WANGEDRAG VAN
MINDERJARIGEN
Geef 'n nuttig
geschenk
Zelfheschikk'mgsrecht
met voeten getreden
22ste jaargaïïig
Zaterdag 3 December 1949
No. 1876
CHRISTELIJK WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
Christelijke Schooldag
Rede van de heer Bongers
Zondagsdiensten Artsen.
MEDITATIE
VERDRUKKING EN
HEERLIJKHEID
De Plantenziektenkundige
Dienst te Wageningen
bestaat 50 jaar
Nu geldt meer dan ooit
TAFELKLEDEN
SCHOORSTEENLOPERS
DRESSOIRLOPERS
FOYERKLEEDJES
SIERKUSSENS
KINDERSTOELEN
SPEELBOXEN enz. enz.
Magazijn „DE OVERKANT"
A. J. SitSKOORN
Strijensestraat 1-3, Tel. 73140
Complete
Woningitarichting
Verschflnt tweemaal per week. Woensdag en Zaterdag; Redactiebureau: Prins Hendrikstiaat 123 Mlddelharnls AbonnementsprUs 1.50 per kwartaal
Telefoon 17
Middelharnis
Giro 167930
Postbox 8
Telefoon
Drukkerij 19
Adv.-piiis 12 et. p.
mm. Bij conliact
speciaal taiiel
Neclerlandeiis wonden atui de Re
publiek van Soekamo uitgeleverd
De gang van zaken ten opzichte van
Indonesië is weinig bevredigend.
Het beleid van onze Regering, al dan
niet gedwongen door buitenlandse in
menging heeft ten enenmale gefaald.
Het is uitgelopen op een volkomen ca
pitulatie van ons land. Een vergelij
king met de resultaten indertijd bereikt
op de conferentie op de Hoge Veluwe,
Linggadjati en Renville en nu ter Ron-
Tafelconferentie is uiterst leerzaam
en tooit genoegzaam aan, dat onze Re-
tering in alle opzichten heeft toege
geven.
Op zichzelf niet te verwonderen, daar
een der Regeringspartijen jaren gele
den openlijk de leuze tot de zijne maak
te ,Indië los van Nederland."
Men is vaak genergd geweest zich te
irgeren aan de verwijten ons land ge
maakt in de Veiligheidsraad, door onz3
vroegere geallieerde vrienden maar kan
men het die buitenlanders wel zo kwa
lijk nemen als we letten, op de velen in
ons land, nu op het regeringskussen zit
tend, die in feite geen ander standpunt
Innemen. De leuze „Indië los van Ne
derland", zit de socialisten te diep in
het bloed, om ze zo maar zonder meer
los te laten en daaraan moet ons in-
ülens de capitulatie van onze Regering
worden toegeschreven. Zeker niemand
zou het voor zijn rekening willen nemen
de band tussen Nederland en Indiö al
toos durend te bevestigen. Een pilitiek
tot rijprnaking van Indië, via zelfbestuur
tot volkomen onafhankelijkheid was
ingeluid niet alleen maar droeg reeds
goede vruchten. Niet uit het oog mag
worden verloren dat voor zelfbestuur en
onafhankelijkheid een grote mate van
ontwikkeling wordt vereist en dat men
een onontwikkeld volk geen groter on-
dienst kan bewijzen <}an het de vrijheid
te verlenen zonder dat daarvoor de ver
eisten van ontwikkeling en politiek besef
aanwezig zijn. Een zodanig volk loopt
gevaar het slachtoffer te worden van
dictators, die inplaats van het volk tot
hoger peil te brengen het overleveren
aan machtsmisbruik en uitbuiting.
De weg van geleidelijke ontwikkeling
en politiek mondig maken is de aange
wezen weg om het lot van het volk in
eigen hand te leggen. Pas wanneer dat
stadium is bereikt is het verantwoord
het volk zijn egien leiding te doen kiezen
en zijn lot in eigen hand te doen nemen.
Ondertussen is de beslissing gevallen.
