Goeree Overflakkee dient
spoedig een Streekmuseum
te krijgen
Uit hel
Kijkvensl
er
De edele huid-
De cultuur der eeuwen moet men
er kunnen aflezen
koff
23ste Jaargang
Zaterdag 21 October 1060
Ho. 1861
CHRISTELIJK WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
De thermoxneteir daalt
nog steeds
Er is maieriaal voldoende aanwezig, aldus de Conservator
van hei Streekmuseum ie Zierikzee, maar
de bevolking moei meev/erken
Zondagsdiensten Artsen.
Er is heel wat te
loen over
leprijzen
MEDITATIE
Gods werk in de tollenaar
Matiheus
J. A. Kleijnenberg
burgemeester van
Ouddorp
niEuws
Verschijiit tweemaal per week. Woensdag en Zaterdag Redactiebureau: Prins Hendrikstraat 14 Middelliamls Abonnementspiijs 1.50 per kwartaal
Tatofooa II
Middelharnli
Giro 167930
Postbox 8
Telefoon
Drukkerij 18
Adr.-piUs 12 cl, p.
mm. BU contiacl
speciaal iariei
De toestanden in het zakenleven zijn
nog weinig rooskleurig.
De middenstand beleeft moeilijke
tijden.
De stand van de uitgesproken faillis
sementen is een thermometer voor het
bedrijfs- en zakenleven.
Daar op afgaande maakt het zaken
leven wel een dieptepunt door.
Volgens een opgaaf van Van der
Graaf en Co's Bureau voor de handel be
droeg het aantal uitgesproken faillisse
menten in de maand September niet
minder dan 175, een diepterecord voor
dit jaar.
In Augustus bedroeg dit getal 135.
In September 1949 was het getal 130.
Dat het getal faillissementen nog
steeds hoger wordt blijkt wel uit het
volgende:
In de eerste negen maanden van het
jaar 1949 zijn er 1090 faillissementen
uitgesproken. Over de eerste negen
maanden van dit jaar bedroeg dit getal
1283. Een aanzienlijke stijging.
Niet minder dan een stijging met 193
uitgesproken faillissementen of met on
geveer 17 procent.
De stijging van het getal faillissemen
ten vindt plaats over het gehele land.
Een bewijs, dat er geen sprake is van
locale omstandigheden, maar dat de
middenstand over het gehele land met
grote moeilijkheden heeft te kampen.
Inderdaad de thermometer van het za-
lien- en bedrijfsleven staat nog ongun
stig. De cijfers zijn droog en dor, maar
veel leed, geworstel en opofferingen
gaan er achter schuil.
DE LANDBOUW EN DE
POSTDUIVEN
Door de Plantenziektenkundige Dienst
te Wageningen is een onderzoek inge
steld naar de schade die de postduiven
aanrichten aan de landbouwgewassen.
Dat onderzoek heeft uitgewezen dat
dit jaar in totaal 121 gemeenten in ons
land meer of minder ernstige schade
werd geconstateerd.
De aangerichte schade wordt als
volgt omschreven.
In 71 gevallen werd geklaagd over
vreterij aan peulvruchten, terwijl daar
naast granen, koolzaad en andere ge
wassen het moesten ontgelden.
In 57 procent der gevallen kan ge
sproken worden van vrij ernstige tot
ernstige schade.
Cit wat betreft de aangerichte schade
Ook werd een onderzoek ingesteld
naar het voedsel der duiven.
Daartoe werd de inhoud van de krop
pen der duiven onderzocht.
Dat gaf aanleiding tot de veronder
stelling dat de aangerichte schade door
duiven groter moet worden geacht dan
op grond van de ingekomen klachten
was aangenomen. Verbetering in de toe
stand is alleen maar te verkrijgen door
de invoering van een wettelijke ophok-
verplichting.
Ondertussen zal de Regering al het
mogelijke doen om rekening te houden
met de belangen van de postduiven-
houders.
