Raadsleden vergaderden en bloc tégen de samenvoeging gemeenten De vaste oeververbinding V. y 23ste laargang Woensdag 26 JuU 1980 No. 1938 CHRISTELIJK WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN Antwoord van Ged. Staten Inleidend woord van Weth. Dijkers -A Veisclifliit tweemaal per week. Woensdag en Zaterdag Bedactlelmieau: Prins Hendrikstraat 122 Ml^elhanils Abonmementspiös 1.50 per kwartaal Telefoon IK MiddeUiamis Giro 167930 Postbox 8 Telefoon Drukkerij 19 Adr.-prlis 12 cl. p. mm. Bij cosltact speciaal laiiei Gunstig advies aan de Prov. Staten van Zuid Holland De door de Prov. Staten ingestelde commissie, tot onderzoek van het door „De Flakkeese Gemeenschap" gedane voorstel om spoedig tot een oplossing te komen van het verkeersvraagstuk voor dit eiland, is met haar rapport gereed gekomen en heeft dit de Staten aange boden. Wij laten dit rapport, hieronder in zijn geheel volgen. Bapport van de Commissie „De Commissie, in wier handen deze voordracht is gesteld, heeft daarvan met belangstelling kennis genomen en waar dering uitgesproken voor de vlotte be handeling door Gedeputeerde Staten van het verzoek van het bestuur van de Flakkeese Gemeenschap om medewer king te verlenen, teneinde spoedig een oplossing te krijgen van dit voor het eiland zo belangrijke verbindings-vraag- stuk. Enkele leden, hoewel de vlugge af doening waarderende, spraken evenwel hun teleurstelling erover uit, dat de voordracht zelve te summier was gehou den en te zeer in een platonischen toon was gesteld. Naar de mening van deze leden zou het aanbeveling hebben ver diend, dat óf het door het bestuur van de Flakkeese Gemeenschap aan Gede puteerde Staten ingezonden adres bij de voordracht ware overgelegd öf dat de belangrijkste punten uit dat adres in de voordracht waren opgenomen. Met name werd door deze leden ook de vraag gesteld of de in het adres der Flakkeese Gemeenschap genomen tijd schema's van 5 jaar, waarbinnen de vas te verbinding tot stand zou kunnen worden gebracht, wel zou liunnen wor den aangehouden. Indien dit wel het geval zou zijn, zou het niet nodig zijn tussentqdse maatregelen te treffen om de bestaande verbindingen te verbete ren. Zouden met het maken ener vaste verbinding daarentegen nog jaren ge moeid zijn, dan zou zeker overwogen moeten worden om de bestaande toe stand te verbeteren en dan zou t)ók vol ledig uitvoering moeten worden gege ven aan de beide over dit vraagstuk in de Staten aangenomen moties J. P. van Praag c.s. Deze leden zouden ook gaar ne vernemen, waarom Gedeputeerde Staten niet hebben voldaan aan hun in de vergadering der Staten van 23 De cember 1949 (Verslag der Handelingen biz. 495) gedane toezegging om een ge documenteerd prae-advies uit te brengen inzake een oplossing op korte termijn van de moeilijkheden der bestaande veer- verbindingen. Enkele andere leden hadden bezwaar tegen de vorm, waarin de Flakkeese Ge meenschap de oplossing had gegoten. Enerzijds werd met verwijzing naar de Wet van 1 April 1950, S. No. K 120, houdende voorschriften met betrekking tot gemeenschappeiyke regelingen, be zwaar gemaakt tegen een N.V., en werd aan een publiekrechtelijke regeling de voorkeur geegven, anderzijds werd de vraag gesteld of een Stichting in deze niet meer het aangewezen lichaam zou zijn. Een Einder lid vond het voorstel te ver strekkend en had er ook bezwaar tegen, dat de kosten van voorbereiding zou den worden bestreden uit het door de Staten jaarlijks beschikbaar