De Ronde Tafel Conferentie heeft Indië
los gemaakt van de Nederlandse leiding
en aan het land niettegenstaande de
dreiging van verwarring en anarchie,
van communisme en felle Islamitische
terreur de volkomen vrijheid gegeven.
Ontzettend grote fouten heeft onze
Regering gemaakt. De Federalisten zijn
in de armen van Soekamo gedreven en
de Republiek van Djockja heeft onte
genzeggelijk de macht verkregen. De
Verenigde Naties hebben, misbruik van
hun macht makend, deze oplossing ge
forceerd en Nederland heeft door deze
onbevoegden zich de wet laten voor-
Echrijven. In feite heeft de Veiligheids
raad gedicteerd, hoe zou het anders mo
gelijk zijn, dat grote groepen van Ne
derlanders aan de Republiek vaai Soe-
karfto worden uitgeleverd?
Het zelfbeschikkingsrecht der Volke
ren, een van de aangeboden beginselen
van zo menig charter en pact, ja een
der grondbeginselen van de Verenigde
Naties wordt ter wille van de Repu
bliek van Djockja verloochend.
Vele honderdduizenden bewoners van
Indonesië in bepaalde geographische ge
bieden willen niets liever dan bij Neder
land blijven.
Op de Ronde Tafel Conferentie werd
hen geen gehoor verleend, de Verenigde
Naties nemen het, om welke redenen
dan ook, niet voor hen op en zo blijft
hen niets over dan zich op het Neder
landse volk te beroepen. En dat doen
ze dan ook, met al de hartstocht, die
hun Oosters gemoed kan opbrengen.
Voor hen is het dilemma: Koningin Ju
liana of Soekamo". Ze willen niet onder
de Republiek gebracht worden.
Vrijheid - veiligheid en ontwikkeling
onder Oranje, stellen ze hoog boven de
vrijheid die een fanatieke tegenstander
hun mogelijk laat.
Het zijn de bewoners van de Mina-
hassa, van Ambon en Timor, die een
luid beroep doen op ons volk en onze
Regering om bij ons land te mogen
Wijven.
De Regering is doof voor hun waarlijk
niet ondubbelzinnig verzoek, ons volk
kan er moeilijk doof voor blijven en hun
Verzoek vindt zeker niet weinig weer
klank juist onder het volk, dat zich nog
levendig herinnert de protesten van een
deel van onze bevolking toen een nabu
rig land het annexeren wilde. W^at een
Beweging, wat een oplaaiende geestdrift
UI Zeeuws-Vlaanderen, ja door geheel
Nederland toen kort na de eerste wereld
oorlog België dat gedeelte van ons volk
KWam opeisen.
En zo staat het in Indonesië nief an
ders. De meerderheid van de bevolking
van de Minahassa. Ambon en Timor wil
len bij Nederland blijven. Ze noemen
zich Zelf bij voorkeur de twaé-lfde pro
vincie van het Koninkrijk. Ze wijzen op
«en lotsverbondenheid met Nederland
van meer dan drie eeuwen. En ze heb
ben recht van spreken. Aan de uitbrei-
o>ng van het Nederlandse hebben juist
deze delen van Indië krachtig meege
werkt. Het waren speciaal de Ambone
zen, die in het Nederlands-Indische le
ger in groten getale dienst namen en
Krachtig hebben meegewerkt aan de
Pacifermg van Indië. En nu worden de-
e mensen tegen hun wil gedwongen om
eei Uit te maken van de Republiek In-
uoiiesie, waar Soekamo en de z^nen een
overwegende rol in zullen spelen. Juist
anwege hun trouw aan het oude Moe
derland hebben deze landstreken weinig
goeds te wachten. Trouw aan Nederland
is in de ogen van de machthebbers van
de Republiek een onvergeeflijke misdaad.
Hoevelen hebben dat reeds met hun le
ven moeten betalen. Is het wonder, dat
de bevolking van bovengenoemde gebie
den een beroep doet op het Nederlandse
volk waar de Regering door voor haar
rechtmatige verlangens blijft.
