver
bonden. Zijn nagedachtenis zal steeds
bij het bestuur in dankbare herinnering
blijven voortbestaan.
Belangrijk was ook dit jaar de door
lichting. Vele malen is op de vergade
ring dit pimt naar voren gebracht en
uiteindelijk kwam onze gemeente nog
Aankomst in Den Helder van Hr. Ms. Torpedobootjagér Kortenaer
na een verblijf van 2% jaar in Indonesië. De manschappen kun
nen dus nu het oude jaar uitluiden in de huiselijke kring.
(Van onze Australië correspondent)
a.b. m.s. „Sibajak" 21 Nov.
Op de aankondigingsborden zijn de
mededelingen omtrent debarkatie ver
schenen; door velen worden ze met een
zucht van verlichting gelezen.
Want, dit betekent dat het einde van
de reis In het zicht komt.
Voor 47 emigranten zal die eindigen
in Frementle, doch 724 moeten naar
Sydney en hebben dus nog een week
voor de boeg. In Melbourne verlaten 118.
emigranten het schip en 46 reizen er
door naar Nieuw-Zeeland.
Een zeereis is óók niet alles, zeggen
veel emigranten nu. Toch hebben wij
geen klagen gehad; de Rode Zee toon
de zich op z'n best, de Ind. Oceaan gaf
reden tot tevredenheid en we liepen
een lelijk stuk depressie mis.
Maar ja, na zeeziekte de warmte en
in de Oceaan was het soms akelig driik-
kend, waardoor hoofdpijn ontstond, die
ondanks de beste tabletten veelal niet
wilde w^ken.
Stel U er heus niet é.1 teveel van voor,
want vijf weken varen stelt eisen aan
gezondheid en zenuwen.
„We hebben nog nooit ruzie gehad en
nu hebben we die bijna iedere dag",
vertelde een echtpaar uit Brabant.
De gebruikelijke ruzietjes om kin
deren ontbreken evenmin.
En toch wordt gedaan hetgeen moge
lijk is voor afleiding.
Passagiers verzorgden een amuse-
ments-avond, gaven een poppenkast-
middag voor de kinderen en dan hadden
we het bezoek van Neputnus, dat is een
grote gebeurtenis op een schip!
Kapitein Goedewaagen schijnt hem al
goed te kennen, want toen we nog maar
net „over de streep" waren, verscheen
Neptimus met zjjn gevolg aan boord
van de „Sibajak" en hij verklaarde blfl
te zijn onze kapitein weer te zien.
Daarna dompelden de assistenten van
deze godheid verschillende passagiers
in een bak met een soort puddingpoe
der, werd je met dat spul ingezeept en
vervolgens met een stuk hout „gescho
ren" om tenslotte na een' glas zeewater
te hebben verzwolgen, in een kuip wa
ter te worden gedeponeerd. Als doop
naam ontving ik „Potvis" en zo hebben
we nu alle visnawien aan boord gekre
gen. Overigens maak U zich bij voor
baat niet ongerust over deze „doop";
zij geschied op vrijwilligheidsbasis en er
wordt niets bij bedorven.
Slechts heb je een paar dagen nodig
om de puddingpoeder uit je haar te
krijgen. Doch, een interessant diploma
van Neptunus is de beloning!
Bg al die gebeurtenissen, hebben v/e
nu als we in Frementle zijn, 18.393 ki-
lomter (geen mijlen dus) afgelegd.
Voor de verste passagiers komen er
nog plm. 4000.
Die het nu erg zat zijn, gaan over
wegen of ze maar niet in Frementle
zullen afstappen, doch wanneer ze een
maal ddar zijn, zullen de plannen wel
weer gewijzigd worden.
Want, in Frementle komen talrijke
ambtenaren aan boord en dan gaat de
tijd snel. De mensen van de Bank, die
geld komen wisselen of uitkeren, de
arts die komt controleren, van de Ar-
beidsbureaux, die aan werk kunnen
helpen enz. Die week van Frementle
naar Sydney, is wel om door te komen.
En bovendien, de meeste emigranten
moeten eerst naar kamp Bathurst bij
Sydney, omdat z^ niet over huisvesting
beschikken. Enkelen, zoals de fam^. Tan-
ja uit Den Haag, hebben een prea-fa-
bricated house meegenomen, doch het
is afwachten wat je daarmee doen
kunt. Daar vertel ik t.z.t. nog wel over.
