Streekmuseum Goeree-Overflakkee ,UÏÏ SOMMELSDUK's VERLEDEN" Plannen voor een sterke uitbreiding van de agrariscne producten in Europa OEST Binnenkort een tentoonstelling in de R.H.B.S. OSKAM IN CASSATIE Centrale Veiling Middelharnis rVestigingswet" van een zilversmid pim. 1745 De Aanzienlijke dollarbesparing als resuUaai. Rondom de Landbouwschool DE BOERDERIJ AAN DE VAL Biz. 2 „EILANDEN-NIEUWS" Woensdag 14 December 1949 Donderdagavond kwam de Ver. tot oprichting van een Streekmuseum op dit eiland in Hotel Spee in openbare vergadering bijeen. De Voorzitter, de heer Krulder te Sommelsdljlt, heette de aanwezigen met een kort inleidend woord welkom. Waar deze avond enkele schetsen zouden wor den voorgedragen gaf de Voorz. aller eerst het woord aan de bekende schrijver Jan Knape Mz., gemeente-secretaris te Sommelsdijk. Deze droeg een van zijn novellen voor, getiteld „Kees, de oude Voonnan." Spreker deelde vooraf mee dat deze novelle ruim 20 jaar oud was, waarmee hij eigenlijk zijn literaire loopbaan is begonnen. Indertijd heeft deze in de ,,Maas- en Scheldebode" gestaan en is ze ook in „Eigen Volk", het maandblad V. d. Kon. Ned. Academie v. Kunsten en Wetenschappen, opgenomen. Spr. heeft er niet mee gedaan als die beeld houwer, die zijn eerste werkstukken die hem niet bevielen kapot sloeg, maar heeft het verhaal bewaai'd en het ook niet willen herschrijven. Hij geeft het, zoals het hem destijds uit de pen is ge vloeid. Het verhaal is geen fantasie, maar bewerkt naar gegevens, zoals hij die van andere mensen kj'eeg. Kees, de oude voorman heeft werkelijk geleefd, hij woonde in het Kerkstraatje (Som melsdijk.) Als jongen heeft spr. bij Kees meerdre malen koffie gedronken uit een grote i'onde kom en hem „de legeiule van de Kloosterwei" horen ver tellen. Kees wist het verhaal van zijn grootvader, die had het ook zelf niet meegemaakt, maar wist het weer door overlevering, want het is al heel, heel lang geleden. In sappig dialect gaf de heer Knape dan zijn verhaal door, waarvoor grote aandacht was. Er moet volgens de overlevering op de plaats, thans „Kloosterwei" genoemd, in de oudheid een gi'oot klooster hebben gestaan, met een onderaardse-gang, die in een der oude huizen op de Voorstraat in Sommelsdijk uitkwam. Er was een gracht om heen, waarvan de plaats nog te zien moet zijn. De Roomsen hadden in de tijd van de hervorming veel te verduren, hun Idooster werd vei-woest, mede door het optreden van de TurkenDe monni ken hadden, eer ze op de vlucht gingen hun goudstukken in een grote ijzeren kist gedaan en in de wel (waterput) verstopt. Jaren later was een gierige boer, die door zijn geldgierigheid met de duivel connecties had, er achter gekomen, dat in de ruïne van het klooster nog een schat moest zitten. Hij zocht in de oude ruïnes en vond tenslotte de kist in de wel. Des nachts, want niemand mocht het Weten poogde hij met een span paarden de zware kist uit de wel te trekken. Maar telkens brak het touv/, door het schuren over de welrand en plonste de kist weer naar beneden. Gro te vloeken rolden door de Kloosterwei, hij riep het oordeel over zich uit. Op een nacht toen hij het weer probeerde de schat te bemachtigen, greep de dui vel hem beet en smeet hem in de wel waarin hij verdronk Zo leeft de sage nog onder de bevol king. En werd door de aanwezige gespro ken of aldaar werkelijk een klooster had gestaan, waarover echter weinig licht verschaft werd. Deskundige opgravingen zouden de waarheid kunnen bevestigen, maar dan was zoals de heer Knape opmerkte Flakkee een legende armer geworden. In ieder geval was deze no velle een mooie bijdrage op deze avond, omdat het iets speciaals Plakkee's is. Stemming Bestuur. Ofschoon er weinig leden aanwezig waren ging men toch over tot stemming van een nieuw bestuur. Het voorlopig bestuur, bestaande uit de heren Kruider (Voorz.), C. Makkenze (Secr. Sypkens, V. d. Tol en Th. de Waal werden geko zen, terwijl als 6e bestuurslid de heer Jan Knape Mz. er aan werd toegevoegd. Een plaats voor het 7e bestuurslid werd