Het zelfbestemmingsrecht, zo wordt
hun voorgehouden kan door hem uitge
oefend worden na dat de souvereiniteits-
overdracht heeft plaats gevonden. Een
belofte dus voor de toekomst. Maar
daar hechten de bewoners van deze ge
biedsdelen geen waarde aan. Nu, tei-wijl
het Nederlandse leger nog rechtvaar
digheid en een vrije onafhankelijke stem
ming waarborgt, willen ze zich dit recht
zien toegewezen.
In de Republiek hebben ze te dien
opzichte niet het minste vertrouwen. Ze
vrezen, dat dan de stemming wordt be
ïnvloed, dat door allerlei invloeden en
intimidaties er geen sprake zal zijn van
een vrije onafhankelijke stemming en
daarom doen ze nu zo een hartstoch
telijk beroep op het Nederlandse volk.
Onze Regering heeft deze Nederland
se bevolkingsgroepen in de steek gela
ten. Ze overgegeven aan Soekamo en de
zijnen.
Éen nieuwe, een laatste lafheid aan
de zovelen toegevoegd.
Onverantwoordelijk gehandeld met de
hoogste belangen van haar trouwe on
derdanen. Dat is mogelijk het sluitstuk
van de Indische tragedie. Het lot van
Indië is bepaald in een zeer ongelukkig
tijdsgewricht. Een tijd, waarin onze Re
gering niet de moed had onbevoegde in
menging af te wijzen. In een tijd, dat
het lot van ons volk ligt in de handen
van een revolutionaire partij, die een
maal Indië, los van Nederland" tot haar
ZIEKBNVERVOBR PER HELICOPTèBE. In Pranciscus (Californië U.S.A.)
heeft men als laatste snufje een demonstratie gegeven van ziekenvervoer per
helicoptère. Op de foto ziet u zo'ii „vliegende ambulance" met een Rode Kruis-
zuster, die toont hoe gemakkelijk en Veilig twee patiënten vervoerd kunnen
worden.
leuze had en van het beginselloze en
zich aanpassende Rome. Daarin ligt de
oorzaak van het Indische drama, dat
begonnen is met het onderhandelen met
de revolutionairen en dat zijn slotacte
vindt in het verloochenen van belang
rijke groepeii Nederlanders.
De tweede spreker op de Chr. School
dag was
«Ie heer G. C. Bongers,
ambtenaar v. d. Kinderwetten te
Dordrecht.
Met een zekere schroom is het, dat
spreker het woord neemt, in de eerste
plaats omdat hij iets moet laten zien
uit de geweldige tragiek van het kin
derleven en in de tweede plaats, omdat
spr.'s werkkring zoveel verscheelt van
die van zijn gehoor.
Spr. kan zijn onderwerp van twee
kanten benaderen: van het min of meer
normale gezin öf van het dis-sociale ge
zin. In de eerste plaats zal spr. stilstaan
bij het dis-sociale en daarna bij het nor
male gezin, welk laatste in kiem even
abnormaal is als hef dis-sociale. Ten
slotte hoopt hij te bezien, hoe het licht
van Gods genade ook gaat over ons
zondig mensenleven".
Uit de vele gevallen van spr.'s prac-
tflk belicht spr. één gezin, waarvan we
natuurlijk de namen weglaten. Als we
een naam noemen, is die gefingeerd.
Op het spreekuur komen twee mensen
met spr. praten, een man en een vrouw.
De man zegt niet veel, de vrouw is ner
veus en zit boordevol. Het blijkt dat ze
een jongen hebben van 14 jaar (we
zuilen hem Jan noemen) die vreselijk
lastig is in huis. Vloeken en verwensin
gen braakt hij uit en erger, hij schrijft
die verwensingen op een papier en plak
te ze op de muur van zijn kamertje
Spr. heeft aldoor geluisterd en vraagt
tenslotte: „Wat verwacht U van mij?"