In elk geval, men gaat nu dagen tel
len; en zegt: de volgende week zijn we
er.
Voor onze keuken komt nog een zwa
re dag, bij het afscheid-diner. Eerlijk
gezegd, weet ik niet wat men daarvan
zou moeten maken.
Want, iedere dag zou een afsoheids-
diner kunnen zgn.
Vandaag b.v.: Ontbijt: havermout,
wittebrood, bruinbrood, boter, kaas,
jam, plockworst, koffie of thee.
Lunch: Bouchère soep, gebrai-
seerde runderlapjes, andijvie, gekookte
aardappelen, maltaise pudding; Diner:
gebakken panharing, gemengde salade,
gebakken aardappelen, ravigotesaus,
wittebrood, boter, jam, zultworst, ge
stoofde peren, koffie of thee."
gauw aan de beurt. Wij kunnen dank
baar zijn aldus de voorz. dat dit is ge
beurd. Wel zijn er bij deze handeling
onjuistheden ontstaan, maar waar en
wie maakt niet eens een fout.
De verhoging contributie aan de orde
zijnde, en op de gestelde vraag naar de
noodzaak dezer verhoging, antwoordde
de voorz. hoe het er financieel bij stond.
Algemeen werd besloten de contributie
op voorstel van het bestuur, te brengen
op 3.voor Groene Kruis en 3.
voor de Wijkverpleging. In de openge
vallen plaats V. Oostenbrugge werd met
18 stemmen de heer Joh. Breen Jz. ge
kozen. Telefonisch werd deze daarvan in
kennis gesteld en neemt (niet ter ver
gadering aanwezig zijnde) zijn benoe
ming terstond aan. Na een kleine pau
ze kwam de rondvraag.
De heer Meijer vroeg naar de rijwiel
toelage van de Zu^er. De secretaris
zeide dat deze toelage is ingetrokken
doordat door de vereen, een Solex voor
haar is aangeschaft.
De heer de Ronde vroeg naar aan
leiding van enkele voorvallen inzake de
doorlichting.
De voorz. zeide dat er een enkele fout
is gemaakt.
Dr Ruizeveld betwist het woordje
fout en de mening was daarover ver
schillend.
Verder geen bijzonderheden meer ter
behandeling, sloot de voorz. met dank
voor de geanimeerde stemming deze sa
menkomst.
Ziedaar een willekeurig dag-menu.
Vele adsp. emigranten en straks de im
migranten, zullen bepaalde dagen min
der gevarieerd eten!
Maar de 20 koks doen dan ook hun
best en onze restaurants wordt door de
kapitein de belangrijkste man aan boord
genoemd
In de koelcellen liggen de 65.000 eie
ren; 8 balen jDloem worden per dag door
de bakkers verwerkt, er is 25 ton vlees
en 3500 stuks gevogelte; kisten fruit
en balen suiker. Men kan op de „Siba
jak" terecht!
Het leven wordt er zo aangenaam
mogelijk gemaakt en ik veronderstel dat
het op ieder emigrantenschip zo wel zijn
zal.
Men weet in Holland te vertellen van
allerlei bepalingen die er zijn.
Men moet om zo laat naar bed en
zo laat op staan; men mag dit niet en
dat is verboden. Wel, de enige beper
king die men heeft is die, t.a.v. eigen
gedrag.
Men gaat naar bed wanneer mem wil,
doch stoor de nachtrust van een ander
niet; men staat op wanneer men wil,
doch loopt dan eigen ontbijt riiis.
En je mag overal aan boord komen,
wanneer je geen verkeerde dingen doet.
Vrijheid, blijheid op zee!
Dit neemt niet weg, dat voor velen
het gelukkige uur zal slaan wanneer zij
straks weer de loopbrug onder de voe
ten hebben. Hetgeen niets onaange
naams voor een schip betekent, want
het is nog aan geen enkele kapitein ge
geven de golven voor zijn schip weg te
vagen en aan geen arts om de vele en
velerlei kwaaltjes volledig op te hef
fen.
Voor de meesten is de boottocht een
begin van de emigratie-moeilijkheden!
Velen geven zich extra moeiten om
anderen te helpen, daar zijn bv. mevr.
Oh. Kolff-Gerritsen uit Den Haag en de
heren G. J. Ekkel uit Rotterdam en K.
