m Het Ambtsgebed Uit hei Kijkvenst er ALS UW SPIJS- macmcger,,, Een raadsvergadering bij kaarslicnt in de raad van Oude Tonge Ruwëhanden?PUROL 23ste faargang Zaterdag 16 December 1860 e-£ Bo. 1877 CHRISTELIJK WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN 5. MAARSSEN Aan de drempel - Over de drempel (gelukkig *Viieuwfaar^ Algemene verhoging van couranten - abonnements prijzen per 1 Januari Klachten over de electri- citeitsstoringen MEDITATIE Gods onuitsprekelijke gave Mooie prijzen voor Flak- keese tuinders op de Kerstveiling te Rotterdam Bij hel eerste kuchen DAMPO-PASTILLES -----voorkomen erger V*' niEUWS Verscbynt tweemaal per week. Woensdag en Zaterdag Bedactiebureau: Prins Hendrikstraat 14 Mlddelharnls AbomifiinentspiiJs 1.60 per kwartaal Tetofoon If Mlddelharnls Giro 167830 Postbox 8 Telefoon Drukkerij 19 Adv.-prllï 12 ot. p. mm. BU contiaot «pedaal tarief In alle gemeenten van Flakkee, met uitzondering van de gemeenten Goeree en Oude Tonge vs^orden de raadszittin gen met gebed geopend. Dit gebruik is ten hoogste te waarde ren en het was een goede gedachte van het raadslid van Oude Tonge de heer Haagens om in de zitting van de raad van Oude Tonge deze zaak aan de orde te stellen. 'Blijkens de mededeling van (Je voorzitter van de Raad had het lid van de Raad, de heer Groenendijk deze belangrijke zaak ook al eens met hem besproken. Geheel onvoorbereid werd deze zaak dus niet aan de orde gesteld. Toch vril het ons voorkomen, dat de in voering van het Ambtsgebed in de Raad een andere voorbereiding behoeft. Daar mee willen we niet zeggen, dat het ini tiatief van de heer Haagens niet onze sympathie zou hebben. Het tegendeel is juist het geval. Betere gang van za ken lijkt het ons toe dat het eerst in de rechtse fracties aan de orde wordt gesteld en dat men dan het onderlinge contact tussen deze fractie opneemt en met een voorstel in de Raad komt. Dan kan het door het College van B. en W. worden behandeld en kan dit College met een prae-advies b^ de Raad komen. Het debat tussen de Burgemeester aan de ene ztjde en de heer Haagens aan de andere zijde was in wezen onvrucht baar en zou aangemerkt kvmnen worden ala een verkenning van de onderlinge posities. Bij deze verkenning van de posities is ook weer de vaak voorkomende fout gemaakt, dat men zich niet goed reken schap geeft van de betekenis van het Ambtsgebed. Het onderscheid tussen het Ambt van (ie Raad van de onderscheidene personen blijkt men niet aan te voelen. Het Ambtelijke karakter van de Raad mag men niet verwarren met de perso nen. Bij het Openbare Raadsgebed bidt de Raad qua Raad. De personen vallen daarbij weg. De Gemeenteraad is een regerings- oollege. De Gemeenteraad vormt de Overheid. En is als zodanig Gods die naresse. Heeft als zodanig haar afhan- kelijldieid tegenover God te betuigen en in het gebed hulp en bijstand van den Heere af te smeken. Ook al zouden er atheïsten aanwezig zijn, ja al waren al de Raadsleden atheïsten, ook dan nog blijft de Gemeentelijke Overheid een Groddeltjke Instelling en heeft ze tot de Heere als Overheid Gods hulp in te roe pen. De instelling, de Overheid, c.q. de plaatselijke Overheid is een Goddelijke instelling en verandert niet van karak ter omdat de personen, die in zekere tgd de Overheid vormen niet aan God gelo ven. Het door God Ingestelde Ambt verliest aard en karakter niet door de gezindheid