EIIAIiDEn-IIIEUWS Uit het Kijkvenst elSolex Zes dagen hechtenis voor een dronken chauffeur WED. KURVINK's DROGISTERIJ J Leestafel 8S 2e Blad Zaterdag 22|April 1950 No|il913 I MÜNHARDTJE5: DE CACHET, Zondagsdiensten Artsen. Kantongerecht Sommelsdjjk ook voor FOTO-ARTIKELEN KERKSTRAAT 160 OUDDORP Ingezonden Stukken AMANDELTJESPUDDING mei nóg meer amandel^ O^KOHÊOO^ StatenVierWeztng De „bog« vergadering" Begftnselsti^. Het zou zeer te betreuren zfn wan neer de zorgen van onze tijd de belang stelling voor de komende verkiezing voor de Provinciale Staten zouden doen dalen. In de herinnering der ouderen onder ons leeft nog de stembus-strfld, als een voor-oorlogs artikel. Wat kon het er warm naar toe gaan! Na de oor log was er zóveel veranderd en zoveel onwennig, dat wij nog niet geheel weer de ouden geworden ztjn. De doorbraak gedachte moest eerst nog verwerkt worden, velen waren geestesvermoeid uit de oorlogstyd gekomen, alles in dis orde en zo langzamerhand komen de parttjen weer tot zichzelf. Intussen heeft de Arbeidersregering met de Roomsen het Indië-drama opge voerd en zo zgn wij nu gekomen in de tijd, dat gij Uw land een dienst bewijst als ge met Uw gezin naar Australië of Canada; vertrekt. De nood van onze dagen laat echter jiminst lauwheid toe, als het stem- ijot gebruikt moet worden. Er moet van onze stem een getuigenis uitgaan. Het Socialisme, soms nog door dominé's gepredikt, verheft zich krachtig, daar achter doemt het communisme op, dat de laatste zedelijke nonnen in ons volks leven zal uitroeien. Wie 't nu wel meent met zijn land, gebruikt het middel dat hem in wettige weg toekomt en plaatst tegenover de revolutie, die uit de mens is, het leven uit en naar het Woord, dat de openbaring Gods is. De uitkomst ge ven wfl dan over in de handen van Hem, Die in alles Zijn Raad uitvoert. De ont wikkeling van het wereldgebeuren schrydt voort naar het éénmaal bepaal de doel, nochtans hebben w\j daaronder onze plicht te doen en te tonen, dat land en volk ons lief zjjn, misschien zal de Heere nog horen. Er is een tijd geweest dat men van Socialistische z\jde de Provinciale Sta ten aanduidde a!s „het boerencollege." Ja, dat was, toen men daar niet aan geldsmyterö mededeed. Het college van Gedeputeerde Staten, met de dagelijkse zaken belast, houdt immers toezicht op de Gemeentebesturen en heeft een zeer machtige positie. Wat wonder dat al wat „rood" was dé.é.T 'n el of zes van moest hebben. Later is er voor Vrflzin- nig-Democraat en- Sociaal-democraat 66k 'n zeteltje ingeruimd en nu is het zo geworden, dat Anti- en Chr. Hist. 66k een woordje mogen zeggen, waar zij weleer het heft in handen hadden. En het zou toch wel jammer zijn als de Party van de Arbeid nog meer praats zou krijgen. Uw stembiljet moet nu dui- delp maken, dat gö U schaart aan de zijde dergenen, die het Woord dea Hee- ren toch als hun richtsnoer willen er kennen en die niet leven uit de „rede", want die komt op uit het verstand van de gevallen mens. Denk er aan, de stem men worden in 't kamp van de vijand nauwkeurig geteld en gewogen, ook Uw stem! Nu heb ik inderdaad in de vergader zaal der Staten van Zuid Holland (waar komt een mens soms al niet?) wel eens een man ontmoet in een jasje van iet wat oude snit en die ringetjes in de oren droeg. Wat zou het? 