Daartoe zal ze voor een wetsontwerp
aanhangig wordt gemaakt eerst overleg
plegen met de verenigingen van post-
duivenhouders.
De schade schijnt zich in hoofdzaak
te beperken tot de maanden Maart,
April en Mei. Een ophokverplichting
voor drie maanden zou wellicht tot weg
neming van dit euvel kunnen leiden.
genezer voor het gehele gezin:
PUROL De huid blijft er gezond,
Zuiver, zacht, mooi en rimpelvrij door.
Oorlog, Marine en de landszorgen
's-Gravenliage PoMtieke he
ren Dr Abraham Kugper.
Onze Minister van Oorlog en Marine
Mr Schokking, heeft ontslag uit zijn
ambt gevraagd. Er waren klachten over
het beleid. Men neemt algemeen aan,
dat de taak hem te zwaar is gevallen.
Men moet niet vergeten dat èn Oorlog
èn Marine een geweldige kennis van za
ken vergen, die in de gecompliceerde in
ternationale samenleving bijna niet in
één persoon zijn te verenigen. Ook de
technische kwesties vergen zo enorm
Veel. Het beleid is 's lands belang. Mr
Schokking moet een man van zacht
aardig karakter zijn en de tijd is weer
zo, dat men, als in Napoleon's dagen een
'^erel met een grote snor en een grote
■^uist nodig heeft om leger en vloot te
regeren.
Daar zitten we nu mede; wie zal daar
nu geschikt voor zijn? En er zijn voor
leger en vloot millioenen nodig. Onder
ons gezegd, in de regering voelt niet el-
«e Minister even veel voor dat enorme
'eger, luchtmacht en vloot en in de Ka-
jwers al net zo; vroeger waren de rooi-
kens immers al obstinaat over de „dreu
nende, kneuzende oorlogsvracht"? En
t'at gaat er nooit helemaal uit. Ja, 't is
ook een kwaae tijd voor de vrede-dro-
jners. De v/erkelijkheid is hard. En ons
«nd zit er mede. Men zoekt in Chr.-
Historische kringen naar een flinke
ttan. Maar in die partij zijn de forse fi
guren nooit dik gezaaid geweest. Het
üiet er voor ons land niet zo mooi uit.
Er is veel wind gezaaid, nu zal men
ue storm nog oogsten. Heb ik daar vroe
ger de Soc. Dem. Arb. Partij nog „de
straat op zien gaan" met hun urenlan
ge stoet van zingende mannen en vrou
wen met vaandels en spandoeken,
'k Hoor ze nog zingen de Internatio
nale: „Ontwaakt, verworpenen der aar
de! Ontwaakt, verdoemden in honger-
sfeer, Reed'lijk willen stroomt nu over
d'aarde, en die stroom rijst al meer en
meer. Sterft, gij oude vormen en ge
dachten, slaaf geboornen ontwaakt ont
waakt" enzovoort.
Nu gaat de Partij van de Arbeid de
straat niet meer op, omdat het niet meer
nodig is. Of nog niet nodig is. Je kunt
er van alles van verwachten, tot een pak
slaag toe.
Het is te begrijpen dat, hoe nioeilij-
ker de toestanden worden hoe meer in
spanning dat van de landsbestuurders
eist. Dan spannen zich alle zenuwen,
men komt schier wijsheid te kort. En als
die „verworpenen der aarde" dan ook
nog lastig worden en „de straat op"
willen, wat doe je dan? De arbeider
heeft toch zeker niet rood gestemd om
zich met een kluitje in 't riet te laten
zenden
„En Mij kennen ze niet" zegt de
Heere." We zijn in een land waar 1/3
deel van de mensen van God en Zijn
gebod is vervreemd. De vruchten van
die levenshouding blijven niet verbor
gen.
