m
Het Ambtsgebed
Uit hei
Kijkvenst
er
ALS UW SPIJS-
macmcger,,,
Een raadsvergadering bij
kaarslicnt
in de raad van
Oude Tonge
Ruwëhanden?PUROL
23ste faargang
Zaterdag 16 December 1860
e-£
Bo. 1877
CHRISTELIJK WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
5. MAARSSEN
Aan de drempel - Over de drempel
(gelukkig *Viieuwfaar^
Algemene verhoging van
couranten - abonnements
prijzen per 1 Januari
Klachten over de electri-
citeitsstoringen
MEDITATIE
Gods onuitsprekelijke gave
Mooie prijzen voor Flak-
keese tuinders op de
Kerstveiling te Rotterdam
Bij hel eerste kuchen
DAMPO-PASTILLES
-----voorkomen erger
V*'
niEUWS
Verscbynt tweemaal per week. Woensdag en Zaterdag Bedactiebureau: Prins Hendrikstraat 14 Mlddelharnls AbomifiinentspiiJs 1.60 per kwartaal
Tetofoon If
Mlddelharnls
Giro 167830
Postbox 8
Telefoon
Drukkerij 19
Adv.-prllï 12 ot. p.
mm. BU contiaot
«pedaal tarief
In alle gemeenten van Flakkee, met
uitzondering van de gemeenten Goeree
en Oude Tonge vs^orden de raadszittin
gen met gebed geopend.
Dit gebruik is ten hoogste te waarde
ren en het was een goede gedachte van
het raadslid van Oude Tonge de heer
Haagens om in de zitting van de raad
van Oude Tonge deze zaak aan de orde
te stellen. 'Blijkens de mededeling van
(Je voorzitter van de Raad had het lid
van de Raad, de heer Groenendijk deze
belangrijke zaak ook al eens met hem
besproken. Geheel onvoorbereid werd
deze zaak dus niet aan de orde gesteld.
Toch vril het ons voorkomen, dat de in
voering van het Ambtsgebed in de Raad
een andere voorbereiding behoeft. Daar
mee willen we niet zeggen, dat het ini
tiatief van de heer Haagens niet onze
sympathie zou hebben. Het tegendeel is
juist het geval. Betere gang van za
ken lijkt het ons toe dat het eerst in
de rechtse fracties aan de orde wordt
gesteld en dat men dan het onderlinge
contact tussen deze fractie opneemt en
met een voorstel in de Raad komt. Dan
kan het door het College van B. en W.
worden behandeld en kan dit College
met een prae-advies b^ de Raad komen.
Het debat tussen de Burgemeester aan
de ene ztjde en de heer Haagens aan de
andere zijde was in wezen onvrucht
baar en zou aangemerkt kvmnen worden
ala een verkenning van de onderlinge
posities.
Bij deze verkenning van de posities
is ook weer de vaak voorkomende fout
gemaakt, dat men zich niet goed reken
schap geeft van de betekenis van het
Ambtsgebed.
Het onderscheid tussen het Ambt van
(ie Raad van de onderscheidene personen
blijkt men niet aan te voelen.
Het Ambtelijke karakter van de Raad
mag men niet verwarren met de perso
nen. Bij het Openbare Raadsgebed bidt
de Raad qua Raad. De personen vallen
daarbij weg.
De Gemeenteraad is een regerings-
oollege. De Gemeenteraad vormt de
Overheid. En is als zodanig Gods die
naresse. Heeft als zodanig haar afhan-
kelijldieid tegenover God te betuigen en
in het gebed hulp en bijstand van den
Heere af te smeken. Ook al zouden er
atheïsten aanwezig zijn, ja al waren al
de Raadsleden atheïsten, ook dan nog
blijft de Gemeentelijke Overheid een
Groddeltjke Instelling en heeft ze tot de
Heere als Overheid Gods hulp in te roe
pen. De instelling, de Overheid, c.q. de
plaatselijke Overheid is een Goddelijke
instelling en verandert niet van karak
ter omdat de personen, die in zekere tgd
de Overheid vormen niet aan God gelo
ven. Het door God Ingestelde Ambt
verliest aard en karakter niet door de
gezindheid van de personen, die het
ambt uitoefenen.