gestelde bedrag van 100.000.Volgens dit lid zou eerst onderzocht moeten worden, Welke verbeteringen van de bestaande verbindingen op korte termijn zouden moeten worden aangebracht. Hiertegen werd opgenierkt, dat GoereeOver- tlakkee thans de kosten draagt van de veerverbindingen, welke gesteld kunnen worden op plm. 650.000.per jaar en dat aan elke vertraging in de uitvoering ernstige bezwaren zijn verbeidden en bovendien het gevaar met zich brengt, dat de definitieve oplossing van het ver bindingsvraagstuk op de lange baan wordt geschoven, terwijl financiering van het plan zonder bijdrage van het verkeer niet wel mogelijk is. Van deze zijde werd er ook nog op gewezen, dat de werkloosheid op het eiland verhou dingsgewijze nog groot is. Zo bedraagt het aantal werklozen in de winter 1000- 1500, terwijl zelfs in de zomer dit aan tal nog gesteld moet worden op plm. 400. Het vervoer der werklozen naar plaatsen, waar arbeid gevonden kan worden, is tengevolge van de slechte veerverbindingen een probleem op zich zelf, waarmee hoge kosten gemoeid zijn. Bovendien is vestiging van indus trie op het eiland, waardoor de werk loosheid zou kunnen worden verminderd, door de geïsoleerde ligging vrijwel uit gesloten. Aangezien de Commissie het gewenst achtte om een onderzoek ter plaatse in te stellen, is op 10 Juli 1950 een bezoek aan Goeree-Overflakkee ge bracht. Daarbij zijn besprekingen gevoerd ter plaatse en heeft bezichtiging plaats ge vonden van de verkeerstoestand op het eiland. De algemene indruk was, dat een spoedige oplossing van het verbindings vraagstuk zeer noodzakelijk is. De aan-, vankelijk, vooral tegen de tolheffing ge uite bezwaren werden weliswaar niet alle opgeheven zulks zou uiteraard ook niet wel mogelyk zijn doch de opvatting werd gedeeld, dat bij deze heffing de nadruk moet vallen op het tijdelijk karakter ervan en dat deze hef fing noodzakelijk is om de uitvoering van het plan mogelijk te kunnen maken. Bij het kiezen uit twee'kwaden de veergelden en de tolheffing in de Vorm van een tijdelijke bestemmingsbij drage gaat de keuze in deze zeker naar de laatste. De Commissie is na ampele bespre king tot de conclusie gekomen, dat hier dermate gewichtige en met name eco nomische belangen in het spel zijn, dat het met 't oog op een spoedige oplossing van het verbindingsvraagstuk aanbeve ling verdient, indien overeenkomstig de wensen van het bestuur van de Stichting „De Flakkeese Gemeenschap" met het voorstel van Gedeputeerde Staten ac- coord zou worden gegaan. De heer Ir J. D. J. Waardenburg was vei'hinderd de vergadering der Commis sie op 5 Juli 1950 bij te wonen. 's-Gravenhage, 6 Juli 1950. Middelharnis, 10 Juli 1950. De Commissie voornoemd, M. P. van der Weijden, Voorzitter. V. P. A. Beelaerts van Blokland. F. W. C. Blom. N. van der Brugge. A. C. A. Deerenberg. A. D. van Dtjk. G. van Praag. H. van Rossum. F. J. G. Spieksma. J. Spronkers. B. P. Verkerk, Rapporteur. E. J. M. H. Bolsius. Chr. A. de Ru\jter-de Zeeuw. Hieronder volg^ ook het Het stemt ons tot voldoening, dat waardering is uitgesproken voor de vlot te behandeling van het verzoek van de Stichting „De Flakkeese Gemeenschap". Wij hebben daartoe gaarne onze mede werking verleend, omdat wij, met Uw Commissie, van oordeel zijn, dat, indien mogelijk, een spoedige oplossing van dit verbindingsvraagstuk inderdaad gewenst moet worden geacht. Dit is mede een der redenen geweest, waarom de voordracht enigszins summier is