Langenhorst uit Haarlem, die belange
loos Engelse taallessen aan boord ge
ven, de schoenmaker F. Hoeksema uit
Leeuwarden weet kostelijk de jeugd te
amuseren door zijn verhalen.
Men vindt onder de emigranten de
meest uiteenlopende beroepen, sommigen
kennen vele vakken! zoals bv. N. L.
Berlyn uit Soest, een bekend figuur uit
de „Zoeklicht"-kringen.
Aanvankelijk zou hij zendingswerk in
Israël gaan doen, doch door de moei
lijkheden in Palestina, kon dit plan niet
worden uitgevoerd. Nu gaat hij met ge
zin en schoonzoon naar Perth, waar hij
als tinamerman, banketbakker in land-
of tuinbouw of veeteelt werkzaam kan
zijn.
Het uitzoeken van de meest geschik
te plaats is echter voor velen moeilijk.
Een wel zeer practische kaart werd ver
vaardigd door de Pater W. van Baar die
thans na vacantie weer op weg is naar
zijn missiegebied. Hij stelde een kaart
samen onder de titel „Map for Emi
grants", waarin aan de hand van negen
schetsjes wordt duidelijk gemaakt wel
ke gebieden bv. het meest voor land
bouw geschikt zijn, de regenval wordt
berekend, benevens de seizoens bespro
ken, er is een topografisch kaartje etc.
Tegen geringe vergoeding is deze zeer
practische kaart verkrijgbaar bij de
broer van genoemde Pastoor, Z. 128
Zwaagdïjk.
Je slaat ervan te kijken,
dat zoveel huisvrouwen
extra huishoudgeld heb
ben als het erop aan Romt:
Hoe doen ze dat? Heel
eenvoudig: als er wat
extra's nodig is, wisselen
ze De Gruyter's cassabons
in. Voor elke tien gulden
aan bons krijgen ze één
gulden contant uitbetaald.
En alle extra uitgaven voor
de feestdagen brengen
weer extra cassabonnen-
winst.
Daarom is het winkelen
bij De Gruyier voor een
huisvrouw,, die bij de pin
ken is juist in deze tijd
üanzcifspreReiicl.
Dat verscheidene veehouders weten,
waarin de waarde van voederbieten
schuilt, bleek ons, toen Donderdag 14
December, des avonds na vertoning van
de film: van biet tot suiker, een verte
genwoordiger van de firma van der Ha
ve de veehouders in de gelegenheid
stelde het droge stofgehalte van hun
voerbieten te laten bepalen. Een tien-
ta/1 veehouders hadden een of meer voe
derbieten meegebracht en mochten het
droge stofgehalte zelf aflezen. Het deed
ons genoegen, dat alle meegebrachte
voerbieten behoorden tot groep II. Op
grond van het drogestof gehalte is het
voederbietenassortiment ingedeeld in 3
groepen, nl. Groep I: voedersuikerbieten
(gemiddeld drogestof gehalte plm. 17%
tot plm. 23%.)
Groep II: Voederbieten met hoog of
vrij hoog drogestof gehalte (gemiddeld
plm. 14% tot plm. 17%.)
Groep III. Voederbieten met matig of
laag drogestof gehalte (gemiddeld plm.
10% tot plm. 14%,.)
De groepen II en III zijn niet scherp
te scheiden. Er is een geleidelijke over
gang.
De waarde van een voederbietenras
wordt in hoofdzaak bepaald door de
drogestof opbrengst en het drogestofge
halte. Het drogestofgehalte loopt bij de
verschillende rassen sterk uiteen. Bij
één ras kan dit gehalte al naar om
standigheden wisselen. Voor de veevoe
ding hebben rassen met een hoog dro
gestofgehalte meestal voordelen, omdat
de totale hoeveelheid bieten, die een
dier kan opnemen, beperkt is, zodat van
een ras met een hoog gehalte meer voe
dingswaarde kan worden opgenomen
dan van een ras met een laag gehalte.
De hoogste opbrengsten aan drogestof
per ha worden in groep II bereikt. De
ze groep bestaat uit verschillende se
lecties, waaronder zeer productieve. Dit
type is, mits men de selecties neemt,
die weinig neiging tot schieten verto
nen, zeer geschikt om vroeg te worden
gezaaid, zodat men hiervan zeer hoge
opbrengsten kan verkrijgen.
