De vrije veren op de
Wester-Schelde
Het „mirakel"
van Weeri
Uil hel
Kijkvensl
De Chr. Schooldag
D
22ste" Jaargang
Zaterdag 19 November 1949
No. 1872
CHRISTELIJK WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG VOOR DE ZUiD-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
Vorstverletregeling
e salarissen van onze
ministers
Ook vrije handel in var
kens behalve in het
grensgebied
MEDITATIE
DANKDAG
Mijnhardijes: de cacheli
Zondagsdiensten Artsen.
Kerknieuws
eiiahdeii
VersGhönt tweemaal per week. Woensdag en Zaterdag Bedactiebureau: Prins Hendrikstraat 122 Middelhamis Abonnementspi^s 1.50 per kwartaal
Telefoon 17
Middelharnis
Giro 167930
Postbox 8
Telefoon
Drukkerij 19
Adv.-piiis 12 ol. p-
mm. Bij conlract
speciaal laiiei
Onlangs werd in de Zuidelijke Room
se pers met grote ophef gewag gemaakt
van de verschijning van de Maagd Ma
ria aan een jongeman van 18 jaar.
Des Donderdagsavonds per rijwiel van
een kaartavond huiswaarts kerend, werd
■Jjn aandacht geboeid door een zachte
vrouv/enstem. Hij knielde neer bij een
boom. Hier verscheen hem de gestalte
van de maagd Maria met gekruiste ar
men en een bloem in haar hand. De
gestalte welke in een zee van licht was
gehuld, was niet groter dan een halve
mctci'. Zij heeft, volgens het verhaal
van de jongeman, hem iets medegedeeld,
wat hij nog niet verder mag vertellen.
Hem is beloofd, dat zij hem wederom
zal verschijnen.
Zodra de geioichten van deze ontmoe
ting zich verspreidden, heeft deze ge
beurtenis grote belangstelling getrok
ken. Het is voor ons, protestanten, niet
zo gemakkelijk te begrijpen, van hoe
grote betekenis in het specifiek Roomse
zuiden zulk een verschijning wordt ge
acht.
Het zal de lezer bekend zijn, dat er
verhalen van zulke verschoningen in an
dere landen bekend zijn, zoals In Lour-
des (Frankrijk), waar Maria aan een
jong meisje Bernadette zou verschenen
zijn. Deze plaats is daardoor tot een
bedevaartsplaats gemaakt, waarheen
jaarlijks duizenden zieke Roomsen zich
begeven om genezing van hun kwalen
te zoeken.
En nu zal Nederland ook zo „bege
nadigd" worden?
Het is nog te Vroeg om conclusies te
trekken. In Roomse kerkelijke kringen
houdt men zich nog gereserveerd. De
jongeman, die heel gewoon zijn werk
als schildersgezel weer verricht, heeft
immers medegedeeld, dat hem wederom
oen verschijning te beurt zal vallen?
Wanneer? Dat wéét hö wel, maar htj
mag het niet zeggen. Maar hij heeft
beloofd dat hij de dagbladen tijdig zal
waarschuwen. Want, ge begrijpt het,
de Roomse persinteresseert zich bo
venmate voor het geval. Ofschoon de
bisschop van Roermond de wens uitge
sproken had, dat er voorlopig geen
ruchtbaarheid aan gegeven zou worden,
heeft men het grote nieuws in grote op
maak bekend geniaakt, zelf in een extra
editie.
Maar, als de a^angekondigde verschij
ning (en wel op het aangeduide tyd-
^tip) nu eens uitblijft? Dan wordt het
een moeilijke zaak voor de kerkelijke
hoogwaardigheidsbekleders om deze
„verschijning" voor echt te erkennen.
De bevolking hééft zulk een kanoniek-
verklaring echter niet afgewacht. Van
heinde en verre is men naar de plaats
der verschijning toegestroomd, om te
bidden bij de boom, waaraan intussen
een Mariabeeld is opgehangen. De ko
renvelden in de omtrek zijn platgetre
den. De boom moest omrasterd worden.