Vader zegt: dat stuk ellende moet er
uit. Moeder zegt, nee, laten we probe
ren hem te houden. Spr. antwoordt, dat
moeder moet terugkomen en het stuk
papier meebrengen.
Tyveede bezoek: Spr. beziet het pa
pier en het is inderdaad erg. Maar nu
hij moeder alleen heeft verneemt hij, dat
ze vroeger gereformeerd was, maar nu
niet meer aan godsdienst doet. Ze was
gescheiden en weer gehuwd. Ze had een
voorkind gehad (een meisje) en uit het
eerste huwelijk was Jan geboren. Haar
man had echtbreuk gepleegd, ze was ge
scheiden en hertrouwd.
Derde bezoek: Moeder kwam vrijwil
lig, teneinde raad. Jan gaat stelen zei
ze, hij stal op de markt en snoept veel.
Ook vernielt hij doelbewust zijn schoe
nen, kleren en de meubelen. Uit alles
bleek verzet tegen zijn stiefvader.
Spr. adviseerde kalm te blijven en
Jan te laten komen.
Jan kwam. Bleke jongen, maar zeer
beleefd. Hij was zeer nerveus. Hij ver
telde dat hij nu op een werf werkte.
(Onder het vertellen door gaf spr. on
verwachts een- klap op de tafel, waar
door hij opsprong, teken van verre
gaande nervositeit). Moeder liet de kin
deren wel naar de kerk en catechisatie
gaan, waarom spr. Jan onder het oog
bracht, dat hij iedere Zondag uit Gods
Wet hoorde voorlezen: Eert Uw vader
en moeder! Daar staat niet achter, of
ze al dan niet goed voor je zijn! Maar
in Jan's hart lag, dat hij met een God,
die dat oplegt niets te maken wilde
hebben. Spr. waarschuwde Jan te trach
ten naar de eis van dit Wetwoord te
leven.
Zo waren er een reeks van telkens
spannender bezoeken. Later werd het
zó erg, dat Jan bok op de werf stal.
Zijn stiefvader stelde hem te schande
voor heel het personeel. Weer later
kwam er een brief bij spr. aan de deur
van de stiefvader, „hij er uit, of ik er
uit!"
De moeder bleek een groot schuldge
voel te bezitten. Op een vraag wanneer
de verwikkelingen met de echtscheiding
hadden plaats gehad bleek dit te zijn
geweest, tussen Jan's 3e en 6e levens
jaar. De moeder hield het meest van de
dochter en ging er dikwijls van door.
Jan bleef in slechte verzorging bij va
der. Toen ging voor spr. dit geval da
gen, het werd steeds duidelijker. Zelf
wilde spr. geen beslissing nemen, hij
wilde het de moeder zelf laten doen.
Op zekeren dag belde de politie op.
Die jongen moest er uit, want nu was
hy tot verregaand vandalisme gekomen.
De .stopcontacten waren vernield, in
't donker was er gevochten, en 't scheel
de maar weinig of er was sprake van
doodslag.
De moeder kwam zélf: doe hem nu
asjeblieft weg.
Slot:.De jongen in een inrichting bui
ten Schoolverband en de moeder in een
zenuwinrichting.
'Waar ligt de oorzaak?
Dan beziet spr. de tragiek die in dit
geval ligt van de psychologische kant.
Stuk voor stuk gaat hij de figuren na.
Eerst de vader van Jan. Dit was een
nakomer uit een groot gezin, verwend
door zijn moeder. Er was hier een fou
tieve binding. Jan was altijd om en bij de
rokken van z'n moeder. Een normale
omgang met iemand yan het andere
geslacht werd tegengewerkt. De moeder
overlijdt en hij zoekt een vrouw, maar
zó een,, waar hij de moederfiguur in
denkt te vinden. Die vrouw is de moeder
van Jan, die reeds een voorkind heeft.
Nu de moeder van Jan. Kwam uit een
nerveus gezin, was een lastig mens.