van de personen, die het ambt uitoefenen. Het Ambt devalueert niet door de personen. Integendeel het Ambt blijft van hetzelfde Goddelijke karakter en eist van de personen die erkenning op. Doen ze het niet, zo is dat voor hun persoonlijke verantwoording, maar zijn ze toch onlosmakelijk verbonden aan de Goddelijke instelling. Niet de gezindheid van de Personen, maar het Ambt is beslissend. Het Ambt is door God ingesteld, wel nu, de persoonlijke gezindheid doet dat niet te niet en alzo blijft het plicht en roeping God te erkennen en daarvan uitdrukking te geven in het bidden door de Overheid met name door het Ambts gebed. Het gaat niet om de persoonlijke ge voelens van de Raadsleden en wanneer dan ook de voorzitter zegt gaarne de gelegenheid te willen geven dat de Raadsleden kunnen bidden, dan is dat een niet aanvoelen en een miskenning van het karakter van het Ambtsgebed. Voor dat persoonlgke bidden is het biJ het houden van een raadszitting niet de plaats. Dat behoort thuis te gebeu ren. Ieder Raadslid dient voor de ver vulling van zijn persoonlgke behoeften en noden thuis te bidden. Voor de goede behartiging van zijn verplichtingen als Raadslid waartoe iedereen uit zich zelf onbekwaam is vra- ge hij in zijn woning de hulpe Gods. Als het Ambtsgebed uitgesproken wordt bidden niet de afzonderlijke per sonen, maar is het de door God inge stelde Overheid, die God om hulp en bijstand vraagt. Zijn er dan tegen het Ambtsgebed geen bedenkingen? Geen enkele". Allerminst de gezindheid der perso nen. Maar zoals de voorzitter als bezwaar naar voren bracht, volgens het verslag van Eilandennieuws „Hü d.i. de voor zitter, wil het niet invoeren op grond van het feit, dat het verkeerde gevol gen kan hebben. Neem eens, dat er een heftige discussie in de Raad komt dan zou hem! het gebed bezwaren. ZiJn gods dienstige gevoelens zouden daardoor zeer worden gekrenkt." Moet dan, zo vragen we, moet het goede wijken voor het kwade? Moet de eis Gods aan het Overheids lichaam, de Gemeenteraad, gesteld om Hem te erkennen, dan wijken om even tuele verkeerde uitlatingen van perso nen? Is juist het Ambtsgebed er niet om God te bidden om bewaring tegen het kwade? Enig nadenken ontzenuwt direct deze opgeworpen zwarigheid. En bovendien de voorzitter hanterend het Reglement van Orde kan toch ook waken tegen verkeerde uitlatingen en die ze uitlaat, tot de orde roepen. Neen tegen de invoering van het Ambtsgftbed zijn Seen steekhoudende be- Sociologie en IleUgiographie op <ilioieree OveiHaklcee. Beviiid«i- lykbeld oorzaalt van sociale om- staodlgheden Voor sommige van onze lezers zijn het misschien enigszins vreemde woor den, die we bovrai dit venster geschre ven hebben. Daarom willen wij ze met een verduidelijken. Sociologie betekent zo ongeveer: „leer van de menselijke sa menleving en van haar verschijnselen" en religiographie, „de godsdienst en de geloofsleer van mensen uit een bepaal de streek." De bevindelijke mentaliteit en het godsdienstig geestelijk leven op ons eiland Goeree Overflakkee, zijn vaak het onderwerp geweest van meerdere schrijvers. Verschillende streekromans zgn over Flakkee verschenen, waarin de godsdienstige mentaliteit in het middel punt werd gezet en het „bevindelijke le ven" werd gehekeld. Rudolf van Reest, de vroegere redacteur van de Maas- en Scheldebode, met zijn boeken Schapen zonder Herder", ,,Gebondenen en die