Het Ambt devalueert niet door de
personen. Integendeel het Ambt blijft
van hetzelfde Goddelijke karakter en
eist van de personen die erkenning op.
Doen ze het niet, zo is dat voor hun
persoonlijke verantwoording, maar zijn
ze toch onlosmakelijk verbonden aan
de Goddelijke instelling.
Niet de gezindheid van de Personen,
maar het Ambt is beslissend.
Het Ambt is door God ingesteld, wel
nu, de persoonlijke gezindheid doet dat
niet te niet en alzo blijft het plicht en
roeping God te erkennen en daarvan
uitdrukking te geven in het bidden door
de Overheid met name door het Ambts
gebed.
Het gaat niet om de persoonlijke ge
voelens van de Raadsleden en wanneer
dan ook de voorzitter zegt gaarne de
gelegenheid te willen geven dat de
Raadsleden kunnen bidden, dan is dat
een niet aanvoelen en een miskenning
van het karakter van het Ambtsgebed.
Voor dat persoonlgke bidden is het biJ
het houden van een raadszitting niet
de plaats. Dat behoort thuis te gebeu
ren. Ieder Raadslid dient voor de ver
vulling van zijn persoonlgke behoeften
en noden thuis te bidden.
Voor de goede behartiging van zijn
verplichtingen als Raadslid waartoe
iedereen uit zich zelf onbekwaam is vra-
ge hij in zijn woning de hulpe Gods.
Als het Ambtsgebed uitgesproken
wordt bidden niet de afzonderlijke per
sonen, maar is het de door God inge
stelde Overheid, die God om hulp en
bijstand vraagt.
Zijn er dan tegen het Ambtsgebed
geen bedenkingen?
Geen enkele".
Allerminst de gezindheid der perso
nen.
Maar zoals de voorzitter als bezwaar
naar voren bracht, volgens het verslag
van Eilandennieuws „Hü d.i. de voor
zitter, wil het niet invoeren op grond
van het feit, dat het verkeerde gevol
gen kan hebben. Neem eens, dat er een
heftige discussie in de Raad komt dan
zou hem! het gebed bezwaren. ZiJn gods
dienstige gevoelens zouden daardoor
zeer worden gekrenkt."
Moet dan, zo vragen we, moet het
goede wijken voor het kwade?
Moet de eis Gods aan het Overheids
lichaam, de Gemeenteraad, gesteld om
Hem te erkennen, dan wijken om even
tuele verkeerde uitlatingen van perso
nen? Is juist het Ambtsgebed er niet
om God te bidden om bewaring tegen
het kwade?
Enig nadenken ontzenuwt direct deze
opgeworpen zwarigheid.
En bovendien de voorzitter hanterend
het Reglement van Orde kan toch ook
waken tegen verkeerde uitlatingen en
die ze uitlaat, tot de orde roepen.
Neen tegen de invoering van het
Ambtsgftbed zijn Seen steekhoudende be-
Sociologie en IleUgiographie op
<ilioieree OveiHaklcee. Beviiid«i-
lykbeld oorzaalt van sociale om-
staodlgheden
Voor sommige van onze lezers zijn
het misschien enigszins vreemde woor
den, die we bovrai dit venster geschre
ven hebben. Daarom willen wij ze met
een verduidelijken. Sociologie betekent
zo ongeveer: „leer van de menselijke sa
menleving en van haar verschijnselen"
en religiographie, „de godsdienst en de
geloofsleer van mensen uit een bepaal
de streek."
De bevindelijke mentaliteit en het
godsdienstig geestelijk leven op ons
eiland Goeree Overflakkee, zijn vaak
het onderwerp geweest van meerdere
schrijvers. Verschillende streekromans
zgn over Flakkee verschenen, waarin de
godsdienstige mentaliteit in het middel
punt werd gezet en het „bevindelijke le
ven" werd gehekeld. Rudolf van Reest,
de vroegere redacteur van de Maas- en
Scheldebode, met zijn boeken Schapen
zonder Herder", ,,Gebondenen en die
van verre staan", heeft daar het zijne
toe bijgedragen. En nog altijd laait er
stof op, over dat toch wel uitzonderlijk
soort mensen dat op ons nog altijd ge-
isoleerde eiland Flakkee woont.
