Goeree Overflakkee dient spoedig een Streekmuseum te krijgen Uit hel Kijkvensl er De edele huid- De cultuur der eeuwen moet men er kunnen aflezen koff 23ste Jaargang Zaterdag 21 October 1060 Ho. 1861 CHRISTELIJK WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN De thermoxneteir daalt nog steeds Er is maieriaal voldoende aanwezig, aldus de Conservator van hei Streekmuseum ie Zierikzee, maar de bevolking moei meev/erken Zondagsdiensten Artsen. Er is heel wat te loen over leprijzen MEDITATIE Gods werk in de tollenaar Matiheus J. A. Kleijnenberg burgemeester van Ouddorp niEuws Verschijiit tweemaal per week. Woensdag en Zaterdag Redactiebureau: Prins Hendrikstraat 14 Middelliamls Abonnementspiijs 1.50 per kwartaal Tatofooa II Middelharnli Giro 167930 Postbox 8 Telefoon Drukkerij 18 Adr.-piUs 12 cl, p. mm. BU contiacl speciaal iariei De toestanden in het zakenleven zijn nog weinig rooskleurig. De middenstand beleeft moeilijke tijden. De stand van de uitgesproken faillis sementen is een thermometer voor het bedrijfs- en zakenleven. Daar op afgaande maakt het zaken leven wel een dieptepunt door. Volgens een opgaaf van Van der Graaf en Co's Bureau voor de handel be droeg het aantal uitgesproken faillisse menten in de maand September niet minder dan 175, een diepterecord voor dit jaar. In Augustus bedroeg dit getal 135. In September 1949 was het getal 130. Dat het getal faillissementen nog steeds hoger wordt blijkt wel uit het volgende: In de eerste negen maanden van het jaar 1949 zijn er 1090 faillissementen uitgesproken. Over de eerste negen maanden van dit jaar bedroeg dit getal 1283. Een aanzienlijke stijging. Niet minder dan een stijging met 193 uitgesproken faillissementen of met on geveer 17 procent. De stijging van het getal faillissemen ten vindt plaats over het gehele land. Een bewijs, dat er geen sprake is van locale omstandigheden, maar dat de middenstand over het gehele land met grote moeilijkheden heeft te kampen. Inderdaad de thermometer van het za- lien- en bedrijfsleven staat nog ongun stig. De cijfers zijn droog en dor, maar veel leed, geworstel en opofferingen gaan er achter schuil. DE LANDBOUW EN DE POSTDUIVEN Door de Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen is een onderzoek inge steld naar de schade die de postduiven aanrichten aan de landbouwgewassen. Dat onderzoek heeft uitgewezen dat dit jaar in totaal 121 gemeenten in ons land meer of minder ernstige schade werd geconstateerd. De aangerichte schade wordt als volgt omschreven. In 71 gevallen werd geklaagd over vreterij aan peulvruchten, terwijl daar naast granen, koolzaad en andere ge wassen het moesten ontgelden. In 57 procent der gevallen kan ge sproken worden van vrij ernstige tot ernstige schade. Cit wat betreft de aangerichte schade Ook werd een onderzoek ingesteld naar het voedsel der duiven. Daartoe werd de inhoud van de krop pen der duiven onderzocht. Dat gaf aanleiding tot de veronder stelling dat de aangerichte schade door duiven groter moet worden geacht dan op grond van de ingekomen klachten was aangenomen. Verbetering in de toe stand is alleen maar te verkrijgen door de invoering van een wettelijke ophok- verplichting. Ondertussen zal de Regering al het mogelijke doen om rekening te houden met de belangen van de postduiven- houders. Daartoe zal ze voor een wetsontwerp aanhangig wordt gemaakt eerst overleg plegen met de verenigingen van post- duivenhouders. De schade schijnt zich in hoofdzaak te beperken tot de maanden Maart, April en Mei. Een ophokverplichting voor drie maanden zou wellicht tot weg neming van dit euvel kunnen leiden. genezer voor het gehele gezin: