Raadsleden vergaderden en bloc
tégen de samenvoeging
gemeenten
De vaste
oeververbinding
V.
y
23ste laargang
Woensdag 26 JuU 1980
No. 1938
CHRISTELIJK WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
Antwoord van Ged. Staten
Inleidend woord van
Weth. Dijkers
-A
Veisclifliit tweemaal per week. Woensdag en Zaterdag Bedactlelmieau: Prins Hendrikstraat 122 Ml^elhanils Abonmementspiös 1.50 per kwartaal
Telefoon IK
MiddeUiamis
Giro 167930
Postbox 8
Telefoon
Drukkerij 19
Adr.-prlis 12 cl. p.
mm. Bij cosltact
speciaal laiiei
Gunstig advies aan de Prov.
Staten van Zuid Holland
De door de Prov. Staten ingestelde
commissie, tot onderzoek van het door
„De Flakkeese Gemeenschap" gedane
voorstel om spoedig tot een oplossing te
komen van het verkeersvraagstuk voor
dit eiland, is met haar rapport gereed
gekomen en heeft dit de Staten aange
boden.
Wij laten dit rapport, hieronder in zijn
geheel volgen.
Bapport van de Commissie
„De Commissie, in wier handen deze
voordracht is gesteld, heeft daarvan met
belangstelling kennis genomen en waar
dering uitgesproken voor de vlotte be
handeling door Gedeputeerde Staten van
het verzoek van het bestuur van de
Flakkeese Gemeenschap om medewer
king te verlenen, teneinde spoedig een
oplossing te krijgen van dit voor het
eiland zo belangrijke verbindings-vraag-
stuk.
Enkele leden, hoewel de vlugge af
doening waarderende, spraken evenwel
hun teleurstelling erover uit, dat de
voordracht zelve te summier was gehou
den en te zeer in een platonischen toon
was gesteld. Naar de mening van deze
leden zou het aanbeveling hebben ver
diend, dat óf het door het bestuur van
de Flakkeese Gemeenschap aan Gede
puteerde Staten ingezonden adres bij de
voordracht ware overgelegd öf dat de
belangrijkste punten uit dat adres in
de voordracht waren opgenomen.
Met name werd door deze leden ook
de vraag gesteld of de in het adres der
Flakkeese Gemeenschap genomen tijd
schema's van 5 jaar, waarbinnen de vas
te verbinding tot stand zou kunnen
worden gebracht, wel zou liunnen wor
den aangehouden. Indien dit wel het
geval zou zijn, zou het niet nodig zijn
tussentqdse maatregelen te treffen om
de bestaande verbindingen te verbete
ren. Zouden met het maken ener vaste
verbinding daarentegen nog jaren ge
moeid zijn, dan zou zeker overwogen
moeten worden om de bestaande toe
stand te verbeteren en dan zou t)ók vol
ledig uitvoering moeten worden gege
ven aan de beide over dit vraagstuk in
de Staten aangenomen moties J. P. van
Praag c.s. Deze leden zouden ook gaar
ne vernemen, waarom Gedeputeerde
Staten niet hebben voldaan aan hun in
de vergadering der Staten van 23 De
cember 1949 (Verslag der Handelingen
biz. 495) gedane toezegging om een ge
documenteerd prae-advies uit te brengen
inzake een oplossing op korte termijn
van de moeilijkheden der bestaande veer-
verbindingen.
Enkele andere leden hadden bezwaar
tegen de vorm, waarin de Flakkeese Ge
meenschap de oplossing had gegoten.
Enerzijds werd met verwijzing naar de
Wet van 1 April 1950, S. No. K 120,
houdende voorschriften met betrekking
tot gemeenschappeiyke regelingen, be
zwaar gemaakt tegen een N.V., en werd
aan een publiekrechtelijke regeling de
voorkeur geegven, anderzijds werd de
vraag gesteld of een Stichting in deze
niet meer het aangewezen lichaam zou
zijn.