Zo is kort geleden in het „Sociologisch
Bulletin", uitgave van het Soc. Insti
tuut van de Stichting Kerk en Wereld,
onder redactie van de hoogleraren Prof.
Dr W. Banning en Prof. Dr J. P. Kruyt
een bijdrage versohenen van drs C. D.
Saai, die de sociale en religiographische
structuur van Goeree en Overflakkee
onder de loupe neemt. Het is wel der
moeite waard daar een ogenblik bij stil
te staan.
In deze bijdrage, die volgens de schrij
ver slechts als een eerste oriëntatie en
probleemstelling wordt bedoeld, komt hij
tot de conclusie, dat de algemene ont
kerstening van de jeugd, de verwilde-
verterlngsorgenen van streek zijn, dan
is CARBOVIT (Mijnhardi) een uitkomst.
Carbovit: actieve absorbtiekool dragees,
volkomen onschadeiijk.Doos40ct&1 gid.
ring, de ontbinding in het gezinsleven,
de immorele verhoudingen, en de onge
zonde sociale toestanden, te wgten zou
den zijn aan de „bevindelijke mentali
teit" die zich in het godsdienstig leven
op ons eiland voordoet.
Toen wö dit stuk lazen, kwam het
ons yoor, dat drs SaaJ hoofdzakelijk zijn
licht heeft opgestoken in de boeken van
Rudolf van Reest, van Jan Knape Mzn.,
van C. V. d. Tol („Achter hun horizon")
en van een reeks artikelen van Ds J.
Ewoldt destijds Ned. Herv. Predikant
te Goedereede. De schrijver haalt aan,
dat zijn artikel, naast de gegevens van
het Centraal Bureau voor de Statistiek
van de onderscheiden gemeenten moest
worden opgebouwd en hij anderdeels
door eigen onderzoek het karakter en
het godsdienstig leven dezer bevolking
zoekt te benaderen. Van dit eigen on
derzoek is echter heel weinig merk
baar.
Alvorens htj zich met het eigenlijke
onderwerp bezig houdt, werpt hij wel
de vraag op, in hoever de streekroman
als grondslag voor wetenschappelijke
studie kan dienen. HiJ komt daarbij tot
de conclusie, dat 'de waarde van een
streekroman voor sociographisch onder
zoek hoger wordt, naarmate het discrip-
tieve (beschrijvend) element toeneemt.
De boeken van Jan Knape, o.m. „Kneu-
terboertjes" en van v. d. Tol vindt hij
het meest bruikbaar en hij heeft critiek
op het werk van v. Spronsen, alias van
Reest, omdat hij in zijn beschrijving een
te grote voorliefde toont voor het bi
zarre, waardoor soms een zekere on
evenwichtigheid ontstaat, die althans
een sociograaf niet voor zijn verant
woording kan nemen. Dit zijn we met
de schrijver eens, ook, dat van Reest
bewust subjectief en daardoor tenden
tieus is, maar wij verschillen van me
ning, als hij zegt, dat v. R. de onzeker
heid en geloofstrijd dezer mensen, wel
ke geheel is afgestemd op de kenmer-
kenleer der bevindelijken, zo diep heeft
gepeild. Hier neemt de schrijver de re
ligie-opvatting van V. Reest op ons
eiland geheel over. Van Reest is een
sterke verbondsdrijver ea zijn boeken
ziJn geboren uit de omstandigheden
waarin hij toen kerkelijk en maatschap-
ÖS^.
CooJsingsI A 18
ROTTERDAM
Alle staitdiaardnteiikien vanaf 9.35 tot
165.
zwaren aan te voeren, indien wij oog
hebben voor het Ambt der Overheid en
dit niet verwarren met de personen. Het
is dan ook te hopen, dat de Raad van
Oude Tonge moge komen tot invoering
van het Ambtsgebed en daarin gevolgd
moge worden door de andere gemeente
op ong eiland Goeree, waar de Raad ook
nog vergadert zonder publieke erken
ning van God.
pelijk verkeerde. Uitwassen van de zgn.