Wanneer men rassen uitzoekt, die
zeer weinig schieters vormen (in de
Rassenlijst worden deze rassen voor
schieterresistentie gewaardeerd met 9,)
dan is het gemiddelde schieterpercenta
ge bij uitzaai eind Maart-begin April
2,6%, bij rassen met vrij weinig schie
ters (gewaardeerd met 7), is dit per
centage 4,2%, bij rassen met vrij veel
schieters (gewaardeerd met 5), 13,2%,
en bij rassen met zeer veel schieters
(cijfer 3) 18,2%. Bij uitzaai half April
zijn deze percentages achtereenvolgens
0.5%, 0,9% 4,4% en 8,0% en bij uitzaai
begin Mei respectievelijk 0,1%, 0,4%,
1,4% en 3,7%. Hieruit blijkt dat rassen
met onvoldoende schieter-resistentie bij
vroeg zaaien te veel schieters geven.
Toch moet worden bedacht, dat door
vroeg te zaaien hogere opbrengsten
worden verkregen. Gemiddeld kan wor
den aangenomen, dat uitzaai in het be
gin van April 15% meer opbrengst
geeft dan uitzaai in het begin van Mei;
als in plaats van begin Mei pas half
Mei gezaaid wordt, dan daalt de op
brengst weer met ongeveer 15%. De
waarderingen van de resistentie tegen
schieten van de verschillende voeder
bietenrassen kunnen we vinden in de
Rassenlijst. Ook het gemiddelde droge
stofgehalte van de wortel, over de laat
ste vier jaren en de verhoudingscljfers
van de drogestof opbrengst van de wor
tel kunnen we in de Rassenlijst opzoe
ken. Daarom zouden we met klem iede
re landbouwer willen adviseren. Schaf
U deze betrouwbare gids aan. Toege
rust met de rassenlijst in combinatie
met eigen ervaringen, kunt U pas juist
de rassen keuze bepalen. De Vereniging
van Bedrijfsvoorlichting voorziet zijn le
den om de twee jaar van deze onmisba
re handleiding. Laten de besturen van
alle landbouwverenigingen nagaan, wie
van him leden de Rassenlijst niet ken
nen en laten ze ernstig overwegen, op
welke wirjze ze daarin verandering kun
nen brengen. Door gezamenlijk te be
stellen wordt de prgs per stuk aanmer
kelijk lager.
Voederbieten zijn gemakkelijk ver
teerbaar. Zeer grote hoeveelheden kun
nen de rantsoenen onevenwichtig ma
ken. Men dehke dus vooral aan een doel
matige aanvulling met eiwit, mineralen
en vitamine. Bieten bevatten beduiden
de hoeveelheden vitamine C. Ze wer
ken iets laxerend, het meest nog in de
periode tijdens en direct na het oogsten
Bij het bewaren van voederbieten moet
men vooral oppassen voor bevriezen en
vooral voor het optreden van rot en
schimmel.
Meermalen zijn vergiftigingsverschijn
selen opgetreden. De verschijnselen be
stonden uit onrust, braken, krampen,
bleke slijmvliezen, ademhalings bezwa
ren, soms de dood na 1 uur, in andere
gevallen herstel na 3i uur.
Mestvarkens kimnen gevoerd worden
met voederbieten (hoog drogestofgehal
te) en gestoomde aardappelen in de
verhouding 1:1, zelfs 2 1 naast 0,75
1 kg eiwitrijk meelvoer. Dit meelvoer
dient te bestaan uit 250 gram eiwit
kern (inclusief mineralen plus vitami
nen) en minstens 500 gram graan of
graanafvallen. De groeisnelheid is met
bieten (aardappelen als hoofdvoer iets
minder dan met aardappelen alleen.
Het verschil bedraagt gem. 10% (bij
een proef op De Schothorst 6%.) Door
bietenvoedering wordt de geschiktheid
voor baconbereiding verbeterd, het spek
iets zachter. Wordt als meelvoer alleen
kemvoer verstrekt, dus zonder graan-
meel en graanafvallen, dan wordt de
groei veel langzamer en de mestperiode
met meer dan 1 maand verlengd.
40
I door flerman J^oorman
„O, daar. Die lelijke nachtjager heeft
mij aardig uit de koers gedreven. Ik
dacht het al. We waren op weg naar
het Rijnland."