's Lands wfls, 's lands eer. Maar ik herinner m^j, dat hij heel goed sprak en heel frisse ge dachten naar voren bracht. Daar kon je respect voor hebben, 't Was één stuk degelijkheid. Ook denk ik aan mijn vriend, die Sta tenlid was. Een technisch man, naar wiens adviezen men gaarne luisterde. Htj wist zijn weetje. Maar geen re denaar. Dat behoeft ook niet, want men komt niet in de Statenzitting om ora torische steekspelen bij te wonen. Deze vriend, in zijn ongekunsteldheid, had de verkeerde gewoonte soms in zijn uiteen zetting te zeggen: „dieper zal ik dit niet uitleggen want dat begrijpen jullie toch niet." Wat tot grote hilariteit leid de, zoals te begrijpen is. En dat in zulk een „hoge vergadering!" 4< Ja, de vroegere Commissaris van de Koningin, wijlen Baron Sweerts de Lan- daa Wyborch, die ik er vaak gezien heb, sprak gaarne van het Statencol- 'ege als van een ,hoge vergadering." Dat was wel nodig als tegenwicht te- ge de communist de Visser, wiens woorden al wat naar respect zweemde, trachtte te verderven. De hoogbejaar de Voorzitter, in rok met witte das was een man van fijne beschaving en def tige omgangsvormen. Wie hem in zijn kabinet bezocht ontving hö bij de deur, gaf U een arm en geleidde U zo naar de voor U bestemde stoel. En bij 't af scheid schreed hij weer gearmd met U naar de deur. Op hem volgde als Commissaris de heer Mr Dr van Kamebeek, voorheen Minister van Buitenlandse Zaken, be kend uit de dagen van de verwerping van het Belgisch Verdrag en van de te rugroeping van onze gezant bij den Paus. Een man van grote allures, toch minzaam, uitnemend redenaar, een ge boren regent. Wie zulke mannen heeft gadegeslagen erkent in hen de gaven die God hen boven velen schonk en is wars van het praatje, „dat alle mensen gelijk zijn en allen alles kunnen, als zij ook maar lang hadden gestudeerd." Want niets is minder waar dan dat. Zo wordt ook In het Statencollege de levensstrijd gestreden en worstelen de inzichten en beginselen om de overwin ning. Elk doe zijn plicht en wete zijn taalt! Het schoonste zij de erkeiming van het woord van de Psalmist: als de Heere het huia niet bouwt, tevergeefs waakt de wachter! WAARNEMER. die pijn verdrijft en kou afzet. 40en75ct Van Zaterdag 22 April v.in. 12 uur t.m. Maandag 24 April v.m, 9 uur MlddeUiamis-SommelsdiJk Afwezig de heren P. Knöps, Tj. Kui pers en A, Kievit. Voor spoedgevallen C. F. Arends, arts, Telef. 1, Middelhar- nis. Diilcsland-Herïdngen-lVIeUasant Afwezig B. Elvé, arts. Voor spoedge vallen G. Huisman, arts, Telef. 1512, Melissant en dr P. Boot, Telef. 127, Dirksland. Oost-Flakkeie: Afwezig de artsen G. J. Buth, C. W. Kramers en P. J. de Man. Voor spoed gevallen E. J. Bouman, arts, Telef. 19, Stad aan 't Haringvliet en P. C. J. Voogd, arts, Telef. 59, Oude Tonge. TEIEFOON SERVICE STATION MIDDELHARNIS Een ieder die een RIJWIEL 80LEX aanschaft is vol enthousiasme over de betrouwbaarheid, ge makkelijke bediening, geringe kosten en de goede service. Zitting van Vrijdag 14 April. Kantonrechter: Mr v. d. Velde. Ambtenaar O.M.: Mr de Jong. (VERVOLG) L. de Visser te Mlddelhamis fietste zonder voorlicht 4.of 2 d.h. C. Gtoedegebuur te Melissant parkeer de op Woensdag zijn auto op het Markt- veld te Sommelsdjjk. 5.of 2 d.h. T. Jongejan te Sommelsdtjk liet zijn rijwiel onbeheerd achter, 3.of 1 d.h. B. de Ruiter te Sommelsdijk hield ziJn dochtertje thuis uit school, omdat ztjn vrouw ziek was. Pres.: De dokter had niet gezegd ,dat ze thuis moest blijven. 10.— of 6 d.h. Mej. J. Troost té Melissant en Jac. Polder te Middelhamla fietsten zonder achterlicht, 3.of 1 d.h. D. Ras te Ooltgensplaat parkeerde op verboden terrein, 5.of 2 d.h. M. Bom te Mlddelhamis had een mest vaalt laten uitwateren in een goot, het geen verdachte ontkende, omdat de mestvaalt lager lag dan de goot. Get. wachtm. Moerland was een an dere mening toegedaan, want de mest vaalt lag 1% m hoger dan de goot. Het was er een grote janboel en de gemeente heeft het op moeten knappen. 