„onmachtsleer" heeft hij sterk genera
liserend weer gegeven. Ieder, die de
mensen op Flakkee kent, moet er van
zeggen: „zó is het niet!" Bij de religio
graphische beschouwing van drs Saai is
de schrijver o.i. er niet aan ontkomen,
de dogmatische visie van v. Reest, voor
de zijne op te nemen.
Wij willen niet ontkennen, dat er op
ons eiland geen godsdienstige buiten-
nissigheden zijn, deze treft men echter
ook in andere streken in ons land aan,
zodat die niet specifiek Flakkee's' kun
nen worden genoemd.
Een volgende keer hopen we op de
onjuiste gedachten die in het artikel van
drs Saai zijn neergelegd, nader terug te
komen.
WAARNEMER.
De onderhandelingen tussen Neder
land en de Republiek Indonesia over
de toekomstige status van Nieuw-Gui-
nea zijn thans enige tijd aan de gang.
Het is duidelijk, dat het verloop ervan
niet bepaald vlot te noemen is. De Ne
derlandse regering schijnt dit maal van
plan het been stijf te houden. Wij schrij
ven met opzet „van plan". Het zou nl.
niet de eerste keer zijn, dat onze rege
ring tot deviaties (koersveranderingen)
overging.
Uiteraard hebben de onderhandelin
gen over Nieuw-Guinea de volle be
langstelling van de Nederlandse pers.
Ook wij hebben meermalen van ons
standpimt blijk gegeven, en het mag
dan ook als bekend worden veronder
steld, dat wiJ voorstander zijn van be
stendiging van de band tussen Neder
land en Nieuw Guinea. Ook de Papoea
bevolking, voor zover zij in staat mag
worden geacht in deze een standpunt te
bepalen, is voorstander van de Neder
landse souvereiniteit. De in Nederland
vertoevende vertegenwoordigers van de
diverse groepen op Nieuw Guinea heb
ben dit duidelijk en zonder omwegen
verklaard.
Er zijn echter in ons lieve vaderland
nog mensen, die elke gelegenheid met
beide handen aangrijpen, om als pleit
bezorgers van Soekamo en de zijnen
op te treden. Zij achten overdracht van
Nieuw Guinea aan Indonesië in het be
lang van beide landen. Over het belang
van Nieuw Guinea zélf spreekt men dan
in het geheel niet.
Nog onlangs vergastte het uiterst
„linkse" weekblad „Vrij Nederland" zijn
lezers op het volgende vrij onnederland-
se pennevruchtje. Het schreef toen:
Het gaat er om, dat de jonge
Indonesische staat zich de wettige
erfgenaam voelt van het vroegere Ne-
derlands-Indië en dat aan dat erfrecht
tekort gedaan wordt. Het gaat er
om, dat Indonesië, dat zo juist zich
van het koloniale jiik heeft bevrijd,
aan zijn eigen drempel geen nieuw
kolonialisme wil zien ontstaan.'
Zij, die de zaak zó stellen, zien één
ding over het hoofd en wel dit; Zij ver
geten, dat door een eventuele over
dracht van Nieuw Guinea aan de Re
publiek Indonesia, een nieuw kolonialis
me, niet aS,n de drempel, maar óver de
drempel, binnen de Republiek Indonesia,
zoii^ ontstaan. Een bewijs hiervoor vin
den wij in de 10 Maart 1947 gedateerde
„Nota bestuursbeleid Nieuw Guinea",
waarin Resident Jan van Eechout o.m.
zegt: „De Papoea telde in dit land nog
't minste; hij was overgeleverd in de
handen van vrijwel ongecontroleerde
niet-Papoease Indonesische bestuursas-
sistenten en politie, die hem vereerden
(kwelden I.V.) op vele manieren en
in hun supreme minachting hem nau
welijks als mens beschouwen, hem ver
nederden en zijn ontwikkeling belem
merden."
Het is klaar en duidelijk wat de be
volking van Nieuw Guinea te wachten
zou staan, indien onverhoopt de souve
reiniteit aan de Republiek Indonesia zou
worden overgedragen. Het Nederlandse
volk moge zijn verantwoordelijkheid in
deze wèl bewust zijn.
