WANGEDRAG VAN MINDERJARIGEN Geef 'n nuttig geschenk Zelfheschikk'mgsrecht met voeten getreden 22ste jaargaïïig Zaterdag 3 December 1949 No. 1876 CHRISTELIJK WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN Christelijke Schooldag Rede van de heer Bongers Zondagsdiensten Artsen. MEDITATIE VERDRUKKING EN HEERLIJKHEID De Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen bestaat 50 jaar Nu geldt meer dan ooit TAFELKLEDEN SCHOORSTEENLOPERS DRESSOIRLOPERS FOYERKLEEDJES SIERKUSSENS KINDERSTOELEN SPEELBOXEN enz. enz. Magazijn „DE OVERKANT" A. J. SitSKOORN Strijensestraat 1-3, Tel. 73140 Complete Woningitarichting Verschflnt tweemaal per week. Woensdag en Zaterdag; Redactiebureau: Prins Hendrikstiaat 123 Mlddelharnls AbonnementsprUs 1.50 per kwartaal Telefoon 17 Middelharnis Giro 167930 Postbox 8 Telefoon Drukkerij 19 Adv.-piiis 12 et. p. mm. Bij conliact speciaal taiiel Neclerlandeiis wonden atui de Re publiek van Soekamo uitgeleverd De gang van zaken ten opzichte van Indonesië is weinig bevredigend. Het beleid van onze Regering, al dan niet gedwongen door buitenlandse in menging heeft ten enenmale gefaald. Het is uitgelopen op een volkomen ca pitulatie van ons land. Een vergelij king met de resultaten indertijd bereikt op de conferentie op de Hoge Veluwe, Linggadjati en Renville en nu ter Ron- Tafelconferentie is uiterst leerzaam en tooit genoegzaam aan, dat onze Re- tering in alle opzichten heeft toege geven. Op zichzelf niet te verwonderen, daar een der Regeringspartijen jaren gele den openlijk de leuze tot de zijne maak te ,Indië los van Nederland." Men is vaak genergd geweest zich te irgeren aan de verwijten ons land ge maakt in de Veiligheidsraad, door onz3 vroegere geallieerde vrienden maar kan men het die buitenlanders wel zo kwa lijk nemen als we letten, op de velen in ons land, nu op het regeringskussen zit tend, die in feite geen ander standpunt Innemen. De leuze „Indië los van Ne derland", zit de socialisten te diep in het bloed, om ze zo maar zonder meer los te laten en daaraan moet ons in- ülens de capitulatie van onze Regering worden toegeschreven. Zeker niemand zou het voor zijn rekening willen nemen de band tussen Nederland en Indiö al toos durend te bevestigen. Een pilitiek tot rijprnaking van Indië, via zelfbestuur tot volkomen onafhankelijkheid was ingeluid niet alleen maar droeg reeds goede vruchten. Niet uit het oog mag worden verloren dat voor zelfbestuur en onafhankelijkheid een grote mate van ontwikkeling wordt vereist en dat men een onontwikkeld volk geen groter on- dienst kan bewijzen <}an het de vrijheid te verlenen zonder dat daarvoor de ver eisten van ontwikkeling en politiek besef aanwezig zijn. Een zodanig volk loopt gevaar het slachtoffer te worden van dictators, die inplaats van het volk tot hoger peil te brengen het overleveren aan machtsmisbruik en uitbuiting. De weg van geleidelijke ontwikkeling en politiek mondig maken is de aange wezen weg om het lot van het volk in eigen hand te leggen. Pas wanneer dat stadium is bereikt is het verantwoord het volk zijn egien leiding te doen kiezen en zijn lot in eigen hand te doen nemen. Ondertussen is de beslissing gevallen. De Ronde Tafel Conferentie heeft Indië los gemaakt van de Nederlandse leiding en aan het land niettegenstaande de dreiging van verwarring en anarchie, van communisme en felle Islamitische terreur de volkomen vrijheid gegeven. Ontzettend grote fouten heeft onze Regering gemaakt. De Federalisten zijn in de armen van Soekamo gedreven en de Republiek van Djockja heeft onte genzeggelijk de macht verkregen. De Verenigde Naties hebben, misbruik van hun macht makend, deze oplossing ge forceerd en Nederland heeft door deze onbevoegden zich de wet