Kreeg omgang met 'n man, een- meisje
werd geboren, de man liet haar zitten.
Sinds die tijd stond ze wantrouwend
tegenover het leven. Deze vrouw komt
tot een huwelijk, maar haar man vindt
niet, wat hij bij haar zoekt. Er is geen
binding hij zoekt tientallen andere
bindingen. Jan's moeder wordt nog ja
loerser het komt tenslotte tbt echt
scheiding. Dat gebeurde in Jan's 3e en
6e levensjaar. Ware moederliefde ont
ving Jan nooit.
Moeder hertrouwt. Jan gaat naar
school. De jongen wist dat hij een twee
de vader had, z'n eigen vader woont
vlak in de buurt. Deze overlaadt hem
met snoep en geld. Jan zet al zijn pen
nen op, om zijn stiefvader te treiteren.
De moeder stoot Jan van zich af, waar
om Jan als een wilde wordt en zich
steeds agressief gedraagt. Haat en af
keer leeft in hem tegen z'n stiefvader
en ook tegen zijn moeder.
De geschiedenis herhaalde zich: er is
geen binding! Tevens is hij belast met
de fout van z'n moeder: jaloersheid!
En nu zit hij in een kamp. Wat heeft
die jongen nodig, strenge tucht of wat
anders
De christen-opvoeder moet weten wat
er in dit kind kookt en bruist. Hij moet
er veel van kunnen verdragen. Al z'n
sarren (de jongen past niet best op in
het kamp) z'n kleine diefstallen enz.
moeten eerst als iets heel gewoons wor
den voorbggegaan. Maar er moet ook
met hem worden gepraat. Hij moet als
't ware in het luchtledige komen.
Dit is slechts opvoedingsmiddel. Als
het opvoedings-idoel was, zou het treu
rig zijn.
Het normale g«zin.
Spreker laat de jongen even
rusten en beziet dan hoe het in het
nommale igezin gesteld is. Er zijn ook
daar zoveel haperingen, omdat de „bin
ding" niet goed, de gezinssfeer fout is.
Spr. vraagt: uit wat voor gezin ko
men we zelf? We weten eigenlijk geen
van allen goed, waar we vandaan ko
men. Waren er geen hiaten? Was het
gezinsleven waaruit we stammen naar
de ordinantie Gods, zoals hij dit in Zijn
Woord voorschrijft Spr. illustreert met
voorbeelden, dat daar veel aan man
keert. Duidelijk toont hij aan wat een
groot geschenk van God het is als men
kinderen krijgt en welke verantwoorde
lijke taak er dan ligt als opvoeder. Uw
en mijn gezin aldus spr. is eigen
lijk even abnormaal als waaruit die
jongen kwam het is alleen Gods ge
nade, dat het niet tot uiting komt, dat
het wordt ingebonden.
Terugkerend tot de jongen, over wie
spr. voogd is, zegt hg veel met hem te
hebben gesproken. Hij heeft o.m. tot
hem gezegd: ik lees in de bijbel, dat
God de Heere een gverig God is, die de
misdaden der vaderen bezoekt aan de
kinderen, tot in het derde en het vierde
lid, dergenen die Mij hatenDan is
het te begrijpen, dat Jan zegt, „is dat
dan een God, die ik moet dienen? Moet
ik dan de dupe zijn van mijn voorge
slacht?"
Ja Jan, want Gods gerechtigheid
eist dit. Maar luister. Er staat nog wat:
„Maar Ik doe barmhartigheid aan
duizenden dergenen die Mij liefhebben
en Mijn geboden onderhouden." Gods ge
rechtigheid eist, dat jij boet voor de
zonde van het voorgeslacht, maar zie nu
Zijn liefde!
Dat is de weg, waar deze jongen op
moet gewezen en waar alleen behoud
voor hem ligt, nl. te leren leven in de
schaduw van het kruis van Christus,
van dat kruis, waar de gerechtigheid en
de barmhartigheid van God elkaar heb
ben ontmoet.