PUROL De huid blijft er gezond, Zuiver, zacht, mooi en rimpelvrij door. Oorlog, Marine en de landszorgen 's-Gravenliage PoMtieke he ren Dr Abraham Kugper. Onze Minister van Oorlog en Marine Mr Schokking, heeft ontslag uit zijn ambt gevraagd. Er waren klachten over het beleid. Men neemt algemeen aan, dat de taak hem te zwaar is gevallen. Men moet niet vergeten dat èn Oorlog èn Marine een geweldige kennis van za ken vergen, die in de gecompliceerde in ternationale samenleving bijna niet in één persoon zijn te verenigen. Ook de technische kwesties vergen zo enorm Veel. Het beleid is 's lands belang. Mr Schokking moet een man van zacht aardig karakter zijn en de tijd is weer zo, dat men, als in Napoleon's dagen een '^erel met een grote snor en een grote ■^uist nodig heeft om leger en vloot te regeren. Daar zitten we nu mede; wie zal daar nu geschikt voor zijn? En er zijn voor leger en vloot millioenen nodig. Onder ons gezegd, in de regering voelt niet el- «e Minister even veel voor dat enorme 'eger, luchtmacht en vloot en in de Ka- jwers al net zo; vroeger waren de rooi- kens immers al obstinaat over de „dreu nende, kneuzende oorlogsvracht"? En t'at gaat er nooit helemaal uit. Ja, 't is ook een kwaae tijd voor de vrede-dro- jners. De v/erkelijkheid is hard. En ons «nd zit er mede. Men zoekt in Chr.- Historische kringen naar een flinke ttan. Maar in die partij zijn de forse fi guren nooit dik gezaaid geweest. Het üiet er voor ons land niet zo mooi uit. Er is veel wind gezaaid, nu zal men ue storm nog oogsten. Heb ik daar vroe ger de Soc. Dem. Arb. Partij nog „de straat op zien gaan" met hun urenlan ge stoet van zingende mannen en vrou wen met vaandels en spandoeken, 'k Hoor ze nog zingen de Internatio nale: „Ontwaakt, verworpenen der aar de! Ontwaakt, verdoemden in honger- sfeer, Reed'lijk willen stroomt nu over d'aarde, en die stroom rijst al meer en meer. Sterft, gij oude vormen en ge dachten, slaaf geboornen ontwaakt ont waakt" enzovoort. Nu gaat de Partij van de Arbeid de straat niet meer op, omdat het niet meer nodig is. Of nog niet nodig is. Je kunt er van alles van verwachten, tot een pak slaag toe. Het is te begrijpen dat, hoe nioeilij- ker de toestanden worden hoe meer in spanning dat van de landsbestuurders eist. Dan spannen zich alle zenuwen, men komt schier wijsheid te kort. En als die „verworpenen der aarde" dan ook nog lastig worden en „de straat op" willen, wat doe je dan? De arbeider heeft toch zeker niet rood gestemd om zich met een kluitje in 't riet te laten zenden „En Mij kennen ze niet" zegt de Heere." We zijn in een land waar 1/3 deel van de mensen van God en Zijn gebod is vervreemd. De vruchten van die levenshouding blijven niet verbor gen. Moet je daar Den Haag zo van nabij kennen. Zwierf ik daar dikwijls rondom en soms in de parlementaire gebouwen, zeker, als een onbetekenend mannetje hoor. Zag en hoorde er menige politie ke grote, mannen van uitnemende ga ven, ridders van het woord, ook met groot verstand begaafd. Velen hunner, in de goudgeborduurde rijksgewaden gezien, 't wordt al een hele lijst van wie er niet meer zijn! Daar hebben zij sabel en steek en gouden sleutels afgelegd na een leven vol strijd en zo de boom viel zo zal hij wezenWant daar is om beginselen gestreden en ja, als ge dat zo van nabij gadeslaat, dan gaat het maar: voor of tegen den Christus, voor of tegen de Openbaring! Onze jonge mensen voelen dat niet altijd zo aan, toch is het zo; zo loopt de lijn door der mensen wereld. En dat is Schriftuurlijk. En nu is er weer een oorlog over mijn vaderland gegaan; anderen betraden de politieke arena waar de christen tóch geroepen wordt om in getrouwheid te doen wat nog kan! Maar de strijd is er, mede door ommezwaai van Rome naar links, niet gemakkelijker op geworden. 