laten voor- Echrijven. In feite heeft de Veiligheids raad gedicteerd, hoe zou het anders mo gelijk zijn, dat grote groepen van Ne derlanders aan de Republiek vaai Soe- karfto worden uitgeleverd? Het zelfbeschikkingsrecht der Volke ren, een van de aangeboden beginselen van zo menig charter en pact, ja een der grondbeginselen van de Verenigde Naties wordt ter wille van de Repu bliek van Djockja verloochend. Vele honderdduizenden bewoners van Indonesië in bepaalde geographische ge bieden willen niets liever dan bij Neder land blijven. Op de Ronde Tafel Conferentie werd hen geen gehoor verleend, de Verenigde Naties nemen het, om welke redenen dan ook, niet voor hen op en zo blijft hen niets over dan zich op het Neder landse volk te beroepen. En dat doen ze dan ook, met al de hartstocht, die hun Oosters gemoed kan opbrengen. Voor hen is het dilemma: Koningin Ju liana of Soekamo". Ze willen niet onder de Republiek gebracht worden. Vrijheid - veiligheid en ontwikkeling onder Oranje, stellen ze hoog boven de vrijheid die een fanatieke tegenstander hun mogelijk laat. Het zijn de bewoners van de Mina- hassa, van Ambon en Timor, die een luid beroep doen op ons volk en onze Regering om bij ons land te mogen Wijven. De Regering is doof voor hun waarlijk niet ondubbelzinnig verzoek, ons volk kan er moeilijk doof voor blijven en hun Verzoek vindt zeker niet weinig weer klank juist onder het volk, dat zich nog levendig herinnert de protesten van een deel van onze bevolking toen een nabu rig land het annexeren wilde. W^at een Beweging, wat een oplaaiende geestdrift UI Zeeuws-Vlaanderen, ja door geheel Nederland toen kort na de eerste wereld oorlog België dat gedeelte van ons volk KWam opeisen. En zo staat het in Indonesië nief an ders. De meerderheid van de bevolking van de Minahassa. Ambon en Timor wil len bij Nederland blijven. Ze noemen zich Zelf bij voorkeur de twaé-lfde pro vincie van het Koninkrijk. Ze wijzen op «en lotsverbondenheid met Nederland van meer dan drie eeuwen. En ze heb ben recht van spreken. Aan de uitbrei- o>ng van het Nederlandse hebben juist deze delen van Indië krachtig meege werkt. Het waren speciaal de Ambone zen, die in het Nederlands-Indische le ger in groten getale dienst namen en Krachtig hebben meegewerkt aan de Pacifermg van Indië. En nu worden de- e mensen tegen hun wil gedwongen om eei Uit te maken van de Republiek In- uoiiesie, waar Soekamo en de z^nen een overwegende rol in zullen spelen. Juist anwege hun trouw aan het oude Moe derland hebben deze landstreken weinig goeds te wachten. Trouw aan Nederland is in de ogen van de machthebbers van de Republiek een onvergeeflijke misdaad. Hoevelen hebben dat reeds met hun le ven moeten betalen. Is het wonder, dat de bevolking van bovengenoemde gebie den een beroep doet op het Nederlandse volk waar de Regering door voor haar rechtmatige verlangens blijft. Het zelfbestemmingsrecht, zo wordt hun voorgehouden kan door hem uitge oefend worden na dat de souvereiniteits- overdracht heeft plaats gevonden. Een belofte dus voor de toekomst. Maar daar hechten de bewoners van deze ge biedsdelen geen waarde aan. Nu, tei-wijl het Nederlandse leger nog rechtvaar digheid en een vrije onafhankelijke stem ming waarborgt, willen ze zich dit recht zien toegewezen. In de Republiek hebben ze te dien opzichte niet het minste vertrouwen. Ze vrezen, dat dan de stemming wordt be ïnvloed, dat door allerlei invloeden en intimidaties er geen sprake zal zijn van een vrije onafhankelijke stemming en daarom doen ze nu zo een hartstoch telijk beroep op het Nederlandse volk. Onze Regering heeft deze Nederland se bevolkingsgroepen in de steek gela ten. Ze overgegeven aan Soekamo en de zijnen. Éen nieuwe, een