Ieder wil zeker een takje van deze ge
wijde boom hebben. We zullen afwach
ten of Nederland in Weert een tweede
Lourdes zal hebben. Wij hopen het niet.
El' is reeds afgoderij genoeg in ons land.
Wij kunnen ons nu wel met een ach!
en een wee! van deze zaken afmaken.
Nutter schijnt het ons, onszelf reken
schap te geven van deze verschijnselen.
God heeft op velerlei wijzen tot de
vaderen gesproken, maar heeft tot ons
in de laatste dagen tot ons gesproken
door de Zoon. Wij zijn gezegend met de
volle openbaring van het Woord van
God onder de nieuw-testamentische dag.
Daarin openbaart God zich genoegzaam
tot onze zaligheid. Het is slechts het
boze en ongelovige hart dat op wil
klimmen in de hemel en afdalen in de
afgrond om daar een openbaring van
God na te speuren, terwijl nabij ons het
Woord is. Voor deze afwijkingen be
hoeven wij niet naar Rome te blikken.
Wij kunnen die in eigen kring, ja in
eigen boezem vinden. Dit praktikale,
vroom aandoende, ongeloof speurt over
al buiten het Woord naar een houvast.
Wat bij Rome vorm en gestalte heeft
aangenomen in het zoeken van steun-
sei in overlevering en heiligenverering,
in het schepsel, óók in het schepsel van
Gods genade dat kunnen wg in ver
fijnde zin bij onszelf terugvinden. De
genade in Maria verheerlijkt (immers,
ïij wds een „begenadigde" onder de
Vrouwen) is voor Rome voorwerp van
aanbidding. Rome, maar ook wij, zijn
geneigd, om wat vmcht is van genade
'ot grandslag van genade te leggen. En
daarmede wordt gelegd een ander fun
dament dan gelegd is ,nl. Jezus Chris-
fus. Als we aan het Woord niet genoeg
hebben als grondslag voor ons geloof,
aan zoeken wij het bö de afgoden.
Wat in Weert gebeurt, is geen aanlei
ding voor ons, protestanten, om ons te
genover Rome te verheffen, maar
maant ons veel eer om ernstig ons
hart, ons leven en onze daden te onder-
fM*™' weder te keren tot het „Sola
tide" onzer reformatorische vaderen.
De minister van sociale zaken heeft
aan de gemeentebesturen de vorstver
letregeling voor de aanstaande winter
gezonden. De minister handhaaft het
standpunt, dat een voorziening bij vorst
^eriet een aangelegenheid is, welke het
oedrijfsleven aangaat en waarvoor der-
naive ook door het bedrijfsleven zelf een
regeling dient te worden getroffen. On-
aernemingen, die bij vorst stagnatie in
naar werkzaamheden vrezen, zullen dus
ijoig een wachtgeldregeling moeten
««nvragen,
PRINSES ELISABETH AAN HET STUUR. In Londen bestaat
een vereniging ter voorkoming van auto-ongelukken, de Royal
Society for the Prevention of Read accidents. Zij bezit kleine
auto's, waarin automobilisten zich kunnen laten testen op hun
reacties bij plotselinge gevaarlijke situaties. Bij het bezoek dat
prinses Elisabeth deze week aan de vereniging bracht, nam zij ook
plaats in zo'n „trainer" om getest te worden.
Van belastingen, tabak en stertte
drank.
Het is niet bepaald een verschijnsel
van deze tijd, dat over de hoogte der
belastingen wordt geklaagd. Men kon'
ook vele jaren geleden horen, dat belas
tinggeld hard geld was. En in die tijd,
tóen er nog geen girodienst bestond,
waren de rijen belastingbetalers veel
groter op het kantoor van de Ontvanger
dan thans.