van verre staan", heeft daar het zijne toe bijgedragen. En nog altijd laait er stof op, over dat toch wel uitzonderlijk soort mensen dat op ons nog altijd ge- isoleerde eiland Flakkee woont. Zo is kort geleden in het „Sociologisch Bulletin", uitgave van het Soc. Insti tuut van de Stichting Kerk en Wereld, onder redactie van de hoogleraren Prof. Dr W. Banning en Prof. Dr J. P. Kruyt een bijdrage versohenen van drs C. D. Saai, die de sociale en religiographische structuur van Goeree en Overflakkee onder de loupe neemt. Het is wel der moeite waard daar een ogenblik bij stil te staan. In deze bijdrage, die volgens de schrij ver slechts als een eerste oriëntatie en probleemstelling wordt bedoeld, komt hij tot de conclusie, dat de algemene ont kerstening van de jeugd, de verwilde- verterlngsorgenen van streek zijn, dan is CARBOVIT (Mijnhardi) een uitkomst. Carbovit: actieve absorbtiekool dragees, volkomen onschadeiijk.Doos40ct&1 gid. ring, de ontbinding in het gezinsleven, de immorele verhoudingen, en de onge zonde sociale toestanden, te wgten zou den zijn aan de „bevindelijke mentali teit" die zich in het godsdienstig leven op ons eiland voordoet. Toen wö dit stuk lazen, kwam het ons yoor, dat drs SaaJ hoofdzakelijk zijn licht heeft opgestoken in de boeken van Rudolf van Reest, van Jan Knape Mzn., van C. V. d. Tol („Achter hun horizon") en van een reeks artikelen van Ds J. Ewoldt destijds Ned. Herv. Predikant te Goedereede. De schrijver haalt aan, dat zijn artikel, naast de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek van de onderscheiden gemeenten moest worden opgebouwd en hij anderdeels door eigen onderzoek het karakter en het godsdienstig leven dezer bevolking zoekt te benaderen. Van dit eigen on derzoek is echter heel weinig merk baar. Alvorens htj zich met het eigenlijke onderwerp bezig houdt, werpt hij wel de vraag op, in hoever de streekroman als grondslag voor wetenschappelijke studie kan dienen. HiJ komt daarbij tot de conclusie, dat 'de waarde van een streekroman voor sociographisch onder zoek hoger wordt, naarmate het discrip- tieve (beschrijvend) element toeneemt. De boeken van Jan Knape, o.m. „Kneu- terboertjes" en van v. d. Tol vindt hij het meest bruikbaar en hij heeft critiek op het werk van v. Spronsen, alias van Reest, omdat hij in zijn beschrijving een te grote voorliefde toont voor het bi zarre, waardoor soms een zekere on evenwichtigheid ontstaat, die althans een sociograaf niet voor zijn verant woording kan nemen. Dit zijn we met de schrijver eens, ook, dat van Reest bewust subjectief en daardoor tenden tieus is, maar wij verschillen van me ning, als hij zegt, dat v. R. de onzeker heid en geloofstrijd dezer mensen, wel ke geheel is afgestemd op de kenmer- kenleer der bevindelijken, zo diep heeft gepeild. Hier neemt de schrijver de re ligie-opvatting van V. Reest op ons eiland geheel over. Van Reest is een sterke verbondsdrijver ea zijn boeken ziJn geboren uit de omstandigheden waarin hij toen kerkelijk en maatschap- ÖS^. CooJsingsI A 18 ROTTERDAM Alle staitdiaardnteiikien vanaf 9.35 tot 165. zwaren aan te voeren, indien wij oog hebben voor het Ambt der Overheid en dit niet verwarren met de personen. Het is dan ook te hopen, dat de Raad van Oude Tonge moge komen tot invoering van het Ambtsgebed en daarin gevolgd moge worden door de andere gemeente op ong eiland Goeree, waar de