laatste lafheid aan de zovelen toegevoegd. Onverantwoordelijk gehandeld met de hoogste belangen van haar trouwe on derdanen. Dat is mogelijk het sluitstuk van de Indische tragedie. Het lot van Indië is bepaald in een zeer ongelukkig tijdsgewricht. Een tijd, waarin onze Re gering niet de moed had onbevoegde in menging af te wijzen. In een tijd, dat het lot van ons volk ligt in de handen van een revolutionaire partij, die een maal Indië, los van Nederland" tot haar ZIEKBNVERVOBR PER HELICOPTèBE. In Pranciscus (Californië U.S.A.) heeft men als laatste snufje een demonstratie gegeven van ziekenvervoer per helicoptère. Op de foto ziet u zo'ii „vliegende ambulance" met een Rode Kruis- zuster, die toont hoe gemakkelijk en Veilig twee patiënten vervoerd kunnen worden. leuze had en van het beginselloze en zich aanpassende Rome. Daarin ligt de oorzaak van het Indische drama, dat begonnen is met het onderhandelen met de revolutionairen en dat zijn slotacte vindt in het verloochenen van belang rijke groepeii Nederlanders. De tweede spreker op de Chr. School dag was «Ie heer G. C. Bongers, ambtenaar v. d. Kinderwetten te Dordrecht. Met een zekere schroom is het, dat spreker het woord neemt, in de eerste plaats omdat hij iets moet laten zien uit de geweldige tragiek van het kin derleven en in de tweede plaats, omdat spr.'s werkkring zoveel verscheelt van die van zijn gehoor. Spr. kan zijn onderwerp van twee kanten benaderen: van het min of meer normale gezin öf van het dis-sociale ge zin. In de eerste plaats zal spr. stilstaan bij het dis-sociale en daarna bij het nor male gezin, welk laatste in kiem even abnormaal is als hef dis-sociale. Ten slotte hoopt hij te bezien, hoe het licht van Gods genade ook gaat over ons zondig mensenleven". Uit de vele gevallen van spr.'s prac- tflk belicht spr. één gezin, waarvan we natuurlijk de namen weglaten. Als we een naam noemen, is die gefingeerd. Op het spreekuur komen twee mensen met spr. praten, een man en een vrouw. De man zegt niet veel, de vrouw is ner veus en zit boordevol. Het blijkt dat ze een jongen hebben van 14 jaar (we zuilen hem Jan noemen) die vreselijk lastig is in huis. Vloeken en verwensin gen braakt hij uit en erger, hij schrijft die verwensingen op een papier en plak te ze op de muur van zijn kamertje Spr. heeft aldoor geluisterd en vraagt tenslotte: „Wat verwacht U van mij?" Vader zegt: dat stuk ellende moet er uit. Moeder zegt, nee, laten we probe ren hem te houden. Spr. antwoordt, dat moeder moet terugkomen en het stuk papier meebrengen. Tyveede bezoek: Spr. beziet het pa pier en het is inderdaad erg. Maar nu hij moeder alleen heeft verneemt hij, dat ze vroeger gereformeerd was, maar nu niet meer aan godsdienst doet. Ze was gescheiden en weer gehuwd. Ze had een voorkind gehad (een meisje) en uit het eerste huwelijk was Jan geboren. Haar man had echtbreuk gepleegd, ze was ge scheiden en hertrouwd. Derde bezoek: Moeder kwam vrijwil lig, teneinde raad. Jan gaat stelen zei ze, hij stal op de markt en snoept veel. Ook vernielt hij doelbewust zijn schoe nen, kleren en de meubelen. Uit alles bleek verzet tegen zijn stiefvader. Spr. adviseerde kalm te blijven en Jan te laten komen. Jan kwam. Bleke jongen, maar zeer beleefd. Hij was zeer nerveus. Hij ver telde dat hij nu op een werf werkte. (Onder het vertellen door gaf spr. on verwachts een- klap op de tafel, waar door hij opsprong, teken van verre gaande nervositeit). Moeder liet de kin deren wel naar de kerk en catechisatie gaan, waarom spr. Jan onder het oog bracht, dat hij iedere Zondag uit Gods Wet hoorde voorlezen: Eert Uw vader en moeder! Daar staat niet achter, of ze al dan niet goed voor je zijn! Maar in Jan's hart lag, dat hij met een