Nu is de belastingheffing tot een we
tenschap uitgegroeid; de belasting-amb
tenaren moeten heel veel leren, in Rot
terdam bestaat zelfs de Belastingaca
demie. Daar leren de heren de fijne kne
pen van het vak. Zo van huis uit heeft
niemand het erg op deze ambtenaren
begrepen. Toch ten onrechte. Zij moeten
er ook zijn. En hoe gehaat de Romeinen
bij het volk Israël ook waren om hun
ruwheid en afpersing, toch wordt bevo
len de Keizer te geven wat des Keizers
is. Wij moeten bedenken, dat de Staat
niet zonder geldmiddelen kan bestaan
en dat vrtj allen naar vermogen moeten
betalen.
Wat nu die ambtenaar betreft, zij
kunnen in hun onaandoenlijkheid wel
eens erg hoog zetelen. Als er betaald
móét worden, maakt ook heel uw relaas
geen indruk meer op de man die het
geld incasseert. Intussen, zelfs minister
Lieftinck geeft toe dat belastingver
laging nodig is, opdat niet de, werklust
en ondernemingsmoed zou gaan tanen.
Er zou huurverhoging komen en belas
tingverlaging, maar beide worden nog
uitgesteld. Waarschijnlijk is dat de Ron
detafelconferentie te veel nationale tijd
heeft in beslag genomen.
Wij sukkelen dus nog een poos met
deze last op de rug voort. De devalua
tie van het Engelse pond en de Neder
landse gulden is er intussen bij geko
men, en zo ligt de rijksbegroting voor
1950 vrflwel op haar rug. Of: het schip
zit in de mist, en hoe ge het ook maar
wilt omschrijven.
Voor 1950 werd gerekend op drie dui
zend vijfonderd en twintig millioen gul
den aan belastingen en rechten. Daar
zit o.a. in:
800 millioen Omzetbelast.
210 millooen Vereven, bel.
250 millioen Venootsch. bel.
1300 millioen Loon- en ink. bel.
en zo voorts.
Als ge het over 10 millioen inwoners
van ons land verdeelt maar dat is
een zeer willekeurige berekening om
dat niet ieder hoofdzakelijk met elk der
heffingen te maken heeft betalen wij
van grootvader tot zuigeling per hoofd
352.per jaar. Dife is alleen voor het
Rijk. Provincie en Gemeente vragen dan
ook nog het nodige. Tegenover onze
plicht tot betalen staat echter de on
verbiddelijke eis, dat de overheid het
geld zuinig behere! En dat laat te wen
sen over.
Vele heffingen zijn verbruiksheffin-
gen. Zg hangen van iemands verbruik
af. Wat dunkt U van de opbrengst van
tabaks-accijns van 190 miUioen gulden?
Er wordt tot heden flink gerookt. De
Dames helpen mede! Toch heeft zich
reeds een kentering ingezet en zal de
wal het schip wel gaan keren. Laten
wij hopen dat er toch altijd minstynjs
een pijp tabak overschiet voor de wer
kers en voor onze oudjes! Minder kan
toch al niet.
Anders staat het met de drinkge
woonte. Het gedistilleerd moet 90 mil
lioen belasting opbrengen. Dit is van
geheel andere aard. Iemand kan harts
tochtelijk roken, er veel geld aan be
steden, maar men kan er nog enig ge
oorloofd vermaak, enige afleiding in
zien en enige beloning voor ingespan
nen arbeid. De sterke drank geeft maar
matig vermaak, bergt grote gevaren in
zich en vergt zeer veel geld, dat het
huishouden of de besparing moeten
missen. Bovendien brengt de dronken
schap enorme kosten voor de staat me
de, en dat nog erger is, zij verwoest
veel levensgeluk. Het drankgebruik is
oorzaak van veler dood in het verkeer.
Deze plotselinge sterfgevallen betekenen
naast veel verdriet ook veel geldelijk
nadeel in de getroffen families. Het is
zeer juist gezien, dat er op het veroor
zaken van ongelukken door drankge
bruik zware straffen staan. Zij zullen
spoedig nog verzwaard worden. Voorts
sleept het drankmisbruik de verwoes
ting van hele gezinnen en de degenera
tie van soms heel een geslacht na zich.
