De vrije veren op de Wester-Schelde Het „mirakel" van Weeri Uil hel Kijkvensl De Chr. Schooldag D 22ste" Jaargang Zaterdag 19 November 1949 No. 1872 CHRISTELIJK WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG VOOR DE ZUiD-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN Vorstverletregeling e salarissen van onze ministers Ook vrije handel in var kens behalve in het grensgebied MEDITATIE DANKDAG Mijnhardijes: de cacheli Zondagsdiensten Artsen. Kerknieuws eiiahdeii VersGhönt tweemaal per week. Woensdag en Zaterdag Bedactiebureau: Prins Hendrikstraat 122 Middelhamis Abonnementspi^s 1.50 per kwartaal Telefoon 17 Middelharnis Giro 167930 Postbox 8 Telefoon Drukkerij 19 Adv.-piiis 12 ol. p- mm. Bij conlract speciaal laiiei Onlangs werd in de Zuidelijke Room se pers met grote ophef gewag gemaakt van de verschijning van de Maagd Ma ria aan een jongeman van 18 jaar. Des Donderdagsavonds per rijwiel van een kaartavond huiswaarts kerend, werd ■Jjn aandacht geboeid door een zachte vrouv/enstem. Hij knielde neer bij een boom. Hier verscheen hem de gestalte van de maagd Maria met gekruiste ar men en een bloem in haar hand. De gestalte welke in een zee van licht was gehuld, was niet groter dan een halve mctci'. Zij heeft, volgens het verhaal van de jongeman, hem iets medegedeeld, wat hij nog niet verder mag vertellen. Hem is beloofd, dat zij hem wederom zal verschijnen. Zodra de geioichten van deze ontmoe ting zich verspreidden, heeft deze ge beurtenis grote belangstelling getrok ken. Het is voor ons, protestanten, niet zo gemakkelijk te begrijpen, van hoe grote betekenis in het specifiek Roomse zuiden zulk een verschijning wordt ge acht. Het zal de lezer bekend zijn, dat er verhalen van zulke verschoningen in an dere landen bekend zijn, zoals In Lour- des (Frankrijk), waar Maria aan een jong meisje Bernadette zou verschenen zijn. Deze plaats is daardoor tot een bedevaartsplaats gemaakt, waarheen jaarlijks duizenden zieke Roomsen zich begeven om genezing van hun kwalen te zoeken. En nu zal Nederland ook zo „bege nadigd" worden? Het is nog te Vroeg om conclusies te trekken. In Roomse kerkelijke kringen houdt men zich nog gereserveerd. De jongeman, die heel gewoon zijn werk als schildersgezel weer verricht, heeft immers medegedeeld, dat hem wederom oen verschijning te beurt zal vallen? Wanneer? Dat wéét hö wel, maar htj mag het niet zeggen. Maar hij heeft beloofd dat hij de dagbladen tijdig zal waarschuwen. Want, ge begrijpt het, de Roomse persinteresseert zich bo venmate voor het geval. Ofschoon de bisschop van Roermond de wens uitge sproken had, dat er voorlopig geen ruchtbaarheid aan gegeven zou worden, heeft men het grote nieuws in grote op maak bekend geniaakt, zelf in een extra editie. Maar, als de a^angekondigde verschij ning (en wel op het aangeduide tyd- ^tip) nu eens uitblijft? Dan wordt het een moeilijke zaak voor de kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders om deze „verschijning" voor echt te erkennen. De bevolking hééft zulk een kanoniek- verklaring echter niet afgewacht. Van heinde en verre is men naar de plaats der verschijning toegestroomd, om te bidden bij de boom, waaraan intussen een Mariabeeld is opgehangen. De ko renvelden in de omtrek zijn platgetre den. De boom moest omrasterd worden. Ieder wil zeker een takje van deze ge wijde boom hebben. We zullen afwach ten of Nederland in Weert een tweede Lourdes zal hebben. Wij hopen het niet. El' is reeds afgoderij genoeg in ons land. Wij kunnen ons nu wel met een ach! en een wee! van deze