God, die dat oplegt niets te maken wilde hebben. Spr. waarschuwde Jan te trach ten naar de eis van dit Wetwoord te leven. Zo waren er een reeks van telkens spannender bezoeken. Later werd het zó erg, dat Jan bok op de werf stal. Zijn stiefvader stelde hem te schande voor heel het personeel. Weer later kwam er een brief bij spr. aan de deur van de stiefvader, „hij er uit, of ik er uit!" De moeder bleek een groot schuldge voel te bezitten. Op een vraag wanneer de verwikkelingen met de echtscheiding hadden plaats gehad bleek dit te zijn geweest, tussen Jan's 3e en 6e levens jaar. De moeder hield het meest van de dochter en ging er dikwijls van door. Jan bleef in slechte verzorging bij va der. Toen ging voor spr. dit geval da gen, het werd steeds duidelijker. Zelf wilde spr. geen beslissing nemen, hij wilde het de moeder zelf laten doen. Op zekeren dag belde de politie op. Die jongen moest er uit, want nu was hy tot verregaand vandalisme gekomen. De .stopcontacten waren vernield, in 't donker was er gevochten, en 't scheel de maar weinig of er was sprake van doodslag. De moeder kwam zélf: doe hem nu asjeblieft weg. Slot:.De jongen in een inrichting bui ten Schoolverband en de moeder in een zenuwinrichting. 'Waar ligt de oorzaak? Dan beziet spr. de tragiek die in dit geval ligt van de psychologische kant. Stuk voor stuk gaat hij de figuren na. Eerst de vader van Jan. Dit was een nakomer uit een groot gezin, verwend door zijn moeder. Er was hier een fou tieve binding. Jan was altijd om en bij de rokken van z'n moeder. Een normale omgang met iemand yan het andere geslacht werd tegengewerkt. De moeder overlijdt en hij zoekt een vrouw, maar zó een,, waar hij de moederfiguur in denkt te vinden. Die vrouw is de moeder van Jan, die reeds een voorkind heeft. Nu de moeder van Jan. Kwam uit een nerveus gezin, was een lastig mens. Kreeg omgang met 'n man, een- meisje werd geboren, de man liet haar zitten. Sinds die tijd stond ze wantrouwend tegenover het leven. Deze vrouw komt tot een huwelijk, maar haar man vindt niet, wat hij bij haar zoekt. Er is geen binding hij zoekt tientallen andere bindingen. Jan's moeder wordt nog ja loerser het komt tenslotte tbt echt scheiding. Dat gebeurde in Jan's 3e en 6e levensjaar. Ware moederliefde ont ving Jan nooit. Moeder hertrouwt. Jan gaat naar school. De jongen wist dat hij een twee de vader had, z'n eigen vader woont vlak in de buurt. Deze overlaadt hem met snoep en geld. Jan zet al zijn pen nen op, om zijn stiefvader te treiteren. De moeder stoot Jan van zich af, waar om Jan als een wilde wordt en zich steeds agressief gedraagt. Haat en af keer leeft in hem tegen z'n stiefvader en ook tegen zijn moeder. De geschiedenis herhaalde zich: er is geen binding! Tevens is hij belast met de fout van z'n moeder: jaloersheid! En nu zit hij in een kamp. Wat heeft die jongen nodig, strenge tucht of wat anders De christen-opvoeder moet weten wat er in dit kind kookt en bruist. Hij moet er veel van kunnen verdragen. Al z'n sarren (de jongen past niet best op in het kamp) z'n kleine diefstallen enz. moeten eerst als iets heel gewoons wor den voorbggegaan. Maar er moet ook met hem worden gepraat. Hij moet als 't ware in het luchtledige komen. Dit is slechts opvoedingsmiddel. Als het opvoedings-idoel was, zou het treu rig zijn. Het normale g«zin. Spreker laat de jongen even rusten en beziet dan hoe het in het nommale igezin gesteld is. Er zijn ook daar zoveel haperingen, omdat de „bin ding" niet goed, de gezinssfeer fout is. Spr. vraagt: uit wat voor gezin ko men we zelf? We weten eigenlijk geen van allen goed, waar we vandaan ko men. Waren er geen hiaten? Was het gezinsleven waaruit we stammen naar de ordinantie Gods, zoals hij