Moet je daar Den Haag zo van nabij
kennen. Zwierf ik daar dikwijls rondom
en soms in de parlementaire gebouwen,
zeker, als een onbetekenend mannetje
hoor. Zag en hoorde er menige politie
ke grote, mannen van uitnemende ga
ven, ridders van het woord, ook met
groot verstand begaafd. Velen hunner,
in de goudgeborduurde rijksgewaden
gezien, 't wordt al een hele lijst van wie
er niet meer zijn! Daar hebben zij sabel
en steek en gouden sleutels afgelegd na
een leven vol strijd en zo de boom viel
zo zal hij wezenWant daar is om
beginselen gestreden en ja, als ge dat
zo van nabij gadeslaat, dan gaat het
maar: voor of tegen den Christus, voor
of tegen de Openbaring! Onze jonge
mensen voelen dat niet altijd zo aan,
toch is het zo; zo loopt de lijn door der
mensen wereld. En dat is Schriftuurlijk.
En nu is er weer een oorlog over mijn
vaderland gegaan; anderen betraden de
politieke arena waar de christen tóch
geroepen wordt om in getrouwheid te
doen wat nog kan! Maar de strijd is er,
mede door ommezwaai van Rome naar
links, niet gemakkelijker op geworden.
8 November 1920, Maandagavond,
half zes: Dr Abraham Knijper in zijn
woning aan de Kanaalstraat 5 te 's-
Gravenhage overleden.
Over deze buitengewone man van
groot formaat zijn boekdelen geschre
ven, wat zal mijn armoedige pen nog
doen? Een man, singulier in alles, groot
van verstand en zeer begaafd. Machtig
met het woord en met de pen. Leider
van nature. Heerser ook. Scherp in zijn
kritiek. Man van zeldzame allures. Ge
respecteerd door vriend en vijand.
Zijn correspondentie met Groen van
Prinsterer, dus beider brieven, vormen
de een boek van 400 blz. klein gedrukt,
is in mijn bezit, 'k Zou er 27 Kijkven-
stertjes over kunnen maken. Staats
man, theoloog, journalist, jurist auto
didact, leider van de A.R. Partij, op
richter van de eigen, vrije Universiteit,
leider van de „doleantie" ja er is wat
in zijn leven te koop geweest! En mach
tig is de invloed die er van zijn werken,
theologisch en politiek, onder zijn vrien
den uitging. Over hem te schrijven
wordt mij een „mer k boire" een zee
uitdrinken!
Ditmaal volsta ik met het volgende,
mij van nabij gekend. Dr Knijper was
reeds vroeg weduvimaar. De huishoud
ster had aan haar vriendin verteld dat
haar „heer" (ja, dat hoorde men vroe
ger zo aanduiden) zo schone gebedsga-
ven had.
Ook aan de tafel. Dus trachtte de
vriendin eens aan die tafel te komen,
maar ja, hoe moest dat? Evenwel, op
voorspraak van de huishoudster mocht
zij eens blijven eten. Zie, daar zaten zij
dan aan in de Kanaalstraat 5. Dr Kuij-
per moet van de bedoeling van de vrien
din van de huishoudster wel de lucht ge
kregen hebben, want, daar vouwde hij
de handen en het klonk uit zijn mond:
„Heere. zegen deze spijze, Amen.
WAARNEMER.
TELEGRAMMEN AAN
THUISV ARENDEN
Met het Griekse schip Curenia, dat
Nederlandse militairen van Djakarta
naar Marseille vervoert, kunnen radio-
brieftelegrammen worden gewisseld via
het Nederlandse kuststation Schevenin-
gen-radio tegen hetzelfde tarief als
geldt in het verkeer met Nederlandse
schepen.
Woensdagavond trad voor de leden en genodigden van het in oprichting
zijnde „Streekmuseum Goeree en Overflakkee" op, de heer P. van Beveren,
archivaris en conservator van het Stedelijk museum te Zierikzee, met het on
derwerp „Wat is het doel van een Streekmuseum?" Het antwoord dat de heer
Van Beveren op deze vraag wist te geven liet aan duidelijkheid niets te wen
sen over: een Streekmusuem voor dit eiland moet er komen, wil de herinne
ring aan het oude en rijke verleden van Goeree en Overflakkee worden bewaard
Materiaal is er voldoende voor aanwezig!" aldus de heer Van Beveren.