opengehouden, omdat in nader overleg zal worden getreden met het gemeente bestuur te Sommelsdijk, tot oprichting van het Streekmuseum. Tentoonstelling In de laatste week van December zal in de R.H.B.S. te Middelharnis een ten toonstelling v/orden georganiseerd van tal van antieke voorwerpen uit Goeree Overflakkee, die door de bezitters welwillend worden afgestaan. We noe men er enkele dingen van, oude kleder drachten, tegelplateaux, schilderijen. munten, oude acten, vaandels, vazen, en tiental andere dingen meer. Ir Meisehke e.a. deskundigen zullen de exploitatie in juiste banen helpen leiden. Tweede Kerstdag (des middags) zal Burgemees ter D. Rijnders de tentoonstelling ope nen ,die tegen een laag entre zal kun nen worden bezocht. Wanneer iemand e.v. nog antieke voorwerpen heeft, wordt hij of zij vrien delijk verzocht deze voor die dagen in bruikleen te willen afstaan. De voorwerpen, die in bruikleen zijn toegezegd, zullen door de bestuursleden in de week van 19 tot 22 Dec. worden afgehaald. De Voorzitter, de heer Kruider gaf op deze vergadering tenslotte een inte ressante schets, naar gegevens uit de archieven van de gemeente Sommels dijk. Op Woensdag 11 Januari zal W. Os kam uit Middelharnis, die als mare chaussee lid was van de N.S.B, en huis zoekingen verrichtte, terecht staan in cassatie. Oskam werd door de Zeeuwse kamer van het Bijzonder Hof te Den Haag veroordeeld' tot 20 jaar gevan genisstraf met aftrek. Veiling: van Vrijdag 9 December 1949 Witlof I 70.—73.—Witlof II f 59.— 60.Boerenkool f 21.Louwtjes 5.13.Zwijndrechtse wijnperen 18.Comtesse de Paris 8.St. Remij 7.13.Gieser Wildeman f 15.22.Cox Orange Huishoud 42.—. Uienveilmg van 9 December 1949 Grove en gewone uien f 22.1223.04; Drielingen 19.9320.—; Picklers .f 20.17. Aanvoer 73.000 kg. Voor de Magistraat van Sommelsdijk verscheen op 12 Sept. 1745 Cornells van Gerwen, Mr Zilversmid te Dordrecht, met het verzoek zich met zijn gezin al hier te mogen vestigen, op welk ver zoek welwillend werd beslist. De hier reeds wonende ziversmid Gerardus Ale- beeck was op deze concurrent niet ge brand, en zou op zijn manier proberen deze indringer er weer uit te werken. Dat dit muisje nog een staartje zou hebben, zult U horen. Aanstonds schreef hij naar de Ambachtsvrouv/e, Maria, ba ronnesse van Aerssen-Wernhout, met het verzoek een persoonlijk onderhoud te mogen hebben. In de laatste helft van Dec. ontving hij bericht in den Haag- verwacht te worden en toog daar 22 Dec. heen. Een plezierreisje was het al lerminst want het vroor behoorlijk en door de ijsgang ging het niet zo vlot als de reiziger wel gewenst had. Toch kwam hij heelhuids in den Haag, en bij de Ambachts-vrouwe gekomen ontpopte hij zich als een eerste klas zakenman. Het doel van zijn reis, aldus begon hij, was zijn medelijden dat hij had met de vele wezen welke in zijn woonplaats waren, en hij stelde voor een nieuw weeshuis te laten bouwen, voor welk doel hij 600.voteerde. Op zich zelf een prijzenswaardige daad, daar dit voor die tijd een groot bedrag was, maar hoor de keerzijde van de medaille. Hij zou het dan zeer op prijs stellen als hij met een octrooi begiftigd werd al leen het beroep van zilversmid in Som melsdijk te mogen uitoefenen. De Ambachtsvrouwe waarschijnlijk bewogen door de man die zoveel voelde voor de arme weesjes, liep in de val en verleende hem met gevraagde recht, en met een verheugd gezicht aanvaardde hij de tei'ugtocht. Van dit alles was de Magistraat van Sommelsdijk onkundig gebleven, even als van Gerwen die intussen al een huis aan de Westzijde van de Voorstraat ge kocht had, om er zich in te vestigen, en liet het inrichten om zijn ambacht uit te oefenen. Van zijn reis teruggekeei'd wendde Alebeeck zich tot van Gerwen met het verzoek zijn biezen te pakken, daar hij het alleen recht bezat om dit vak uit te oefenen, van Gerwen wist dan ook niet hoe hard hij naar de Ma gistraat moet lopen, welke juist in ver gadering bijeen was, en vertelde hun wat er voorgevallen was. De Heren Schepenen en Gezworens zaten na dit bericht