8 November 1920, Maandagavond, half zes: Dr Abraham Knijper in zijn woning aan de Kanaalstraat 5 te 's- Gravenhage overleden. Over deze buitengewone man van groot formaat zijn boekdelen geschre ven, wat zal mijn armoedige pen nog doen? Een man, singulier in alles, groot van verstand en zeer begaafd. Machtig met het woord en met de pen. Leider van nature. Heerser ook. Scherp in zijn kritiek. Man van zeldzame allures. Ge respecteerd door vriend en vijand. Zijn correspondentie met Groen van Prinsterer, dus beider brieven, vormen de een boek van 400 blz. klein gedrukt, is in mijn bezit, 'k Zou er 27 Kijkven- stertjes over kunnen maken. Staats man, theoloog, journalist, jurist auto didact, leider van de A.R. Partij, op richter van de eigen, vrije Universiteit, leider van de „doleantie" ja er is wat in zijn leven te koop geweest! En mach tig is de invloed die er van zijn werken, theologisch en politiek, onder zijn vrien den uitging. Over hem te schrijven wordt mij een „mer k boire" een zee uitdrinken! Ditmaal volsta ik met het volgende, mij van nabij gekend. Dr Knijper was reeds vroeg weduvimaar. De huishoud ster had aan haar vriendin verteld dat haar „heer" (ja, dat hoorde men vroe ger zo aanduiden) zo schone gebedsga- ven had. Ook aan de tafel. Dus trachtte de vriendin eens aan die tafel te komen, maar ja, hoe moest dat? Evenwel, op voorspraak van de huishoudster mocht zij eens blijven eten. Zie, daar zaten zij dan aan in de Kanaalstraat 5. Dr Kuij- per moet van de bedoeling van de vrien din van de huishoudster wel de lucht ge kregen hebben, want, daar vouwde hij de handen en het klonk uit zijn mond: „Heere. zegen deze spijze, Amen. WAARNEMER. TELEGRAMMEN AAN THUISV ARENDEN Met het Griekse schip Curenia, dat Nederlandse militairen van Djakarta naar Marseille vervoert, kunnen radio- brieftelegrammen worden gewisseld via het Nederlandse kuststation Schevenin- gen-radio tegen hetzelfde tarief als geldt in het verkeer met Nederlandse schepen. Woensdagavond trad voor de leden en genodigden van het in oprichting zijnde „Streekmuseum Goeree en Overflakkee" op, de heer P. van Beveren, archivaris en conservator van het Stedelijk museum te Zierikzee, met het on derwerp „Wat is het doel van een Streekmuseum?" Het antwoord dat de heer Van Beveren op deze vraag wist te geven liet aan duidelijkheid niets te wen sen over: een Streekmusuem voor dit eiland moet er komen, wil de herinne ring aan het oude en rijke verleden van Goeree en Overflakkee worden bewaard Materiaal is er voldoende voor aanwezig!" aldus de heer Van Beveren. Na een kort welkomstwoord van de voorz. de heer Kruider waarbij hij de aanwezigheid van meerdere burgemees ters op prijs stelde, o.m.: Burg. Rijn- ders als voorz. van de Plakkeese Ge meenschap en Burgemeester van Hof- wegen van Nieuwe Tonge als voorz. Culturele commissie leidde hij de spreker van de avond met een enkel woord in. De heer Van Bev©ren het woord verkrijgend schetste het be zoek van het Bestuur op 28 Juni j.l. aan het Streekmuseum te Zierikzee dat een prettig karakter droeg, maar niet temin toch een weinig pessimistisch, wat de totstandkoming van een museum betrof. Spreker is in de twee dagen dat hij hier is, zo hier en daar geweest en heeft de overtuiging, dat er hier veel, zelfs heel veel is, waarmee een Streek museum kan tot stand komen. Wel is de medewerking van de bevolking daar toe nodig. „Welk doel heeft een Streekmuseum" vraagt spreker. Het is geen kijkspel maar het beoogt de liefde op te wekken van land