Na een kort welkomstwoord van de
voorz. de heer Kruider waarbij hij de
aanwezigheid van meerdere burgemees
ters op prijs stelde, o.m.: Burg. Rijn-
ders als voorz. van de Plakkeese Ge
meenschap en Burgemeester van Hof-
wegen van Nieuwe Tonge als voorz.
Culturele commissie leidde hij de
spreker van de avond met een enkel
woord in.
De heer Van Bev©ren
het woord verkrijgend schetste het be
zoek van het Bestuur op 28 Juni j.l.
aan het Streekmuseum te Zierikzee dat
een prettig karakter droeg, maar niet
temin toch een weinig pessimistisch,
wat de totstandkoming van een museum
betrof. Spreker is in de twee dagen dat
hij hier is, zo hier en daar geweest en
heeft de overtuiging, dat er hier veel,
zelfs heel veel is, waarmee een Streek
museum kan tot stand komen. Wel is
de medewerking van de bevolking daar
toe nodig.
„Welk doel heeft een Streekmuseum"
vraagt spreker. Het is geen kijkspel
maar het beoogt de liefde op te wekken
van land en volk; leren aflezen van
het tentoongestelde, de cultuur van de'
eeuwen. Heeft men dan daarbij het ge
luk dat men een goed conservator krijgt
dan-zal de g'eschiedenis van het land en
het volk gaan spreken en zal er liefde
worden gekweekt voor de voorwerpen,
die door onze voorvaderen zijn gebruikt.
Hoe verzamelen we nu Museumstuk
ken? Daarvoor zijn verschillende manie
ren, ten Ie, kan men iets in bruikleen
nemen (tegenafgifte regu) ten 2e door
aankoop en ten 3e door schenkingen.
Dan ging spreker na, wat er zoal in
aanmerking komt om in een Miiseum
te exposeren. Voor de vuist weg, noem
de hij van het vele een 16-tal groepen
uit en lichtte die nader toe. Allereerst
noemde hij prae-historisohe voorwerpen
die volgens spr. ongetwijfeld op dit
eiland ook nog moeten te vinden zijn.
Belangrijk is ook een verzameling ce
ramiek. Iets moois heeft spr. daarvan
in de raadszaal te Ouddorp gezien. Uit
een verzameling scherven valt al zoveel
te leren. Men leest er uit af de Ger
maanse, Frankische en Romeinse tijd
enz. Ongetwijfeld moeten hier ook ne
derzettingen geweest zijn waarvan over
blijfselen te vinden zullen zijn. Spr. heeft
eens gelezen van de nederzetting
„Witlam", die op het oudste en hoogste
gedeelte van het eiland moet zijn ge
weest. Vindt men daarvan iets, dan
hoort dit in een museum thuis.
Naast de ceramiek is er de tegelcul-
tuur. Spr. heeft er hier gezien vanaf
1600 tot 1800 toe. Ook Bijbelse tegels en
andere mooie tableaux. Porceleln is hier
ook tamelijk veel. Spr. heeft een kast
gezien om van te watertanden! Wat zou
het mooi zijn om daarvan ook iets in
het museum te krijgen!
Scheepvaart en visserij is een van de
oudste culturen op het eiland. Middel-
hamis had in vroeger tijden 5 Haring
hoekers en 12 vissloepen, plus 2 scheeps
werven. Er was ook een grote kabel-
jouwmarkt, waar zelfs in 1745 op één
dag 9000 stuks werden aangevoerd.
Daar moet toch nog wel iets van over
zijn, aldus spr., scheepsmodellen, pren
ten of maquettes, waarin de betekenis
van die oude visserij uitkomt.
Sommelsdijk oefende een befaamde
elft en zalmvisserij uit en had een werf
van gaffelschepen. Van Ouddorp voeren
ze uit ter Haringvangst en er was in de
middeleeuwen een werf van slabbers.