met de handen in het haar. Zij hadden aan van Gerwen vrijheid van inwoning toegezegd, benevens het recht om zijn ambacht uit te oefenen, en de Ambachtsvrouwe, aan wien zij onderge schikt waren, kruiste hun vaarwater op een onpleizlerige manier. Lang en breed werd er geconfereerd en zij beloofden de bedreigde zilversmid hun belofte gestand te doen, het recht dat zij bezaten zouden ze zich niet laten ontnemen. Vaa Gerwen werd naar huls gestuurd, met de toezegging dat al de gevolgen welke hieruit zouden voort vloeien voor rekening van de Magi straat zpuden komen. Nu was het hun taak tot een vergelijk te komen, daar er 2 partijen ontstaan waren. Aan de ene kant de Magistraat die het oude recht had personen in de heerlijkheid toe te laten, aan de andere kant de Amb. vr. die het recht had personen het uitoefenen te verbieden en hen uit het rechtsgebied van haar heerlijkheid te laten verwijderen, en aan wien de Magistraat gehoorzaamheid verschul digd was. De heren waagden dus wel veel door in oppositie te komen, het kon hun baan als gezworens en schepen kos ten, daar dit college ieder jaar door de Amb. vr. aangesteld werd. Het kon een spannende strijd worden. Wie zou winnen? Om het eerst op vreedzame manier te proberen gingen de Bailluiw Hobius de Krijger, de Schepen Hendrik Smits en de gezworens Cornells Bree- man en Jacob Bane naar Den Haag, maar zonder resultaat. De Amb. vr. was er niet tegen dat van Gerwen in het huis bleef wonen, maar mocht zijn nering niet uitoefenen. Onverrichterzake teruggekeerd werd een schrijven gericht aan de Staten van Zeeland. In een uitvoerige brief werd de Heren verteld hoe de vork aan de steel zat en gewezen op het feit, dat indien van Gerwen zijn ambacht niet uit zou mogen oefenen deze man geruïneerd zou. zijn, wegens de koop van zijn huis en de kosten van het vermaken. De Ma gistraat wilde zich verder gehandhaafd zien in haar oud en wettig gezag. Het door de Amb. vr. genomen besluit had zij dan ook moeten nemen in overleg met hun. De nog maar kortelings over leden amb. heer had opdracht gegeven dat de Magistr. er voortdurend op bedacht moest zijn een grote verscheidenheid van ambachten toe te laten, opdat de ingezetenen des te beter bediend zouden worden, opdat ze niet verplicht zouden zijn hun benodigdheden bij een bepaalde winkelier te betrekken welke een al te groot gewin stelle tot zijn enigst doel wit". Deze zin_werd eveneens in debrief verwerkt en was een steek aan het adres van van Alebeeck. De brief werd besloten met een loftuiting op hun woonplaats: ,,een plaats die de ere heeft van allenig in den geheelen Eilande van Overflakkee, verre afgescheiden van de plaatsen welke onder Holland behoren. Een plaats die metterdaad ondervind een onverdiende gunst te genieten door dat het onder Zeeland behoort, een plaats die geworden, en so wij hopen al toos blijven zal, gelukkig en het voor werp der jaloezie, van hare nabui'en, 't geen een ere naam is, waarop in ze digheid wij roemen." Zoals bekend mag worden veronder steld behoorde Sommelsdijk onder Zee land, terwijl de rest van het eiland on der Holland behoorde. In de loop der jaren is dit dan ook voortdurend een twistappel geweest van wie het nu eigen lijk was, en dit buiten de heren van de Magistraat uit door te verklaren dat ze zich zo kiplekker voelen onder het be wind van de Staten van Zeeland. Deze thans aanhangig gemaakte kwestie was dan ook een pracht gelegenheid aan die van Holland weer eens te laten zien wie in Sommelsdijk baas was, en hierop spe culeerde de Magistr. Van haar kant zat de Amb. vr. ech ter ook niet stil en op 12 Aug. 1747 ver scheen voor Balliuw en Schepenen een deurwaarder van de Hoge Raad van Holland voorzien van een gewichtig uit ziend perkament, die daaruit tal van arti kelen voorlas, en de Heren dagvaardde om voor de Hoge Raad te verschijnen op 5 Sept. a.s. Hobius de Krijger, Jacob Bane en Corn. Breeman moesten het weer op knappen maar vooraf stelde men zich met de Zierikzeesche advo caat Mr V. d. Schatte in verbinding, welke de Magistraat