Raad ook nog vergadert zonder publieke erken ning van God. pelijk verkeerde. Uitwassen van de zgn. „onmachtsleer" heeft hij sterk genera liserend weer gegeven. Ieder, die de mensen op Flakkee kent, moet er van zeggen: „zó is het niet!" Bij de religio graphische beschouwing van drs Saai is de schrijver o.i. er niet aan ontkomen, de dogmatische visie van v. Reest, voor de zijne op te nemen. Wij willen niet ontkennen, dat er op ons eiland geen godsdienstige buiten- nissigheden zijn, deze treft men echter ook in andere streken in ons land aan, zodat die niet specifiek Flakkee's' kun nen worden genoemd. Een volgende keer hopen we op de onjuiste gedachten die in het artikel van drs Saai zijn neergelegd, nader terug te komen. WAARNEMER. De onderhandelingen tussen Neder land en de Republiek Indonesia over de toekomstige status van Nieuw-Gui- nea zijn thans enige tijd aan de gang. Het is duidelijk, dat het verloop ervan niet bepaald vlot te noemen is. De Ne derlandse regering schijnt dit maal van plan het been stijf te houden. Wij schrij ven met opzet „van plan". Het zou nl. niet de eerste keer zijn, dat onze rege ring tot deviaties (koersveranderingen) overging. Uiteraard hebben de onderhandelin gen over Nieuw-Guinea de volle be langstelling van de Nederlandse pers. Ook wij hebben meermalen van ons standpimt blijk gegeven, en het mag dan ook als bekend worden veronder steld, dat wiJ voorstander zijn van be stendiging van de band tussen Neder land en Nieuw Guinea. Ook de Papoea bevolking, voor zover zij in staat mag worden geacht in deze een standpunt te bepalen, is voorstander van de Neder landse souvereiniteit. De in Nederland vertoevende vertegenwoordigers van de diverse groepen op Nieuw Guinea heb ben dit duidelijk en zonder omwegen verklaard. Er zijn echter in ons lieve vaderland nog mensen, die elke gelegenheid met beide handen aangrijpen, om als pleit bezorgers van Soekamo en de zijnen op te treden. Zij achten overdracht van Nieuw Guinea aan Indonesië in het be lang van beide landen. Over het belang van Nieuw Guinea zélf spreekt men dan in het geheel niet. Nog onlangs vergastte het uiterst „linkse" weekblad „Vrij Nederland" zijn lezers op het volgende vrij onnederland- se pennevruchtje. Het schreef toen: Het gaat er om, dat de jonge Indonesische staat zich de wettige erfgenaam voelt van het vroegere Ne- derlands-Indië en dat aan dat erfrecht tekort gedaan wordt. Het gaat er om, dat Indonesië, dat zo juist zich van het koloniale jiik heeft bevrijd, aan zijn eigen drempel geen nieuw kolonialisme wil zien ontstaan.' Zij, die de zaak zó stellen, zien één ding over het hoofd en wel dit; Zij ver geten, dat door een eventuele over dracht van Nieuw Guinea aan de Re publiek Indonesia, een nieuw kolonialis me, niet aS,n de drempel, maar óver de drempel, binnen de Republiek Indonesia, zoii^ ontstaan. Een bewijs hiervoor vin den wij in de 10 Maart 1947 gedateerde „Nota bestuursbeleid Nieuw Guinea", waarin Resident Jan van Eechout o.m. zegt: „De Papoea telde in dit land nog 't minste; hij was overgeleverd in de handen van vrijwel ongecontroleerde niet-Papoease Indonesische bestuursas- sistenten en politie, die hem vereerden (kwelden I.V.) op vele manieren en in hun supreme minachting hem nau welijks als mens beschouwen, hem ver nederden en zijn ontwikkeling belem merden." Het is klaar en duidelijk wat de be volking van