Een Einder lid vond het voorstel te ver
strekkend en had er ook bezwaar tegen,
dat de kosten van voorbereiding zou
den worden bestreden uit het door de
Staten jaarlijks beschikbaar gestelde
bedrag van 100.000.Volgens dit lid
zou eerst onderzocht moeten worden,
Welke verbeteringen van de bestaande
verbindingen op korte termijn zouden
moeten worden aangebracht. Hiertegen
werd opgenierkt, dat GoereeOver-
tlakkee thans de kosten draagt van de
veerverbindingen, welke gesteld kunnen
worden op plm. 650.000.per jaar en
dat aan elke vertraging in de uitvoering
ernstige bezwaren zijn verbeidden en
bovendien het gevaar met zich brengt,
dat de definitieve oplossing van het ver
bindingsvraagstuk op de lange baan
wordt geschoven, terwijl financiering
van het plan zonder bijdrage van het
verkeer niet wel mogelijk is. Van deze
zijde werd er ook nog op gewezen, dat
de werkloosheid op het eiland verhou
dingsgewijze nog groot is. Zo bedraagt
het aantal werklozen in de winter 1000-
1500, terwijl zelfs in de zomer dit aan
tal nog gesteld moet worden op plm.
400. Het vervoer der werklozen naar
plaatsen, waar arbeid gevonden kan
worden, is tengevolge van de slechte
veerverbindingen een probleem op zich
zelf, waarmee hoge kosten gemoeid
zijn. Bovendien is vestiging van indus
trie op het eiland, waardoor de werk
loosheid zou kunnen worden verminderd,
door de geïsoleerde ligging vrijwel uit
gesloten. Aangezien de Commissie het
gewenst achtte om een onderzoek ter
plaatse in te stellen, is op 10 Juli 1950
een bezoek aan Goeree-Overflakkee ge
bracht.
Daarbij zijn besprekingen gevoerd ter
plaatse en heeft bezichtiging plaats ge
vonden van de verkeerstoestand op het
eiland. De algemene indruk was, dat een
spoedige oplossing van het verbindings
vraagstuk zeer noodzakelijk is. De aan-,
vankelijk, vooral tegen de tolheffing ge
uite bezwaren werden weliswaar niet
alle opgeheven zulks zou uiteraard
ook niet wel mogelyk zijn doch de
opvatting werd gedeeld, dat bij deze
heffing de nadruk moet vallen op het
tijdelijk karakter ervan en dat deze hef
fing noodzakelijk is om de uitvoering
van het plan mogelijk te kunnen maken.
Bij het kiezen uit twee'kwaden de
veergelden en de tolheffing in de
Vorm van een tijdelijke bestemmingsbij
drage gaat de keuze in deze zeker
naar de laatste.
De Commissie is na ampele bespre
king tot de conclusie gekomen, dat hier
dermate gewichtige en met name eco
nomische belangen in het spel zijn, dat
het met 't oog op een spoedige oplossing
van het verbindingsvraagstuk aanbeve
ling verdient, indien overeenkomstig de
wensen van het bestuur van de Stichting
„De Flakkeese Gemeenschap" met het
voorstel van Gedeputeerde Staten ac-
coord zou worden gegaan.
De heer Ir J. D. J. Waardenburg was
vei'hinderd de vergadering der Commis
sie op 5 Juli 1950 bij te wonen.
's-Gravenhage, 6 Juli 1950.
Middelharnis, 10 Juli 1950.
De Commissie voornoemd,
M. P. van der Weijden, Voorzitter.
V. P. A. Beelaerts van Blokland.
F. W. C. Blom.
N. van der Brugge.
A. C. A. Deerenberg.
A. D. van Dtjk.
G. van Praag.
H. van Rossum.
F. J. G. Spieksma.
J. Spronkers.
B. P. Verkerk, Rapporteur.
E. J. M. H. Bolsius.
Chr. A. de Ru\jter-de Zeeuw.
Hieronder volg^ ook het
Het stemt ons tot voldoening, dat
waardering is uitgesproken voor de vlot
te behandeling van het verzoek van de
Stichting „De Flakkeese Gemeenschap".