Met behoorlijk veel lawaai komt
Klaas terug, kleren onder de arm. Hij
is vergezeld van een mé^n op middelbare
leeftijd. En achter hem komt een vrouw
die blijkbaar uit bed gekomen is, want
zij heeft een mantel over haar nacht
goed geslagen.
„Wat is er aan de hand, Gerrit?
Klaas kletst weer van alles. Je kimt er
geen wijs uit."
„Een Engelse piloot. Jannes. Omlaag'
geschoten."
De boer steekt de hand uit naar Fred
Hoeksema en zegt: „Ik ken geen En
gels".
„Niet nodig, boer," lacht Fred. „Ik
ben volbloed Hollander."
„Mooi. Zoveel te beter. Je bent hier
veilig, als het God belieft."
„Jannes, de boer", stelt Gerrit voor.
„En dat is Marie, de huishoudster .On
ze moeder," laat hg er op volgen.
Maris Saalmink lacht en drukt ook
de hand van de piloot, wiens vlieger-
kleding reeds op de grond ligt.
„Ik zou eerst maar eens meegaan
naar de keuken," zegt zij, „dan kun je
wat eten."
„Geen gek idee. Marie," grapt Klaas,
die altijd wel kan eten.
„Ho, vader, dat geldt niet voor jou;
alleen voor de piloot," pareert Marie,
die haar pappenheimers kent.
„Nou, tot straks dan," wuift Gerrit.
Een half uurtje later brengt Marie
de nachtelijke gast terug.
„En nu gaan slapen, hoor, jongens,
en niet meer bomen. Kan je morgen wel
doen", vermaant zij.
„Ja, moeder" zegt Gerrit onderda
nig. „Je zegt morgen, maar je bedoelt
vandaa^^ het is al twee uur geweest."
„Welterusten," wenst Marie, die
ijlings verdwijnt. Zü is uit haar slaap
gewekt door het ontzettend gedaver in
de lucht en zg heeft, door" een venster,
de machine zien neerstorten.
Haar vermaning, om direct te gaan
slapen, wordt in het schuilhol natuurlijk
vierkant in de wind geslagen. Fred
Hoeksema moet vertellen van Engeland.
En hij wil wel het een en ander van
Holland vleten.
Hfl komt te weten, dat het in ae Ach
terhoek wemelt van onderduikers. Ze
zitteii op h£iast elke boerderij. Jongelui,
die niet voor de Mof willen werken en
zo. „En Zo zitten we hier ook," zegt
Gerrit.
„Maar jullie zijn geen gewone onder
duikers," merkt de piloot op. ,.Dat ma
ken jullie mij niet wijs. Ik heb al het
een en ander begrepen. Een gewone oti-
derduiker kan mij niet wegwerken."
Nu, dat is ook zo. Hij mag wel we
ten, dat zij een groep illegale werkers
vormen, onderdeel van een veel grotere
groep. Hier is hun schuilplaats. Soms
zijn zij er in dagen niet. Allemaal tege
lijk zijn ze er bijna nooit. Gerrit is eigen-
Igk de aanvoerder niet. Dat is Frits,
een dominee. Maar die is gepakt door de
Moffen. Zit in de gevangenis in Arn
hem.
„Kan die er niet uitgehaald worden?
Ik heb wel eens vernomen, dat hier in
Holland knappe staaltjes worden uitge
haald."
Gerrit werpt op de beide anderen een
straffe blik. Natuurlijk is er een plan
gereed, om Frits, en enkele anderen, uit
de gevangenis in Arnhem te halen Over
een paar dagen zal het zijn. Maar daar
heeft tenslotte deze vent niks mee te
maken, al is hij dan piloot bij de R.A.F.
„Dat gaat niet zo eenvoudig, maat.
Wie eenmaal in de klauwen van de Mof
zit, komt er haast niet uit," antwoordt
Gerrit. „Maar apropos, wanneer is nu
eindelijk de invasie eens? We snakken
er naar."
Fred Hoeksema haalt de schouders
op.
„Daar weten we net zoveel van als
jullie. Ik denk, dat ze nog niet klaar
zijn. Maar komen doet-ie, dat staat vast.
Ik ben brandend nieuwsgierig, waar.
En of ik er aan deelnemen kan. Want
nu zitten we hier wel gezellig te bo
men, maar ik hóór hier niet."
„Een paar dagen geduld. Is ook goed
voor je enkel, al is die, geloof ik, niet
verzwikt, wel?"
,Het valt inderdaad mee."