Nieuw Guinea te wachten zou staan, indien onverhoopt de souve reiniteit aan de Republiek Indonesia zou worden overgedragen. Het Nederlandse volk moge zijn verantwoordelijkheid in deze wèl bewust zijn. I. V. Geeft s.v.p. tijdig Uw Nieuwjaars advertentie op. A.s. week moeten aUe advertenties voor dit num mer binnen zijn. Met een nieuwjaarswens in „Ei- landen-nieuws" voldoet U aan de gebruikelijke traditie, en U be reikt in één slag al uw zaken relaties, familie, vrienden en ken nissen. Ook bij de plaatselijke agenten kunnen de advertenties worden opgegeven. Administratie „N.V. „Eilanden-nieuws" Middelhamis De organisatie van de hier te lande verschijnende nieuwsbladen „De Neder landse Nieuwsbladpers", heeft zich in verband met de zeer belangrijke stij ging van de aan het uitgeven van een nieuwsblad verbonden kosten genood zaakt gezien haar leden dringend te ad viseren per 1 Januari 1951 een algeme ne abonnementsprijsverhoging toe te passen. De directe aanleiding tot dit in over leg met de organisatie der dagbladen opgestelde en op de abonnementsprijs verhogingen der dagbladen afgestemde advies was een nieuwe zeer ingrijpende verhoging van de prijs van het couran tenpapier, die daardoor meer dan ze ven maal zo hoog kojnt te liggen als de vooroorlogse. Deze papierprijsverhoging en de stijging van diverse andere aan het uitgeven van een nieuwsblad ver bonden bedrijfsonkosten zijn oorzaak, dat ook de abonnementsprijs van „Eilan den-nieuws" moet worden verhoogd. Deze verhoging zal echter voorlopig slechts 10 et per kwartaal bedragen. Het abonnement wordt dus nu in plaats van 1.50 op 1.60 gesteld. De nieuwe abonnementsprijs is wel niet toereikend om de stijging der kos ten te dekken, maar wij meenden voor alsnog niet hoger te moeten gaan. De verhoging bedraagt nog numder dan één cent per week, zodat wij vertrouwen, dat dit bij onze lezers geen onoverkome lijk bezwaar zal zijn. Wij van onze kant zullen al het mo gelijke doen, om de inhoud en uiterlijk van ons blad zo goed mogelijk te doen zijn. Administratie N.V. Eilanden-nieuws Door de Vereniging v. handel, indus trie en ambacht te Sommelsdijk is aan de Kamer van Koophandel een schrijven gericht met de vraag om stappen te on dernemen die er toe kunnen leiden dat spoedige verbetering komt in de leve ring van electrische energie, omdat de handel, maar voornamelijk de industrie daardoor in hoge mate wordt gedu peerd. De Middenstandsvereniging te Oud- dorp M.V.O. heeft zich met vragen ge richt tot de Emgo, om tot spoedige ver betering te komen, dat de stroom niet meer uitvalt. Jl. Dinsdag hebben wij in ons num mer een uiteenzetting gegeven van de situatie, waaruit men heeft kunnen le zen, dat de oorzaak niet bij de Emgo ligt Het is te hopen dat het inleggen van de nieuwe kabel in de Hoekse Waard alle euvels zal opheffen. Doch Gode zij dank voor Zijn on uitsprekelijke Gave. (2 Corinthe 9 15) Doch Gode zij dank voor 55ön onwit- sprekelsilkB Gaive." Die oniiltspr^eiyke Gave is Christus Jezus. Hij is de Parel van grote waarde. In Hem is een onuitsprekelijke volheid van heil en genade. In Hem is een onna speurlijke rijkdom. In de Heere Jezus is aan verloornen gegeven een Zajigmaiker. Als gij neer ligt in het slijk der aarde, en niet weet, hoe er ooit uit verlost te worden en ge wordt door die Jezus daaruit opge haald, dan zijt ge zo veilig in Jezus ar men. Hij is een