en volk; leren aflezen van het tentoongestelde, de cultuur van de' eeuwen. Heeft men dan daarbij het ge luk dat men een goed conservator krijgt dan-zal de g'eschiedenis van het land en het volk gaan spreken en zal er liefde worden gekweekt voor de voorwerpen, die door onze voorvaderen zijn gebruikt. Hoe verzamelen we nu Museumstuk ken? Daarvoor zijn verschillende manie ren, ten Ie, kan men iets in bruikleen nemen (tegenafgifte regu) ten 2e door aankoop en ten 3e door schenkingen. Dan ging spreker na, wat er zoal in aanmerking komt om in een Miiseum te exposeren. Voor de vuist weg, noem de hij van het vele een 16-tal groepen uit en lichtte die nader toe. Allereerst noemde hij prae-historisohe voorwerpen die volgens spr. ongetwijfeld op dit eiland ook nog moeten te vinden zijn. Belangrijk is ook een verzameling ce ramiek. Iets moois heeft spr. daarvan in de raadszaal te Ouddorp gezien. Uit een verzameling scherven valt al zoveel te leren. Men leest er uit af de Ger maanse, Frankische en Romeinse tijd enz. Ongetwijfeld moeten hier ook ne derzettingen geweest zijn waarvan over blijfselen te vinden zullen zijn. Spr. heeft eens gelezen van de nederzetting „Witlam", die op het oudste en hoogste gedeelte van het eiland moet zijn ge weest. Vindt men daarvan iets, dan hoort dit in een museum thuis. Naast de ceramiek is er de tegelcul- tuur. Spr. heeft er hier gezien vanaf 1600 tot 1800 toe. Ook Bijbelse tegels en andere mooie tableaux. Porceleln is hier ook tamelijk veel. Spr. heeft een kast gezien om van te watertanden! Wat zou het mooi zijn om daarvan ook iets in het museum te krijgen! Scheepvaart en visserij is een van de oudste culturen op het eiland. Middel- hamis had in vroeger tijden 5 Haring hoekers en 12 vissloepen, plus 2 scheeps werven. Er was ook een grote kabel- jouwmarkt, waar zelfs in 1745 op één dag 9000 stuks werden aangevoerd. Daar moet toch nog wel iets van over zijn, aldus spr., scheepsmodellen, pren ten of maquettes, waarin de betekenis van die oude visserij uitkomt. Sommelsdijk oefende een befaamde elft en zalmvisserij uit en had een werf van gaffelschepen. Van Ouddorp voeren ze uit ter Haringvangst en er was in de middeleeuwen een werf van slabbers. Van Zaterdag 21 October v.m. 13 uur t.m. Maandag 23 October v.m. 9 uur Mlddielhawiis-Soimmelsdijk Afwezig de artsen P. Knöps, J. J. Wieringa en C. F. Arends. Voor spoed gevallen Tj. Kuipers, arts, Telef. 240, Sommelsdijk. DirksIamd-HeridngerS-Melissant Afwezig de artsen G. Huisman en B. Elvé. Voor spoedgevallen Dr P. Boot, Telef. 127, Dirksland. Oost Flakkee: Afwezig de artsen P. J. de Man, C. W. Kramers en G. J. Buth. Voor spoed gevallen P. C. J. Voogd, arts, Telef. 59, Oude Tonge en E. Bouman, arts, Telef. 19, Stad aan 't Haringvliet. Misschien is ook daar nog een model van. Ook had men vroeger de zgn. kerk- schepen. Had men een goede, verre reis volbracht, dan werd uit dankbaarheid een model van het schip aan de kerk gegeven. Ons voorgeslacht werd ver teerd door Godsverlangen. Zie maar, hoe ze met geringe middelen zulke gro te kerken bouwden! Ambachtshieeriykiieden. Ons land al dus spr., was vroeger opkomend slik, op de hoogste plaatsen kreeg men de ne derzettingen, die men later heeft bedijkt (14e eeuw-. Zo zijn de Ambachtsheer- lijkheden ontstaan, de bedijkingen brachten zeer hoge kosten mee, zodat spr. de algemene mening durft betwis ten, dat de Ambachtsheren het maar „genomen" hebben." Middelharnis werd gesticht in het midden der 15e eeuw, het bezat een ho ge jurisdictie. Zo zal het ook een ge rechtszwaard gehad hebben, evenals te Zierikzee. Hoge Ambachtsheren waren Arent van Weel, Eeuwout van der