Van Zaterdag 21 October v.m. 13 uur
t.m. Maandag 23 October v.m. 9 uur
Mlddielhawiis-Soimmelsdijk
Afwezig de artsen P. Knöps, J. J.
Wieringa en C. F. Arends. Voor spoed
gevallen Tj. Kuipers, arts, Telef. 240,
Sommelsdijk.
DirksIamd-HeridngerS-Melissant
Afwezig de artsen G. Huisman en B.
Elvé. Voor spoedgevallen Dr P. Boot,
Telef. 127, Dirksland.
Oost Flakkee:
Afwezig de artsen P. J. de Man, C.
W. Kramers en G. J. Buth. Voor spoed
gevallen P. C. J. Voogd, arts, Telef. 59,
Oude Tonge en E. Bouman, arts, Telef.
19, Stad aan 't Haringvliet.
Misschien is ook daar nog een model
van. Ook had men vroeger de zgn. kerk-
schepen. Had men een goede, verre reis
volbracht, dan werd uit dankbaarheid
een model van het schip aan de kerk
gegeven. Ons voorgeslacht werd ver
teerd door Godsverlangen. Zie maar,
hoe ze met geringe middelen zulke gro
te kerken bouwden!
Ambachtshieeriykiieden. Ons land al
dus spr., was vroeger opkomend slik, op
de hoogste plaatsen kreeg men de ne
derzettingen, die men later heeft bedijkt
(14e eeuw-. Zo zijn de Ambachtsheer-
lijkheden ontstaan, de bedijkingen
brachten zeer hoge kosten mee, zodat
spr. de algemene mening durft betwis
ten, dat de Ambachtsheren het maar
„genomen" hebben."
Middelharnis werd gesticht in het
midden der 15e eeuw, het bezat een ho
ge jurisdictie. Zo zal het ook een ge
rechtszwaard gehad hebben, evenals te
Zierikzee. Hoge Ambachtsheren waren
Arent van Weel, Eeuwout van der Dus-
sen en Vrouwe Cornelia Johanna Ver-
sluis.
Sommelsdijk bleef na de acte van 19
Juli 1578 onder Zeeland tot 1805. Spre
ker heeft het idee, dat hij in Zeeland
TT re kunnen er long en
breed over praten,
maar niemand van ons
doet afstand van een kopje
kofjie op zijn tijd Want
waar blijf je. als /e je dat
genoegen gaat ontzeggen?
Integendeel, méér dan
ooit komt het er op aan de
beste kofjie te kopen die
kriigen kunt. Liever iets
goeds voor Uw dure geld,
dan een teleurstelling op
de koop toe.
Verse, krachtige, geuri
ge kofjie moei het zijn.
Die kojfie, bovendien
door 10 korting in elke
prijsklasse goedkoper dan
welke andere ook, koopt U
bij De Cruyter. Als U óóil
het grote voordeel van De
Gruyter's 10 korting
wilt ondervinden, neem
dan nu De Gruyter's
Roodmerk koffie.
is, als hij te Sommelsdijk vertoeft! De
hoge ambachtsheren waren de van
Aerssens (van 16191825) later de fa
milie van Weel. In Ouddorp zijn de be
kende namen Grinwis en Goekoop borg,
dat er bij deze familie ook nog wel iets
is te vinden voor het museum. Dirksland
werd in 1275 verkocht door Floris V
aan Albert van Voome, gedeeltelijk ook
aan de Renesses. Veldboeken en kaar
ten moeten daarvan nog wel aanwezig
zijn.
De vijfde rubriek die spr. beziet is:
Geestelijke zaken, gebouwen en perso
nen. De oude kerken die spr. hier ge
zien heeft, zijn veel vernieuwd, helaas
niet gerestaureerd. Platen, kopergravu
res etc. van de oude toestand behoren
te worden bewaard. Ook van torens.
Wapenborden, grafzerken of fragmenten
eveneens.