volkomen Zaligmaker, die geen half werk doet. Alles wil Hij zijn en alles wil Hij doen voor degenen- die Hem niet kurmen missen. Hij heelt gebrokenen van harten, en Hij verbindt in hunne smarten, die in hun zonden en ellenden tot Hem zich ter genezing wenden. Welk een onuitsprekelijke Gave is in Cliristus aan zondaren gegeven, want Hij voert ze terug tot de gemeenschap Gods; Hij verlost ze van de straf der zonde, van de macht der zonde, ja van de zonde zelf. En deze Christus zal niet rusten voor Hij al de Zijnen als Zijn bruid, zonder vlek en rimpel, de Vader heeft voorgesteld. Deze Gave is zó groot, dat velen, ziende op zichzelf, zeggen: „te groot voor mü, hoe zou zulk een onwaardige daar deel in kunnen hebben!" Maar nu is dit de heerlijkheid: het is een G^av»! Een gave van vrijje geaaide aan mensen, die haar niet hadden verdiend, noch ook begeerd. Geen verdienste dus, maar lou ter ontferming treedt ons hier tegen. Hier bg Gods kerstgave, in de kribbe van Bethlehem, draait de deur des he mels op hengels van vrije genade. Za lig dan, wie als een bedelaar komt bij die kribbe, die keert zonder die Gave niet terug. En die Gave is zó groot, dat de apos tel er van zeg^t: onuitsprek^jke Gave! Ja, wie zou de waardij van Christus' persoon en werk ooit kunnen uitspre ken? Zij gaat ons denken verre te bo- ben. „Wie is 't, die ooit, in woorden, al Gods heerlijkheên verkonden zal?" Paulus getuigt hier met recht: „Gode zii dank voor Zijn onuitsprekelijke Ga ve". Hier geraakt ge in het hart van het evangelie: Gode zg dank.' Dat begrijpen die herders goed, ze keerden van Bethlehem terug „verheer lijkende eü prijzende God." Dat begreep de oude Simeon, en als hij zijn hoofd buigt over het Kind in zijn armen, looft hij God(-Dri)eënlg. Let op de oude An na, ook ziJ verheerlijkte God. Ook Za- charias loofde „de innerlijke barmhar tigheden onzes Gods." In Christus Jezus heeft God uitge stort al Zijn schatten van leven, liefde, almacht en wijsheid. En zo is er dan niets in de hemel noch op de aarde, dat deze kerstgave kan te boven gaan. Met deze Gave is de onuitsprekelijke rijk dom van Gods ontferming uitgeput. Er is niets hogers. God heeft niets meer te geven. Dieper, wijder, volkomener kan God niet liefhebben. Weet, in Zijn Zoon, geeft de Vader Zichzelf. In het kindeke Jezus openbaart Hij Zijn Vaderhart. Daar bij de kribbe van Bethlehem in het stof, alsof God Zelf tot schuldige zondaren spreekt: „Ziet, hier ben Ik, ziet, hier ben Ik!" Wie zal deze liefde nu peilen? Wie zal haar prijzen naar waardij Tot het geven van zulk een onuitsprekelijke Ga ve kan de milde Gever slechts worden bewogen door een liefde, die wij met recht goddelijk mogen noemen. Hier is dan ook het wonder der liefde, het won der der eeuwen en der eeuwigheid. Hier is een onuitsiprekeiyke Gave en een wondere mUde Gever! Maar dan zijn er ook g^Iuikikige be giftigden. Neen, dat zijn geen Engelen. Hij neemt de Engelenniet aan, maar Hij neemt het zaad Abrahams aan! De gelukkige begiftigden zijn dus mensen. In zichzelf zijn zij gans on waardig. Zij zijn van nature opstande lingen, vijanden van God. Ja, zelfs te genstrevers en verwerpers van de on uitsprekelijke Gave. Onze ogen moeten dan ook worden geopend voor deze Gave en onze be geerten er voor opgewekt. Zalig wien dit mag gebeuren. Dan stijgt de bede op uit de ziel: o mocht die Schat, die Gave, ook mijn deel eens