Streekmuseum Goeree-Overflakkee
,UÏÏ SOMMELSDUK's VERLEDEN"
Plannen voor een sterke uitbreiding van
de agrariscne producten in Europa
OEST
Binnenkort een tentoonstelling in de R.H.B.S.
OSKAM IN CASSATIE
Centrale Veiling Middelharnis
rVestigingswet" van een zilversmid pim. 1745
De
Aanzienlijke dollarbesparing als resuUaai.
Rondom de
Landbouwschool
DE BOERDERIJ
AAN DE VAL
Biz. 2
„EILANDEN-NIEUWS"
Woensdag 14 December 1949
Donderdagavond kwam de Ver. tot
oprichting van een Streekmuseum op
dit eiland in Hotel Spee in openbare
vergadering bijeen.
De Voorzitter, de heer Krulder te
Sommelsdljlt, heette de aanwezigen met
een kort inleidend woord welkom. Waar
deze avond enkele schetsen zouden wor
den voorgedragen gaf de Voorz. aller
eerst het woord aan de bekende schrijver
Jan Knape Mz., gemeente-secretaris te
Sommelsdijk. Deze droeg een van zijn
novellen voor, getiteld
„Kees, de oude Voonnan."
Spreker deelde vooraf mee dat deze
novelle ruim 20 jaar oud was, waarmee
hij eigenlijk zijn literaire loopbaan is
begonnen. Indertijd heeft deze in de
,,Maas- en Scheldebode" gestaan en is
ze ook in „Eigen Volk", het maandblad
V. d. Kon. Ned. Academie v. Kunsten
en Wetenschappen, opgenomen. Spr.
heeft er niet mee gedaan als die beeld
houwer, die zijn eerste werkstukken die
hem niet bevielen kapot sloeg, maar
heeft het verhaal bewaai'd en het ook
niet willen herschrijven. Hij geeft het,
zoals het hem destijds uit de pen is ge
vloeid. Het verhaal is geen fantasie,
maar bewerkt naar gegevens, zoals hij
die van andere mensen kj'eeg. Kees, de
oude voorman heeft werkelijk geleefd,
hij woonde in het Kerkstraatje (Som
melsdijk.) Als jongen heeft spr. bij
Kees meerdre malen koffie gedronken
uit een grote i'onde kom en hem „de
legeiule van de Kloosterwei" horen ver
tellen. Kees wist het verhaal van zijn
grootvader, die had het ook zelf niet
meegemaakt, maar wist het weer door
overlevering, want het is al heel, heel
lang geleden.
In sappig dialect gaf de heer Knape
dan zijn verhaal door, waarvoor grote
aandacht was.
Er moet volgens de overlevering op de
plaats, thans „Kloosterwei" genoemd, in
de oudheid een gi'oot klooster hebben
gestaan, met een onderaardse-gang, die
in een der oude huizen op de Voorstraat
in Sommelsdijk uitkwam. Er was een
gracht om heen, waarvan de plaats nog
te zien moet zijn.
De Roomsen hadden in de tijd van
de hervorming veel te verduren, hun
Idooster werd vei-woest, mede door het
optreden van de TurkenDe monni
ken hadden, eer ze op de vlucht gingen
hun goudstukken in een grote ijzeren
kist gedaan en in de wel (waterput)
verstopt.
Jaren later was een gierige boer, die
door zijn geldgierigheid met de duivel
connecties had, er achter gekomen, dat
in de ruïne van het klooster nog een
schat moest zitten. Hij zocht in de oude
ruïnes en vond tenslotte de kist in de
wel. Des nachts, want niemand mocht
het Weten poogde hij met een span
paarden de zware kist uit de wel te
trekken. Maar telkens brak het touv/,
door het schuren over de welrand en
plonste de kist weer naar beneden. Gro
te vloeken rolden door de Kloosterwei,
hij riep het oordeel over zich uit. Op
een nacht toen hij het weer probeerde
de schat te bemachtigen, greep de dui
vel hem beet en smeet hem in de wel
waarin hij verdronk
Zo leeft de sage nog onder de bevol
king. En werd door de aanwezige gespro
ken of aldaar werkelijk een klooster had
gestaan, waarover echter weinig licht
verschaft werd. Deskundige opgravingen
zouden de waarheid kunnen bevestigen,
maar dan was zoals de heer Knape
opmerkte Flakkee een legende armer
geworden. In ieder geval was deze no
velle een mooie bijdrage op deze avond,
omdat het iets speciaals Plakkee's is.
Stemming Bestuur.
Ofschoon er weinig leden aanwezig
waren ging men toch over tot stemming
van een nieuw bestuur. Het voorlopig
bestuur, bestaande uit de heren Kruider
(Voorz.), C. Makkenze (Secr. Sypkens,
V. d. Tol en Th. de Waal werden geko
zen, terwijl als 6e bestuurslid de heer
Jan Knape Mz. er aan werd toegevoegd.