gehouden. Overi- getis ging het in deze om een beginsel besluit dat t.z.t. nadere uitwerking er langt en waarvoor verschillende onder zoekingen en besprekingen nodig zullen zijn, zodat in dit stadium het verstrek ken van positieve gegevens niet wel mo gelijk is. Op de gestelde vragen wordt evenwel gaarne ingegaan. In de eerste plaats leggen wij hierbiji) ter kennisne ming over daartoe in staat gesteld door het bestuur van de Flakkeese Ge meenschap een exemplaar van het adres van genoemde Stichting. Of het daarin opgenomen tijdschema van 5 jaren, binnen hetwelk deze vaste verbinding zou kunnen worden vol tooid, zal kunnen worden aangehouden, valt niet te zeggen. Dit hangt in de eer ste plaats af van de technische uitvoe ring. Zoals bekend, is door ons College een commissie ingesteld tot onderzoek van de mogelijkheid van aanleg dezer vaste verbinding. Het laat zich aanzien, dat het rapport niet lang meer op zich zal laten wachten en dat dan over meer gegevens, vooral de technische uitvoe ring betreffende, de beschikking zal zijn verkregen. Hoewel dus niet is te zeggen, hoeveel tijd de verwezenlijking van het plan zal vorderen, kwam het ons gewenst voor, het verzoek van de Flakkeese Gemeen schap in gunstige overweging te nemen. Verwacht mag namelijk worden, dat een uitvoering in de geest, als in het adres ontwikkeld, vele voordelen biedt en de mogelijkheid opent het plan binnen niet te lange tijd te verwezenlijken. Nu dit voorstel mede op instigatie onzerzijds is gedaan, meenden wij geen verdere uitvoering te moeten geven aan de in Uw vergadering aangenomen moties J. P. van Praag c.s. Weliswaar was een gedocumenteerd prae-advies toegezegd inzake de oplossing op korte termijn van de moeilijkheden der bestaande veerver bindingen, doch dit heeft o.i. thans geen zin. Als een communis opinio kan toch gelden, dat een afdoende oplossing van het verkeers- en vervoersvraagstuk hier door verbetering van de bestaande veer verbindingen niet goed mogelijk is. Bo vendien zouden daarmede zeer grote be dragen gemoeid zijn, terwijl het niet denkbeeldig is, dat daardoor de bouw van een vaste verbinding op de lange baan wordt geschoven. Voorts neemt ook hier het verkeer, ondanks de vrij kostbare veerverbindin gen, in sterke mate toe, getuige de door het veer MIddelhamis-Hellevoetsluis ver voerde auto's, t.w.: in 1939 9274 auto's. in 1949 49074 auto's. Bij een vaste verbinding mag ver wacht worden, dat het asvervoer in ster ke mate zal toenemen; immers de thans jaarlijks van het eiland af te voeren landbouwproducten bedragen ongeveer 240.000 ton, waarvan per schip ruim 90.000 ton, per tram ruim 30.000 ton, terwijl de rest per auto wordt afgevoerd. De aanvoer naar het eiland van duurza me consumptiegoederen en in de land bouw gebruikte productiemiddelen wordt geraamd op 150.000 ton. Maar ook al zouden de bestaande verbindingen wor den verbeterd, dan nog blijven vele be zwaren bestaan, omdat het overzetten immer veel tijd zal blijven vorderen, ook in verband met de af te leggen lan ge weg, terwijl des winters steeds de kans blijft bestaan, dat wegens ijsgang de dienst moet worden stopgezet met alle nadelige gevolgen van dien. Een vaste verbinding heeft dan ook alleen al uit het oogpunt van tijdsbesparing en zekerheid zulke belangrijke voordelen, dat reeds uit dien hoofde het minder ge wenst moet worden geacht om verbete ring der bestaande verbinding in over weging te nemen. Voorts brengt een vaste verbinding niet