Dus- sen en Vrouwe Cornelia Johanna Ver- sluis. Sommelsdijk bleef na de acte van 19 Juli 1578 onder Zeeland tot 1805. Spre ker heeft het idee, dat hij in Zeeland TT re kunnen er long en breed over praten, maar niemand van ons doet afstand van een kopje kofjie op zijn tijd Want waar blijf je. als /e je dat genoegen gaat ontzeggen? Integendeel, méér dan ooit komt het er op aan de beste kofjie te kopen die kriigen kunt. Liever iets goeds voor Uw dure geld, dan een teleurstelling op de koop toe. Verse, krachtige, geuri ge kofjie moei het zijn. Die kojfie, bovendien door 10 korting in elke prijsklasse goedkoper dan welke andere ook, koopt U bij De Cruyter. Als U óóil het grote voordeel van De Gruyter's 10 korting wilt ondervinden, neem dan nu De Gruyter's Roodmerk koffie. is, als hij te Sommelsdijk vertoeft! De hoge ambachtsheren waren de van Aerssens (van 16191825) later de fa milie van Weel. In Ouddorp zijn de be kende namen Grinwis en Goekoop borg, dat er bij deze familie ook nog wel iets is te vinden voor het museum. Dirksland werd in 1275 verkocht door Floris V aan Albert van Voome, gedeeltelijk ook aan de Renesses. Veldboeken en kaar ten moeten daarvan nog wel aanwezig zijn. De vijfde rubriek die spr. beziet is: Geestelijke zaken, gebouwen en perso nen. De oude kerken die spr. hier ge zien heeft, zijn veel vernieuwd, helaas niet gerestaureerd. Platen, kopergravu res etc. van de oude toestand behoren te worden bewaard. Ook van torens. Wapenborden, grafzerken of fragmenten eveneens. Middelharnis heeft een eigenaardige geschiedenis op kerkelijk gebied. Spr. wijst alleen maar op de 4 afgezette pre dikanten, Ajax Westerwolde, Balthazar van Doorn, Pieter Zeegers en Jacob Carpentenius (de laatste in 1619 we gens Arminiaanse gevoelens). Van deze vier al is „afzetten" niet zo mooi zou toch minstens wel een portret in het museum moeten zijn. Spreker wijst nog op enkele grote mannen als de geleerde theoloog Petrus Haack, later hoogleraar te Leiden en uit Nieuwe Tonge de bekende predi- En Jezus vandaar voortgaande, zag een mens in het tolhuis zit ten, genaamd Mattheüs; en zeide tot hem: Volg mij. En hij op staande volgde Hem. En het ge schiedde als Hij in het huis (van Mattheüs) aanzat, zie vele tollenaars en zondaars kwamen en zaten mede aan, met Jezus en Zijne discipelen. (Matth. 9 9, 10.) II. Zijn ziel doorleeft het persoon- 1 ij k e in de Goddelijke, onwederstan- delijke roeping. Die inwendig van God geroepen wordt, leert: Niet alleen anderen maar Ook van mij. Mij is barmhartigheid geschied. Dat persoonlijke doorleeft Mattheüs. Zou hij dan kunnen vasten? Ook in onze ziel moet liggen, wat de apostel schrijft: „opdat wij zouden we ten de dingen, die ons van God geschon ken zijn." Wij weten die dingen alleen, wanneer God ze ons heeft bekend gemaakt. Het moet ons persoonlijk bezit zijn, want wij moeten er mee kunnen leven en sterven! Vraagt gij: Hoe weet men dit dan? Waaraan weet men dit? Hoe weet men dit altijd? De Heilige Geest getuigt daarvan van binnen, in 't hart. Dit getuigenis is ech ter niet altijd even luid. Bij de een is dit getuigenis des Gees- tes in 't hart klaarder dan bij de ander. Bij een en dezelfde gelovige is het ook de ene tijd klaarder dan de andere tijd, maar geheel afwezig is het nooit. Wat zijn dan de d in gen die Mattheüs van God geschonken zijn? Christus geeft hem een klaar gezicht in zijn algehele verlorenheid. Gij zegt misschien: Dit lees ik ner gens in die verzen. Het staat er naar de letter ook niet bij. En toch, weet gij, waar dat uit blijkt Zijn mond is gestopt. Er is geen te genspreken meer. En waar de mond gestopt is wordt het hart geopend, opdat