Een plaats voor het 7e bestuurslid werd
opengehouden, omdat in nader overleg
zal worden getreden met het gemeente
bestuur te Sommelsdijk, tot oprichting
van het Streekmuseum.
Tentoonstelling
In de laatste week van December zal
in de R.H.B.S. te Middelharnis een ten
toonstelling v/orden georganiseerd van
tal van antieke voorwerpen uit Goeree
Overflakkee, die door de bezitters
welwillend worden afgestaan. We noe
men er enkele dingen van, oude kleder
drachten, tegelplateaux, schilderijen.
munten, oude acten, vaandels, vazen, en
tiental andere dingen meer. Ir Meisehke
e.a. deskundigen zullen de exploitatie in
juiste banen helpen leiden. Tweede
Kerstdag (des middags) zal Burgemees
ter D. Rijnders de tentoonstelling ope
nen ,die tegen een laag entre zal kun
nen worden bezocht.
Wanneer iemand e.v. nog antieke
voorwerpen heeft, wordt hij of zij vrien
delijk verzocht deze voor die dagen in
bruikleen te willen afstaan.
De voorwerpen, die in bruikleen zijn
toegezegd, zullen door de bestuursleden
in de week van 19 tot 22 Dec. worden
afgehaald.
De Voorzitter, de heer Kruider gaf
op deze vergadering tenslotte een inte
ressante schets, naar gegevens uit de
archieven van de gemeente Sommels
dijk.
Op Woensdag 11 Januari zal W. Os
kam uit Middelharnis, die als mare
chaussee lid was van de N.S.B, en huis
zoekingen verrichtte, terecht staan in
cassatie. Oskam werd door de Zeeuwse
kamer van het Bijzonder Hof te Den
Haag veroordeeld' tot 20 jaar gevan
genisstraf met aftrek.
Veiling: van Vrijdag 9 December 1949
Witlof I 70.—73.—Witlof II f 59.—
60.Boerenkool f 21.Louwtjes
5.13.Zwijndrechtse wijnperen
18.Comtesse de Paris 8.St.
Remij 7.13.Gieser Wildeman
f 15.22.Cox Orange Huishoud
42.—.
Uienveilmg van 9 December 1949
Grove en gewone uien f 22.1223.04;
Drielingen 19.9320.—; Picklers
.f 20.17.
Aanvoer 73.000 kg.
Voor de Magistraat van Sommelsdijk
verscheen op 12 Sept. 1745 Cornells van
Gerwen, Mr Zilversmid te Dordrecht,
met het verzoek zich met zijn gezin al
hier te mogen vestigen, op welk ver
zoek welwillend werd beslist. De hier
reeds wonende ziversmid Gerardus Ale-
beeck was op deze concurrent niet ge
brand, en zou op zijn manier proberen
deze indringer er weer uit te werken.
Dat dit muisje nog een staartje zou
hebben, zult U horen. Aanstonds schreef
hij naar de Ambachtsvrouv/e, Maria, ba
ronnesse van Aerssen-Wernhout, met
het verzoek een persoonlijk onderhoud
te mogen hebben. In de laatste helft van
Dec. ontving hij bericht in den Haag-
verwacht te worden en toog daar 22
Dec. heen. Een plezierreisje was het al
lerminst want het vroor behoorlijk en
door de ijsgang ging het niet zo vlot
als de reiziger wel gewenst had. Toch
kwam hij heelhuids in den Haag, en bij
de Ambachts-vrouwe gekomen ontpopte
hij zich als een eerste klas zakenman.
Het doel van zijn reis, aldus begon hij,
was zijn medelijden dat hij had met de
vele wezen welke in zijn woonplaats
waren, en hij stelde voor een nieuw
weeshuis te laten bouwen, voor welk
doel hij 600.voteerde. Op zich zelf
een prijzenswaardige daad, daar dit voor
die tijd een groot bedrag was, maar
hoor de keerzijde van de medaille. Hij
zou het dan zeer op prijs stellen als
hij met een octrooi begiftigd werd al
leen het beroep van zilversmid in Som
melsdijk te mogen uitoefenen.
De Ambachtsvrouwe waarschijnlijk
bewogen door de man die zoveel voelde
voor de arme weesjes, liep in de val en
verleende hem met gevraagde recht, en
met een verheugd gezicht aanvaardde
hij de tei'ugtocht.
Van dit alles was de Magistraat van
Sommelsdijk onkundig gebleven, even
als van Gerwen die intussen al een huis
aan de Westzijde van de Voorstraat ge
kocht had, om er zich in te vestigen, en
liet het inrichten om zijn ambacht uit
te oefenen. Van zijn reis teruggekeei'd
wendde Alebeeck zich tot van Gerwen
met het verzoek zijn biezen te pakken,
daar hij het alleen recht bezat om dit
vak uit te oefenen, van Gerwen wist
dan ook niet hoe hard hij naar de Ma
gistraat moet lopen, welke juist in ver
gadering bijeen was, en vertelde hun
wat er voorgevallen was. De Heren
Schepenen en Gezworens zaten na dit
bericht met de handen in het haar. Zij
hadden aan van Gerwen vrijheid van
inwoning toegezegd, benevens het recht
om zijn ambacht uit te oefenen, en de
Ambachtsvrouwe, aan wien zij onderge
schikt waren, kruiste hun vaarwater op
een onpleizlerige manier.