I. V.
Geeft s.v.p. tijdig Uw Nieuwjaars
advertentie op. A.s. week moeten
aUe advertenties voor dit num
mer binnen zijn.
Met een nieuwjaarswens in „Ei-
landen-nieuws" voldoet U aan de
gebruikelijke traditie, en U be
reikt in één slag al uw zaken
relaties, familie, vrienden en ken
nissen.
Ook bij de plaatselijke agenten
kunnen de advertenties worden
opgegeven.
Administratie
„N.V. „Eilanden-nieuws"
Middelhamis
De organisatie van de hier te lande
verschijnende nieuwsbladen „De Neder
landse Nieuwsbladpers", heeft zich in
verband met de zeer belangrijke stij
ging van de aan het uitgeven van een
nieuwsblad verbonden kosten genood
zaakt gezien haar leden dringend te ad
viseren per 1 Januari 1951 een algeme
ne abonnementsprijsverhoging toe te
passen.
De directe aanleiding tot dit in over
leg met de organisatie der dagbladen
opgestelde en op de abonnementsprijs
verhogingen der dagbladen afgestemde
advies was een nieuwe zeer ingrijpende
verhoging van de prijs van het couran
tenpapier, die daardoor meer dan ze
ven maal zo hoog kojnt te liggen als de
vooroorlogse. Deze papierprijsverhoging
en de stijging van diverse andere aan
het uitgeven van een nieuwsblad ver
bonden bedrijfsonkosten zijn oorzaak,
dat ook de abonnementsprijs van „Eilan
den-nieuws" moet worden verhoogd.
Deze verhoging zal echter voorlopig
slechts 10 et per kwartaal bedragen.
Het abonnement wordt dus nu in plaats
van 1.50 op 1.60 gesteld.
De nieuwe abonnementsprijs is wel
niet toereikend om de stijging der kos
ten te dekken, maar wij meenden voor
alsnog niet hoger te moeten gaan. De
verhoging bedraagt nog numder dan één
cent per week, zodat wij vertrouwen,
dat dit bij onze lezers geen onoverkome
lijk bezwaar zal zijn.
Wij van onze kant zullen al het mo
gelijke doen, om de inhoud en uiterlijk
van ons blad zo goed mogelijk te doen
zijn.
Administratie
N.V. Eilanden-nieuws
Door de Vereniging v. handel, indus
trie en ambacht te Sommelsdijk is aan
de Kamer van Koophandel een schrijven
gericht met de vraag om stappen te on
dernemen die er toe kunnen leiden dat
spoedige verbetering komt in de leve
ring van electrische energie, omdat de
handel, maar voornamelijk de industrie
daardoor in hoge mate wordt gedu
peerd.
De Middenstandsvereniging te Oud-
dorp M.V.O. heeft zich met vragen ge
richt tot de Emgo, om tot spoedige ver
betering te komen, dat de stroom niet
meer uitvalt.
Jl. Dinsdag hebben wij in ons num
mer een uiteenzetting gegeven van de
situatie, waaruit men heeft kunnen le
zen, dat de oorzaak niet bij de Emgo ligt
Het is te hopen dat het inleggen van de
nieuwe kabel in de Hoekse Waard alle
euvels zal opheffen.
Doch Gode zij dank voor Zijn on
uitsprekelijke Gave.
(2 Corinthe 9 15)
Doch Gode zij dank voor 55ön onwit-
sprekelsilkB Gaive."
Die oniiltspr^eiyke Gave is Christus
Jezus. Hij is de Parel van grote waarde.
In Hem is een onuitsprekelijke volheid
van heil en genade. In Hem is een onna
speurlijke rijkdom.
In de Heere Jezus is aan verloornen
gegeven een Zajigmaiker. Als gij neer
ligt in het slijk der aarde, en niet weet,
hoe er ooit uit verlost te worden en ge
wordt door die Jezus daaruit opge
haald, dan zijt ge zo veilig in Jezus ar
men. Hij is een volkomen Zaligmaker,
die geen half werk doet. Alles wil Hij
zijn en alles wil Hij doen voor degenen-
die Hem niet kurmen missen. Hij heelt
gebrokenen van harten, en Hij verbindt
in hunne smarten, die in hun zonden en
ellenden tot Hem zich ter genezing
wenden.