zaken afmaken. Nutter schijnt het ons, onszelf reken schap te geven van deze verschijnselen. God heeft op velerlei wijzen tot de vaderen gesproken, maar heeft tot ons in de laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon. Wij zijn gezegend met de volle openbaring van het Woord van God onder de nieuw-testamentische dag. Daarin openbaart God zich genoegzaam tot onze zaligheid. Het is slechts het boze en ongelovige hart dat op wil klimmen in de hemel en afdalen in de afgrond om daar een openbaring van God na te speuren, terwijl nabij ons het Woord is. Voor deze afwijkingen be hoeven wij niet naar Rome te blikken. Wij kunnen die in eigen kring, ja in eigen boezem vinden. Dit praktikale, vroom aandoende, ongeloof speurt over al buiten het Woord naar een houvast. Wat bij Rome vorm en gestalte heeft aangenomen in het zoeken van steun- sei in overlevering en heiligenverering, in het schepsel, óók in het schepsel van Gods genade dat kunnen wg in ver fijnde zin bij onszelf terugvinden. De genade in Maria verheerlijkt (immers, ïij wds een „begenadigde" onder de Vrouwen) is voor Rome voorwerp van aanbidding. Rome, maar ook wij, zijn geneigd, om wat vmcht is van genade 'ot grandslag van genade te leggen. En daarmede wordt gelegd een ander fun dament dan gelegd is ,nl. Jezus Chris- fus. Als we aan het Woord niet genoeg hebben als grondslag voor ons geloof, aan zoeken wij het bö de afgoden. Wat in Weert gebeurt, is geen aanlei ding voor ons, protestanten, om ons te genover Rome te verheffen, maar maant ons veel eer om ernstig ons hart, ons leven en onze daden te onder- fM*™' weder te keren tot het „Sola tide" onzer reformatorische vaderen. De minister van sociale zaken heeft aan de gemeentebesturen de vorstver letregeling voor de aanstaande winter gezonden. De minister handhaaft het standpunt, dat een voorziening bij vorst ^eriet een aangelegenheid is, welke het oedrijfsleven aangaat en waarvoor der- naive ook door het bedrijfsleven zelf een regeling dient te worden getroffen. On- aernemingen, die bij vorst stagnatie in naar werkzaamheden vrezen, zullen dus ijoig een wachtgeldregeling moeten ««nvragen, PRINSES ELISABETH AAN HET STUUR. In Londen bestaat een vereniging ter voorkoming van auto-ongelukken, de Royal Society for the Prevention of Read accidents. Zij bezit kleine auto's, waarin automobilisten zich kunnen laten testen op hun reacties bij plotselinge gevaarlijke situaties. Bij het bezoek dat prinses Elisabeth deze week aan de vereniging bracht, nam zij ook plaats in zo'n „trainer" om getest te worden. Van belastingen, tabak en stertte drank. Het is niet bepaald een verschijnsel van deze tijd, dat over de hoogte der belastingen wordt geklaagd. Men kon' ook vele jaren geleden horen, dat belas tinggeld hard geld was. En in die tijd, tóen er nog geen girodienst bestond, waren de rijen belastingbetalers veel groter op het kantoor van de Ontvanger dan thans. Nu is de belastingheffing tot een we tenschap uitgegroeid; de belasting-amb tenaren moeten heel veel leren, in Rot terdam bestaat zelfs de Belastingaca demie. Daar leren de heren de fijne kne pen van het vak. Zo van huis uit heeft niemand het erg op deze ambtenaren begrepen. Toch ten onrechte. Zij moeten er ook zijn. En hoe gehaat de Romeinen bij het volk Israël ook waren om hun ruwheid en afpersing, toch wordt bevo len de Keizer te geven wat des Keizers is. Wij moeten bedenken, dat de Staat niet zonder geldmiddelen kan bestaan en dat vrtj allen naar vermogen moeten betalen. Wat nu die ambtenaar betreft, zij kunnen