Lang en breed werd er geconfereerd
en zij beloofden de bedreigde zilversmid
hun belofte gestand te doen, het recht
dat zij bezaten zouden ze zich niet laten
ontnemen. Vaa Gerwen werd naar huls
gestuurd, met de toezegging dat al de
gevolgen welke hieruit zouden voort
vloeien voor rekening van de Magi
straat zpuden komen. Nu was het hun
taak tot een vergelijk te komen, daar
er 2 partijen ontstaan waren. Aan de
ene kant de Magistraat die het oude
recht had personen in de heerlijkheid
toe te laten, aan de andere kant de
Amb. vr. die het recht had personen
het uitoefenen te verbieden en hen uit
het rechtsgebied van haar heerlijkheid
te laten verwijderen, en aan wien de
Magistraat gehoorzaamheid verschul
digd was. De heren waagden dus wel
veel door in oppositie te komen, het kon
hun baan als gezworens en schepen kos
ten, daar dit college ieder jaar door
de Amb. vr. aangesteld werd. Het kon
een spannende strijd worden. Wie zou
winnen? Om het eerst op vreedzame
manier te proberen gingen de Bailluiw
Hobius de Krijger, de Schepen Hendrik
Smits en de gezworens Cornells Bree-
man en Jacob Bane naar Den Haag,
maar zonder resultaat.
De Amb. vr. was er niet tegen dat
van Gerwen in het huis bleef wonen,
maar mocht zijn nering niet uitoefenen.
Onverrichterzake teruggekeerd werd
een schrijven gericht aan de Staten van
Zeeland. In een uitvoerige brief werd de
Heren verteld hoe de vork aan de steel
zat en gewezen op het feit, dat indien
van Gerwen zijn ambacht niet uit zou
mogen oefenen deze man geruïneerd zou.
zijn, wegens de koop van zijn huis en
de kosten van het vermaken. De Ma
gistraat wilde zich verder gehandhaafd
zien in haar oud en wettig gezag. Het
door de Amb. vr. genomen besluit had
zij dan ook moeten nemen in overleg
met hun. De nog maar kortelings over
leden amb. heer had opdracht gegeven
dat de Magistr. er voortdurend op bedacht
moest zijn een grote verscheidenheid
van ambachten toe te laten, opdat de
ingezetenen des te beter bediend zouden
worden, opdat ze niet verplicht zouden
zijn hun benodigdheden bij een bepaalde
winkelier te betrekken welke een al te
groot gewin stelle tot zijn enigst doel
wit". Deze zin_werd eveneens in debrief
verwerkt en was een steek aan het
adres van van Alebeeck. De brief werd
besloten met een loftuiting op hun
woonplaats: ,,een plaats die de ere heeft
van allenig in den geheelen Eilande van
Overflakkee, verre afgescheiden van de
plaatsen welke onder Holland behoren.
Een plaats die metterdaad ondervind
een onverdiende gunst te genieten door
dat het onder Zeeland behoort, een
plaats die geworden, en so wij hopen al
toos blijven zal, gelukkig en het voor
werp der jaloezie, van hare nabui'en,
't geen een ere naam is, waarop in ze
digheid wij roemen."
Zoals bekend mag worden veronder
steld behoorde Sommelsdijk onder Zee
land, terwijl de rest van het eiland on
der Holland behoorde. In de loop der
jaren is dit dan ook voortdurend een
twistappel geweest van wie het nu eigen
lijk was, en dit buiten de heren van de
Magistraat uit door te verklaren dat ze
zich zo kiplekker voelen onder het be
wind van de Staten van Zeeland. Deze
thans aanhangig gemaakte kwestie was
dan ook een pracht gelegenheid aan die
van Holland weer eens te laten zien wie
in Sommelsdijk baas was, en hierop spe
culeerde de Magistr.
Van haar kant zat de Amb. vr. ech
ter ook niet stil en op 12 Aug. 1747 ver
scheen voor Balliuw en Schepenen een
deurwaarder van de Hoge Raad van
Holland voorzien van een gewichtig uit
ziend perkament, die daaruit tal van arti
kelen voorlas, en de Heren dagvaardde
om voor de Hoge Raad te verschijnen
op 5 Sept. a.s. Hobius de Krijger, Jacob
Bane en Corn. Breeman moesten het
weer op knappen maar vooraf stelde
men zich met de Zierikzeesche advo
caat Mr V. d. Schatte in verbinding,
welke de Magistraat in het gelijk stel
de. Daarna werd naar Den Haag ge
reisd en opnieuw een bezoek gebracht
aan Douarriêre van Aerssen-Wernhout
om alsnog dit geval langs vreedzame
weg op te. lossen. Bij monde van de
Balliuw werd haar de gehele zaak nog
eens herhaald, tevens dat het hem speet
dat zij hen dagvaardde voor de Hoge
Raad, maar zij bleef onvermurwbaar.