Achter het tabaksgebruik staat het
belang van de tabakshandel en allen die
er in werken. Het drank-kapitaal ver
tegenwoordigt ook een geweldige macht
in ons land. Ook daarin vinden velen
hun bestaan, maar indien er een van
beide zou moeten sneven, dan ga de
drankfabricatie voorop! Maar, daar is
nog in de verste verten geen sprake
van. WAARNEMER.
Er bestond een voornemen om de sa
larissen van onze ministers te verhogen
van 18.000 per jaar tot 24.000. Hier
bij zouden dan geen representatieuitga
ven komen. Tot nog toe bedraagt de
toelage voor representatie 1200 per
jaar. De begrotingshoofdstukken voor
1950 bevatten een verhoging van deze
toelage tot 5000. Tegen deze verho
ging van de toelage zijn bij de Tweede
Kamer zo veel bezwaren gerezen, dat
de regering besloten heeft de betrokken
posten te laten vervallen en voor te
stellen de jaarwedde van de ministers
te verhogen in de hierboven door ons
aangegeven zin.
Voor de secretarissen-generaal en
overige hoge functionnarissenzal de
mogelijkheid bestaan in plaats van de
eerst voorgestelde representatietoelage
overeenkomstig artikel 19 van het be
zoldigingsbesluit een ambtstoelage toe
te kennen, waarvan de hoogte individu
eel zal worden bepaald.
Gedurende de afwezigheid van de
minister -vaM landbouw, enz., die een
reis onderneemt naar de Ver. Staten, zal
het beheer van zijn ministerie ad-in
terim worden waargenomen door dé mi
nister van economische zaken.
Met ide Johan van OWenbamevelt
die op 12 November uit Tandjong Priok
is vertrokken, repatriëren de volgende
onderdelen: 3e bataljon gardereglment
Grenadiers, 3-3 R.I., 6e R.V.A., staf Ie
infanterie-brigade, detachement V.H.K.
en Marva,
Uitgaande van de Chr. Scholenbond
en de Afd. Goeree en Overflakkee van
de Vereniging van Chr. Onderwijzers zal
er ook dit najaar weer een scliooldag
gehouden worden.
De datum daarvoor is bepaald op
Viijdiag- 'Z5 November a.s.
Da vergadering wordt gehouden in
Hotel Spee te Sonimelsd^jk en vangt
aan om 2 uur.
Daar het niet gelukt is, op dezelfde
dag een bekende spreker te krijgen voor
een avondvergadering in het belang van
het Chr. Onderwijs, moet ditmaal wor
den volstaan met een middagvergade
ring. Intussen heeft Prof. Dr K. I>qk, de
voorzitter van de „Unie een School met
de Bijbel" en vice-voorzitter van de
Schoolraad", zich bereid verklaard la
ter voor ons een schoolrede te houden.
De sprekers op deze Schooldag zijn:
1. de in geheel Nederland en daarbui
ten bekende auteur van kinderboe
ken, die pas jubileerde en 70 jaar
werd: W. G. van de Hulst uit
Utrecht.
Hij spreekt over het onderwerp: „As-
sepoetser onder de leervakken."
2. de heer G. G. Bongers, ambtenaar
voor de Kinderwetten te Dordrecht,
die als onderwerp heeft: „Wange
drag van minderjarigen."
Het lijkt mij overbodig, nogbeen woord
van opwekking tot bijwoning dezer bij
eenkomst hieraan toe te voegen! In
ieder geval is dit voor de onderwijzers
en onderwijzeressen zeker niet nodig.
Die willen natuurlijk allen Van de Hulst
horen. Maar ook de bestuursleden,
ouders en andere belangstellenden wor
den verwacht. Het onderwerp van dhr
Bongers is bovendien zeer interessant,
al is de materie minder opwekkend. Zijn
practisch werk stelt hem in staat tot
het geven van nuttige wenken. Dus:
iedereen is welkom! We rekenen op een
volle zaal!
Namens genoemde besturen,
A. VAN ECK, voorzitter.
-O-
.Vervoerbewijzen niet meer nodig.