in hun onaandoenlijkheid wel eens erg hoog zetelen. Als er betaald móét worden, maakt ook heel uw relaas geen indruk meer op de man die het geld incasseert. Intussen, zelfs minister Lieftinck geeft toe dat belastingver laging nodig is, opdat niet de, werklust en ondernemingsmoed zou gaan tanen. Er zou huurverhoging komen en belas tingverlaging, maar beide worden nog uitgesteld. Waarschijnlijk is dat de Ron detafelconferentie te veel nationale tijd heeft in beslag genomen. Wij sukkelen dus nog een poos met deze last op de rug voort. De devalua tie van het Engelse pond en de Neder landse gulden is er intussen bij geko men, en zo ligt de rijksbegroting voor 1950 vrflwel op haar rug. Of: het schip zit in de mist, en hoe ge het ook maar wilt omschrijven. Voor 1950 werd gerekend op drie dui zend vijfonderd en twintig millioen gul den aan belastingen en rechten. Daar zit o.a. in: 800 millioen Omzetbelast. 210 millooen Vereven, bel. 250 millioen Venootsch. bel. 1300 millioen Loon- en ink. bel. en zo voorts. Als ge het over 10 millioen inwoners van ons land verdeelt maar dat is een zeer willekeurige berekening om dat niet ieder hoofdzakelijk met elk der heffingen te maken heeft betalen wij van grootvader tot zuigeling per hoofd 352.per jaar. Dife is alleen voor het Rijk. Provincie en Gemeente vragen dan ook nog het nodige. Tegenover onze plicht tot betalen staat echter de on verbiddelijke eis, dat de overheid het geld zuinig behere! En dat laat te wen sen over. Vele heffingen zijn verbruiksheffin- gen. Zg hangen van iemands verbruik af. Wat dunkt U van de opbrengst van tabaks-accijns van 190 miUioen gulden? Er wordt tot heden flink gerookt. De Dames helpen mede! Toch heeft zich reeds een kentering ingezet en zal de wal het schip wel gaan keren. Laten wij hopen dat er toch altijd minstynjs een pijp tabak overschiet voor de wer kers en voor onze oudjes! Minder kan toch al niet. Anders staat het met de drinkge woonte. Het gedistilleerd moet 90 mil lioen belasting opbrengen. Dit is van geheel andere aard. Iemand kan harts tochtelijk roken, er veel geld aan be steden, maar men kan er nog enig ge oorloofd vermaak, enige afleiding in zien en enige beloning voor ingespan nen arbeid. De sterke drank geeft maar matig vermaak, bergt grote gevaren in zich en vergt zeer veel geld, dat het huishouden of de besparing moeten missen. Bovendien brengt de dronken schap enorme kosten voor de staat me de, en dat nog erger is, zij verwoest veel levensgeluk. Het drankgebruik is oorzaak van veler dood in het verkeer. Deze plotselinge sterfgevallen betekenen naast veel verdriet ook veel geldelijk nadeel in de getroffen families. Het is zeer juist gezien, dat er op het veroor zaken van ongelukken door drankge bruik zware straffen staan. Zij zullen spoedig nog verzwaard worden. Voorts sleept het drankmisbruik de verwoes ting van hele gezinnen en de degenera tie van soms heel een geslacht na zich. Achter het tabaksgebruik staat het belang van de tabakshandel en allen die er in werken. Het drank-kapitaal ver tegenwoordigt ook een geweldige macht in ons land. Ook daarin vinden velen hun bestaan, maar indien er een van beide zou moeten sneven, dan ga de drankfabricatie voorop! Maar, daar is nog in de verste verten geen sprake van. WAARNEMER. Er bestond een voornemen om de sa larissen van onze ministers te verhogen van 18.000 per jaar tot 24.000. Hier bij zouden dan geen representatieuitga ven komen. Tot nog toe bedraagt de toelage voor representatie 1200 per jaar. De begrotingshoofdstukken voor 1950 