„WiJ zullen je wegwerken. Je kunt
over Frankrijk, maar ook over Delf
zijl!"
„Over Delfzijl?"
„Ja, en dan met een boot naar Zwe
den. Vandaar kom je gemakkelijk in
Engeland. Nu zoek je het zelf maar uit,
welke weg je vsrflt. Ik vind Delfzijl de
beste.
Maar nog eens je moet het zelf '.Ve
ten. Valse persoonsbewijzen hebben ivij
bij de vleet. „We maken ze zelf."
.Vertel mij nu eens wat over de toe
stand hier", smeekt Fred Hoeksema.
„Mijn ouders wonen in Groningen. Ik
weet niets van hen."
Ach, er is zoveel te vertellen! Waar
moeten ze beginnen? Het is alles leed
en ellende. Joden worden weggesleept.
ze zullen in Duitsland wel afgemaakt
worden, zoals je slachtvee afmaakt. De
Arbeidsinzet vergt duizenden jongelui.
Er is zeker percentage veel te ge
ring! dat het vertikt, voor de Mof
te werken. Die moeten onderduiken. Met
de levensmiddelenschaarste wordt het
steeds erger. De N.S.B, ers, de piloot,
zal wel weten, wat soort „Nederlanders"
dat zijn, hebben de grootste praats. De
Landmacht van Mussert de leider van
de N.S..B, doet de illegaliteit nog meer
kwaad dan de Moffen. Je wordt door je
eigen landgenoten verraden. Het is een
schandaal. Maar ze houden de kop er
voor. De onderduikers moeten levens
middelenbonnen hebben. Vandaar over
vallen op distributiekantoren en zo. Het
moet. Ja, de piloot heeft het wel begre
pen, dat behoort ook tot hun werk. Of
ze wapens hebben? Natuurlijk! Alleen
niet in dit hol. Is te gevaarlijk. Die wor
den elders op de boerderij verborgen.
Reuzelui zijn dat hier. Wat ze daaraan
te danken hebben! Die Marie is onbe
taalbaar. Onverschrokken ook. De Mof
fen hebben op „Ysselzicht", dat is de
naam van deze boerderij, moet de piloot
weten, al verschillende malen huiszoe
king verricht, want deze hoeve staat
bij hen in een slechte reuk (hoe is het
mogelijk, niet?) maar nooit iets kun
nen vinden.
„Is Marie de boerin? Jullie hebben
het maar over huishoudster."
„Is zij ook. Er zijn hier twee broers.
Jannes en Symen Haverdink. Die zijn
nooit getrouwd geweest. En dan is er
nog een zieke zuster, die aiks kan. Dus
is Marie de baas. Een beste meid. Een
echte, vaderlandse vrouw!"
Zo praten ze nog wat door. Maar dan
worden ze toch wat bevangen door de
slaap. En iets later is het rustig in het
schuilhok. Ook het licht is uitgedaan.
Er is alleen de regelmatige ademhaling
van ,vier mensen, de gestrande piloot
van de R.A.F, en drie jongens, die, als
een veldhoen op de bergen, worden
voortgedreven die verbeten de tanden op
elkaar zetten, want zo vaak lijkt het
verzet hopeloos.
Het is ongeveer acht uur in de mor
gen, als luid een electrisch belletje weer
klinkt. Het is, ergens in een hoekje, on
zichtbaar, aangebracht en dient om
alarm te maken,
„Opstaan! Alles meenemen! Foetsie!"
beveelt Gerrit, die direct gehoorzaamd
wordt. Er wordt geen woord gesproken.
De piloot is nog slaapdronken, de an
deren zijn klaar wakker als ruiken zij
gevaar.
„Volgen! Op de knieën! Kruipen!"
biJt Gerrit de vlieger toe.
Die gehoorzaamt werktuigelijk, niet
begrijpend, wat er precies aan de hand
is. Enkele dekens, andere zaken worden
meegenomen. Zij kruipen door het gat,
dat vernuftig verborgen is en gesloten
wordt, als zij uit het hol zijn, en ko
men in een hoUe ruimte, pikdonker.
Maar de zaklantaarn doet dienst. Bij
het flauwe licht daarvan bespeurt Fred
Hoeksema een hol van even een meter
in het vierkant. Verder niets. Zg wer
pen zich plat op de grond. „En nu maar
afwachten," fljiistert Gerrit.
(Wordt vervolgd.)