4.— Of 2 d.h. L. Schipper te Mlddelhamis bestuur de een auto zonder verlichting, hetgeen verdachte op de vorige zitting had ont kend. Get. wachtm. Kievit stond op controle motorrijtuigen bij de Langendam. Over een afstand van 300 m heeft verd. met de linkse koplamp uitgereden. Toen ik hem aanhield, rammelde hij aan de lan taarn en toen ging ze weer aan. Eis 10.— of 4 d.h. Uitspr. 6.— of 2 dagen hechtenis. A. den Eerzamen te Goedereede heeft ztJn 14-jarige zoontje Flip de tractor la ten besturen. Verd.: Ik stond naast hem op de trac tor en ik dacht, dat dit mocht. Ambt. O.M.: Een dergelijke knaap heeft geen verantwoordelijkheidsgevoel. Eis 25.— of 10 d.h. Verd.: In het land rijdt hij ook veel en dat wil hfl zelf. Ik heb het hem niet opgedragen. 10.— of 4 d.h. P. de Jong te Dirksland parkeerde zijn auto op verboden terrein. Ik heb een klok afgegeven by Huysen te Nieuwe Tonge en daar heb ik hoog stens drie minuten gestaan en dat mag. De zaak werd aangehouden om ver balisant te horen. M. A. Melissant te Dirksland bevond zich in kennelijke staat van dronken schap. Verd. zeide dat het niet in 1949 maar in 1950 was geweest. Volgt vrijspraak. Aanpassen M. V. d. Ham te Nieuwe Tonge over trad de vestigingswet, omdat hij elec- trische artikelen verkocht. Verd.: Ik geloof van niet, want ik heb altijd petroleiun en gaslampen ver kocht en nu verkoop ik electrische, om dat er pas electrisch gekomen is. Pres.: U hebt zich dus aangepast. De zaak werd aangehouden. J. M. Breeman te Nieuwe Tonge stond terecht, omdat hij electrische artikelen tesamen met ziJn schoonvader M. v. d. Ham verkocht, terwijl hij geen vergun ning had. Ik bemoei me niet met die handel, want ik ben chauffeur en heb zelf een vrachtwagen. Ik gaf dat alleen maar op, omdat Ik een middenstandsdiploma heb en daarmee dacht ik de zaak op te lossen. Omdat verd. er niet debit aan bleek te ziJn, werd hij vrijgesproken. J. A. van Loon te Nieuwe Tonge had geen rijbewijs, 25.of 10 d.h. J. W. V. Oostende te Nieuwe Tonge verkocht ook electrische artikelen zon der daartoe gerechtigd te zijn. Ook deze zaak werd tot 9 Juli aan gehouden. J. J. Mathijsse te Den Bommel kon geen rijbewijs tonen, 15.of 6 d.h. D. V. Keulen te Mlddelhamis, fietste In Stad in de Nieuwstraat in de ver keerde richting, 3.~ of 1 d.h. J. W. V. d. Kroon te Dirksland, liet zijn rijwiel onbeheerd achter, 3.of 1 dag hechtenis. Zowel S. M. Tiggelman als P. Klein, beide te Melijssant overtraden de Woon- ruimtewet. Het kostte hen 7.50. M. V. d. Baan te Melissant reed zon der achterlicht, 11.of 8 d.h. H. Wilkes te Dirksland, voetbalde op de straat, omdat hü dat zo graag doet. Pres.: Jullie hebben daar toch een voetbalveld 4.— of 2 d.h. J. W. de Geus te Dirksland, had in zijn melkbus geen roerder aanwezig en ook ontbraken verschillende kenmerken op de bakfiets. 2 x 5.- of 2 x 2 d.h. W. V. Staaldulnen te Heilo, niet ver schenen, reed op een stoep te Stellen- dam de vrachtauto van Sperling te Oud- dorp aan. Get. J. Jansen te Stellendam: De auto van Sperling stond stil en die van Staaldulnen had er gemakkelijk langs gekund. Get. K. J. de Goede te Stellendam. Ik liep op de oprit, die loopt van de Voorstraat naar de ICaai. Sperling stond stil en van Staaldulnen reed met zijn rechterspatbord tegen de achterkant van de auto van Sperling aan. Na het ongeluk stond de luxe wagen geheel links van de weg. Htj had ruimte genoeg om te passeren. 