alleen de ontsluiting van dit gebied met zich, waardoor met minder bezwaar zal kunnen worden deelgenomen aan onderwijs en culturele bijeenkomsten 1) Inmiddels reeds vooruit gezonden. Zoals bekend is verleden jaar het voorstel tot samenvoeging van gemeenten op ons eUand met de veel gewraakte memorie van toelichting door Ged. Staten ingetrokken. Er is toen veel actie geweest, de raadsleden van het eiland kwamen massaal bijeen om te protesteren. Thans, nu opnieuw door Ged. Sta ten door middel van een ontwerp van wet voorstellen worden gedaan tot her ziening van de gemeentelijke indeling, zijn de raadsleden weer en bloc te Mid delharnis saamgekomen om hierover meningen uit te wisselen. De belangstel ling was vrijwel even groot als verleden jaar, de stemming gematigder, omdat ook de memorie van toelichting gematigd is. Unaniem verklaarde men zich echter tegen samenvoeging. De heer Dijkers opende de bijeenkomst en heette de aanwezigen hartelijk wel kom. Hij wees er in de eerste plaats op, dat verleden jaar eenzelfde vergadering is belegd, voor eenzelfde doel. De sa menvoeging is toen niet doorgegaan, het voorstel en de memorie van toelichting werd ingetrokken. Het is in de geschie denis nog niet voorgekomen, dat zo iets in zijn geheel werd teruggenomen. De verontwaardiging bö de Plak- keënaars was toen groot. Wat verwacht werd is gebeurd, men is opnieuw met een voorstel gekomen. Het nieuwe College van Ged. Staten zond ons een wetsvoorstel met memorie van toelichting dat thans ieder raads lid in zijn bezit zal hebben om te be studeren. Deze memorie van toelichting ziet er wel anders uit, de harde kanten zijn er afgevyid, beledigingen komen er niet in voor, waar spr. het college van Ged. Staten dankbaar voor is. Toch staan er veel dingen in, die na der behoren te worden belicht. Wij, die hier op Flakkee wonen, voelen de din gen anders, dan de heren in Den Haag. Spr. kan ze niet kwalijk nemen dat ze met dezelfde zaken komen, maar de motieven zijn niet steekhoudend. buiten het eiland, doch bovendien zal deze zeer dienstig zijn voor de bestrij ding van de werkloosheid op het eiland. De mening, dat een eventuele heffing tot dekking der kosten geen ideale op lossing is, kunnen wij onderschrijven, maar een andere oplossing is hier voor alsnog niet mogelijk. O.i. kan de zaak zo gesteld worden, dat thans een bepaald bedrag wordt uitgegeven voor verbin dingen, waaraan zeer vele bezwaren kleven, terwgl met hetzelfde bedrag of lagere kosten omdat een sterke toe name van het verkeer mag worden ver wacht een vaste verbinding is te ver kregen. Voorts betreft het hier een tij delijke maatregel. Over de vorm, waarin deze regeling is gegoten, kan verschillend worden ge dacht. De opvatting, dat in deze aan een regeling, als bedoeld in de Wet van 1 April 19,50, no. K. 120, of aan een stichting de voorkeur zou moeten wor den gegeven, kunnen wij niet delen. Juist de omstandigheid, dat hier ter dek king van kosten een tijdelijke heffing nodig zal zijn, maakt het gewenst, de regeling in handen te leggen van een lichaam, dat deze zaak op soepele wijze kan regelen. De publiekrechtelijke li chamen zullen in de op te richten N.V. zeggenschap krijgen, zodat met het al gemeen belang voldoende rekening zal worden gehouden. Voorts gaat het er in deze voorlopig om de zaak voor te be reiden en nader uit te werken, zodat o.i. niet betoogd kan worden, dat ons voor stel te vérstrekkend zou zijn. Nu de Staten in de Tweede