in het gelijk stel de. Daarna werd naar Den Haag ge reisd en opnieuw een bezoek gebracht aan Douarriêre van Aerssen-Wernhout om alsnog dit geval langs vreedzame weg op te. lossen. Bij monde van de Balliuw werd haar de gehele zaak nog eens herhaald, tevens dat het hem speet dat zij hen dagvaardde voor de Hoge Raad, maar zij bleef onvermurwbaar. Dezer dagen heeft het Voedsel- en Landbouwcomité van de Organisatie voor Europeese Economische Samen werking (O.E.E.C.) een nieuw rapport over de Europeese agrarische productie gepubliceerd. Dit rapport behelst uit voerige mededelingen met betrekking tot de verhoging van de intensivering van de Europeese landbouw in de ko mende 5 jaren. De landbouw is van bijzonder belang in verband met de moeilijkheden in de betalingsbalans, want hoewel de O.E. E.C.-landen zelf reeds plannen voor een grote toeneming der agrarische produc tie tegen 1952/53 hadden ontworpen, wordt verwacht, dat ia dat jaar de im port van levensmiddelen en veevoeder nog altijd ongeveer 40% van de totale importen uit het Westelijk halfrond zal uitmaken. Het Voedsel- en Landbouwcomité heeft onderzocht in hoeverre uitbreiding van de agrarische productie eventueel een drastische beperking van de im porten van landbouwproducten uit het Westelijk halfrond in 1952/53 kan com penseren. Het rapport komt tot de con clusie, dat de uitbreiding der productie, welke in 1952/53 mogelijk zou zijn, de voorgestelde reductie van het import- peil met ongeveer 1.250 millioen niet' zou toelaten zonder een drastische ver- j laging van het consumptiepeil en van de levensstandaard. Technische mogelijliheden. Tevens toont het rapport echter aan, dat de technische mogelijkheden voor de uitbi'eiding van de productie door toe passing van verbeterde landbouwmetho den zeer groot zijn. Wanneer de beno digde middelen beschikbaar zouden ko men, zou de voorgestelde" vntbreiding der productie in 5 tot 6 jaar een feit zijn. Tegen die tijd echter zal de be hoefte aan levensmiddelen zijn toegeno men in verband met de zich steeds uit breidende bevolking. Het belangrijkste is evenwel, dat de voorgestelde produc tieverhoging in materiele zin zal kun nen bijdragen tot een ver'steviging van de economische positie van de O.E.E.C- landen, terwijl zij tevens de „dollar- kloof" helpt sluiten. De grootste bijdrage tot uitbreiding- dor agrarische productie zou de toene mende vcevoederproductie kunnen leve ren. Dit betekent niet alleen een be langrijke besparing op de import van veevoeder, maar ook op die van vlees en andere dierlijke producten, en waar schijnlijk ook op tarwe, nl. door inland se broodgranen, die thans nog voor dierlijke voeding worden aangevoerd, voor menselijke consumptie te bestem men. In sommige streken kan waarschijn lijk ook de productie van tarwe worden uitgebreid. Aanzienlijke besparingen zouden ook kunnen worden verkregen door een uitbreiding van de productie van vetten etc. in Europa en de over zeese gebiedsdelen. De voorgestelde uitbreiding van de Rode Hoestpoeders van MijnharJt Doos 4) et. j^^^^^^^^^^^^MM^^Bw.-- -] De raad moest beslissen en verder wil de zij er niets meer van horen. Daarna toog men naar de Hoge Raad waar zij werden bijgestaan door hun advocaat, kon het gezelschap weer naar hun woon plaats terug reizen. Op 15 Dec. kwam notaris Arnold uit den Haag, waarne mer van de zaken van de Amb. vr. nog maals proberend de Magistraat in het ongelijk te stellen, maar niettegenstaan de zijn vurig pleidooi, kwamen ze niet tot overeenstemming. Op 25 Juni 1748 zou de zaak opnieuw dienen en moesten allen die hierbij be trokken waren verschijnen. Uit de notu len kreeg ik echter de indruk, dat men, voor de rechtszitting, heeft getracht de zaak alsnog te schipperen door van Gerwen in het gelijk te stellen en er aan toe te voegen, dat, wanneer er weer iemand zich vestigen wilde, dit alleen een zaak betreffende de A. vr. zou zijn zonder de Magistraat. Ook hieiover kwam men niet tot overeenstemming; eindelijk kwam dan de lang- verwacht te uitspraak, welk besliste