Bij de bespreking, die daarop volgde,
gaf de referent een uiteenzetting van
„Pro Juventute" haar betekenis en
ook wat zijn taak omvatte. Ook werd
o.'.s duidelijk, dat er slechts heel wei
nig ambtenaren bij deze instelling zijn,
van gereformeerde richting, omdat deze
instellingen „neutraal" zijn. De Wet legt
echter wel op, dat de minderjarigen
voogden krijgen toegewezen van eigen
richting bv. katholieken een katholie
ke, protestanten een protestante voogd.
De heer Bongers zeide zijn taak niet
te kunnen te verrichten, wanneer hij
daarbij zijn principe niet tot uiting zou
kunnen brengen. Hij weet maar één
weg: de weg achter Jezus aan.
Dit gevoelvol en hartroerend betoog
van zoveel kindertragiek werd met aan
dacht beluisterd en er was dankbaarheid
merkbaar, dat een figuur als de heer
Bongers, zich met inzet van zijn gehele
persoonlijkheid voor deze gewriohtvoUe
taak gaf.
De Voorzitter, de heer van Eek,
bracht hem dan ook, als tolk van de
gehele vergadering, hartelijke woorden
van dajik toe.
Van Zaterdag 3 Dec. v.m, 12 wir t.m.
Maandiag 5 Deo. V.m. 9 uur.
Middelharnis-Sommelsdyk:
Afwezig de artsen Tj. Kuipers, C. F.
Arends en A. Kievit. Voor spoedgeval
len. P. Knöps, arts, Telef. 211, S'dijk.
Dirksland-Herkingen-Mielissant
Afwezig B. Elvé, arts. Voor spoed
gevallen G. Huisman, arts, Telef. 1612,
Melissant en dr P. Boot, Telef. 12"',
Dirksland.
Oost-Flakkee:
Afwezig de artsen E, J. Boiunan, C.
W. Kramers en P. J. de Man. Voer
spoedgevallen G. J. Buth, arts, Telef.
6, Den Bommel en P, C. J. Voogd. artS;
Telef. 59, Oude Tonge.
Want onze lichte verdrukking,
die zeer haast voorbijgaat,
werkt ons een gans zeer uitne
mend eeuwig gewicht der
heerlgkheid,
(2 Cor. 4 17.)
I.
Het is de kerke Gods in het algemeen
van hun grote Heere als een testament
bemaakt: in de wereld zult gij verdruk
king hebben. En zeker hebben gemeen
lijk die in de wijngaard des Heeren ar
beiden daarvan niet het geringste deel.
Immers zij hebben in het openbaar een
getuigenis af te leggen en tegen de zon
de der wereld uit de keel te roepen.
Zij moeten alarm blazen en het volk op
roepen om de slechtigheden te verlaten
en op de weg des verstands te treden.
Zo worden ze voorgesteld in Openb. 11,
als staande op de straat der grote stad,
die geestelijk genoemd wordt Sodom en
Egypte, waar ook onze Heere gekrui
sigd is. Geen wonder dat de machten
der hel en der wereld zich vergaderen
om die stemmen tot zwijgen te brengen
en het volk als in Hand. 19 te verze
keren, dat Efeze de kerkbewaarster is
van de grote godin Diana; dat zij die
dienst en„ die afgodsverering vast moet
houden, want het zijn dingen die onwe-
dersprekelgk zijn.
Ook de apostel Paulus kreeg een gro
te mate van druk en vervolging. Het
werd bewaarheid wat zijn grote Zender
reeds vóór dat Hij hem riep, tot An-
nanias had gezegd: Ik zal hem tonen
hoeveel hij lijden moet om mijnen
Naam. Hoe zou 4e Satan hem met rust
kunnen laten, terwijl hij als dag en
nacht werkzaam was om door de predi
king van het dierbaar Evangelie zielen
uit zijn rijk tot Koning Jezus te leiden?