25.— of 10 d.h. D. Meeldijk te Mijnsheerenland reed met 2tln vrachtauto achteruit tegen een lantaarnpaal. De schade heb ik vergoed en nu dacht ik, dat ik er af was, maar nu moet ik nogmaals betalen. Pres.: U bent geen voorzichtig rijder Verd.: Mijn maat heeft mij niet tijdig genoeg gewaarschuwd. Ambt. O.M.: Het betreft hier achter uit rijden zonder voldoende op te letten en bovendien denkt verd. de verzeke ring dekt de schade. Eis 20.— of 8 d.h. Verd.: Dat is veel. Pres.: U dreef toch handel in uien? 20.— of 6 d.h. C. A. Peeman te Mlddelhamis pas seerde in de Nieuwstraat een wielrijder en reed deze aan. Verd.: Ik dacht, dat ik nog in Indië waa. Get. G. de Mooij te Mlddelhamis reed op de fiets in de Nieuwstraat en kreeg plotseling een klap van iemand en smakte daardoor tegen de grond. Verd. heeft m.i. niet ruw of noncha lant gereden. Ambt. O.M.: Hü heeft alleen geen re kening gehouden met dat rijwiel. Eis 25.— of 10 d.h. Verd.: Ik heb al zoveel onkosten ge had voor aanschaf van miJn kleding. 10.— of 4 d.h. W. v. Dalen te Dirksland reed met ziJn auto op de Dorpsweg te Stellendam tegen de tram op, terwijl hij niet in het bezit was van een rijbewijs, hetgeen verd. direct toegaf. Get. wachtm. Kluit reed eveneens op de Dorpsweg, zag de tram aankomen en zag ook de auto er tegen op rijden. Ze waren gelijktijdig op de overweg. Het uitzicht is daar erg slecht omdat er een boomgaard staat. Pres.: De tram was 5 minuten te laat van Ouddorp vertrokken en dit is verd. noodlottig geworden. Dit is echter bij wijze van uitzondering, want op de spitsuren is het meestal anders. Get. J. Korteweg te Mlddelhamis voel de een grote schok en zag de auto naast de tram liggen. Get. had verd. niet zien rijden, maar geeft toe, dat het uitzicht daar slecht is. Ambt. O.M.: Hier heeft weer een aan rijding met de tram plaats gehad. 20.— of 8 d.h. Een rare sinjeur J. Bruggeman te Goedereede reed, ge zeten in een auto, 's nachts om 0.15 uur stomdronken tegen een paal op. Daar weet ik niets van. Ik had maar twee borrels jenever en twee zoeten uitgedronken. Ik was helemaal niet raar en van de rest kan ik niets meer vertellen. Eerst had ik bij Krijger zitten kaar ten en daar heb ik twee jenevertjes ge dronken en bij van Beek noch twee bes- senjenevertjes en een glas bier. Pres.: Daarna ben je plotseling met de auto van Tanis weggereden en toen tegen een lantaarn aangebotst. Je bent een rare sinjeur. Get. wachtm. van Houwelingen: Ta- nis bracht Bruggeman 's nachts om één uur bij mi) en toen ik hem wegbracht, waggelde hiJ wel verschrikkelijk maar botste nog niet telkens tegen mij aan. Voor zover mij bekend, maakt hij geen misbruik van sterke drank en heeft ook geen verkeerde vrienden. G«t. K. Tanis te Goedereede zat ^ook 'in „De Gouden Leeuw" toen hiJ zijn zus ter hoorde roepen, ze gaan er met je auto vandoor. Al slingerende ging hij de Achterweg uit. Daar ik vermoedde dat hij voorlangs terug zou komen, ben ik naar voren gegaan met de bedoeling hem in de bocht te pakken, maar dit was niet meer nodig, want hiJ was al tegen de paal aangereden. Toen ik hem uit de auto haalde, was hiJ stomdronken. Get. W. L. V. Beek te Goedereede ver klaarde, dat verd. tegen half tien bij hem was gekomen. Hij heeft bij miJ twee borrels van 35 gr. met 38% alco hol gedronken en daarna nog een glas bier. Toen hij met Melissant stond te praten, heb ik niets aan hem gemerkt. Ik heb hem ook zien rijden en dat ging wel een