Gewone zitting 1949 zich met ons voorstel heb ben verenigd om voorlopig van 1950 af ieder jaar 100.000.in uitgave te brengen op de gewone dienst, ter stor ting in een te vormen fonds, hetwelk moet dienen om te zöner tijd een bij drage te verlenen in de kosten van een zodanige verbinding, kan het o.i. geen overwegend bezwaar ontmoeten om de uit het plan van de Flakkeese Gemeen schap voortvloeiende kosten, welke de voorbereiding met zich draagt, te putten uit dat fonds. Veler medewerking, in het bijzonder die van het Rijk, zal alvorens tot een uitvoering van het gehele plan zal kun nen worden overgegaan in' deze nog zgn vereist. Daarvoor is overleg ge boden. Nu de localiteit zelve bereid is een belangrijk offer te brengen in de vorm van een heffing, menen wij op de gron den hiervoren vermeld, dat het op de weg der Provincie ligt, hier de behulp zame hand te bieden en de verdere voor bereiding van dit plan mogelijk te ma ken. 's-Gravenhage, 18 Juli 1950 De Gedeputeerde Staten der Pro vincie Zuid-Holland, L. A. Kesper,- Voorzitter. G. W. van Dokkum, lo. Griffier. Het advies van Ged. Staten is dus zeer gunstig. Er is met deze zaak tot heden zeer veel spoed betracht. De zitting van. de Prov. Staten waar in dit vraagstuk zal worden behandeld, wordt heden Dinsdag 25 Juli gehouden. In ons e.v. nummer hopen wij daarvan verslag uit te brengen. De kracht van de Staat in Nederland gaat niet uit van de grote steden, maar berust op de plaatsen van het platte land. Dat komt daarvandaan zegt spr., dat de burgerij in kleine gemeenten meer meeleeft met de politiek. In de steden laat de meesten dit koud. De be sluiten van de gemeenteraden die ze in de kranten lezen worden door de dorps bewoners compleet verslonden. De kleinste gemeente in ons vader land heeft toch gemiddeld 1000 inwo ners. Dat geeft groter meeleven, groter saamhorigheid, groter vaderlandsliefde, door het intense medeleven. Spr. vindt het een vreselijk iets, dat de heren in den Haag nu zeggen, de kleine plaatsen moeten weg en we moe ten eenheden van bv. 5000 inwoners krij gen. Dit neemt de liefde van de plaatsen weg. Wat gevoelt bv. Stellendam voor Goedereede of omgekeerd, wanneer het wordt samengevoegd? Waren het nu Dat die kleine gemeenten geen be stuurskracht hebben wil spr. sterk be strijden. Hij voert Thorbecke aan, die ook een tegenstander was van kleine gemeenten, maar in feite heeft hij het zelf niet willen doorvoeren, omdat hij zag, dat het funest was voor de ge meenschap. Wij zouden hier ten achter zijn op ve lerlei gebied. Spr. betwist dit zeer en zegt dat Goeree en Overflakkee in de rij der Nederlandse gemeenten zéker kan meedoen. Onze landbouw staat op een hoge trap van ontwikkeling. Dat moet men in Den Haag zelf toegeven. Die achterlijke boeren hebben dus wel een gezond stel hersenen, dat ze de land bouw tot zulk een peil hebben weten op te voeren, dat ze op dit gebied bovenaan staan. Hetzelfde kan gezegd t.o. van de andere beroepen. Spr. kan die gezegden daarom geenszins aanvaarden. Dat wij in ontwikkeling van de streek achter z\jn gebleven, daar zijn de heren in Den Haag mede de schuld van. Als voor beeld noemt spr. de verbindingen van en naar het eiland. We hadden tenslotte niets als de R.T.M, met een monopolis tisch streven en uit eigen initiatief zijn de veerdiensten te Den Bommel en Ooltgensplaat geschapen! Ook is het nu zo, dat men de problemen voor de vaste oeververbinding door middel van de Flakkeese Gemeenschap