Hoe zouden de handlangers van Satan
hét gedogen, dat hun wettische gronden
werden omvergehaald hun leer als
vals gebrandmerkt en zo het volk van
hen werd afgetrokken en met de gelo
vigen uit de Heidenen zich saamver-
gaderden onder de eenvoudige kruisleer
door de apostel gepredikt? Maar welk
een geloofstaal, welk een vastberaden
heid om in die weg voort te gaaii, be
luisteren wij in bovengeschreven woor
den. Hij noemt de verdrukking waaraan
hij als dienaar vstxi Christus, maar ook
als mens was blootgesteld, een lichte
verdrukking. En toch, zoals wij er op
zien met een blote beschouwing, was ze
zeer zwaar. Hoort maar wat hij in Cap.
11 2432 verklaart: Van de Joden
heb ik veertig slagen min één vijf maal
ontvangen. Drie maal was hij gegeseld
met roeden, eens gestenigd, drie n^aal
had hij schipbreuk geleden en een ganse
dag en nacht in de diepte doorgebracht.
Vervolgens somt hij op de gevaren in
het reizen; gevaren van moordenaars,
gevaren onder de heidenen en in zijn
geslacht. Vervolgens op het land, in de
woestijn en op zee en onder valse broe
ders. Dan verhaalt hij nog van arbeid
en moeite, van vasten en waken, van
honger en dorst, van koude en naakt
heid. O, wat een ellende zouden we zeg
gen. En dat een keur- en lieveling van
Jehova, een geroepen en gezonden
dienstknecht in dienst van zijn Groten
Meester.
En toch, hij zegt: de vedrukking is
licht. En waarlijk zij was licht voor
hem en is licht voor al Zijn knechten en
kinderen ten aanzien van Ie inwendige
vertroostingen. Dat maakte voor hem
en voor al de vromen de drukwegen
licht. Soms stond een engel bij hom,
een gezant van 't hemelhof om hem aan
te spreken en te troosten, zeggende:
hebt goeden moed, Paulus. Dan sprak
de Heere Zelf tot hemIk heb veel volks
iu deze stad. Bijzondere hartsterking
kreeg hij soms, waardoor hij al de druk
en de ellende vergat en de juichtaal
mocht aanheffen: Ik acht op geen ding,
noch houde mijn leven dierbaar voor mij-
zelve, opdat ik mijn loop met blijdschap
mag volbrengen. Hartsterking maakt de
zwaarste kruisen licht. Dat deed hem in
de kerker, in de binnensten kerker, met
bebloede rug en de voeten in de stok,
God lofzangen zingen.
2e. De verdrukking was hem licht als
hij bevestigd werd in het geloof dat hij
in de rechte weg was. Het was de weg
die patriarchen en profeten vóór hem
bewandeld hebben, die in woestijnen
hadden gedoold op bergen en spelonken
der aarde. Die om dezelfde leer waren
vervolgd, gestenigd, in stukken gezaagd,
verzocht door het zwaard, ter dood ge
bracht. Het was de weg die zijn Mees
ter Zelf bewandeld had en Die de les
had achtergelaten: de discipel is niet
boven zijn Meester. Om die Naam ver
volgd te mogen worden maakte hem
het lijden en de druk licht.
3e. Maar ook was de verdrukking-
voor hen licht als hij zich één gevoelde
met de vromen die onder zijn bediening
waren toegebracht, die met innerlijke
banden aan hem verbonden waren, zoals
hy ergens getuigd: Mijne verdrukking
die mij in Azië overkomen is, of die in
mijn vlees geschied is, hebt gij niet ver
acht of verfoeid, maar gij naamt mij aan
als een engel Gods, Ja als Christus Je
zus. Dan getuigt hij weer: gij zoudt uwe
ogen uitgegraven en mij gegeven heb.
ben. O, wat een banden lagen er tus
sen hem en het volk. De broeders van
Macedonië vervulden dan eens weer zijn
gebrek en dan voelt hij op de vleuge
len hunner gebeden gedragen te worden,
zodat hij de moeite, door de vijand hem
aangedaan, niet achtte, maar licht
achtte.