Middelharnis heeft een eigenaardige
geschiedenis op kerkelijk gebied. Spr.
wijst alleen maar op de 4 afgezette pre
dikanten, Ajax Westerwolde, Balthazar
van Doorn, Pieter Zeegers en Jacob
Carpentenius (de laatste in 1619 we
gens Arminiaanse gevoelens). Van deze
vier al is „afzetten" niet zo mooi
zou toch minstens wel een portret in
het museum moeten zijn.
Spreker wijst nog op enkele grote
mannen als de geleerde theoloog Petrus
Haack, later hoogleraar te Leiden en
uit Nieuwe Tonge de bekende predi-
En Jezus vandaar voortgaande,
zag een mens in het tolhuis zit
ten, genaamd Mattheüs; en zeide
tot hem: Volg mij. En hij op
staande volgde Hem. En het ge
schiedde als Hij in het huis
(van Mattheüs) aanzat, zie vele
tollenaars en zondaars kwamen
en zaten mede aan, met Jezus en
Zijne discipelen.
(Matth. 9 9, 10.)
II.
Zijn ziel doorleeft het persoon-
1 ij k e in de Goddelijke, onwederstan-
delijke roeping.
Die inwendig van God geroepen
wordt, leert: Niet alleen anderen maar
Ook van mij. Mij is barmhartigheid
geschied.
Dat persoonlijke doorleeft Mattheüs.
Zou hij dan kunnen vasten?
Ook in onze ziel moet liggen, wat de
apostel schrijft: „opdat wij zouden we
ten de dingen, die ons van God geschon
ken zijn."
Wij weten die dingen alleen, wanneer
God ze ons heeft bekend gemaakt.
Het moet ons persoonlijk bezit zijn,
want wij moeten er mee kunnen leven
en sterven!
Vraagt gij: Hoe weet men dit dan?
Waaraan weet men dit? Hoe weet men
dit altijd?
De Heilige Geest getuigt daarvan van
binnen, in 't hart. Dit getuigenis is ech
ter niet altijd even luid.
Bij de een is dit getuigenis des Gees-
tes in 't hart klaarder dan bij de ander.
Bij een en dezelfde gelovige is het ook
de ene tijd klaarder dan de andere tijd,
maar geheel afwezig is het nooit.
Wat zijn dan de d in gen die
Mattheüs van God geschonken zijn?
Christus geeft hem een klaar gezicht
in zijn algehele verlorenheid.
Gij zegt misschien: Dit lees ik ner
gens in die verzen. Het staat er naar de
letter ook niet bij.
En toch, weet gij, waar dat uit blijkt
Zijn mond is gestopt. Er is geen te
genspreken meer.
En waar de mond gestopt is wordt
het hart geopend, opdat de Koning der
ere, rijdende op het Woord der waarheid,
voorspoedig inga.
Christus openbaart Zichzelf in zijn
ziel in de woorden: „Volg Mij".
Dan kan Mattheüs het niet langer in
het tolhuis uithouden. Als de heerlijk
heid van Christus hem wordt geopen
baard, overtreft die oneindig al wat het
tolhuis hem biedt. Alle dingen worden
dan voor hem schade en drek bij de
utnemendheid der kennis van Jezus
Christus.
Nu zijn niet alle wegen aan de weg,
dien de Heere met Mattheüs gehouden
heeft gelijk, maar wat het wezen der
zaak betreft, komt de Heere die twee
dingen te schenken en zó Zijn ganse
Kerk te roepen uit de duisternis tot
Gods wonderbaar licht.
Zijn ziel smaakt de verborgen
omgang met God.
Zijn ziel hoort het Evangelie, dat te
voren altijd voor hem was bedekt.
Zijn ziel stemt hartelgk Gods weg toe
en wenst alleen in Gods weg gezaligd
te worden.
Zijn ziel krijgt lief en die liefde is
sterk als de dood. Haar kolen zijn vurige
kolen, vlammen des Heeren, vele wate
ren kunnen deze liefde niet uitblussen.