Dezer dagen heeft het Voedsel- en
Landbouwcomité van de Organisatie
voor Europeese Economische Samen
werking (O.E.E.C.) een nieuw rapport
over de Europeese agrarische productie
gepubliceerd. Dit rapport behelst uit
voerige mededelingen met betrekking
tot de verhoging van de intensivering
van de Europeese landbouw in de ko
mende 5 jaren.
De landbouw is van bijzonder belang
in verband met de moeilijkheden in de
betalingsbalans, want hoewel de O.E.
E.C.-landen zelf reeds plannen voor een
grote toeneming der agrarische produc
tie tegen 1952/53 hadden ontworpen,
wordt verwacht, dat ia dat jaar de im
port van levensmiddelen en veevoeder
nog altijd ongeveer 40% van de totale
importen uit het Westelijk halfrond zal
uitmaken.
Het Voedsel- en Landbouwcomité
heeft onderzocht in hoeverre uitbreiding
van de agrarische productie eventueel
een drastische beperking van de im
porten van landbouwproducten uit het
Westelijk halfrond in 1952/53 kan com
penseren. Het rapport komt tot de con
clusie, dat de uitbreiding der productie,
welke in 1952/53 mogelijk zou zijn, de
voorgestelde reductie van het import-
peil met ongeveer 1.250 millioen niet'
zou toelaten zonder een drastische ver- j
laging van het consumptiepeil en van de
levensstandaard.
Technische mogelijliheden.
Tevens toont het rapport echter aan,
dat de technische mogelijkheden voor de
uitbi'eiding van de productie door toe
passing van verbeterde landbouwmetho
den zeer groot zijn. Wanneer de beno
digde middelen beschikbaar zouden ko
men, zou de voorgestelde" vntbreiding
der productie in 5 tot 6 jaar een feit
zijn. Tegen die tijd echter zal de be
hoefte aan levensmiddelen zijn toegeno
men in verband met de zich steeds uit
breidende bevolking. Het belangrijkste
is evenwel, dat de voorgestelde produc
tieverhoging in materiele zin zal kun
nen bijdragen tot een ver'steviging van
de economische positie van de O.E.E.C-
landen, terwijl zij tevens de „dollar-
kloof" helpt sluiten.
De grootste bijdrage tot uitbreiding-
dor agrarische productie zou de toene
mende vcevoederproductie kunnen leve
ren. Dit betekent niet alleen een be
langrijke besparing op de import van
veevoeder, maar ook op die van vlees
en andere dierlijke producten, en waar
schijnlijk ook op tarwe, nl. door inland
se broodgranen, die thans nog voor
dierlijke voeding worden aangevoerd,
voor menselijke consumptie te bestem
men.
In sommige streken kan waarschijn
lijk ook de productie van tarwe worden
uitgebreid. Aanzienlijke besparingen
zouden ook kunnen worden verkregen
door een uitbreiding van de productie
van vetten etc. in Europa en de over
zeese gebiedsdelen.
De voorgestelde uitbreiding van de
Rode Hoestpoeders van MijnharJt
Doos 4) et. j^^^^^^^^^^^^MM^^Bw.-- -]
De raad moest beslissen en verder wil
de zij er niets meer van horen. Daarna
toog men naar de Hoge Raad waar zij
werden bijgestaan door hun advocaat,
kon het gezelschap weer naar hun woon
plaats terug reizen. Op 15 Dec. kwam
notaris Arnold uit den Haag, waarne
mer van de zaken van de Amb. vr. nog
maals proberend de Magistraat in het
ongelijk te stellen, maar niettegenstaan
de zijn vurig pleidooi, kwamen ze niet
tot overeenstemming.
Op 25 Juni 1748 zou de zaak opnieuw
dienen en moesten allen die hierbij be
trokken waren verschijnen. Uit de notu
len kreeg ik echter de indruk, dat men,
voor de rechtszitting, heeft getracht de
zaak alsnog te schipperen door van
Gerwen in het gelijk te stellen en er
aan toe te voegen, dat, wanneer er weer
iemand zich vestigen wilde, dit alleen
een zaak betreffende de A. vr. zou zijn
zonder de Magistraat. Ook hieiover
kwam men niet tot overeenstemming;
eindelijk kwam dan de lang- verwacht
te uitspraak, welk besliste dat de A. vr.
in het ongelijk stond en v. Gerwen zijn
zaak mocht uitoefenen, wat wel een
pak van het hart van magistraat en
van Gerwen geweest is, maar tot onge
noegen van van Alebeeck. Ik vermoed
dan ook dat het nieuw te bouwen wees
huis het zonder zijn f 600.heeft moe
ten stellen.