dit in Zijn Woord voorschrijft Spr. illustreert met voorbeelden, dat daar veel aan man keert. Duidelijk toont hij aan wat een groot geschenk van God het is als men kinderen krijgt en welke verantwoorde lijke taak er dan ligt als opvoeder. Uw en mijn gezin aldus spr. is eigen lijk even abnormaal als waaruit die jongen kwam het is alleen Gods ge nade, dat het niet tot uiting komt, dat het wordt ingebonden. Terugkerend tot de jongen, over wie spr. voogd is, zegt hg veel met hem te hebben gesproken. Hij heeft o.m. tot hem gezegd: ik lees in de bijbel, dat God de Heere een gverig God is, die de misdaden der vaderen bezoekt aan de kinderen, tot in het derde en het vierde lid, dergenen die Mij hatenDan is het te begrijpen, dat Jan zegt, „is dat dan een God, die ik moet dienen? Moet ik dan de dupe zijn van mijn voorge slacht?" Ja Jan, want Gods gerechtigheid eist dit. Maar luister. Er staat nog wat: „Maar Ik doe barmhartigheid aan duizenden dergenen die Mij liefhebben en Mijn geboden onderhouden." Gods ge rechtigheid eist, dat jij boet voor de zonde van het voorgeslacht, maar zie nu Zijn liefde! Dat is de weg, waar deze jongen op moet gewezen en waar alleen behoud voor hem ligt, nl. te leren leven in de schaduw van het kruis van Christus, van dat kruis, waar de gerechtigheid en de barmhartigheid van God elkaar heb ben ontmoet. Bij de bespreking, die daarop volgde, gaf de referent een uiteenzetting van „Pro Juventute" haar betekenis en ook wat zijn taak omvatte. Ook werd o.'.s duidelijk, dat er slechts heel wei nig ambtenaren bij deze instelling zijn, van gereformeerde richting, omdat deze instellingen „neutraal" zijn. De Wet legt echter wel op, dat de minderjarigen voogden krijgen toegewezen van eigen richting bv. katholieken een katholie ke, protestanten een protestante voogd. De heer Bongers zeide zijn taak niet te kunnen te verrichten, wanneer hij daarbij zijn principe niet tot uiting zou kunnen brengen. Hij weet maar één weg: de weg achter Jezus aan. Dit gevoelvol en hartroerend betoog van zoveel kindertragiek werd met aan dacht beluisterd en er was dankbaarheid merkbaar, dat een figuur als de heer Bongers, zich met inzet van zijn gehele persoonlijkheid voor deze gewriohtvoUe taak gaf. De Voorzitter, de heer van Eek, bracht hem dan ook, als tolk van de gehele vergadering, hartelijke woorden van dajik toe. Van Zaterdag 3 Dec. v.m, 12 wir t.m. Maandiag 5 Deo. V.m. 9 uur. Middelharnis-Sommelsdyk: Afwezig de artsen Tj. Kuipers, C. F. Arends en A. Kievit. Voor spoedgeval len. P. Knöps, arts, Telef. 211, S'dijk. Dirksland-Herkingen-Mielissant Afwezig B. Elvé, arts. Voor spoed gevallen G. Huisman, arts, Telef. 1612, Melissant en dr P. Boot, Telef. 12"', Dirksland. Oost-Flakkee: Afwezig de artsen E, J. Boiunan, C. W. Kramers en P. J. de Man. Voer spoedgevallen G. J. Buth, arts, Telef. 6, Den Bommel en P, C. J. Voogd. artS; Telef. 59, Oude Tonge. Want onze lichte verdrukking, die zeer haast voorbijgaat, werkt ons een gans zeer uitne mend eeuwig gewicht der heerlgkheid, (2 Cor. 4 17.) I. Het is de kerke Gods in het algemeen van hun grote Heere als een testament bemaakt: in de wereld zult gij verdruk king hebben. En zeker hebben gemeen lijk die in de wijngaard des Heeren ar beiden daarvan niet het geringste deel. Immers zij hebben in het openbaar een getuigenis af te leggen en tegen de zon de der wereld uit de keel te roepen. Zij moeten alarm blazen en het volk op roepen om de slechtigheden te verlaten en op de weg des verstands te treden. Zo worden ze voorgesteld in Openb. 