dat de A. vr. in het ongelijk stond en v. Gerwen zijn zaak mocht uitoefenen, wat wel een pak van het hart van magistraat en van Gerwen geweest is, maar tot onge noegen van van Alebeeck. Ik vermoed dan ook dat het nieuw te bouwen wees huis het zonder zijn f 600.heeft moe ten stellen. Europeese Agrarische productie houdt in, dat zowel de Regering als de boeren hun uiterste best zullen moeten doen, om deze te verwezenlijken. Vooral de regeringen zullen middelen moeten ver schaffen ter investering van het' beno digde kapitaal, alsook voor de intensive ring- van de landbouwvoorlichtingsdien sten, teneinde een volledig gebruik van de moderne landbouwmethoden te ver zekeren. Van de boeren wordt verwacht, dat zij de opbrengst per ha zullen verhogen, bijv. door graslandverbetering, waarbij een toename van de productiviteit met 40% technisch mogelijk is. Do oogst van akkerbouwgewassen kan eventueel worden vergroot door het gebruik van betere zaden, door een betere controle op onkruid en ziekten en door meer kunstmest. Verbeteringen mogen ook worden ver wacht voornamelijk in Zuid-Europa van de teelt van hybridenmaïs en olieza den. De bijstand van Amerikaanse des kundigen is in deze reeds verzekerd door de technische hulpfondsen van de E.CA. Betere methoden bij het foklcen en voeden van vee en bij de controle op veeziekten zullen eveneens een belang rijke rol spelen bij de agrarische pro ductie-verhoging. Vooral uitbreiding van de toepassing- van kunstmatige insemi natie zal een verbetering van de veesta pel snel bevorderen, terwijl de kosten omlaag zullen gaan, aldus het rapport. Het financiële aspect De boeren moeten in staat zijn, de nodige financiële hulp te verkrijgen te gen een redelijke rente, wil deze nieuwe landbouwpolitiek een kans van slagen hebben. Ijandbouwmachines, werktuigen kunstmeststoffen etc. moeten te ver krijgen zijn op voorwaarde, die een ge bruik op groter schaal stimuleren. Tenslotte moeten de boeren verzekerd kunnen zijn van het rendement van de met de productieverhoging- gepaard gaande investeringen. Dit houdt in een verdere ontwikkeling van de Europeese samenwerking in de vorm van contrac ten op lage termijn tussen exporterende en importerende landen. Afgezien van belangrijke projecten vooi' kapitaal-iinvestering zijn er twee terreinen, waarop een betrekkelijke kli.n- ne Overheidssubsidie een maximum-sti- mulans voor agrarische uitbreiding kan opleveren, nl. Ie: intensivering van de technische landbouwvoorlichLÏ-.igsdien- sten, 2e: maatregelen ter verzekering van een groter gebruik van kunstmest stoffen. Bovengenoemde plannen zijn alle ge richt op de besparing- van doUaTaan- kopen, maar het rapport wijst uit dat er ook andere mogelijkheden zijn, die kun^ nen bijdragen tot een verbetering van de betalingsbalans, nl. een uitbreiding- van de export van wijn, whiskey, kaas, olijfolie en dergelijke producten naar het Westelijk halfrond. De herwaardering van de valuta heeft vele Europeese levensmiddelen goedko per gemaakt dan die uit de dollarlan- den. Een vertrouwen op hoge prijzen, het geen kan leiden tot een economisch gebruik der middelen bij de productie uitbreiding moet worden vermeden. In tegendeel, deze uitbreiding moet worden vorkregen door grotere rationalisatie en verbeterde technische methoden, die de productiekosten zullen verlagen. Bemoedigend is de overeenstemming, welke de Marshall-landen op de belang rijkste punten reeds hebben verkregen, ondanks de uiteenlopende landbouwpo litiek der verschillende landen. De O.E.E.C. zal voortgaan met de bestude ring- van de onderhavige problemen en het geven van adviezen voor een be tere samenwerking. Inmiddels is aan de regeringen der le- den-landen voorgesteld hun plannen nog eens te bezien en hun wensen kenbaar te maken inzake het voorbereiden van nieuwe agrarische uitbreidingsprogram- ma's tot en met 1955/56. Woensdag, 30 November hebben de leerlingen van de 4e klas een zeer leer zame dag gehad. We hebben in de mor genuren een bezoek gebracht aan de Coöperatieve Beetwortelsuikerfabriek