bevatten een verhoging van deze toelage tot 5000. Tegen deze verho ging van de toelage zijn bij de Tweede Kamer zo veel bezwaren gerezen, dat de regering besloten heeft de betrokken posten te laten vervallen en voor te stellen de jaarwedde van de ministers te verhogen in de hierboven door ons aangegeven zin. Voor de secretarissen-generaal en overige hoge functionnarissenzal de mogelijkheid bestaan in plaats van de eerst voorgestelde representatietoelage overeenkomstig artikel 19 van het be zoldigingsbesluit een ambtstoelage toe te kennen, waarvan de hoogte individu eel zal worden bepaald. Gedurende de afwezigheid van de minister -vaM landbouw, enz., die een reis onderneemt naar de Ver. Staten, zal het beheer van zijn ministerie ad-in terim worden waargenomen door dé mi nister van economische zaken. Met ide Johan van OWenbamevelt die op 12 November uit Tandjong Priok is vertrokken, repatriëren de volgende onderdelen: 3e bataljon gardereglment Grenadiers, 3-3 R.I., 6e R.V.A., staf Ie infanterie-brigade, detachement V.H.K. en Marva, Uitgaande van de Chr. Scholenbond en de Afd. Goeree en Overflakkee van de Vereniging van Chr. Onderwijzers zal er ook dit najaar weer een scliooldag gehouden worden. De datum daarvoor is bepaald op Viijdiag- 'Z5 November a.s. Da vergadering wordt gehouden in Hotel Spee te Sonimelsd^jk en vangt aan om 2 uur. Daar het niet gelukt is, op dezelfde dag een bekende spreker te krijgen voor een avondvergadering in het belang van het Chr. Onderwijs, moet ditmaal wor den volstaan met een middagvergade ring. Intussen heeft Prof. Dr K. I>qk, de voorzitter van de „Unie een School met de Bijbel" en vice-voorzitter van de Schoolraad", zich bereid verklaard la ter voor ons een schoolrede te houden. De sprekers op deze Schooldag zijn: 1. de in geheel Nederland en daarbui ten bekende auteur van kinderboe ken, die pas jubileerde en 70 jaar werd: W. G. van de Hulst uit Utrecht. Hij spreekt over het onderwerp: „As- sepoetser onder de leervakken." 2. de heer G. G. Bongers, ambtenaar voor de Kinderwetten te Dordrecht, die als onderwerp heeft: „Wange drag van minderjarigen." Het lijkt mij overbodig, nogbeen woord van opwekking tot bijwoning dezer bij eenkomst hieraan toe te voegen! In ieder geval is dit voor de onderwijzers en onderwijzeressen zeker niet nodig. Die willen natuurlijk allen Van de Hulst horen. Maar ook de bestuursleden, ouders en andere belangstellenden wor den verwacht. Het onderwerp van dhr Bongers is bovendien zeer interessant, al is de materie minder opwekkend. Zijn practisch werk stelt hem in staat tot het geven van nuttige wenken. Dus: iedereen is welkom! We rekenen op een volle zaal! Namens genoemde besturen, A. VAN ECK, voorzitter. -O- .Vervoerbewijzen niet meer nodig. Sedert 6 November 1949 is behou dens in het gebied langs de Belgische grens ontheffing verleend van de verbodsbepalingen van de Varkensver ordening 1948, welke betrekking hebben op de handel in en het vervoer van var kens met een levend gewicht van meer dan 50 kg. Behalve in het grensgebied is de han del in varkens derhalve toegestaan zon der aankoop vergunningen, terwöl voor het vervoer van deze varkens geen ver- voerbewijs meer vereist is. „Hij doet ons niet naar onze zon den, en vergeldt ons niet naar on ze ongerechtigheden." Ps. 103 10. Het is een goede gewoonte om tegen hot einde des jaars, meest in de maand November, wanneer de oogst is binnen gehaald, dankdag of dankstond te hou den, al moeten we onze vrees uitspreken dat er ook op dat gebied zo veel vorm en zo weinig