de Koning der ere, rijdende op het Woord der waarheid, voorspoedig inga. Christus openbaart Zichzelf in zijn ziel in de woorden: „Volg Mij". Dan kan Mattheüs het niet langer in het tolhuis uithouden. Als de heerlijk heid van Christus hem wordt geopen baard, overtreft die oneindig al wat het tolhuis hem biedt. Alle dingen worden dan voor hem schade en drek bij de utnemendheid der kennis van Jezus Christus. Nu zijn niet alle wegen aan de weg, dien de Heere met Mattheüs gehouden heeft gelijk, maar wat het wezen der zaak betreft, komt de Heere die twee dingen te schenken en zó Zijn ganse Kerk te roepen uit de duisternis tot Gods wonderbaar licht. Zijn ziel smaakt de verborgen omgang met God. Zijn ziel hoort het Evangelie, dat te voren altijd voor hem was bedekt. Zijn ziel stemt hartelgk Gods weg toe en wenst alleen in Gods weg gezaligd te worden. Zijn ziel krijgt lief en die liefde is sterk als de dood. Haar kolen zijn vurige kolen, vlammen des Heeren, vele wate ren kunnen deze liefde niet uitblussen. En evenals de bloem bij het opgaan Her zon, zo opent de ziel zich zich voor Hem, Die tot haar. Die in haar gezegd heeft: „Ik ben gekomen om zondaars te roepen tot bekering." Zijn ziel verloochent zichzelf, werpt zich aan de voeten des Heeren, om van de Heere te worden geleerd en bear beid tot de kennis van de zaligheid. Zijn ziel geniet enige omgang met God. Gods verborgen omgang vinden, zielen daar Zijn vrees in woont. Komt herwaarts tot Mij. Doet uw mond wijd open en Ik zal dien vervul len. Toont Mij uw gedaante, doet Mij uwe stem horen. Kunnen dan de bruiloftskinderen vas ten, terwijl de Bruidegom bij hen is? Aan die maaltijd is Christus het mid delpunt. Daarom eindigt Mattheüs niet in zich zelf, ook niet in zijn werkzaamheden (hij noemt ze niet eens) maar eindigt: Laat ieder 's Heeren goedheid [loven Want goed is d' Oppermajesteit Zijn goedheid gaat het al te [boven Zijn goedheid duurt in [eeuwigheid. Laat in uw ziel zinken de noodzake lijkheid, dat de Heere u bearbeide door Zijn Geest en Woord. Onderwijs, Godde lijk onderwijs hebt gij nodig, om te le ren breken met de wereld en de zonde. Zegt gij in diepe moedeloosheid: Het zal mij wel nooit geleerd worden? Als de Heere niet in Zichzelf bewogen werd, dan was het voor eeuwig afgesneden. Klaag uzelf aan. Spreek de Heere vrij. Buk voor de hoge God. Tracht uw mond gesloten te krijgen. Dan gaat het hart open en Christus zal voorspoedig binnen rijden op het Woord Zijner waar heid. Zijn deze dingen ook u, gelijk Mat theüs, van God geschonken? Verblijdt u met vreze en beving in God. Hij, Die in u een goed werk begonnen heeft, zal datzelve voleindigen. De nieuwe mens moet gedurig worden aangedaan en de oude mens gedurig worden afgelegd. Hij moet wassen en ik minder worden. Zijt gij in de dagen waarin de Bruide gom is weggenomen, dagen, waarin uw ziel vast? Als gij vast, in treurigheid zijt en uw ziel zich nederbuigt, zalft uw hoofd en wast uw aangezicht, opdat het van de mensen niet gezien wordt, wanneer gij vast. In zes benauwdheden zal Hij u verlos sen en in de zevende zal u het kwaad niet aanroeren. Alle kastijding, als die tegenwoordig- is, schijnt geen zaak van vreugde maar van droefheid te zijn maar daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid de genen, die er door geoefend zijn. In het strijdperk van het leven zegt Christus tot de zijnen: „Hebt goeden moed. Ik heb de wereld overwonnen." In de ure van sterven wordt vervuld: „Laat ons blijde zijn en vreugde bedrij ven en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft des Lams is gekomen en Zij ne vrouw heeft zichzelve bereid." Ds H. A. L. kant-dichter