te Dinteloord, terwijl v^7ij des middags de gas'.en zijn geweest van een der heren de Leeuw, mede-directeur van de Leeuw's draineerbuizenfabrieken te Hal steren. Onder leiding van een deskundige hebben we de bieten op hun Weg door d(> fabriek van het begin tot het ein(^ ge volgd. Het zou te veel ruimte vergen hiervan een beschrijving te geven. doe daarom hier en daar een greep. Bij de fabriek liggen ontzaglijk groto bieten voorraden, terwijl de dagelijkse aanvoer per as en per schip ook enorm is. Aangevoerde bieten komen op goten te liggen en worden door middel van zgn. waterkannen in de goten gespoten en zwemmen" naar de fabriek, waai- ze worden omhoog-gezogen naar de was machines. Dagelijks leggen plm. 4',;, millioen kg bieten deze weg af, en on ze jongens stonden verwonderd, toen zc hoorden, dat zes uur nadat de bieten in de fabriek hun weg beginnen, de witte suiker uit deze bieten reeds in de zak ken zit. Dagelijks wordt hier plm. 600.000 kg suiker geproduceerd en wordt hiervan aan accijns een bedrag- van plm. ,f 200.000 opgebracht. De teelt van suikerbieten spaart dus niet alleen deviezen, maar brengt elke campag-nc een zeer groot bedrag in de schatkist. De bieten worden machinaal gesneden in de snij machines. Van de zich daarin bevindende messen wordt zoveel gevergd dat deze iedere 2 a 3 uur geslepen moe ten worden. Natuurlijk zijn er de nodi ge reservemessen en doorlopend is men in de fabriek bezig met messen slijpen. Bij een normaal verloop behoeft gang hier niet te stagneren. Andci-f! wordt dit, wanneer met de bieten stro in de snijmachines zou komen omdat hierdoor de messen reeds na 1 uur on bruikbaar zouden worden. U zult mis schien vragen, hoe is 't mogelijk, dat er stro met de bieten mee komt; doch dat gevaar zal gedurende dit seizoen niet tot de onmogelijkheden behoren. De op brengst aan suikerbieten is dit jaar zo hoog, dat het noodzakelijk is, dat de boeren een gedeelte der bieten aan de put moeten doen, die daarbij dus ook „onder stro" worden gelegd. Moeten de ze bieten worden geleverd, laat dan iedere landbouwer er zorgvuldig voor waken, dat geen stro tussen de bieteii blijft zitten. Dit in het welbegrepen eigenbelang der boeren, daar dit stro de normale gang van zaken doet stagne ren en daardoor de on(slechte) ko-'iten nodeloos verhoogt. O.m. hebben onze jongens gezien hoe het suikergehalte wordt bepaald van de monstersbieten, die op ons eiland bij le vering aan de Kaai of bij het station worden genomen. Uit iedere biet wovdt door middel van een draaiende schtjl', een gedeelte over de gehele lengte van de biet weggehaald, dit raspsel wordt goed gemengd en van 28 gram hiervan wordt het suikergehalte bepaald. De vloeistof hieruit verkregen komt in een zgn. polarimeter, waarin men het sui kergehalte der vloeistof kan aflezen. In korte tijd is dit gebeurd en bij inzage van de lijst met gehaltes, viel duidelijk op, dat deze in het algemeen zeer laas- zijn. Gehaltes van 12% zijn geen zeld zaamheid. Des middags gingen we naar Halste ren en de heer de Leeuw bleek niet al loen een goed causeur, maar ook een innemend mens te zijn, die kwistig zijn sigaretten onder de jongelui uitdeeld. De draineerbuizen worden hier uit leem gebakken, dat van onder hot zand wordt weggehaald en soms tot 2 meter diep zit. Dit leem moet eerst een tijd „rotten," wordt daarna gekneed en dan in machines in de vorm van buizen ge perst, die tot op een lengte van plm. 33 cm worden gesneden. Het vormen van kraagbuizen geschiedt hier met de hand; ook de jongens mochten de kmist proberen. Alles wat met drainage in verband staat is in de twee uur, dat we in de fabriek waren besproken. We hebben bovenop de oven gestaan, waarin de draineerbuizen worden gebakken bij een temperatuur van plm. 1100° C. Kromme buizen ontstaan als de oven te plot seling of niet over de gehele ruimte even sterk wordt verhit. Niet lang ge noeg gebakken buizen zijn te zaciit eii te lang gebrande buizen te hard en ook wel gescheurd. De eerste zijn kenbaar aan een te lichte, de laatste