4e. Ten opzichte van de kortstondig
heid derzelve. Hij noemt het een ver
drukking die zeer h^ast voorbijgaat.
De duur der verdrukking noemt hij dus
niet alleen kort ten opzichte van de ver-'
kwikkingen, dat de Heere hier na het
zure het zoete placht te geven, maar
hij noemt ze kort van duur, ras voorbij
gaande, om nooit meer terug te keren.
Werpt er een blik achter en dan is het
hier maar een verdrukking van tien
in.
(Wordt vervolgd)
Ds H.
In de aula van de Landbouwhoge
school te Wageningen zal op 30 Novem
ber a.s. het feit worden herdacht, dat 50
jaar geleden de Plantenziektenkundige
Dienst, destijds onder de naam Phyto-
pathologische Dienst, op initiatief van
Prof. Dr J. Ritzema Bos werd opge
richt.
Een van de belangrijkste taken van
de Plantenziektenkundige Dienst is het
afgeven van verklaringen met betrek
king tot de gezondheid van voor het
buitenland bestemde zendingen land- en
.tuinbouwproducten. Practisch geen zen
ding kan ons land verlaten, zonder dat
deze grondig is gekeurd op een groot
en in zekere zin steeds toenemend
aantal ziekten en plagen. Hierbij moet
nadrukkelijk worden vastgesteld, dat
deze keuring hoofdzakelijk plaats heeft
op grond van buitenlandse eisen. De ge
zondheidscontrole aan de grens, voorzo
ver deze ook door de Plantenziekten
kundige Dienst wordt verricht, is dus
uitsluitend ingesteld ter bescherming
van onze export.
De taak van de Plantenziektekundi-
ge Dienst is evenwel niet beperkt tot
het uitoefenen van controle bij de uit
voer. De Dienst tast het kwaad ook in
de wortel aan, door met behulp van de
resultaten van het wetenschappelijk on
derzoek en voorts met alle andere mo
gelijke middelen de bestrijding van plan
tenziekten en -belagers te organiseren
dan wel ter hand te nemen.
De plantenziekten verhogen de pro
ductiekosten in land- en tuinbouw in
niet geringe mate. De enige afdoende
wijze voor het teniet doen van deze
factor is in verdelging van de verwek
kers gelegen, het optreden van de eolo-
radokever, tot voor kort een ernstige
bedreiging van onze aardappelteelt,
heeft de Plantenziektekundige Dienst
thans vrijwel in bedwang. Het aardap
pelaaltje, de verwekker van de aard
appelmoeheid, daarentegen, kan de land
bouw nog voor onaangename verrassin
gen plaatsen, wanneer niet met hand en
tand wordt vastgehouden aan de voor
schriften, welke in het kader van de
„Wet Besti^ding Aardappelmoeheid"
worden gegeven.
Daarenboven is dagelijks waakzaam
heid geboden ten aanzien van het on
verwacht en massaal optreden van vele
soorten belagers, zoals muizen, ratten,
vogels, kevers, rupsen, wantsen, vliegen
etc, die, al naar gelang de voorwaarden
voor een abnormale voortplanting aan
wezig zijn, de producten van land- en
tuinbouw met vernietiging bedreigen.
De Plantenziektenkundige Dienst is
hierop voortdurend bedacht, in de zeker
heid, dat een tegenaanval op het juiste
ogenblik en met de juiste wapens in
het belang is van onze agrarische pro
ductie en derhalve van het gehele land.
-O-
NIEUWE PROEVEN MET
ATOOMWAPENS
Opnieuw zullen de Verenigde Staten
een serie proeven nemen met atoom
wapenen in de Eniwetok-atol in de Gro
te Oceaan. Daar zijn in 1946. en ook
het vorige jaar proeven met de atoom
bom genomen.
Generaal Blwood Quesada zal het be
vel voeren.