beetje slingerend. Het ongeval was echter al gebeurd voor ik het zag. Pres.: U verklaarde tegen de politie, dat Bruggeman stond te zwammen. Get.: Dat is niet waar. Ambt. O.M.: Verdachte heeft zelf de zaak al verteld en ten overvloede heb ben we de getuigen nog gehoord. Ik vind dit een ernstige zaak en zoiets is op Plakkee nog nooit voorgekomen. De ze verdachte is volkomen in de olie ge weest en heeft zich niet ontzien om toch achter het stuur plaats te nemen. Get. Tanis heeft hem reeds een repri mande gegeven en daarenboven wil ik requireren zoals dit in Rotterdam in der gelijke zaken gebeurd. Het is een zeer ernstige zaak en daar om vraag ik mij af wat moet de straf zijn, In dit geval kan geen geldboete ge geven worden, want die weegt niet op tegen het gevaar. De eis luidde dan ook 14 dagen prin cipiële hechtenis. Ik heb de rekening ook al moeten be talen en nu ben ik mijn betrekking ook nog kwijt. zendt haar goederen reeds meer dan 40 jaar over het eiland. Mogen wij van U ook eens een ordertje ont vangen? Wij hebben de echte VARKENSPOEDER weer tegen roest en stijfheid bij varkens en biggen f 1.50 per pak. Poeders tegen diarrhee bij kalveren f 1.per doos. Pres.: Maar wat moeten we dan met dronken chauffeurs doen. Ambt. O.M.: Dit had je eerder moe ten bedenken. De uitspraak luidde 6 dagen onvoor waardelijke hechtenis. Pres.: Mensen die dronken achter het stuur zitten moeten de kast in. Verd. wist nog niet of hij hoger be roep zal aantekenen. (Buiten verantwoordelijkheid der Red.) Mijnheer de Redacteur, Vergun me s.v.p. een plaatsje in Uw veelgelezen blad waarvoor mijn dank. Veel wordt er tegenwoordig geklaagd over de baldadigheid van de jeugd. En het is inderdaad juist, dat U in uw hoofdartikel van Zaterdag 1 April de oorzaak er van zoekt in het gezin. Men spreekt van de crisis der jeugd, maar eigenlijk zou men moeten spreken van de crisis van het gezin. In het gezin, beter gezegd in het ver worden gezin ligt de oorzaak van de baldadigheid der jeugd. Zal het met de jeugd in orde komen dan moet er refor matie komen in de gezinnen. De ont aarding van het gezin sleept met zich de ontaarding van de jeugd. Veel wordt er voor de jeugd gedaan, mogelijk wel te veel. De arbeid aan de jeugd besteed door allerlei verenigingen en bonden en wat zich er ook al meer mee bemoeit, hoe goed ook bedoeld, kan er toe mede werken, dat het gezin naar de achter grond wordt gedreven. Jeugd, als jeugd een zelfstandig be staan voerend, heeft het gevolg een te- rugdrijving van het gezin. Daarom lijkt ons de organisatie van de jeugd, zoals die tot op heden plaats vindt niet zonder gevaar. Ze komen in hun aparte organisaties te ver van het gezin en het gevaar is niet denkbeeldig dat 2e zich „tegen", ja „boven" het ge zin plaatsen. Vanwege hun organisatie zich verhe ven gevoelen boven het gezin, dat van wege het verschil in leeftijd als achter lijk en niet van deze tijd wordt be schouwd. Een bloeiend gezinsleven heeft niet te worstelen met jeugdproblemen. De jeugd moet beziggehouden zegt men. Dat is juist, maar met volle inschake ling van het gezin. „Bezighouderij", bui ten de kring van het gezin leidt licht tot verzwakking van het gezin. Vaak heeft de jeugd door die bezig houderij geen tijd meer over voor het gezin. De ene avond moeten ze hier heen, de andere avond daarheen, zo dat er van een geregelde inwerking op de jeugd door het gezin geen sprake is. Begeleidende verschijnselen van wat als een jeugdprobleem wordt voorge steld in de crisis van het gezag, zowel in als buiten