zélf tot stand zal zien te brengen door zelf de brug te bouwen. Achterlijke mensen doen zo iets niet, zoiets doen alleen mensen die men daar nu niet zo coulant behandeld werd. Aan ambtenarij is er op dat bu reau meer aan salaris uitgekeerd dan aan oorlogsschade is uitbetaald. Het was dan ook een verademing voor Flakkee dat het werd opgeheven. Wat de straten en wegen betreft, was het in de crisisjaren niet mogelijk er veel aan te doen. Na de oorlog is er een loffelijk streven tot verbetering merkbaar, zodat er kan worden gecon curreerd met vele plaatsen in Nederland. Spr. vindt het niet mooi dat het „doorgaand verkeer" wordt aangevallen, daar heeft men zelfs moeite mee in een stad als Londen! Dan had men de Prov. vfe%en maar langs de gemeenten om moeten leggen. Spr. vhidt het niet fair dat dit voor de voeten worden gevfor- pen, evenmin de kwesties van de riole ring. Ter vergelijking noemt spr. ver schillende plaatsen die er wel erger uit zien, spr. noemt Gouda e.a. steden met stinkende grachten! Dit zijn dus geen motieven om tot samenvoeging van ge meenten te komen! De uitpoldering is een heel moeilijke kwestie omdat dit veel wrijving geeft tussen polder- en gemeentebesturen. De ontpoldering stuit meer af op behoud zucht der polderbesturen dan dat het ligt aan conservatisme van de gemeen tebesturen. Vele gemeenten onderhan delen hierover.moeizaam, zodat dit ook geen argument is. De voorgestelde grenswijziging is niet zo mooi. Spr. vraagt de heren, die plaatselijk te bestuderen. Aangevoerd wordt het kerk- en schoolgaan, maar bij nader inzicht zullen vele gemeentenaren meer km moeten afleggen om scholen en kerken te bezoeken. De grenswijzi gingen zijn het meest aanvechtbaar van al de aangevoerde motieven. Het zal van de raadsleden zéker de voUe aandacht eisen om hier grondig nota van te ne men, Credachten-wiasieUng Na deze uiteenzetting en een ogenblik pauze, ging men over tot gedachten- wisseling. De heer C. v. d. Meide te Middelharnis heeft uit het betoog van de Voorzitter H/er z/ef men de bodembeplaiing'^op het terrein der „Gascenirale Flakkee" ie Middelharnis, waar nu de gashouder siaai, waarin 5000 kub. meter gas kan worden geborgen. plaatsen die vlak bijelkaar lagen, dan was het wat anders. In de memorie wordt doodleuk gezegd: „de bevolking is gelijk gericht!" Dit is zeer aan te vechten. Er is bv. een ontzettend ver schil in geaardheid tussen de verschil lende gemeenten, al wordt dit opper vlakkig niet gezien. Als Stad nu opge heven wordt, is het voor de mensen daar funest. Niet alleen het zelfstandige gaat weg, maar men kan daar toch nooit voor Middelharnis voelen! Het gemiddelde van het ontstaan van de dorpen op Flakkee dateert zo ongeveer uit het jaar 1400, wat nu met één slag zal wor den teniet gedaan. We krijgen méér bestuurskracht door samenvoeging zeggen Ged. Staten, om dat er niet voldoende ambtenaren zijn te krijgen! Spr. zou dan in de eerste plaats wel willen zien, dat de classifi catie werd opgeheven. Dan zou het amb tenarencorps beter kunnen worden be taald. De ambtenaren in kleinere gemeenten zijn veelzijdiger ontwikkeld dan in de grote plaatsen, ze moeten het hele ter rein overzien. Daar heeft spr. veel res pect voor. Daarom mag helemaal niet gezegd worden, dat ze weinig zouden presteren. Oe regering is er van uitgegaan om kringen te vormen, bv. schoolartsen- dienst enz. waarom vormt men t.o. van verschillende administratieve aan gelegenheden ook geen kringen vraagt