worden! Maar weet, begeren is nog geen be zitten. Doch als het begeren nu reeds een voorrecht is, wat moet dan het ogenblik niet zalig zijn, als ge van de Heere het geloof ontvangt, om daar mede als met een hand. Zijn onuitspre kelijke Gave aan te nemen. O, bidt de Heere, om dat onuitsprekelijke voor recht om die onuitsprekelijke Gave te mogen aannemen. Doodarm zonder de ze Gave. Schatrijk met deze Gave! Zeg mij, wie kan nu méér bezitten -dan God-Zelf in Christus Jezus, Zijn onuitsprekelijke Gave? Wie kan zali ger zijn, dan zalig in God? Wie kan rijker gekleed zijn dan omhangen met de mantel der gerechtigheid, gekleed met de klederen des heils? Deze onultsprekiel^ike Gave te bezit ten, dat is kerstfeest! Niet meer in staat over Hem te spreken vanwege de alles vervullende genade in Hem! Zó veel er van te ervaren, dat wij er maar weinig van kunnen zeggen! O, wanden mijns harten, vol van Je zus! Zijn eeuwige liefde vervult mijn hart. Hier komt mijn ziele tot die za lige aanbidding met de apostel, dat ik als gelukkige begiftigde eindig met de Gave in de Gever: „Gode z;ij dank voor Zijn onuitsiprekelijke Gave!" Waarlijk, mijn overdenking van Hem zal zoet zijn! Ere zij de Vader! Ere zij de Zoon! Ere zij de Heilige Geest! Ere zij God-Drieënig! M. Ds de J. Maandag 11 December kwam de ge meenteraad te Sommelsdijk in openba re raadsvergadering bijeen. Het was een knusse zitting, want juist toen Burge meester Rijnders de vergadering wilde openen, werd ons eiland voor de zoveel ste maal van electrische stroom versto ken. De heer de Gans ontstak in aller ijl een zestal kaarsen en zo kon deze spoedeisende vergadering een aanvang nemen. Burg. RiJnders opende met gebed, waarna de notulen onveranderd werden vastgesteld. Ingekomen stukken: a. Een mededeling van Ged. Staten, dat zij het raadsbesluit, inhoudende een verhoging van de wethoudersjaarwedde tot 600.niet goedkeurde en door haar werd bepaald op 450. b. Een schrijven van de Bond van Land- en Zuivelarbeiders om een ver zoek te richten tot de Minister van So ciale Zaken om werkeloze arbeiders naar een 48-urige werkweek te bereke nen, wilde B. en W. voor kennisgeving aannemen. De heer Blok wilde echter, wanneer er iets aan te doen was, er aan mede werken. We kunnen er niets aan doen, aldus de voorz., want de Minister heeft een maal 44 uur bepaald en daarom heeft een dergelijk verzoek geen zin. Boven dien ligt het geval buiten competentie van de Raad. c. Een schrijven van de gemeente De Wijk om te verzoeken de heffing van de wegenbelasting te doen vervangen door een billijker regeling werd even eens voor kennisgeving aangenomen. d. Een verzoek van de gemeenteraad van Finsterwolde om geen gemeente commissie aan te stellen, werd zonder meer terzijde gelegd. Volgens een bestuurslid van de PI. Gemeenschap, aldus dhr v. d. Boogert, zijn alle raadsleden maar ja-knikkers, want dat kwartje voor de brug zal toch nooit worden terugbetaald. De schulden gemaakt door de PI. Gem. worden nimmer overgenomen. Burg. Rijnders wist het echter beter, want in de statuten der N.V. staat, dat deze voor alle gemaakte onkosten in staat. Neemt men geen aandelen, dan worden ze in contanten terugbetaald. In de begroting 1949 bracht de Raad nog eenmaal een wijziging en stelde ze daarna voorlopig vast. Eveneens werd vastgesteld het voor lopige bedrag van de uitgaven over 1949 van het openbaar lager