Wij hebben daartoe gaarne onze mede
werking verleend, omdat wij, met Uw
Commissie, van oordeel zijn, dat, indien
mogelijk, een spoedige oplossing van dit
verbindingsvraagstuk inderdaad gewenst
moet worden geacht. Dit is mede een der
redenen geweest, waarom de voordracht
enigszins summier is gehouden. Overi-
getis ging het in deze om een beginsel
besluit dat t.z.t. nadere uitwerking er
langt en waarvoor verschillende onder
zoekingen en besprekingen nodig zullen
zijn, zodat in dit stadium het verstrek
ken van positieve gegevens niet wel mo
gelijk is. Op de gestelde vragen wordt
evenwel gaarne ingegaan. In de eerste
plaats leggen wij hierbiji) ter kennisne
ming over daartoe in staat gesteld
door het bestuur van de Flakkeese Ge
meenschap een exemplaar van het
adres van genoemde Stichting.
Of het daarin opgenomen tijdschema
van 5 jaren, binnen hetwelk deze vaste
verbinding zou kunnen worden vol
tooid, zal kunnen worden aangehouden,
valt niet te zeggen. Dit hangt in de eer
ste plaats af van de technische uitvoe
ring. Zoals bekend, is door ons College
een commissie ingesteld tot onderzoek
van de mogelijkheid van aanleg dezer
vaste verbinding. Het laat zich aanzien,
dat het rapport niet lang meer op zich
zal laten wachten en dat dan over meer
gegevens, vooral de technische uitvoe
ring betreffende, de beschikking zal zijn
verkregen.
Hoewel dus niet is te zeggen, hoeveel
tijd de verwezenlijking van het plan zal
vorderen, kwam het ons gewenst voor,
het verzoek van de Flakkeese Gemeen
schap in gunstige overweging te nemen.
Verwacht mag namelijk worden, dat een
uitvoering in de geest, als in het adres
ontwikkeld, vele voordelen biedt en de
mogelijkheid opent het plan binnen niet
te lange tijd te verwezenlijken. Nu dit
voorstel mede op instigatie onzerzijds
is gedaan, meenden wij geen verdere
uitvoering te moeten geven aan de in
Uw vergadering aangenomen moties J.
P. van Praag c.s. Weliswaar was een
gedocumenteerd prae-advies toegezegd
inzake de oplossing op korte termijn van
de moeilijkheden der bestaande veerver
bindingen, doch dit heeft o.i. thans geen
zin. Als een communis opinio kan toch
gelden, dat een afdoende oplossing van
het verkeers- en vervoersvraagstuk hier
door verbetering van de bestaande veer
verbindingen niet goed mogelijk is. Bo
vendien zouden daarmede zeer grote be
dragen gemoeid zijn, terwijl het niet
denkbeeldig is, dat daardoor de bouw
van een vaste verbinding op de lange
baan wordt geschoven.
Voorts neemt ook hier het verkeer,
ondanks de vrij kostbare veerverbindin
gen, in sterke mate toe, getuige de door
het veer MIddelhamis-Hellevoetsluis ver
voerde auto's, t.w.:
in 1939 9274 auto's.
in 1949 49074 auto's.
Bij een vaste verbinding mag ver
wacht worden, dat het asvervoer in ster
ke mate zal toenemen; immers de thans
jaarlijks van het eiland af te voeren
landbouwproducten bedragen ongeveer
240.000 ton, waarvan per schip ruim
90.000 ton, per tram ruim 30.000 ton,
terwijl de rest per auto wordt afgevoerd.
De aanvoer naar het eiland van duurza
me consumptiegoederen en in de land
bouw gebruikte productiemiddelen wordt
geraamd op 150.000 ton. Maar ook al
zouden de bestaande verbindingen wor
den verbeterd, dan nog blijven vele be
zwaren bestaan, omdat het overzetten
immer veel tijd zal blijven vorderen,
ook in verband met de af te leggen lan
ge weg, terwijl des winters steeds de
kans blijft bestaan, dat wegens ijsgang
de dienst moet worden stopgezet met
alle nadelige gevolgen van dien. Een
vaste verbinding heeft dan ook alleen
al uit het oogpunt van tijdsbesparing en
zekerheid zulke belangrijke voordelen,
dat reeds uit dien hoofde het minder ge
wenst moet worden geacht om verbete
ring der bestaande verbinding in over
weging te nemen.