Welk een onuitsprekelijke Gave is in
Cliristus aan zondaren gegeven, want
Hij voert ze terug tot de gemeenschap
Gods; Hij verlost ze van de straf der
zonde, van de macht der zonde, ja van
de zonde zelf. En deze Christus zal niet
rusten voor Hij al de Zijnen als Zijn
bruid, zonder vlek en rimpel, de Vader
heeft voorgesteld.
Deze Gave is zó groot, dat velen,
ziende op zichzelf, zeggen: „te groot
voor mü, hoe zou zulk een onwaardige
daar deel in kunnen hebben!" Maar nu
is dit de heerlijkheid: het is een G^av»!
Een gave van vrijje geaaide aan mensen,
die haar niet hadden verdiend, noch ook
begeerd. Geen verdienste dus, maar lou
ter ontferming treedt ons hier tegen.
Hier bg Gods kerstgave, in de kribbe
van Bethlehem, draait de deur des he
mels op hengels van vrije genade. Za
lig dan, wie als een bedelaar komt bij
die kribbe, die keert zonder die Gave
niet terug.
En die Gave is zó groot, dat de apos
tel er van zeg^t: onuitsprek^jke Gave!
Ja, wie zou de waardij van Christus'
persoon en werk ooit kunnen uitspre
ken? Zij gaat ons denken verre te bo-
ben.
„Wie is 't, die ooit, in woorden, al
Gods heerlijkheên verkonden zal?"
Paulus getuigt hier met recht: „Gode
zii dank voor Zijn onuitsprekelijke Ga
ve".
Hier geraakt ge in het hart van het
evangelie: Gode zg dank.'
Dat begrijpen die herders goed, ze
keerden van Bethlehem terug „verheer
lijkende eü prijzende God." Dat begreep
de oude Simeon, en als hij zijn hoofd
buigt over het Kind in zijn armen, looft
hij God(-Dri)eënlg. Let op de oude An
na, ook ziJ verheerlijkte God. Ook Za-
charias loofde „de innerlijke barmhar
tigheden onzes Gods."
In Christus Jezus heeft God uitge
stort al Zijn schatten van leven, liefde,
almacht en wijsheid. En zo is er dan
niets in de hemel noch op de aarde, dat
deze kerstgave kan te boven gaan. Met
deze Gave is de onuitsprekelijke rijk
dom van Gods ontferming uitgeput. Er
is niets hogers. God heeft niets meer
te geven. Dieper, wijder, volkomener
kan God niet liefhebben.
Weet, in Zijn Zoon, geeft de Vader
Zichzelf. In het kindeke Jezus openbaart
Hij Zijn Vaderhart. Daar bij de kribbe
van Bethlehem in het stof, alsof God
Zelf tot schuldige zondaren spreekt:
„Ziet, hier ben Ik, ziet, hier ben Ik!"
Wie zal deze liefde nu peilen? Wie
zal haar prijzen naar waardij Tot het
geven van zulk een onuitsprekelijke Ga
ve kan de milde Gever slechts worden
bewogen door een liefde, die wij met
recht goddelijk mogen noemen. Hier is
dan ook het wonder der liefde, het won
der der eeuwen en der eeuwigheid.
Hier is een onuitsiprekeiyke Gave en
een wondere mUde Gever!
Maar dan zijn er ook g^Iuikikige be
giftigden.
Neen, dat zijn geen Engelen. Hij
neemt de Engelenniet aan, maar Hij
neemt het zaad Abrahams aan!
De gelukkige begiftigden zijn dus
mensen. In zichzelf zijn zij gans on
waardig. Zij zijn van nature opstande
lingen, vijanden van God. Ja, zelfs te
genstrevers en verwerpers van de on
uitsprekelijke Gave.
Onze ogen moeten dan ook worden
geopend voor deze Gave en onze be
geerten er voor opgewekt. Zalig wien
dit mag gebeuren. Dan stijgt de bede
op uit de ziel: o mocht die Schat, die
Gave, ook mijn deel eens worden!