onderwijs. In de verordening betreffende het ver lenen van wachtgeld en pensioen' aan oud-wethouders werd een formele wij ziging aangebracht. Kleding brandweer Voorts stelden B. en W. voor om 15 nieuwe uniformen, 20 helmen en drie paar laarzen aan te schaffen t.g.v. het Vrijwillig Brandweercorps, hetgeen een bedrag van 1094.25 vergt. De heer Mgs ziet meerdere malen, dat de mensen er de winter in door brengen. Dat is volgens de voorz, ten strengste verboden en zodra dit gebeurt moet de betrokkene de kleding zelf be talen. Er zijn toch meer dan 15 leden, aldus de heer Blok. De oudere leden wordt geen pak meer verstrekt, merkte de heer v. d. Boogert op. De jongere krijgen er dan later één Z.h.s. werd hiertoe besloten. In de gemeenschappelijke regeling met betrekking tot de Gascentrale „Flakkee" werd een wijziging gebracht. De iGascentrale „Flakkee" Voorstel tot het sluiten van een over eenkomst van geldlening met de Gas centrale „Flakkee". De voorz. deelde mede, dat dit een bedrag betreft van 160.000 gulden, dat van de gemeente Mlddelhamis-Sommels dijk nog in de gasfabriek zit. Hiervan is 66.300.bezit van Sommelsdijk. Dit bedrag wordt niet aan de gemeente uitgekeerd, zodat een lening wordt ge sloten tegen een rente van 3%. Is dat wel in orde, dat wij dat geld lenen en het niet ten eigen bate aan wenden, vroeg de heer Blok? We kunnen dit bedrag er wel uitha len, aldus Burg. Rijnders, maar dan komt de gascentrale tot 1961 erg moei lijk te zitten. Dit bedrag zit eenmaal in dat bedrijf. Bovendien krijgen we de eerste tien jaar 3% en de volgende ja ren 3%% rente. Deze rente kunnen we dan gebruiken ten behoeve van de ge- Witlofteelt bovenaan! Op de Kerstveiling te Rotterdam waar voor grote belangstelling bestond is ons eiland Goeree en Overflakkee niet slecht uit de bus gekomen. Vooral voor de teelt van het witlof viel een mooie prijs; wel een bewijs, dat de witlofteelt op ons eiland serieus en met alle accuratesse wordt toegepast. Bij de algemene inzending van witlof viel die Wisselbeiker ten deel aan de heer F, L. E. PhUitoert te Sonimielsdijk. De eerste prijs aan de heer F. L. E. Fbiljbert te Sojnmelsdyik. De tweede prijs ontving de heer P. J. Groenendijk te Melissant. Eervolle vermeldingen: De Centrale Proeftuin te Middelhamis; Wed. D. Bij- levelt te Sommelsdijk; C. Groenendijk te Sommelsdijk; L. v. Nimwegen te Sommelsdijk. Fruitteelt. Aan de fruittelers de he ren J. M. M. den Baars te Dirksland en P. Peekstok te Sommelsdijk werd een eervolle vermelding uitgereikt. wone dienst. Zouden we het anders doen dan had dit minder nuttig effect. Werd goedgevonden. Tenslotte kwamen B. en W. met een voorstel om de circulaire van de Minis ter van Sociale Zaken inzake regeling geneeskundige verzorging van gemeente personeel tot een bedrag van 50.in toepassing te brengen. Deze regeling gaat in op 1 Juli 1950 en eindigt op 1 Januari 1952. De heer Blok vond dit een ontduiking van de vereveningsbelasting. U gelooft toch niet dat Minister Drees dit zal doen, aldus de voorz. Z.h.s. werd het voorstel goedgekeurd. In de rondvraag vroeg de heer Mijs of de heggen en de tuintjes in het Pol derstraatje niet konden blijven, want wanneer ze verdwijnen, vinden de be woners dat erg verdrietig. De voorz,: We zullen trachten er wat moois van te maken. Hierna sluiting.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1950 | | pagina 1