En evenals de bloem bij het opgaan
Her zon, zo opent de ziel zich zich voor
Hem, Die tot haar. Die in haar gezegd
heeft: „Ik ben gekomen om zondaars
te roepen tot bekering."
Zijn ziel verloochent zichzelf, werpt
zich aan de voeten des Heeren, om van
de Heere te worden geleerd en bear
beid tot de kennis van de zaligheid.
Zijn ziel geniet enige omgang met
God. Gods verborgen omgang vinden,
zielen daar Zijn vrees in woont.
Komt herwaarts tot Mij. Doet uw
mond wijd open en Ik zal dien vervul
len. Toont Mij uw gedaante, doet Mij
uwe stem horen.
Kunnen dan de bruiloftskinderen vas
ten, terwijl de Bruidegom bij hen is?
Aan die maaltijd is Christus het mid
delpunt.
Daarom eindigt Mattheüs niet in zich
zelf, ook niet in zijn werkzaamheden
(hij noemt ze niet eens) maar eindigt:
Laat ieder 's Heeren goedheid
[loven
Want goed is d' Oppermajesteit
Zijn goedheid gaat het al te
[boven
Zijn goedheid duurt in
[eeuwigheid.
Laat in uw ziel zinken de noodzake
lijkheid, dat de Heere u bearbeide door
Zijn Geest en Woord. Onderwijs, Godde
lijk onderwijs hebt gij nodig, om te le
ren breken met de wereld en de zonde.
Zegt gij in diepe moedeloosheid: Het
zal mij wel nooit geleerd worden? Als
de Heere niet in Zichzelf bewogen werd,
dan was het voor eeuwig afgesneden.
Klaag uzelf aan. Spreek de Heere vrij.
Buk voor de hoge God. Tracht uw
mond gesloten te krijgen. Dan gaat het
hart open en Christus zal voorspoedig
binnen rijden op het Woord Zijner waar
heid.
Zijn deze dingen ook u, gelijk Mat
theüs, van God geschonken? Verblijdt
u met vreze en beving in God. Hij, Die
in u een goed werk begonnen heeft, zal
datzelve voleindigen. De nieuwe mens
moet gedurig worden aangedaan en de
oude mens gedurig worden afgelegd.
Hij moet wassen en ik minder worden.
Zijt gij in de dagen waarin de Bruide
gom is weggenomen, dagen, waarin uw
ziel vast?
Als gij vast, in treurigheid zijt en uw
ziel zich nederbuigt, zalft uw hoofd en
wast uw aangezicht, opdat het van de
mensen niet gezien wordt, wanneer gij
vast.
In zes benauwdheden zal Hij u verlos
sen en in de zevende zal u het kwaad
niet aanroeren. Alle kastijding, als die
tegenwoordig- is, schijnt geen zaak van
vreugde maar van droefheid te zijn
maar daarna geeft zij van zich een
vreedzame vrucht der gerechtigheid de
genen, die er door geoefend zijn.
In het strijdperk van het leven zegt
Christus tot de zijnen: „Hebt goeden
moed. Ik heb de wereld overwonnen."
In de ure van sterven wordt vervuld:
„Laat ons blijde zijn en vreugde bedrij
ven en Hem de heerlijkheid geven, want
de bruiloft des Lams is gekomen en Zij
ne vrouw heeft zichzelve bereid."
Ds H. A. L.
kant-dichter Caspar Barleus (1609)
vertrokken naar Leiden als hoogleraar
in rethorica, later om remonstrantse
gevoelens afgezet en in 1631 hoogleraar
aan het Anthenaeum te Amsterdam,
hoogleraar in de Wijsbegeerte.
Te Ouddorp is ook een bekend theo
loog geboren, nl. Cornells v. Velzen,
later hoogleraar te Leiden. Stad aan
't Haringvliet had zijn Sigisbertus Ha
verkamp, geleerd theoloog, later leraar
in 't Grieks te Leiden en Ooltgensplaat
had de geleerde Adfianus Buurt binnen
zijn veste, die ook veel geschreven moet
hebben. Om niet te vergeten de enige
Paus (Paus Adrianus) die Nederland
geleverd heeft, welke te Goedereede
heeft gewoond!