spreker In Den Haag zweert men bij een stel sel, waar de kleine gemeenten aan ten offer moeten vallen. Het probleem ligt niet bij de kleine gemeenten, maar bij de Staat. De Staat wordt de oorzaak, dat er een vernietiging komt van het bestaan der hleine eenheden. initiatief en geestkracht bezitten! Nu krijgen we wel een pluimpje, dat we ons na de oorlog bijzonder hebben ingespannen. Dat is ook zo zegt spr., zie maar wat een ruïne het was na de bezettingsjaren en de inundatie. Onze mensen hebben van het eiland weer een prachtstreek gemaakt, al is het dat eerst allerlei instanties werden gezon den om hulp te bieden. Uiteindelijk is de opbouw aan eigen energie te danken. Grotere gemeenten kunnen mogelijk wat meer doen dan kleine, gezien hun finantieel budget. Wanneer nu de samenvoeging komt, kan men bv. toch niet op een afstand van 7 km met één verenigingsgebouw, één sportveld enz. volstaan. Dan zal men toch van alles twee moeten hebben. Vele kleine ge meenten hebben hiertoe zelf het ini tiatief toen al genomen. De eisen van een kleine gemeente kan men niet zo hoog stellen dan in een grote. Er wordt gezegd dat in de jaren 1920 1940 slechts 68 woningwetwoningen zijn gebouwd, spr. wil dat niet betwisten maar particuliere woningen werden er zeer veel gebouwd. We moeten ook niet vergeten dat de sociale toestand toen heel anders was. De gemeentebesturen werden toen onder druk gezet, geen 5 cent kon worden uitgegeven zonder toe stemming van Den Haag. Het kleuter onderwijs moest zelfs in sommige plaat sen worden opgeheven omdat het niet kon worden betaald. Het bouw- en woningtoezicht deugde ook niet mogelijk mankeerde er wat aan maar vandaag de dag zijn er 5 volwaardige opzichters! De memorie voert aan, dat het zó mirakel slecht was, dat het bureau v. d. Wederopbouw de zaak moest reorganiseren! De heren die er mee op de hoogte zijn weten, dat de meeste instemming met de opmer kingen over de grenswijziging. Deze grenswijziging loopt bv. midden door de haven van Dirksland, ook bij de Armen weg is het vreemd. De landbouwer M. K. V. Eek komt bv. bij Oude Tonge terecht en Oabbe zal bij Middelharnis worden gevoegd! De samensteller blijkt totaal onbevoegd te zijn op dit punt. Het tweede wat spr. frappeert is, dat hij in de memorie geen enkel cijfer heeft gelezen, dat er voordelen in zouden zit ten. In het geheel is spr. er tegen om dat de kleine gemeenten die dikwijls zeer welvarend zijn, zoals Nieuwe Tonge en Stad worden weggewerkt. Gezegd is ook, dat er in deze plaatsen geen ambts woningen gebouwd worden, waarvan hij het tegendeel bewijst met als voorbeeld Nieuwe Tonge. Wanneer Gedeputeerden het toch doordrijven zou de meest logische op lossing zijn om van Flakkee één ge meente te maken! (Hilariteit.) Als er één gemeente is kunnen van de 126 raadsleden er 100 op stal worden gezet wat een voordeel geven zou van 5000.per jaar. Dan het voordeel op burgemeesters en secretaris salaris sen daar men met één kan volstaan. In deze samenvoeging ziet hij niets, als groot ongenoegen, aanwijsbare voorde len zijn niet aan te tonen. De heer Dekker wethouder te Nieuwe Tonge vindt dat de besprekingen op andere wijze moeten gevoerd. We moeten Flakkee en de voorstellen tot samenvoeging centraal zien. Het heeft geen nut om ieder zijn mening over de voorstellen te zeggen, het moet z.l. tot daden komen. Bij spr. (Zie voor vervolg pag. 4 Ie kolom.)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1950 | | pagina 1