Voorts brengt een vaste verbinding
niet alleen de ontsluiting van dit gebied
met zich, waardoor met minder bezwaar
zal kunnen worden deelgenomen aan
onderwijs en culturele bijeenkomsten
1) Inmiddels reeds vooruit gezonden.
Zoals bekend is verleden jaar het voorstel tot samenvoeging van gemeenten
op ons eUand met de veel gewraakte memorie van toelichting door Ged. Staten
ingetrokken. Er is toen veel actie geweest, de raadsleden van het eiland
kwamen massaal bijeen om te protesteren. Thans, nu opnieuw door Ged. Sta
ten door middel van een ontwerp van wet voorstellen worden gedaan tot her
ziening van de gemeentelijke indeling, zijn de raadsleden weer en bloc te Mid
delharnis saamgekomen om hierover meningen uit te wisselen. De belangstel
ling was vrijwel even groot als verleden jaar, de stemming gematigder, omdat
ook de memorie van toelichting gematigd is. Unaniem verklaarde men zich
echter tegen samenvoeging.
De heer Dijkers opende de bijeenkomst
en heette de aanwezigen hartelijk wel
kom. Hij wees er in de eerste plaats op,
dat verleden jaar eenzelfde vergadering
is belegd, voor eenzelfde doel. De sa
menvoeging is toen niet doorgegaan, het
voorstel en de memorie van toelichting
werd ingetrokken. Het is in de geschie
denis nog niet voorgekomen, dat zo iets
in zijn geheel werd teruggenomen.
De verontwaardiging bö de Plak-
keënaars was toen groot.
Wat verwacht werd is gebeurd, men
is opnieuw met een voorstel gekomen.
Het nieuwe College van Ged. Staten
zond ons een wetsvoorstel met memorie
van toelichting dat thans ieder raads
lid in zijn bezit zal hebben om te be
studeren.
Deze memorie van toelichting ziet er
wel anders uit, de harde kanten zijn er
afgevyid, beledigingen komen er niet in
voor, waar spr. het college van Ged.
Staten dankbaar voor is.
Toch staan er veel dingen in, die na
der behoren te worden belicht. Wij, die
hier op Flakkee wonen, voelen de din
gen anders, dan de heren in Den Haag.
Spr. kan ze niet kwalijk nemen dat ze
met dezelfde zaken komen, maar de
motieven zijn niet steekhoudend.
buiten het eiland, doch bovendien zal
deze zeer dienstig zijn voor de bestrij
ding van de werkloosheid op het eiland.
De mening, dat een eventuele heffing
tot dekking der kosten geen ideale op
lossing is, kunnen wij onderschrijven,
maar een andere oplossing is hier voor
alsnog niet mogelijk. O.i. kan de zaak
zo gesteld worden, dat thans een bepaald
bedrag wordt uitgegeven voor verbin
dingen, waaraan zeer vele bezwaren
kleven, terwgl met hetzelfde bedrag of
lagere kosten omdat een sterke toe
name van het verkeer mag worden ver
wacht een vaste verbinding is te ver
kregen. Voorts betreft het hier een tij
delijke maatregel.
Over de vorm, waarin deze regeling
is gegoten, kan verschillend worden ge
dacht. De opvatting, dat in deze aan
een regeling, als bedoeld in de Wet van
1 April 19,50, no. K. 120, of aan een
stichting de voorkeur zou moeten wor
den gegeven, kunnen wij niet delen.
Juist de omstandigheid, dat hier ter dek
king van kosten een tijdelijke heffing
nodig zal zijn, maakt het gewenst, de
regeling in handen te leggen van een
lichaam, dat deze zaak op soepele wijze
kan regelen. De publiekrechtelijke li
chamen zullen in de op te richten N.V.
zeggenschap krijgen, zodat met het al
gemeen belang voldoende rekening zal
worden gehouden. Voorts gaat het er in
deze voorlopig om de zaak voor te be
reiden en nader uit te werken, zodat o.i.
niet betoogd kan worden, dat ons voor
stel te vérstrekkend zou zijn.