wezen is. Want een gezegende oogst, of een voorspoedig jaar, kunnen wij de Heere niet vergelden door zo'n dag 2 of 3 keer naar de kerk te gaan en wat extra van onze inkomen te offeren. Neen, dan is het nodig om de goe dertierenheden des Heeren te zien in het juiste licht! En dat licht is ont dekkend licht, waardoor wg ons zelf le ren zien als gans ongerechtig, ja niet alleen als zonde doende, maar zonde zijnde. Zo kan er dan geen danken zijn, voor er een bidden aan vooraf is gegaan, een eenvoudig gebed: „Heere geef mij uit genade eens ogen om te zien, wie en wat ik ben, maar ook wie Gij zijt voor mij, een hart om op te merken hoe ik zijn moest in handel en wandel voor Uw Goddelijk oog, hoe ik doorga dag en nacht mijn ongerechtigheden te verme nigvuldigen, en hoe Gij mij daarentegen dag aan dag omi-ingt met Uwe gunst bewijzen. Om dan eens terug te mogen zien: waar heeft de Heere U kwaad ge daan ,waar zijt gij met God teleurge steld uitgekomen, heeft het u dan aan iets ontbroken? Maar zie dan ook eens terug hoe uw leven is geweest tegenover de Heere. Dan is het onmogelijk ons bij die of de ze wandaad te bepalen, want dan is het één aaneenschakeling van overtredingen ontrouw, ongeloof en wantrouwen, meer liefhebbers der wellusten dan liefheb bers Godsl En dat alles terwijl wij le zen „Wie de naam Christus noemt, sta af van ongerechtigheid." O, wat een schuld en wat een zonde, en desondanks nog steeds door God ge dragen en gespaard. Dan stemmen wij met David in „Hij doet ons niet naar on ze zonden, en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden," dat heeft de Heere nooit gedaan, dat zal Hij Zijn volk nooit doen ook. Dan gaan Gods weldaden tot ons spreken, ja zelfs roemen, want dan roe men zij tegen een welverdiend oordeel. En dan niet ten opzichte van bepaalde dingen op bepaalde tijden, maar zonder onderbreking dag en nacht door. Als wij bij het ontwaken onze ogen nog niet open doen in de hel, is dat een wonder. Ons eten staat er reeds, we hebben kle ding om ons te kleden, deksel om ons te dekken, verstand om te vragen of de Heere ons bekeren wil, wie is in staat om al de goedertierenheden des Heeren te omschrijven? We zullen nooit verder komen dan slechts een zeer klein ge deelte er van te noemen, want: 's Hee ren goedheid kent geen palen." We hebben ook op te merken wat des Heeren bedoeling is met al deze welda den. Dan is het toch volgens Zijn eigen Woord, om de onbekeerden toe te roe pen: „Ik heb geen lust in de dood der goddelozen, maar daarin dat zij zich be keren tot de Heere, of zoals de profeet zegt: „Het zijn de goedertierenheden des Heeren, die het hart bekeren." En Zijn volk wordt er in toegeroepen ,,Weest nu in geen ding bezorgd, want uwe ontrouw doet Mijn getrouwheid nooit te niet." Want lang voordat gij het daglicht mocht aanschouwen, reeds in die stille eeuwigheid, is er raad ge houden over hen die hier in de tijd uit genade leren roepen: „Ik heb misdreven en o God wees mij arme zondaar ge nadig." Om hen onder de kinderen te zetten en hen te geven het gewenste land, toen heeft er geklonken: „Ik kom o God om Uw wil te doen." Toen heeft God het liefste wat Hij had gegeven, dat v^as Zijn enige Zoon, en heeft die Zoon Zichzelf vrijwillig aan geboden, om aan het geschonden recht Zijns Vaders te voldoen, door de schuld Zijns volks te betalen. Deze Goddelijke gift, nu is de bron waaruit alle andere zegeningen voortvloeien. Zo is het niet alleen mogelijk gewor den dat God een zondige wereld draagt en spaart, maar ook dat er gans schul dige en