Maar weet, begeren is nog geen be
zitten. Doch als het begeren nu reeds
een voorrecht is, wat moet dan het
ogenblik niet zalig zijn, als ge van de
Heere het geloof ontvangt, om daar
mede als met een hand. Zijn onuitspre
kelijke Gave aan te nemen. O, bidt de
Heere, om dat onuitsprekelijke voor
recht om die onuitsprekelijke Gave te
mogen aannemen. Doodarm zonder de
ze Gave. Schatrijk met deze Gave!
Zeg mij, wie kan nu méér bezitten
-dan God-Zelf in Christus Jezus, Zijn
onuitsprekelijke Gave? Wie kan zali
ger zijn, dan zalig in God? Wie kan
rijker gekleed zijn dan omhangen met
de mantel der gerechtigheid, gekleed
met de klederen des heils?
Deze onultsprekiel^ike Gave te bezit
ten, dat is kerstfeest! Niet meer in
staat over Hem te spreken vanwege de
alles vervullende genade in Hem! Zó
veel er van te ervaren, dat wij er maar
weinig van kunnen zeggen!
O, wanden mijns harten, vol van Je
zus! Zijn eeuwige liefde vervult mijn
hart. Hier komt mijn ziele tot die za
lige aanbidding met de apostel, dat ik
als gelukkige begiftigde eindig met de
Gave in de Gever: „Gode z;ij dank voor
Zijn onuitsiprekelijke Gave!"
Waarlijk, mijn overdenking van Hem
zal zoet zijn!
Ere zij de Vader!
Ere zij de Zoon!
Ere zij de Heilige Geest!
Ere zij God-Drieënig!
M.
Ds de J.
Maandag 11 December kwam de ge
meenteraad te Sommelsdijk in openba
re raadsvergadering bijeen. Het was een
knusse zitting, want juist toen Burge
meester Rijnders de vergadering wilde
openen, werd ons eiland voor de zoveel
ste maal van electrische stroom versto
ken. De heer de Gans ontstak in aller
ijl een zestal kaarsen en zo kon deze
spoedeisende vergadering een aanvang
nemen.
Burg. RiJnders opende met gebed,
waarna de notulen onveranderd werden
vastgesteld.
Ingekomen stukken:
a. Een mededeling van Ged. Staten,
dat zij het raadsbesluit, inhoudende een
verhoging van de wethoudersjaarwedde
tot 600.niet goedkeurde en door
haar werd bepaald op 450.
b. Een schrijven van de Bond van
Land- en Zuivelarbeiders om een ver
zoek te richten tot de Minister van So
ciale Zaken om werkeloze arbeiders
naar een 48-urige werkweek te bereke
nen, wilde B. en W. voor kennisgeving
aannemen.
De heer Blok wilde echter, wanneer
er iets aan te doen was, er aan mede
werken.
We kunnen er niets aan doen, aldus
de voorz., want de Minister heeft een
maal 44 uur bepaald en daarom heeft
een dergelijk verzoek geen zin. Boven
dien ligt het geval buiten competentie
van de Raad.
c. Een schrijven van de gemeente De
Wijk om te verzoeken de heffing van
de wegenbelasting te doen vervangen
door een billijker regeling werd even
eens voor kennisgeving aangenomen.
d. Een verzoek van de gemeenteraad
van Finsterwolde om geen gemeente
commissie aan te stellen, werd zonder
meer terzijde gelegd.
Volgens een bestuurslid van de PI.
Gemeenschap, aldus dhr v. d. Boogert,
zijn alle raadsleden maar ja-knikkers,
want dat kwartje voor de brug zal
toch nooit worden terugbetaald. De
schulden gemaakt door de PI. Gem.
worden nimmer overgenomen.
Burg. Rijnders wist het echter beter,
want in de statuten der N.V. staat, dat
deze voor alle gemaakte onkosten in
staat. Neemt men geen aandelen, dan
worden ze in contanten terugbetaald.
In de begroting 1949 bracht de Raad
nog eenmaal een wijziging en stelde ze
daarna voorlopig vast.
Eveneens werd vastgesteld het voor
lopige bedrag van de uitgaven over
1949 van het openbaar lager onderwijs.