Nu de Staten in de Tweede Gewone
zitting 1949 zich met ons voorstel heb
ben verenigd om voorlopig van 1950 af
ieder jaar 100.000.in uitgave te
brengen op de gewone dienst, ter stor
ting in een te vormen fonds, hetwelk
moet dienen om te zöner tijd een bij
drage te verlenen in de kosten van een
zodanige verbinding, kan het o.i. geen
overwegend bezwaar ontmoeten om de
uit het plan van de Flakkeese Gemeen
schap voortvloeiende kosten, welke de
voorbereiding met zich draagt, te putten
uit dat fonds.
Veler medewerking, in het bijzonder
die van het Rijk, zal alvorens tot een
uitvoering van het gehele plan zal kun
nen worden overgegaan in' deze nog
zgn vereist. Daarvoor is overleg ge
boden.
Nu de localiteit zelve bereid is een
belangrijk offer te brengen in de vorm
van een heffing, menen wij op de gron
den hiervoren vermeld, dat het op de
weg der Provincie ligt, hier de behulp
zame hand te bieden en de verdere voor
bereiding van dit plan mogelijk te ma
ken.
's-Gravenhage, 18 Juli 1950
De Gedeputeerde Staten der Pro
vincie Zuid-Holland,
L. A. Kesper,- Voorzitter.
G. W. van Dokkum, lo. Griffier.
Het advies van Ged. Staten is dus
zeer gunstig. Er is met deze zaak tot
heden zeer veel spoed betracht.
De zitting van. de Prov. Staten waar
in dit vraagstuk zal worden behandeld,
wordt heden Dinsdag 25 Juli gehouden.
In ons e.v. nummer hopen wij daarvan
verslag uit te brengen.
De kracht van de Staat in Nederland
gaat niet uit van de grote steden, maar
berust op de plaatsen van het platte
land. Dat komt daarvandaan zegt spr.,
dat de burgerij in kleine gemeenten
meer meeleeft met de politiek. In de
steden laat de meesten dit koud. De be
sluiten van de gemeenteraden die ze in
de kranten lezen worden door de dorps
bewoners compleet verslonden.
De kleinste gemeente in ons vader
land heeft toch gemiddeld 1000 inwo
ners. Dat geeft groter meeleven, groter
saamhorigheid, groter vaderlandsliefde,
door het intense medeleven.
Spr. vindt het een vreselijk iets, dat
de heren in den Haag nu zeggen, de
kleine plaatsen moeten weg en we moe
ten eenheden van bv. 5000 inwoners krij
gen. Dit neemt de liefde van de plaatsen
weg. Wat gevoelt bv. Stellendam voor
Goedereede of omgekeerd, wanneer het
wordt samengevoegd? Waren het nu
Dat die kleine gemeenten geen be
stuurskracht hebben wil spr. sterk be
strijden. Hij voert Thorbecke aan, die
ook een tegenstander was van kleine
gemeenten, maar in feite heeft hij het
zelf niet willen doorvoeren, omdat hij
zag, dat het funest was voor de ge
meenschap.
Wij zouden hier ten achter zijn op ve
lerlei gebied. Spr. betwist dit zeer en
zegt dat Goeree en Overflakkee in de
rij der Nederlandse gemeenten zéker kan
meedoen. Onze landbouw staat op een
hoge trap van ontwikkeling. Dat moet
men in Den Haag zelf toegeven. Die
achterlijke boeren hebben dus wel een
gezond stel hersenen, dat ze de land
bouw tot zulk een peil hebben weten op
te voeren, dat ze op dit gebied bovenaan
staan. Hetzelfde kan gezegd t.o. van de
andere beroepen. Spr. kan die gezegden
daarom geenszins aanvaarden. Dat wij in
ontwikkeling van de streek achter z\jn
gebleven, daar zijn de heren in Den
Haag mede de schuld van. Als voor
beeld noemt spr. de verbindingen van en
naar het eiland. We hadden tenslotte
niets als de R.T.M, met een monopolis
tisch streven en uit eigen initiatief zijn
de veerdiensten te Den Bommel en
Ooltgensplaat geschapen! Ook is het nu
zo, dat men de problemen voor de vaste
oeververbinding door middel van de
Flakkeese Gemeenschap zélf tot stand
zal zien te brengen door zelf de brug
te bouwen. Achterlijke mensen doen zo
iets niet, zoiets doen alleen mensen die
men daar nu niet zo coulant behandeld
werd. Aan ambtenarij is er op dat bu
reau meer aan salaris uitgekeerd dan
aan oorlogsschade is uitbetaald. Het was
dan ook een verademing voor Flakkee
dat het werd opgeheven.