11, als staande op de straat der grote stad, die geestelijk genoemd wordt Sodom en Egypte, waar ook onze Heere gekrui sigd is. Geen wonder dat de machten der hel en der wereld zich vergaderen om die stemmen tot zwijgen te brengen en het volk als in Hand. 19 te verze keren, dat Efeze de kerkbewaarster is van de grote godin Diana; dat zij die dienst en„ die afgodsverering vast moet houden, want het zijn dingen die onwe- dersprekelgk zijn. Ook de apostel Paulus kreeg een gro te mate van druk en vervolging. Het werd bewaarheid wat zijn grote Zender reeds vóór dat Hij hem riep, tot An- nanias had gezegd: Ik zal hem tonen hoeveel hij lijden moet om mijnen Naam. Hoe zou 4e Satan hem met rust kunnen laten, terwijl hij als dag en nacht werkzaam was om door de predi king van het dierbaar Evangelie zielen uit zijn rijk tot Koning Jezus te leiden? Hoe zouden de handlangers van Satan hét gedogen, dat hun wettische gronden werden omvergehaald hun leer als vals gebrandmerkt en zo het volk van hen werd afgetrokken en met de gelo vigen uit de Heidenen zich saamver- gaderden onder de eenvoudige kruisleer door de apostel gepredikt? Maar welk een geloofstaal, welk een vastberaden heid om in die weg voort te gaaii, be luisteren wij in bovengeschreven woor den. Hij noemt de verdrukking waaraan hij als dienaar vstxi Christus, maar ook als mens was blootgesteld, een lichte verdrukking. En toch, zoals wij er op zien met een blote beschouwing, was ze zeer zwaar. Hoort maar wat hij in Cap. 11 2432 verklaart: Van de Joden heb ik veertig slagen min één vijf maal ontvangen. Drie maal was hij gegeseld met roeden, eens gestenigd, drie n^aal had hij schipbreuk geleden en een ganse dag en nacht in de diepte doorgebracht. Vervolgens somt hij op de gevaren in het reizen; gevaren van moordenaars, gevaren onder de heidenen en in zijn geslacht. Vervolgens op het land, in de woestijn en op zee en onder valse broe ders. Dan verhaalt hij nog van arbeid en moeite, van vasten en waken, van honger en dorst, van koude en naakt heid. O, wat een ellende zouden we zeg gen. En dat een keur- en lieveling van Jehova, een geroepen en gezonden dienstknecht in dienst van zijn Groten Meester. En toch, hij zegt: de vedrukking is licht. En waarlijk zij was licht voor hem en is licht voor al Zijn knechten en kinderen ten aanzien van Ie inwendige vertroostingen. Dat maakte voor hem en voor al de vromen de drukwegen licht. Soms stond een engel bij hom, een gezant van 't hemelhof om hem aan te spreken en te troosten, zeggende: hebt goeden moed, Paulus. Dan sprak de Heere Zelf tot hemIk heb veel volks iu deze stad. Bijzondere hartsterking kreeg hij soms, waardoor hij al de druk en de ellende vergat en de juichtaal mocht aanheffen: Ik acht op geen ding, noch houde mijn leven dierbaar voor mij- zelve, opdat ik mijn loop met blijdschap mag volbrengen. Hartsterking maakt de zwaarste kruisen licht. Dat deed hem in de kerker, in de binnensten kerker, met bebloede rug en de voeten in de stok, God lofzangen zingen. 2e. De verdrukking was hem licht als hij bevestigd werd in het geloof dat hij in de rechte weg was. Het was de weg die patriarchen en profeten vóór hem bewandeld hebben, die in woestijnen hadden gedoold op bergen en spelonken der aarde. Die om dezelfde leer waren vervolgd, gestenigd, in stukken gezaagd, verzocht door het zwaard, ter dood ge bracht. Het was de weg die zijn Mees ter Zelf bewandeld had en Die de les had achtergelaten: de discipel is niet boven zijn Meester. Om die Naam ver volgd te mogen worden maakte hem het lijden en de druk licht. 