Europeese Agrarische productie houdt
in, dat zowel de Regering als de boeren
hun uiterste best zullen moeten doen,
om deze te verwezenlijken. Vooral de
regeringen zullen middelen moeten ver
schaffen ter investering van het' beno
digde kapitaal, alsook voor de intensive
ring- van de landbouwvoorlichtingsdien
sten, teneinde een volledig gebruik van
de moderne landbouwmethoden te ver
zekeren.
Van de boeren wordt verwacht, dat
zij de opbrengst per ha zullen verhogen,
bijv. door graslandverbetering, waarbij
een toename van de productiviteit met
40% technisch mogelijk is. Do oogst
van akkerbouwgewassen kan eventueel
worden vergroot door het gebruik van
betere zaden, door een betere controle
op onkruid en ziekten en door meer
kunstmest.
Verbeteringen mogen ook worden ver
wacht voornamelijk in Zuid-Europa
van de teelt van hybridenmaïs en olieza
den. De bijstand van Amerikaanse des
kundigen is in deze reeds verzekerd door
de technische hulpfondsen van de E.CA.
Betere methoden bij het foklcen en
voeden van vee en bij de controle op
veeziekten zullen eveneens een belang
rijke rol spelen bij de agrarische pro
ductie-verhoging. Vooral uitbreiding van
de toepassing- van kunstmatige insemi
natie zal een verbetering van de veesta
pel snel bevorderen, terwijl de kosten
omlaag zullen gaan, aldus het rapport.
Het financiële aspect
De boeren moeten in staat zijn, de
nodige financiële hulp te verkrijgen te
gen een redelijke rente, wil deze nieuwe
landbouwpolitiek een kans van slagen
hebben. Ijandbouwmachines, werktuigen
kunstmeststoffen etc. moeten te ver
krijgen zijn op voorwaarde, die een ge
bruik op groter schaal stimuleren.
Tenslotte moeten de boeren verzekerd
kunnen zijn van het rendement van de
met de productieverhoging- gepaard
gaande investeringen. Dit houdt in een
verdere ontwikkeling van de Europeese
samenwerking in de vorm van contrac
ten op lage termijn tussen exporterende
en importerende landen.
Afgezien van belangrijke projecten
vooi' kapitaal-iinvestering zijn er twee
terreinen, waarop een betrekkelijke kli.n-
ne Overheidssubsidie een maximum-sti-
mulans voor agrarische uitbreiding kan
opleveren, nl. Ie: intensivering van de
technische landbouwvoorlichLÏ-.igsdien-
sten, 2e: maatregelen ter verzekering
van een groter gebruik van kunstmest
stoffen.
Bovengenoemde plannen zijn alle ge
richt op de besparing- van doUaTaan-
kopen, maar het rapport wijst uit dat er
ook andere mogelijkheden zijn, die kun^
nen bijdragen tot een verbetering van
de betalingsbalans, nl. een uitbreiding-
van de export van wijn, whiskey, kaas,
olijfolie en dergelijke producten naar
het Westelijk halfrond.
De herwaardering van de valuta heeft
vele Europeese levensmiddelen goedko
per gemaakt dan die uit de dollarlan-
den.
Een vertrouwen op hoge prijzen, het
geen kan leiden tot een economisch
gebruik der middelen bij de productie
uitbreiding moet worden vermeden. In
tegendeel, deze uitbreiding moet worden
vorkregen door grotere rationalisatie en
verbeterde technische methoden, die de
productiekosten zullen verlagen.
Bemoedigend is de overeenstemming,
welke de Marshall-landen op de belang
rijkste punten reeds hebben verkregen,
ondanks de uiteenlopende landbouwpo
litiek der verschillende landen. De
O.E.E.C. zal voortgaan met de bestude
ring- van de onderhavige problemen en
het geven van adviezen voor een be
tere samenwerking.
Inmiddels is aan de regeringen der le-
den-landen voorgesteld hun plannen nog
eens te bezien en hun wensen kenbaar
te maken inzake het voorbereiden van
nieuwe agrarische uitbreidingsprogram-
ma's tot en met 1955/56.
Woensdag, 30 November hebben de
leerlingen van de 4e klas een zeer leer
zame dag gehad. We hebben in de mor
genuren een bezoek gebracht aan de
Coöperatieve Beetwortelsuikerfabriek te
Dinteloord, terwijl v^7ij des middags de
gas'.en zijn geweest van een der heren
de Leeuw, mede-directeur van de
Leeuw's draineerbuizenfabrieken te Hal
steren.