vloekwaardige Adamskinderen tot Hem bekeerd kunnen worden, en dat alleen door het bloed Zijns Zoons, om te mogen ondervinden „Hij doet ons niet naar onze zonden, en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden." Als we dat erkennen, dan moet het wel iedere dag dankdag zijn, en daarom staan wij ook daar diep schuldig tegen over. Maar o, Goddelijk wonder nu is daar gezeten aan des Vaders rechter hand, niet alleen een biddende, maar ook een dankende Hogepriester, om al les waarin Zijn volk zich biddeloos en ondankbaar moeten noemen, dit voor hen te doen op de volmaakste wijze, dat is, naar de mening des Geestes en naar de reinheid van het heiligdom. Want Hij doet dat gelijk het behoort, en alles wat Zijn volk daaraan zou doen, zou dat volmaakte werk slechts kunnen verduis teren, en, mogen zij bij tijden het oog des geloofs op Hem vestigen, dan willen zij er niets aan doen ook. Wat al reden tot dankbaarheid, want wat is het alles toch een eenzijdig Gods werk! Niets van de mens komt in aan merking, zelfs geen dankbaarheid, want dan zou het voor eeuwig kvvngt zqn: Aan de ondankbaarheid van dat volk komt echter eens een eind, hier kunnen zij nog geen uur dankbaar zijn, maar als dat ondankbare mens de laatste adem uitblaast, dan mag de ziel reeds aan vangen God groot te maken, en met de jongste dag zullen beide, ziel en lichaam tot één harmonisch geheel saamge- voegd, eeuwig dankdag mogen houden, en hun dankbaarheid mogen uiten in de woorden: „Gij, o Lam Gods, hebt ons Gode gekocht met Uw dierbaar bloed. Dan zal het pas echt dankdag zijn. „Ten aanzien van het vraagstuk der vrije veren, schrijft de heer J. G. H. Cor- nelissen in „Vrijheid en Democratie," zou men bij oppervlakkige kennisne ming, veronderstellen, dat men eenparig van oordeel is, dat deze vrije veren ge handhaafd moeten blijven. Dit blijkt in middels niet het geval te zijn. Ofschoon enerzijds, en voornamelijk uit Oost-Zeeuws Vlaanderen, verschei dene vertegenwoordigers van handel en industrie het behoud der vrije veren be pleiten, gaan daartelgenover, voorname lijk in West-Zeeuws Vlaanderen, toch ook vele stemmen op, welke de vrijdom van veergelden niet zo zeer appreciëren. De vrees, dat de bevolking van de ge meenten in West-Zeeuws Vlaanderen hierdoor te gemakkelijk in de gelegen heid zou worden gesteld haar inkopen in Vlissingen en Middelburg te doen, voerde daarbij de boventoon. Door het naar voren brengen van de ze tegenstrijdige meningen, beantwoord de de bijeenkomst natuurlijk niet aan haar doel, al bleken ten slotte de voor standers van de handhaving der vrije veren groter in aantal te zijn. Wij al len kennen echter de positie van 's Lands financiën en het onderhouden van ver bindingen met modern vervoersmateriaal vraagt van het Rijk een jaarlijkse uit gave van plm. 3 millioen gulden. De Regering stelt nu voor een matig tarief te heffen, waarvan de opbrengst wordt geschat op 800.000 per jaar, een niet te versmaden bedrag. Dit is, in verhouding tot de andere delen van Zeeland, waar de bewoners bij verplaat sing over water ook veergelden ver- schiddigd zijn, een alleszins billijk standpunt. Aan de kwestie der vr^e veren zit echter nog een historiscli tintje. In 1945 moet de toenmalige Minister-President Gerbrandy, en later op 19 Juli 1945 Prof. Schermerhorn, die prof. Gerbran dy Inmiddels was opgevolgd, benevens de Ministers Ringers en van Schalk, toe zeggingen hebben gedaan over het vrije vervoer over de Westerschelde. Deze toezeggingen zijn schriftelijk bevestigd, waarbij het nationale element doorslag gevend is geweest. Zeer terecht ■vragen de voorstanders van het behoud der vrije veren zich af, welke betekenis deze toe'zegging heeft gehad en nog heeft, nu 4 jaren later van de zijde der Regering wordt voor gesteld veergeld te gaan heffen. Met belangstelling wordt in Zeeuws- Vlaanderen dan ook afgewacht, wat van de zijde der Regering hierop zal geant woord worden, als bij de behandeling van de betreffende begroting 'hierover ongetwijfeld vragen zullen worden ge steld." die pijn verdrijft en kou afzet. 