In de verordening betreffende het ver
lenen van wachtgeld en pensioen' aan
oud-wethouders werd een formele wij
ziging aangebracht.
Kleding brandweer
Voorts stelden B. en W. voor om 15
nieuwe uniformen, 20 helmen en drie
paar laarzen aan te schaffen t.g.v. het
Vrijwillig Brandweercorps, hetgeen een
bedrag van 1094.25 vergt.
De heer Mgs ziet meerdere malen,
dat de mensen er de winter in door
brengen. Dat is volgens de voorz, ten
strengste verboden en zodra dit gebeurt
moet de betrokkene de kleding zelf be
talen.
Er zijn toch meer dan 15 leden, aldus
de heer Blok.
De oudere leden wordt geen pak meer
verstrekt, merkte de heer v. d. Boogert
op. De jongere krijgen er dan later één
Z.h.s. werd hiertoe besloten.
In de gemeenschappelijke regeling
met betrekking tot de Gascentrale
„Flakkee" werd een wijziging gebracht.
De iGascentrale „Flakkee"
Voorstel tot het sluiten van een over
eenkomst van geldlening met de Gas
centrale „Flakkee".
De voorz. deelde mede, dat dit een
bedrag betreft van 160.000 gulden, dat
van de gemeente Mlddelhamis-Sommels
dijk nog in de gasfabriek zit. Hiervan
is 66.300.bezit van Sommelsdijk.
Dit bedrag wordt niet aan de gemeente
uitgekeerd, zodat een lening wordt ge
sloten tegen een rente van 3%.
Is dat wel in orde, dat wij dat geld
lenen en het niet ten eigen bate aan
wenden, vroeg de heer Blok?
We kunnen dit bedrag er wel uitha
len, aldus Burg. Rijnders, maar dan
komt de gascentrale tot 1961 erg moei
lijk te zitten. Dit bedrag zit eenmaal
in dat bedrijf. Bovendien krijgen we de
eerste tien jaar 3% en de volgende ja
ren 3%% rente. Deze rente kunnen we
dan gebruiken ten behoeve van de ge-
Witlofteelt bovenaan!
Op de Kerstveiling te Rotterdam waar
voor grote belangstelling bestond is ons
eiland Goeree en Overflakkee niet slecht
uit de bus gekomen.
Vooral voor de teelt van het witlof
viel een mooie prijs; wel een bewijs, dat
de witlofteelt op ons eiland serieus en
met alle accuratesse wordt toegepast.
Bij de algemene inzending van witlof
viel die Wisselbeiker ten deel aan de
heer F, L. E. PhUitoert te Sonimielsdijk.
De eerste prijs aan de heer F. L. E.
Fbiljbert te Sojnmelsdyik.
De tweede prijs ontving de heer P. J.
Groenendijk te Melissant.
Eervolle vermeldingen: De Centrale
Proeftuin te Middelhamis; Wed. D. Bij-
levelt te Sommelsdijk; C. Groenendijk
te Sommelsdijk; L. v. Nimwegen te
Sommelsdijk.
Fruitteelt. Aan de fruittelers de he
ren J. M. M. den Baars te Dirksland en
P. Peekstok te Sommelsdijk werd een
eervolle vermelding uitgereikt.
wone dienst. Zouden we het anders
doen dan had dit minder nuttig effect.
Werd goedgevonden.
Tenslotte kwamen B. en W. met een
voorstel om de circulaire van de Minis
ter van Sociale Zaken inzake regeling
geneeskundige verzorging van gemeente
personeel tot een bedrag van 50.in
toepassing te brengen. Deze regeling
gaat in op 1 Juli 1950 en eindigt op 1
Januari 1952.
De heer Blok vond dit een ontduiking
van de vereveningsbelasting.
U gelooft toch niet dat Minister Drees
dit zal doen, aldus de voorz.
Z.h.s. werd het voorstel goedgekeurd.
In de rondvraag vroeg de heer Mijs
of de heggen en de tuintjes in het Pol
derstraatje niet konden blijven, want
wanneer ze verdwijnen, vinden de be
woners dat erg verdrietig.
De voorz,: We zullen trachten er wat
moois van te maken.
Hierna sluiting.