Wat de straten en wegen betreft, was
het in de crisisjaren niet mogelijk er
veel aan te doen. Na de oorlog is er
een loffelijk streven tot verbetering
merkbaar, zodat er kan worden gecon
curreerd met vele plaatsen in Nederland.
Spr. vindt het niet mooi dat het
„doorgaand verkeer" wordt aangevallen,
daar heeft men zelfs moeite mee in een
stad als Londen! Dan had men de Prov.
vfe%en maar langs de gemeenten om
moeten leggen. Spr. vhidt het niet fair
dat dit voor de voeten worden gevfor-
pen, evenmin de kwesties van de riole
ring. Ter vergelijking noemt spr. ver
schillende plaatsen die er wel erger uit
zien, spr. noemt Gouda e.a. steden met
stinkende grachten! Dit zijn dus geen
motieven om tot samenvoeging van ge
meenten te komen!
De uitpoldering is een heel moeilijke
kwestie omdat dit veel wrijving geeft
tussen polder- en gemeentebesturen. De
ontpoldering stuit meer af op behoud
zucht der polderbesturen dan dat het
ligt aan conservatisme van de gemeen
tebesturen. Vele gemeenten onderhan
delen hierover.moeizaam, zodat dit ook
geen argument is.
De voorgestelde grenswijziging is niet
zo mooi. Spr. vraagt de heren, die
plaatselijk te bestuderen. Aangevoerd
wordt het kerk- en schoolgaan, maar bij
nader inzicht zullen vele gemeentenaren
meer km moeten afleggen om scholen
en kerken te bezoeken. De grenswijzi
gingen zijn het meest aanvechtbaar van
al de aangevoerde motieven. Het zal van
de raadsleden zéker de voUe aandacht
eisen om hier grondig nota van te ne
men,
Credachten-wiasieUng
Na deze uiteenzetting en een ogenblik
pauze, ging men over tot gedachten-
wisseling.
De heer C. v. d. Meide te Middelharnis
heeft uit het betoog van de Voorzitter
H/er z/ef men de bodembeplaiing'^op het terrein der „Gascenirale Flakkee" ie Middelharnis,
waar nu de gashouder siaai, waarin 5000 kub. meter gas kan worden geborgen.
plaatsen die vlak bijelkaar lagen, dan
was het wat anders. In de memorie
wordt doodleuk gezegd: „de bevolking
is gelijk gericht!" Dit is zeer aan te
vechten. Er is bv. een ontzettend ver
schil in geaardheid tussen de verschil
lende gemeenten, al wordt dit opper
vlakkig niet gezien. Als Stad nu opge
heven wordt, is het voor de mensen daar
funest. Niet alleen het zelfstandige gaat
weg, maar men kan daar toch nooit voor
Middelharnis voelen! Het gemiddelde
van het ontstaan van de dorpen op
Flakkee dateert zo ongeveer uit het
jaar 1400, wat nu met één slag zal wor
den teniet gedaan.
We krijgen méér bestuurskracht door
samenvoeging zeggen Ged. Staten, om
dat er niet voldoende ambtenaren zijn
te krijgen! Spr. zou dan in de eerste
plaats wel willen zien, dat de classifi
catie werd opgeheven. Dan zou het amb
tenarencorps beter kunnen worden be
taald.
De ambtenaren in kleinere gemeenten
zijn veelzijdiger ontwikkeld dan in de
grote plaatsen, ze moeten het hele ter
rein overzien. Daar heeft spr. veel res
pect voor. Daarom mag helemaal niet
gezegd worden, dat ze weinig zouden
presteren.