Onder leiding van een deskundige
hebben we de bieten op hun Weg door d(>
fabriek van het begin tot het ein(^ ge
volgd. Het zou te veel ruimte vergen
hiervan een beschrijving te geven.
doe daarom hier en daar een greep.
Bij de fabriek liggen ontzaglijk groto
bieten voorraden, terwijl de dagelijkse
aanvoer per as en per schip ook enorm
is. Aangevoerde bieten komen op goten
te liggen en worden door middel van
zgn. waterkannen in de goten gespoten
en zwemmen" naar de fabriek, waai-
ze worden omhoog-gezogen naar de was
machines. Dagelijks leggen plm. 4',;,
millioen kg bieten deze weg af, en on
ze jongens stonden verwonderd, toen zc
hoorden, dat zes uur nadat de bieten in
de fabriek hun weg beginnen, de witte
suiker uit deze bieten reeds in de zak
ken zit. Dagelijks wordt hier plm.
600.000 kg suiker geproduceerd en
wordt hiervan aan accijns een bedrag-
van plm. ,f 200.000 opgebracht. De teelt
van suikerbieten spaart dus niet alleen
deviezen, maar brengt elke campag-nc
een zeer groot bedrag in de schatkist.
De bieten worden machinaal gesneden
in de snij machines. Van de zich daarin
bevindende messen wordt zoveel gevergd
dat deze iedere 2 a 3 uur geslepen moe
ten worden. Natuurlijk zijn er de nodi
ge reservemessen en doorlopend is men
in de fabriek bezig met messen slijpen.
Bij een normaal verloop behoeft
gang hier niet te stagneren. Andci-f!
wordt dit, wanneer met de bieten stro
in de snijmachines zou komen omdat
hierdoor de messen reeds na 1 uur on
bruikbaar zouden worden. U zult mis
schien vragen, hoe is 't mogelijk, dat er
stro met de bieten mee komt; doch dat
gevaar zal gedurende dit seizoen niet
tot de onmogelijkheden behoren. De op
brengst aan suikerbieten is dit jaar zo
hoog, dat het noodzakelijk is, dat de
boeren een gedeelte der bieten aan de
put moeten doen, die daarbij dus ook
„onder stro" worden gelegd. Moeten de
ze bieten worden geleverd, laat dan
iedere landbouwer er zorgvuldig voor
waken, dat geen stro tussen de bieteii
blijft zitten. Dit in het welbegrepen
eigenbelang der boeren, daar dit stro de
normale gang van zaken doet stagne
ren en daardoor de on(slechte) ko-'iten
nodeloos verhoogt.
O.m. hebben onze jongens gezien hoe
het suikergehalte wordt bepaald van de
monstersbieten, die op ons eiland bij le
vering aan de Kaai of bij het station
worden genomen. Uit iedere biet wovdt
door middel van een draaiende schtjl',
een gedeelte over de gehele lengte van
de biet weggehaald, dit raspsel wordt
goed gemengd en van 28 gram hiervan
wordt het suikergehalte bepaald. De
vloeistof hieruit verkregen komt in een
zgn. polarimeter, waarin men het sui
kergehalte der vloeistof kan aflezen. In
korte tijd is dit gebeurd en bij inzage
van de lijst met gehaltes, viel duidelijk
op, dat deze in het algemeen zeer laas-
zijn. Gehaltes van 12% zijn geen zeld
zaamheid.
Des middags gingen we naar Halste
ren en de heer de Leeuw bleek niet al
loen een goed causeur, maar ook een
innemend mens te zijn, die kwistig zijn
sigaretten onder de jongelui uitdeeld.
De draineerbuizen worden hier uit
leem gebakken, dat van onder hot zand
wordt weggehaald en soms tot 2 meter
diep zit. Dit leem moet eerst een tijd
„rotten," wordt daarna gekneed en dan
in machines in de vorm van buizen ge
perst, die tot op een lengte van plm.
33 cm worden gesneden. Het vormen
van kraagbuizen geschiedt hier met de
hand; ook de jongens mochten de kmist
proberen.
Alles wat met drainage in verband
staat is in de twee uur, dat we in de
fabriek waren besproken. We hebben
bovenop de oven gestaan, waarin de
draineerbuizen worden gebakken bij een
temperatuur van plm. 1100° C. Kromme
buizen ontstaan als de oven te plot
seling of niet over de gehele ruimte
even sterk wordt verhit. Niet lang ge
noeg gebakken buizen zijn te zaciit eii
te lang gebrande buizen te hard en ook
wel gescheurd. De eerste zijn kenbaar
aan een te lichte, de laatste aan een te
donkere kleur. Goede buizen zijn oranje
kleurig of helderrood en geven bij aan
tikken een heldere klank, terwijl het on-
gekraagde eind mooi recht afgesneden
is. Een en ander werd duidelijk gede
monstreerd, evenals de verschillende
soorten buizen, zoals zuigdrains, vcrza-
meldrains, kruisstukken, buizen voor
het draineren van vliegvelden etc.