het gezin. Tucht en straf zijn begrippen die vaak als verouderd worden aangemerkt. In dit opzicht wordt de jeugd vaak te veel ontzien. Men durft vaak in gezinnen en buiten de gezinnen niet tegen de jeugd op te treden. Het is alsof men tegenover de jeugd geen „neen" durft te zeggen. De jeugd bepaalt haar eigen levenskoers en maakt voor zich zelf uit, of ze bv. roken of snoepen zal. De soberheid is verdwe nen en de onthouding in haar eigen be lang juist omdat ze jeugd is, is lang doorbroken. Inplaats dat vader en moeder bepalen wat mag en niet mag maakt de jeugd het uit. Vader en moeder treden vaak te slap op en ook buiten het gezin wordt de jeugd te veel met fluwelen hand schoenen aangevat. Een behoorlijke dis cipline door de burgerlijke autoriteiten, Inzonderheid door politie en justitie ont breekt maar al te zeer. De jeugd moet ontzien worden, zelfs de politie is in dit opzicht de handen gebonden. Hoe vaak worden niet politie en opvoeders spe ciaal de onderwijzers de handen gebon den door onverstandige ouders, die in- plaats van met deze autoriteiten sam(;n te werken er zich tegenover gaan stel len. De jeugd is te vrij, en die te grote vrijheid kan ze niet dragen, vandaar de excessen die zich speciaal op ons eiland voordoen. Ben strakker optreden van de politie is goed en kan tijdelijlt verbete ring aan brengen. Een gummlstok kan veel in deze richting doen, maar de wa re verbetering moet van uit de gezinnen komen. Versterking van het gezin leidt tot verbetering van de jeugd. Helaas is de tijd in dat opzicht niet hoopgevend, de gezinsband wordt losser omdat men niet meer leeft onder de band van 's Heeren Woord. En bij de opvoeding is 's Heeren Woord van de grootste bete kenis. Laat men 's Heeren Woord lo.s, dan legt men de bijl aan de wortel van het gezag en komt het jeugdprobleem met al zijn moeilijkheden om de hoek kijken. Verbeteringen en reformatie van de gezinnen leidt tot oplossing van het jeugdprobleem, maar dit eerste kan niet geschieden buiten Gods Woord. U dankend voor de verleende plaats ruimte. Abonné K. In de Bibliotheek Studiefonds voor de te Krabbendijke is van de 3e Jaargang lend over Johannes, sostomus, patriarch geschreven door het de heer P, Kuyt, ten bate van het Chr, Kweekschool het tweede boekje verschenen hande- bijgenaamd Chry- te Constantinopel, Hoofd der School, De heer Kuyt schijnt onuitputtelijk te zijn in het scheppen van interessante lectuur. We werpen met dit boekje weer een blik in de tijd van de eerste Chris tenkerk. In zijn eigen, rake stijl, vertelt hij ons van dezen Godsgezant. Het is een boekje met goede moraal: aan de prediker Chrysostomus drongen zich valse vrienden op, die hem niets dan schade berokkenden! Goed, dat ook pre dikanten van onze dagen dit lezen, die ook vaak door vleiers worden omgeven! Een zin begrijpen we niet. ,,De zoon van Eudoxia, die reeds voor Gods rech terstoel was opgeroepen, stond aan de oever, toen de kist werd ontscheept. Hij ontblootte het hoofd, en vroeg vergif fenis(blz. 21.) Hoe kan dat? Aanbevolen. Prijs 60 cent. 21 Zonder enig teken van ongeduld te geven, luisterde Porsyth naar de opeen stapeling van leugens, „Dus was het briefje, dat ik van juf frouw Barrington kreeg, bedrog?" „Het is wel zo goed, het een maatre- pi Voor uw veiligheid te noemen, dok ter. De deugdzame juffrouw Barrington stelde het zelf voor," "Stelde juffrouw Barrington het zelf Voor?" to Forsyth's wijze van spreken liet Zich een lichte verwondering horen en terwijl htj overdacht of deze verklaring werkelijk