3e. Maar ook was de verdrukking- voor hen licht als hij zich één gevoelde met de vromen die onder zijn bediening waren toegebracht, die met innerlijke banden aan hem verbonden waren, zoals hy ergens getuigd: Mijne verdrukking die mij in Azië overkomen is, of die in mijn vlees geschied is, hebt gij niet ver acht of verfoeid, maar gij naamt mij aan als een engel Gods, Ja als Christus Je zus. Dan getuigt hij weer: gij zoudt uwe ogen uitgegraven en mij gegeven heb. ben. O, wat een banden lagen er tus sen hem en het volk. De broeders van Macedonië vervulden dan eens weer zijn gebrek en dan voelt hij op de vleuge len hunner gebeden gedragen te worden, zodat hij de moeite, door de vijand hem aangedaan, niet achtte, maar licht achtte. 4e. Ten opzichte van de kortstondig heid derzelve. Hij noemt het een ver drukking die zeer h^ast voorbijgaat. De duur der verdrukking noemt hij dus niet alleen kort ten opzichte van de ver-' kwikkingen, dat de Heere hier na het zure het zoete placht te geven, maar hij noemt ze kort van duur, ras voorbij gaande, om nooit meer terug te keren. Werpt er een blik achter en dan is het hier maar een verdrukking van tien in. (Wordt vervolgd) Ds H. In de aula van de Landbouwhoge school te Wageningen zal op 30 Novem ber a.s. het feit worden herdacht, dat 50 jaar geleden de Plantenziektenkundige Dienst, destijds onder de naam Phyto- pathologische Dienst, op initiatief van Prof. Dr J. Ritzema Bos werd opge richt. Een van de belangrijkste taken van de Plantenziektenkundige Dienst is het afgeven van verklaringen met betrek king tot de gezondheid van voor het buitenland bestemde zendingen land- en .tuinbouwproducten. Practisch geen zen ding kan ons land verlaten, zonder dat deze grondig is gekeurd op een groot en in zekere zin steeds toenemend aantal ziekten en plagen. Hierbij moet nadrukkelijk worden vastgesteld, dat deze keuring hoofdzakelijk plaats heeft op grond van buitenlandse eisen. De ge zondheidscontrole aan de grens, voorzo ver deze ook door de Plantenziekten kundige Dienst wordt verricht, is dus uitsluitend ingesteld ter bescherming van onze export. De taak van de Plantenziektekundi- ge Dienst is evenwel niet beperkt tot het uitoefenen van controle bij de uit voer. De Dienst tast het kwaad ook in de wortel aan, door met behulp van de resultaten van het wetenschappelijk on derzoek en voorts met alle andere mo gelijke middelen de bestrijding van plan tenziekten en -belagers te organiseren dan wel ter hand te nemen. De plantenziekten verhogen de pro ductiekosten in land- en tuinbouw in niet geringe mate. De enige afdoende wijze voor het teniet doen van deze factor is in verdelging van de verwek kers gelegen, het optreden van de eolo- radokever, tot voor kort een ernstige bedreiging van onze aardappelteelt, heeft de Plantenziektekundige Dienst thans vrijwel in bedwang. Het aardap pelaaltje, de verwekker van de aard appelmoeheid, daarentegen, kan de land bouw nog voor onaangename verrassin gen plaatsen, wanneer niet met hand en tand wordt vastgehouden aan de voor schriften, welke in het kader van de „Wet Besti^ding Aardappelmoeheid" worden gegeven. Daarenboven is dagelijks waakzaam heid geboden ten aanzien van het on verwacht en massaal optreden van vele soorten belagers, zoals muizen, ratten, vogels, kevers, rupsen, wantsen, vliegen etc, die, al naar gelang de voorwaarden voor een abnormale voortplanting aan wezig zijn, de producten van land- en tuinbouw met vernietiging bedreigen. De Plantenziektenkundige Dienst is hierop voortdurend bedacht, in de zeker heid, dat een tegenaanval op het juiste ogenblik en met de juiste wapens in het belang is van onze agrarische pro ductie en derhalve van het gehele land. -O- NIEUWE PROEVEN MET ATOOMWAPENS Opnieuw zullen de Verenigde Staten een serie proeven nemen met atoom wapenen in de Eniwetok-atol in de Gro te Oceaan. Daar zijn in 1946. en ook het vorige jaar proeven met de atoom bom genomen. Generaal Blwood Quesada zal het be vel voeren.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1949 | | pagina 1