40 en 75 et. Van 2^teidag 19 November v.m. 12 uur t.m. Maandag 21 November v.m. 9 uur Middelliamis-Sominelsdnk Afwezig de artsen P. Knöps, Tj. Kui pers en C. F. Arends. Voor spoedgeval len A. Kievit, arts, Telef. 90, Middel harnis. DiikL^land-Herldiigen-lVIelissant Afwezig de artsen G. Huisman en B. Elvé. Voor spoedgevallen dr P. Boot, Telef. 127, Dirksland. Oost-Flakkee: Afwezig de artsen C. W. Kramers, G. J. Buth en P. C. J. Voogd. Voor spoedgevallen P. J. de Man, arts, Telef. 20, Nieuwe Tonge en E. Bouman, arts, Telef. 19, Stad aan 't Haringvliet. ------O------ BUITEN GEBRUIK GESTELDE POSTZEGELS Met ingang van 1 Januari 1950 wor den de volgende postzegels buiten ge bruik gesteld. Zij worden voor de fran kering derhalve ongeldig. l/Herdenkingspostzegels 50-jarig re geringsjubileum H.M. Koningin Wil- heimina. 2/Zomerpostzegels van de uitgifte 1948. 3/Weldadigheidspostzegels (kinderze gels) van de uitgifte 1948. Ds W. W. MEYNEN. De classis Dordrecht der Geref. ker ken heeft aan ds W. W. Meynen te Dordrecht, de oudste dienstdoende Geref predikant in ons vaderland, na een diensttijd van meer dan 50 jaar eervol emeritaat verleend met ingang van 1 Jan. a.s. Ds Meynen is voornemens Zondag 8 Jan. afscheid te nemen van zijn gemeente. ------O------ DRONKEN CHAUFFEUR VEROOR ZAAKT AUTO-ONGELUK BIJ NIJMEGEN Een dronken chauffeur, die achter het stuur van een vrachtauto zat, heeft Dinsdag bij de overweg de Hezelpoort bij Nijmegen, een luxe auto aangereden. Deze draaide twee slagen om zijn leng te-as, sloeg van de weg af en kwam ten slotte op de spoorweg terecht. De vrachtauto kwam tot stilstand te gen de berm. De bestuurder van de per sonenauto is aan het hoofd gewond; zijn naast hem zittende echtgenote kreeg een hersenschudding en moest naar het ziekenhuis worden overgebracht. Spoedig na het ongeluk kwam de po litie er bij. De chauffeur van de vracht auto klom met een inzittende, die even eens te diep in het glas had gekeken, uit de auto en begon met de agenten te- vechten. De twee dronkemannen waren echter al gauw door de agenten over meesterd. Ze zijn nu in verzekerde be waring gesteld. ------O------ ACHTERGELATEN ENGELS OOR LOGSTUIG BIJ HET GRAVEN GEVONDEN In de buurt van de Heilige Landstich- ting te Nijmegen vond een aannemer bij het verrichten van graafwerk oor logstuig. Hij achtte het raadzaam voor lopig de bouw van het huis uit te stellen. De hulpverleningdienst ploegde daar op systematisch een aanzienlijk stuk grond om waar, zoals later bleek, de Engelsen in 1944 een grote hoeveelheid oorlogstuig hebben achter gelaten. Uit het terrein, waarop o.m. een voet balveld ligt, heeft men al heel wat oor logstuig naar boven gehaald, o.a. grana ten, zakjes buskruit, slagpijpjes enz. ------O------ Moordenaars van Gandlii opgehangen Godse en Apte, de moordenaars van Gandhi, zijn Maandag in de Ambala- gevangenis te New Dehli opgehangen. Er waren alleen gevangenisautoritei ten bij de terechtstelling aanwezig.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1949 | | pagina 1