Caspar Barleus (1609) vertrokken naar Leiden als hoogleraar in rethorica, later om remonstrantse gevoelens afgezet en in 1631 hoogleraar aan het Anthenaeum te Amsterdam, hoogleraar in de Wijsbegeerte. Te Ouddorp is ook een bekend theo loog geboren, nl. Cornells v. Velzen, later hoogleraar te Leiden. Stad aan 't Haringvliet had zijn Sigisbertus Ha verkamp, geleerd theoloog, later leraar in 't Grieks te Leiden en Ooltgensplaat had de geleerde Adfianus Buurt binnen zijn veste, die ook veel geschreven moet hebben. Om niet te vergeten de enige Paus (Paus Adrianus) die Nederland geleverd heeft, welke te Goedereede heeft gewoond! Aan al deze personen dient op de een of andere wijze het aandenken in een museum te worden bewaard. Zo zal er ook nog wel hier of daar wat kerkzilver zijn (oude avondmaalstellen) oude Doop boeken enz. Van de Ambachten (Gilden) zijn mo gelijk nog gildebekers, emblemen, werk stukken en proeven. Reglementen van de schutters, overblijfselen van de Schutterij zijn ook waardige museum stukken. De mannen der wetenschap, die op dit eiland hebben gewoond en geleefd, dienen blijvend geëerd. Zo noemt spr. Jan van Nieuwenhuizen, de oprichter van de Mij. tot Nut van 't Algemeen. De rederijkers en dichters, o.m. de dichter Martinus Nieuwenhuijzen 17751808. De schilder Jan v. Os 17741800 en zijn collega Adrianus v. d. Koogh 1796 1831. In Sommelsdijk is een rederijkerska mer geweest, welke afdeling gewijd was aan de heilige Anna, onder de zin spreuk: „Hoe langer hoe liever." Wat daar van over is, dient zeker te worden bewaard. Van de landbouw, de oudste cultuur, de kaartboeken, oude gereedschappen enz. Niet te vergeten de meekrap cul tuur, Vlascultuur, Bedijkingen, Inunda tie enz. Kledewbiachten zijn ook belangrijk voornamelijk de gekleurde japonnen en de strohoeden, met de nodige versie ringen. Huisraad zal moeilijker te krijgen zijn, maar een oud kabinet, een lade- De heer J. A. Kleijnenberg, thans waarnemend burgemeester van de ge meente Ouddorp, is met ingang van 1 November a.s. benoemd tot burgemees ter van deze gemeente. De heer J. A. Kleijnenberg werd gebo ren op 2 Maart 1901 te Melissant. Tot 1945 was hij werkzaam in landbouw- en zuivelbedrijf te Melissant, in welke ge meente hij ook jarenlang als organist heft gefungeerd van De Ned. Herv. Kerk. Veel Interesse heeft de heer Kelij- nenberg altijd getoond voor het vereni gingsleven. Van 1945 tot 1947 was hij loco-burge meester in actieve dienst in de gemeen te Melissant. Op 24 November 1947 volgde zijn benoeming tot waarnemend burgemeester van de gemeente Ouddorp 19 Febr. 1948 betrok hij reeds de bur gemeesterswoning in deze gemeente. De heer Kleijnenbrg behoort tot de Ned. Herv. Kerk en is lid van Chr. Hist. Unie. Tenslotte delen we nog mede, dat de nieuwe burgemeester gehuwd is, doch geen kinderen heeft. kast enz. hoort toch in een museum. Ook kinderspeelgoed, oude uurwerken, merklappen, snijwerk uit vroeger da gen enz. Munten en erepenningen mogen even eens niet ontbreken. Hierbij behoort ook papiergeld en wat niet meer in omloop is. Platen van gebouwen en stichtingen die verdwenen zijn, portretten en li tho's van de stichters moeten zeker in een museum zijn. Zo ook portretten van de Wit, V. Gelderen en Dekker, die de toren gered hebben „bij de bliksemin slag" 24 Febr. 1804. En van Cornells Breeman Jacobzoon, de stichter van het Pensionaat en ziekenhuis van 1604, van Hobius de Krijger die in 1772 het wees huis stichtte en van Jacob Bane, die tot oprichting kwam van de 6 armhuis jes in 1771. (Zie voor vervolg pag. 2 Ie kolom)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1950 | | pagina 1