Onze jongens waren vol belangstel
ling, zodat we gerust mogen aannemen,
dat op 30 Nov. een steentje werd bijge
dragen tot hun algemeene ontwikkein?
en dat op de meest aangename nianiei'
Zetfout. In ons verslag van de lezing
van het Wetenschappelijk Genootschap
stond: dat partijen in combinatie leve»
met anderen." Dit moest zijn in co.icu-
binaat leven met anderen." (Ver.slagg'
51
DOOR H. NOORt«fAN
„Het is alles .goed. Maar over Piet
mocht ik niet spreken. En je kent de
boer niet goed. Als hij dat verbiedt, dan
moet het ook afgelopen zijn. Maar"
de oude vrouw aarzelde even „wat
zeg je nu van dat doen van mijn man?"
„Van toen bedoelt u?"
„Ja, dat hij zijn jongen wegjoeg."
,,Wat u er van denkt," vond Ina.
„Ik? 'k Heb er niets van gezegd."
,,Maar het spreekt toch vanzelf, dat
het verkeerd was. Zó mag een vader
toch niet handelen? Ik kan dat niet an
ders zien dan als zonde voor God. En
ik houd vol, of ik moet me al sterk ver
gissen, dat de boer het ook zó ziet."
„Dat geloof ik niet", zei dè ander
langzaam. „De baas meende, dat hij zó
moest handelen."
„Praat u er dan eens met hem over"
Ina begreep, dat zij nu alles op haren
en snaren zetten moest „en vertel
hem, dat uw zoon leeft, in Arnhem
woont en dat ik hem ken."
„O, dat kan ik niet. Dat wordt mij
zeer kwalijk genomen. Dat zou de goede
verhouding juist bederven."
„Maar moet het dan zó blijven? Dit
is toch verkeerd? Wie weet, of het op
uw ouden dag nog niet goed kan ko
men!"
„Dan moet ik toch eerst weten, hoe
mijn zoon er over denkt."
Ina zag het redelyke en scherpzin
nige van deze vraag in.
Daar hebt u gelijk in," zeide zij.
„Maar dat komt u spoedig te weten, als
u schrijft. Wie weet, hoe gauw er ant
woord is. Houd maar moed!"
„Ik kan toch zien, dat je nog jong
bent en weinig ervaring hebt. 't Is niet
zo eenvoudig na al wat er gebeurd is.
Piet heeft nooit geschreven. Ik vrees,
dat er nu ook g-een antwoord komt. En
als het eens komt, hoe moet het
dan? De boer mag het niet weten."
Wéér die angst voor de boer. Wat
vreemd was dat toch van grootmoeder!
Zij kon overigens alles van haar man
gedaan krijgen!
Tóch wilde Ina niet forceren.
„O, dat is eenvoudig genoeg," zeide
zij luchtig. „Dan schrijft u maar, dat de
brief aan mij moet worden geadresseerd
Dan is het immers in orde?"
„Ja, ja, zó zou het kunnen."
„En dan zal ik er wel een klein brief
je bij schrijven en uw zoon inlichten. An
ders begrijpt hij het niet goed. 't Is
best mogelijk, dat hij denkt, dat ik nog
steeds in Amsterdam zit."
„Je bent heel lief en goed voor mij.
Die stadsmensen weten ook voor alles
een oplossing! Als Piet nu maar terug
schrijft! Hoe ziet hij er uit?"
Ina glimlachte.
,,Stel uw man maar voor, toen hij zó
oud was, als nu uw zoon. Hij gelijkt
sprekend op hem. Dat trof mij juist.
Vandaar, dat ik het uw dochter vroeg.
Maar zullen we het zó doen? U kunt
morgenochtend wel een briefje schrij
ven. Met potlood maar. Dan zal ik het
vanavond doen en morgen de brief naar
Zuidstad brengen. Als er antwoord
komt, komt het aan mijn adres en dan
krijgt u de brief onmiddellijk."
„Ja, dat is goed. O, wat ben ik blij,
dit alles te weten. Ik hoop dat Piet zijn
moeder toch antwoord geeft!"
,,Ik reken daarop", zei Ina op vasten
toon. Natuurlijk doet ingenieur Mieras
dat, want hij is een rechtschapen man."
Zij zag tot haar vreugde, hoe de ogen
van haar grootmoeder vrolijk lichtten.
„Maar één ding moet u mij beloven",
zeide zij dan. En op de vragende blik
van de ander: ,,Als dat antwoord komt,
en u kunt daarop gerust rekenen, en
het is gunstig, dan moet u het de boer
vertellen. Want zó mag het toch niet
blijven."
,,Dat kan ik niet beloven, Ina. Want
dat weet ik nog niet. De boer wil niets
horen over Piet."
„U vindt het misschien erg eigenwijs
van mij, maar ik geloof, dat u zich ver
gist."