aan een te donkere kleur. Goede buizen zijn oranje kleurig of helderrood en geven bij aan tikken een heldere klank, terwijl het on- gekraagde eind mooi recht afgesneden is. Een en ander werd duidelijk gede monstreerd, evenals de verschillende soorten buizen, zoals zuigdrains, vcrza- meldrains, kruisstukken, buizen voor het draineren van vliegvelden etc. Onze jongens waren vol belangstel ling, zodat we gerust mogen aannemen, dat op 30 Nov. een steentje werd bijge dragen tot hun algemeene ontwikkein? en dat op de meest aangename nianiei' Zetfout. In ons verslag van de lezing van het Wetenschappelijk Genootschap stond: dat partijen in combinatie leve» met anderen." Dit moest zijn in co.icu- binaat leven met anderen." (Ver.slagg' 51 DOOR H. NOORt«fAN „Het is alles .goed. Maar over Piet mocht ik niet spreken. En je kent de boer niet goed. Als hij dat verbiedt, dan moet het ook afgelopen zijn. Maar" de oude vrouw aarzelde even „wat zeg je nu van dat doen van mijn man?" „Van toen bedoelt u?" „Ja, dat hij zijn jongen wegjoeg." ,,Wat u er van denkt," vond Ina. „Ik? 'k Heb er niets van gezegd." ,,Maar het spreekt toch vanzelf, dat het verkeerd was. Zó mag een vader toch niet handelen? Ik kan dat niet an ders zien dan als zonde voor God. En ik houd vol, of ik moet me al sterk ver gissen, dat de boer het ook zó ziet." „Dat geloof ik niet", zei dè ander langzaam. „De baas meende, dat hij zó moest handelen." „Praat u er dan eens met hem over" Ina begreep, dat zij nu alles op haren en snaren zetten moest „en vertel hem, dat uw zoon leeft, in Arnhem woont en dat ik hem ken." „O, dat kan ik niet. Dat wordt mij zeer kwalijk genomen. Dat zou de goede verhouding juist bederven." „Maar moet het dan zó blijven? Dit is toch verkeerd? Wie weet, of het op uw ouden dag nog niet goed kan ko men!" „Dan moet ik toch eerst weten, hoe mijn zoon er over denkt." Ina zag het redelyke en scherpzin nige van deze vraag in. Daar hebt u gelijk in," zeide zij. „Maar dat komt u spoedig te weten, als u schrijft. Wie weet, hoe gauw er ant woord is. Houd maar moed!" „Ik kan toch zien, dat je nog jong bent en weinig ervaring hebt. 't Is niet zo eenvoudig na al wat er gebeurd is. Piet heeft nooit geschreven. Ik vrees, dat er nu ook g-een antwoord komt. En als het eens komt, hoe moet het dan? De boer mag het niet weten." Wéér die angst voor de boer. Wat vreemd was dat toch van grootmoeder! Zij kon overigens alles van haar man gedaan krijgen! Tóch wilde Ina niet forceren. „O, dat is eenvoudig genoeg," zeide zij luchtig. „Dan schrijft u maar, dat de brief aan mij moet worden geadresseerd Dan is het immers in orde?" „Ja, ja, zó zou het kunnen." „En dan zal ik er wel een klein brief je bij schrijven en uw zoon inlichten. An ders begrijpt hij het niet goed. 't Is best mogelijk, dat hij denkt, dat ik nog steeds in Amsterdam zit." „Je bent heel lief en goed voor mij. Die stadsmensen weten ook voor alles een oplossing! Als Piet nu maar terug schrijft! Hoe ziet hij er uit?" Ina glimlachte. ,,Stel uw man maar voor, toen hij zó oud was, als nu uw zoon. Hij gelijkt sprekend op hem. Dat trof mij juist. Vandaar, dat ik het uw dochter vroeg. Maar zullen we het zó doen? U kunt morgenochtend wel een briefje schrij ven. Met potlood maar. Dan zal ik het vanavond doen en morgen de brief naar Zuidstad brengen. Als er antwoord komt, komt het aan mijn adres en dan krijgt u de brief onmiddellijk." „Ja, dat is goed. O, wat ben ik blij, dit alles te weten. Ik hoop dat Piet zijn moeder toch antwoord geeft!" ,,Ik reken daarop", zei Ina op vasten toon. Natuurlijk doet ingenieur Mieras dat, want hij is een rechtschapen man." Zij zag tot haar vreugde, hoe de ogen van haar grootmoeder vrolijk lichtten. „Maar één ding moet u mij beloven", zeide zij dan. En op de vragende blik van de ander: ,,Als dat antwoord komt, en u kunt daarop gerust rekenen, en het is gunstig, dan moet u het de boer vertellen. Want zó mag het toch niet blijven." ,,Dat kan ik niet beloven, Ina. Want dat weet ik nog niet. De boer wil niets horen over Piet." „U vindt het misschien erg eigenwijs van mij, maar ik geloof, dat u zich ver gist." „Neen, neen, ik vergis mij niet. Maar ja, ik weet niet... ik durf er niet over beginnen... Je vindt dat zeker laf? Maar je weet niet... Neen, dat kan ik niet beloven... 