waarheid bevatte kwam er een peinzende blik op zijn gelaat. Dit merk te de Chinees op en op zoetsappigen toon antwoordde hij: ,J)e deugdzame aame was bang, dat uw weigering u noodlottig zou worden en vervuld met ^org voor uw welvaren, als zij is, raad- J^ zij aan, bedoeld plan te volgen en u Van uw eigen dwaasheid te verlossen," Onder het spreken van de Chinees be woog Forsyth de benen, waardoor de Kettingen, waarmee hem de voeten wa- «n gebonden, rammelden. Hfl vroeg zeer terecht: „Stelde jUffróüw Barring ton ook in mijn eigen belang voor, dat ik gebonden zou worden?" Enigszins in de war gebracht door deze vraag, antwoordde de bediende van de mandarijn met een strak gezicht: „Neen, dat ia op mijn bevel gebeurd. Als zij er van hoorde, zou het haar ten zeer ste spijten. Maar het waa wat uw lands lieden noemen, een noodzakel^k kwaad, dokter. Zoals u ziet, was het voor uw eigen gezondheid nodig, dat u Yong-Foo verliet. Hadden we u niet gebonden, dan was u ongetwijfeld losgebroken en over boord gesprongen, waardooru uw eigen ondergang tegemoet gelopen zou ziJn, is het niet, waarde dokter?" Dick Forsyth wilde daarover niet pra ten, maar antwoordde met een vraag: „WaarheenbrengtumtlNaar Canton? De Chinees schudde het hoofd. „Mijn zeer geachte meester verlaagt niet, dat u daarheen gaat, tenminste nu nog niet. Hij is overtuigd, dat u zo vooringeno men zijt met zijn regering te Yong- Foo dat u hem niets dan ongerief zou veroorzaken. Bovendien verlangt hij u van betere inzichten te doordringen voor hij u naar uw eigen volk laat trek ken. Daarom strekt hiJ de gastvrijheid van ziJn huis voor u uit tot de grens van de provincie, die het geluk heeft door hem bestuiu-d te worden," „Zo. Dus ik ben de gevangene van de mandarijn?" vroeg Forsyth botweg, „Zeg liever: zijn geëerde gast. Maar Uw h^dën zijn w^r iii ördë ^n de rijst staat op u te wachten." Meteen klapte hij in de handen. Ter stond verscheen een bediende, die op een blad een volledig ontbijt binnenbracht. De voorname Chinees gaf de dienaar een kort bevel, waarop deze in een apart kopje thee Inschonk en op een afzonderlijk bord een kleüie hoeveelheid rijst deed. Vervolgens keek de eerste Forsyth aan en zeide: „Ik heb al ontbeten en nu weer eten is overdaad, maar uit ach ting voor een gast en in overeenstem ming met de wetten der gastvrijheid eet ik met u mee." Hij wachtte niet tot .Forsyth begon, maar tastte direct toe en de dokter be greep toen, dat hij zonder enig gevaar, het voedsel kon nuttigen. Nadat hij zijn honger gestild had, nam de voorname Chinees zijn kopje thee en keek glim lachend naar ziJn gedwongen gast. „Mijn geëerde meester is nauwkeurig in grote, zowel als in kleine dingen. Wat ik heb gedaan, zou hfl ook niet hebben geaarzeld te doen, hoewel te veel eten iemand niet prettig bekomt," Dick Forsjrth had ziJn ontbijt genut tigd en dronk eveneens een kopje thee. De Chinees klapte nog eens in de han den en weer verscheen de bediende, die de kopjes wegruimde. Een tweede be dlende bracht een blaadje met sigaren en sigaretten, met een klein opiumpijp- je en een spirituslampje. „RööTtt u, waarde heer?" vroeg hij glimlachend, „De opium is voor miJ, Na zoveel rflst is dat heerlijk. Maar als u de sigaren niet vertrouwt, wil ik ook wel met u meeroken", „Dank u", antwoordde Forsyth na een ogenblik peinzen. Was er gevaar dan zou hij het terstond bemerken. Wil de men hem doden, dan konden zij dat doen op allerlei wijze. HiJ stak een si garet aan en de Chinees deed enige halen uit zijn pijpje, waardoor