Aan al deze personen dient op de een
of andere wijze het aandenken in een
museum te worden bewaard. Zo zal er
ook nog wel hier of daar wat kerkzilver
zijn (oude avondmaalstellen) oude Doop
boeken enz.
Van de Ambachten (Gilden) zijn mo
gelijk nog gildebekers, emblemen, werk
stukken en proeven. Reglementen van
de schutters, overblijfselen van de
Schutterij zijn ook waardige museum
stukken.
De mannen der wetenschap, die op
dit eiland hebben gewoond en geleefd,
dienen blijvend geëerd. Zo noemt spr.
Jan van Nieuwenhuizen, de oprichter
van de Mij. tot Nut van 't Algemeen. De
rederijkers en dichters, o.m. de dichter
Martinus Nieuwenhuijzen 17751808.
De schilder Jan v. Os 17741800 en
zijn collega Adrianus v. d. Koogh 1796
1831.
In Sommelsdijk is een rederijkerska
mer geweest, welke afdeling gewijd
was aan de heilige Anna, onder de zin
spreuk: „Hoe langer hoe liever." Wat
daar van over is, dient zeker te worden
bewaard.
Van de landbouw, de oudste cultuur,
de kaartboeken, oude gereedschappen
enz. Niet te vergeten de meekrap cul
tuur, Vlascultuur, Bedijkingen, Inunda
tie enz.
Kledewbiachten zijn ook belangrijk
voornamelijk de gekleurde japonnen en
de strohoeden, met de nodige versie
ringen.
Huisraad zal moeilijker te krijgen
zijn, maar een oud kabinet, een lade-
De heer J. A. Kleijnenberg, thans
waarnemend burgemeester van de ge
meente Ouddorp, is met ingang van 1
November a.s. benoemd tot burgemees
ter van deze gemeente.
De heer J. A. Kleijnenberg werd gebo
ren op 2 Maart 1901 te Melissant. Tot
1945 was hij werkzaam in landbouw- en
zuivelbedrijf te Melissant, in welke ge
meente hij ook jarenlang als organist
heft gefungeerd van De Ned. Herv.
Kerk. Veel Interesse heeft de heer Kelij-
nenberg altijd getoond voor het vereni
gingsleven.
Van 1945 tot 1947 was hij loco-burge
meester in actieve dienst in de gemeen
te Melissant. Op 24 November 1947
volgde zijn benoeming tot waarnemend
burgemeester van de gemeente Ouddorp
19 Febr. 1948 betrok hij reeds de bur
gemeesterswoning in deze gemeente.
De heer Kleijnenbrg behoort tot de
Ned. Herv. Kerk en is lid van Chr.
Hist. Unie.
Tenslotte delen we nog mede, dat de
nieuwe burgemeester gehuwd is, doch
geen kinderen heeft.
kast enz. hoort toch in een museum.
Ook kinderspeelgoed, oude uurwerken,
merklappen, snijwerk uit vroeger da
gen enz.
Munten en erepenningen mogen even
eens niet ontbreken. Hierbij behoort ook
papiergeld en wat niet meer in omloop
is.
Platen van gebouwen en stichtingen
die verdwenen zijn, portretten en li
tho's van de stichters moeten zeker in
een museum zijn. Zo ook portretten van
de Wit, V. Gelderen en Dekker, die de
toren gered hebben „bij de bliksemin
slag" 24 Febr. 1804. En van Cornells
Breeman Jacobzoon, de stichter van het
Pensionaat en ziekenhuis van 1604, van
Hobius de Krijger die in 1772 het wees
huis stichtte en van Jacob Bane, die
tot oprichting kwam van de 6 armhuis
jes in 1771.
(Zie voor vervolg pag. 2 Ie kolom)