'k Wil nog wel eens zien... 't Hangt ook af van wat Piet schrijft... Als dat gebeurt..." Ina besloot, niet meer aan te dringen. Zij was nu weer een heel eind verder gekomen. Nu i-noest binnen korten tijd nog aan breken het ogenblik, waarop zij zich bekend maakte. Soms twijfelde zij er aan, of zij goed had gehandeld; of grootmoeder niet nóg meer verteld zou hebben, als zij wist met wie zij te doen had. Maar aan de andere kant: de blijd schap zou al te groot zijn geweest. Nu al was grootmoeder van het gehoorde geheel en al in de war. Zij was i-noe. Zij had een kleur van opwinding. Haar ogen schitterden onnatuurlijk. Onmiddellijk zag Zacharias Mieras aan zijn vrouw iets bijzonders. „Wat heb je?" vroeg hij bezorgd, zijn grote hand op haar hoofd leggend. „We hebben wat druk gepraat", haastte zich Ina te zeggen. ,,Als uw vrouw ook eenmaal bezig is, hé?" ,,Maar dat moet u verbieden", zeide hij, ietwat heftig, ,,'t Is niet goed voor mijn vrouw." „Het gaat weer wel over, man", zei de de boerin, „'k Heb er niets geen last meer van." De boer schudde het hoofd. „Je moet voorzichtig- zijn, moeder, 't Gaat gelukkig nu weer goed. Stien was ook best tevreden over je. Je moet de groeten nog hebben, 'k Heb afge sproken, als het tenminste hier kan, dat we volgende week eens naar Harenste de komen" onder het spreken had hij zich tot Ina gewend. ,,Wij?" vroeg deze verbaasd. „Gaat }i dan mee?" ,,Als het mag tenminste. Ik wilde dan met de tilbury." ,,Dat is een pracht van een idee! Na tuurlijk wil ik dat graag!" riep Ina. „Ik zal Willy van de dominé dan vragen, hier te komen." ,,Dat is niet nodig. Ik kan best met Mina een paar dagen alleen", vond de boerin. ,,Ik voel me al veel beter." ,,Er komt niets van in", besliste Ina resoluut. „Als u dat niet hebben wilt, ga ik niet naar Harenstede." ,Ina verbaasde zich over het voorstel van haar grootvader. Maar zij nam zich voor, als de ontknoping er dan nog niet was, eenvoudig met grootvader te pra ten. Al moest dan ook alles op haren en snaren worden gezet. ,,Zij mag ook wel eens wat hebben", verklaarde de boer later op de avond, toen Ina op haar slaapkamertje druk zat te .schrijven. ,,Ze offert zich zo voor ons op. En 't is een aardig meisje. Dat zegt Stien ook. Je vindt het toch wel goed, dat ik ga?" „Natuurlijk. Op mijn beurt zeg ik, dat je ook wel eens wat hebben mag. Ge lukkig ben je de laatste dagen niet zo somber." ,,Ik ben blij, dat je weer wat beter wordt. Vrouw, ik kan je niet missen. Dan is alles uit mijn leven weg." Hij sprak op een toon vol hartstoctó En het was, of er een snik door zij» woorden klonk. Zij schrok er van. „Dan heb je altijd de Heere onze Go» nog, Zacharias", wees zij hem zacht te recht. ,,Soms vrees ik, dat je God fff' eens uit het oog verliest." „Daarin vergis je je, moeder," a"'' woordde hij. Om dan plotseling het vertrek te vet- laten... Zacharias Mieras liep naar de sta' waar zich geen enkel beest bevond. Hij leunde tegen één der kribbe- En hij kreunde... Intussen schreef Ina een uitvoeri?' brief aan haar vader, hem alles nauw keurig meedelend en aanwijzingen vend, hoe hij met zijn antwoord lia""'' len moest. Opeens viel haar iets in. Zij zocht aantekenboekje op en bemerkte, zit' niet vergist te hebben: de volgende Woensdag sprak haar vader voor de 'f dio! Dan moesten zij in elk geval ni» Harenstede zijn. 't Was niet onniogeWJ dat grootvader luisterde. Maar hij wel weten, wie er sprak? Hot W, schrift, dat Zaterdag kwam, zou vermelden! Zou de ontknoping terdag al zijn? Ze zou er eens grootmoeder over spreken. Want kon nu wel met veel bravour allei^' plannen ten aanzien van grootvader ken, maar feit was toch, dat gi'oo*' der hem veel beter kende. (Wordt vervol otm*'

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1949 | | pagina 2