„Neen, neen, ik vergis mij niet. Maar
ja, ik weet niet... ik durf er niet over
beginnen... Je vindt dat zeker laf? Maar
je weet niet... Neen, dat kan ik niet
beloven... 'k Wil nog wel eens zien...
't Hangt ook af van wat Piet schrijft...
Als dat gebeurt..."
Ina besloot, niet meer aan te dringen.
Zij was nu weer een heel eind verder
gekomen.
Nu i-noest binnen korten tijd nog aan
breken het ogenblik, waarop zij zich
bekend maakte.
Soms twijfelde zij er aan, of zij goed
had gehandeld; of grootmoeder niet nóg
meer verteld zou hebben, als zij wist
met wie zij te doen had.
Maar aan de andere kant: de blijd
schap zou al te groot zijn geweest. Nu
al was grootmoeder van het gehoorde
geheel en al in de war. Zij was i-noe. Zij
had een kleur van opwinding. Haar
ogen schitterden onnatuurlijk.
Onmiddellijk zag Zacharias Mieras
aan zijn vrouw iets bijzonders.
„Wat heb je?" vroeg hij bezorgd, zijn
grote hand op haar hoofd leggend.
„We hebben wat druk gepraat",
haastte zich Ina te zeggen. ,,Als uw
vrouw ook eenmaal bezig is, hé?"
,,Maar dat moet u verbieden", zeide
hij, ietwat heftig, ,,'t Is niet goed voor
mijn vrouw."
„Het gaat weer wel over, man", zei
de de boerin, „'k Heb er niets geen last
meer van."
De boer schudde het hoofd.
„Je moet voorzichtig- zijn, moeder,
't Gaat gelukkig nu weer goed. Stien
was ook best tevreden over je. Je moet
de groeten nog hebben, 'k Heb afge
sproken, als het tenminste hier kan, dat
we volgende week eens naar Harenste
de komen" onder het spreken had hij
zich tot Ina gewend.
,,Wij?" vroeg deze verbaasd. „Gaat
}i dan mee?"
,,Als het mag tenminste. Ik wilde dan
met de tilbury."
,,Dat is een pracht van een idee! Na
tuurlijk wil ik dat graag!" riep Ina. „Ik
zal Willy van de dominé dan vragen,
hier te komen."
,,Dat is niet nodig. Ik kan best met
Mina een paar dagen alleen", vond de
boerin. ,,Ik voel me al veel beter."
,,Er komt niets van in", besliste Ina
resoluut. „Als u dat niet hebben wilt, ga
ik niet naar Harenstede."
,Ina verbaasde zich over het voorstel
van haar grootvader. Maar zij nam zich
voor, als de ontknoping er dan nog niet
was, eenvoudig met grootvader te pra
ten. Al moest dan ook alles op haren
en snaren worden gezet.
,,Zij mag ook wel eens wat hebben",
verklaarde de boer later op de avond,
toen Ina op haar slaapkamertje druk
zat te .schrijven. ,,Ze offert zich zo voor
ons op. En 't is een aardig meisje. Dat
zegt Stien ook. Je vindt het toch wel
goed, dat ik ga?"
„Natuurlijk. Op mijn beurt zeg ik, dat
je ook wel eens wat hebben mag. Ge
lukkig ben je de laatste dagen niet zo
somber."
,,Ik ben blij, dat je weer wat beter
wordt. Vrouw, ik kan je niet missen.
Dan is alles uit mijn leven weg."
Hij sprak op een toon vol hartstoctó
En het was, of er een snik door zij»
woorden klonk. Zij schrok er van.
„Dan heb je altijd de Heere onze Go»
nog, Zacharias", wees zij hem zacht te
recht. ,,Soms vrees ik, dat je God fff'
eens uit het oog verliest."
„Daarin vergis je je, moeder," a"''
woordde hij.
Om dan plotseling het vertrek te vet-
laten...
Zacharias Mieras liep naar de sta'
waar zich geen enkel beest bevond.
Hij leunde tegen één der kribbe-
En hij kreunde...
Intussen schreef Ina een uitvoeri?'
brief aan haar vader, hem alles nauw
keurig meedelend en aanwijzingen
vend, hoe hij met zijn antwoord lia""''
len moest.
Opeens viel haar iets in. Zij zocht
aantekenboekje op en bemerkte, zit'
niet vergist te hebben: de volgende
Woensdag sprak haar vader voor de 'f
dio! Dan moesten zij in elk geval ni»
Harenstede zijn. 't Was niet onniogeWJ
dat grootvader luisterde. Maar
hij wel weten, wie er sprak? Hot W,
schrift, dat Zaterdag kwam, zou
vermelden! Zou de ontknoping
terdag al zijn? Ze zou er eens
grootmoeder over spreken. Want
kon nu wel met veel bravour allei^'
plannen ten aanzien van grootvader
ken, maar feit was toch, dat gi'oo*'
der hem veel beter kende.
(Wordt vervol
otm*'