Oe regering is er van uitgegaan om
kringen te vormen, bv. schoolartsen-
dienst enz. waarom vormt men t.o.
van verschillende administratieve aan
gelegenheden ook geen kringen vraagt
spreker
In Den Haag zweert men bij een stel
sel, waar de kleine gemeenten aan ten
offer moeten vallen. Het probleem ligt
niet bij de kleine gemeenten, maar bij
de Staat. De Staat wordt de oorzaak,
dat er een vernietiging komt van het
bestaan der hleine eenheden.
initiatief en geestkracht bezitten!
Nu krijgen we wel een pluimpje, dat
we ons na de oorlog bijzonder hebben
ingespannen. Dat is ook zo zegt spr.,
zie maar wat een ruïne het was na de
bezettingsjaren en de inundatie. Onze
mensen hebben van het eiland weer een
prachtstreek gemaakt, al is het dat
eerst allerlei instanties werden gezon
den om hulp te bieden. Uiteindelijk is
de opbouw aan eigen energie te danken.
Grotere gemeenten kunnen mogelijk
wat meer doen dan kleine, gezien
hun finantieel budget. Wanneer nu de
samenvoeging komt, kan men bv. toch
niet op een afstand van 7 km met één
verenigingsgebouw, één sportveld enz.
volstaan. Dan zal men toch van alles
twee moeten hebben. Vele kleine ge
meenten hebben hiertoe zelf het ini
tiatief toen al genomen. De eisen van
een kleine gemeente kan men niet zo
hoog stellen dan in een grote.
Er wordt gezegd dat in de jaren 1920
1940 slechts 68 woningwetwoningen
zijn gebouwd, spr. wil dat niet betwisten
maar particuliere woningen werden er
zeer veel gebouwd. We moeten ook niet
vergeten dat de sociale toestand toen
heel anders was. De gemeentebesturen
werden toen onder druk gezet, geen 5
cent kon worden uitgegeven zonder toe
stemming van Den Haag. Het kleuter
onderwijs moest zelfs in sommige plaat
sen worden opgeheven omdat het niet
kon worden betaald.
Het bouw- en woningtoezicht deugde
ook niet mogelijk mankeerde er wat
aan maar vandaag de dag zijn er 5
volwaardige opzichters! De memorie
voert aan, dat het zó mirakel slecht
was, dat het bureau v. d. Wederopbouw
de zaak moest reorganiseren! De heren
die er mee op de hoogte zijn weten, dat
de meeste instemming met de opmer
kingen over de grenswijziging. Deze
grenswijziging loopt bv. midden door de
haven van Dirksland, ook bij de Armen
weg is het vreemd. De landbouwer M. K.
V. Eek komt bv. bij Oude Tonge terecht
en Oabbe zal bij Middelharnis worden
gevoegd! De samensteller blijkt totaal
onbevoegd te zijn op dit punt.
Het tweede wat spr. frappeert is, dat
hij in de memorie geen enkel cijfer heeft
gelezen, dat er voordelen in zouden zit
ten. In het geheel is spr. er tegen om
dat de kleine gemeenten die dikwijls zeer
welvarend zijn, zoals Nieuwe Tonge en
Stad worden weggewerkt. Gezegd is
ook, dat er in deze plaatsen geen ambts
woningen gebouwd worden, waarvan hij
het tegendeel bewijst met als voorbeeld
Nieuwe Tonge.
Wanneer Gedeputeerden het toch
doordrijven zou de meest logische op
lossing zijn om van Flakkee één ge
meente te maken! (Hilariteit.)
Als er één gemeente is kunnen van de
126 raadsleden er 100 op stal worden
gezet wat een voordeel geven zou van
5000.per jaar. Dan het voordeel
op burgemeesters en secretaris salaris
sen daar men met één kan volstaan. In
deze samenvoeging ziet hij niets, als
groot ongenoegen, aanwijsbare voorde
len zijn niet aan te tonen.
De heer Dekker
wethouder te Nieuwe Tonge vindt dat
de besprekingen op andere wijze moeten
gevoerd. We moeten Flakkee en de
voorstellen tot samenvoeging centraal
zien. Het heeft geen nut om ieder zijn
mening over de voorstellen te zeggen,
het moet z.l. tot daden komen. Bij spr.
(Zie voor vervolg pag. 4 Ie kolom.)