hij mis schien gedurende een minuut of drie in dromen verzonken was, „Binnen enkele dagen zullen wij sa men van de buitenlucht genieten", zei hij na verloop van tiJd, om vervolgens nog enkele woorden met Forsyth te wisselen en dan te vertrekken, deze overlatende aan zijn gedachten. Wat Forsyth er van denken moest, begreep hij zelf nog niet, In weerwil van de mooie woorden van de Chinees en de hoffelijke behandeling was hij on getwijfeld de gevangene van de manda rijn. Werd hij inderdaad gevoerd naar de grenzen van diens machtsgebied, dan stond hem niet veel goeds te wachten, In ieder geval moest hij ontsnappen vóór hiJ zijn bestemming bereikt had, want anders Na verloop van drie dagen kwam Ah- Yeo, zo heette de hoffelijke Chinees, weer naar hem toe. „Waarde dokter, zou u graag boven komen?" Dick Forsyths hart klopte hevig. Toch kampte hü uit alle macht, om zijn ont roering meester te blijven. Boven op het dek toch was er vrij wat meer kans tot ontsnappen dan hier beneden. Zo onver schillig mogelijk antwoordde hij dus, terwijl hij op zijn voeten wees: ,,Wel graag als ik maar kon lopen. Maar ik vrees, dat ik niet meer kan. Mijn voeten voelen zo stijf en zo dood." Ah-Yeo lachte even. „Dat kan ver holpen worden, dokter, zoals ik zal la ten zien." Hij verliet ziJn gevangene, ging naar het dek, maar kwam direct terug met een paar bedienden. Eén van deze deed de ketens af, terwijl de an dere begon te masseren. Na enige tijd, zeide Ah-Yeo: „Nu dokter, als u lopen kunt Voorzichtig probeerde Forsyth zijn voeten te verzetten en met behulp van de bedienden kwam hij boven. Een blik naar rechts en links zei hem dat, indien hij 's nachts in het donker op het dek zou komen, ontsnappen niet moeilijk zou vallen. Ook het dek nam hö nauwkeurig op. Onder de voorwer pen, die er lagen, was er wel een, dat in bijzondere mate zijn aandacht trok. Om dit evenwel niet te tonen, wachtte hij eerst enige tijd en strompelde dan, zo goed en kwaad het ging naar de andere zijde van het schip. Toen hij bij het bewuste voorwerp kwam, stond hij niet stil, maar nam het onder het voorbijgaan scherp op. HiJ had niet verkeerd gezien: het voorwerp, dat hem zulk een belang inboezemde. was een damesschoen. Nog eens liep hij er langs. ,Een Euro pese, ongetwijfeld", mompelde hij. ,Hoe komt die hier?" Het ding scheen hem te betoveren. Hij wilde het oppakken, maar liet het na, omdat een Chinees hem nakeek. Onwillekeurig vroeg hij zich af: „Van wie is die schoen?" Wie is de eigenares?" Ogenblikkelijk was het antwoord klaar voor hem. Hoe ge waagd, hoe onwaarschijnlijk de onder stelling ook mocht zijn, hij bleef er bij volharden: De eigenares is Kathlijn Bar rington! Waren al de door Ah-Yeo ge geven verklaringen betreffende de han delwijze van Kathlijn met betrekking tot het briefje wel juist? Had hij de waarheid gesproken Was Kathlijn wer kelijk betrokken bij zijn gedwongen ver trek uit Yong-Foo? Wist zij, terwijl zij in hetzelfde vaartuig reisde, dat hij hier ook was? Wat was de bedoeling daar van? Was haar betoonde afkeer van de mandarijn niet meer geweest dan een voorgewend bedrog? Geheel in gedach ten verzonken bleef hij tenslotte bij de schoen stilstaan. Tegelijkertijd hoorde hij Ah-Yeo's stem achter zich: Stelt de Engelse dok ter zoveel belang in de schoen van de Engelse dame?" Met grote inspanning bleef Forsyth zich zelf meester en zei op heel gewo ne toon: „Ik vraag me zelf af, hoe die hier komt en wie de eigenares is." (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1950 | | pagina 5