Sedert 6 November 1949 is behou
dens in het gebied langs de Belgische
grens ontheffing verleend van de
verbodsbepalingen van de Varkensver
ordening 1948, welke betrekking hebben
op de handel in en het vervoer van var
kens met een levend gewicht van meer
dan 50 kg.
Behalve in het grensgebied is de han
del in varkens derhalve toegestaan zon
der aankoop vergunningen, terwöl voor
het vervoer van deze varkens geen ver-
voerbewijs meer vereist is.
„Hij doet ons niet naar onze zon
den, en vergeldt ons niet naar on
ze ongerechtigheden."
Ps. 103 10.
Het is een goede gewoonte om tegen
hot einde des jaars, meest in de maand
November, wanneer de oogst is binnen
gehaald, dankdag of dankstond te hou
den, al moeten we onze vrees uitspreken
dat er ook op dat gebied zo veel vorm
en zo weinig wezen is.
Want een gezegende oogst, of een
voorspoedig jaar, kunnen wij de Heere
niet vergelden door zo'n dag 2 of 3 keer
naar de kerk te gaan en wat extra van
onze inkomen te offeren.
Neen, dan is het nodig om de goe
dertierenheden des Heeren te zien in
het juiste licht! En dat licht is ont
dekkend licht, waardoor wg ons zelf le
ren zien als gans ongerechtig, ja niet
alleen als zonde doende, maar zonde
zijnde. Zo kan er dan geen danken zijn,
voor er een bidden aan vooraf is gegaan,
een eenvoudig gebed: „Heere geef mij
uit genade eens ogen om te zien, wie en
wat ik ben, maar ook wie Gij zijt
voor mij, een hart om op te merken hoe
ik zijn moest in handel en wandel voor
Uw Goddelijk oog, hoe ik doorga dag en
nacht mijn ongerechtigheden te verme
nigvuldigen, en hoe Gij mij daarentegen
dag aan dag omi-ingt met Uwe gunst
bewijzen. Om dan eens terug te mogen
zien: waar heeft de Heere U kwaad ge
daan ,waar zijt gij met God teleurge
steld uitgekomen, heeft het u dan aan
iets ontbroken?
Maar zie dan ook eens terug hoe uw
leven is geweest tegenover de Heere.
Dan is het onmogelijk ons bij die of de
ze wandaad te bepalen, want dan is het
één aaneenschakeling van overtredingen
ontrouw, ongeloof en wantrouwen, meer
liefhebbers der wellusten dan liefheb
bers Godsl En dat alles terwijl wij le
zen „Wie de naam Christus noemt, sta
af van ongerechtigheid."
O, wat een schuld en wat een zonde,
en desondanks nog steeds door God ge
dragen en gespaard. Dan stemmen wij
met David in „Hij doet ons niet naar on
ze zonden, en vergeldt ons niet naar
onze ongerechtigheden," dat heeft de
Heere nooit gedaan, dat zal Hij Zijn volk
nooit doen ook.
Dan gaan Gods weldaden tot ons
spreken, ja zelfs roemen, want dan roe
men zij tegen een welverdiend oordeel.
En dan niet ten opzichte van bepaalde
dingen op bepaalde tijden, maar zonder
onderbreking dag en nacht door. Als
wij bij het ontwaken onze ogen nog niet
open doen in de hel, is dat een wonder.
Ons eten staat er reeds, we hebben kle
ding om ons te kleden, deksel om ons
te dekken, verstand om te vragen of de
Heere ons bekeren wil, wie is in staat
om al de goedertierenheden des Heeren
te omschrijven? We zullen nooit verder
komen dan slechts een zeer klein ge
deelte er van te noemen, want: 's Hee
ren goedheid kent geen palen."
We hebben ook op te merken wat des
Heeren bedoeling is met al deze welda
den. Dan is het toch volgens Zijn eigen
Woord, om de onbekeerden toe te roe
pen: „Ik heb geen lust in de dood der
goddelozen, maar daarin dat zij zich be
keren tot de Heere, of zoals de profeet
zegt: „Het zijn de goedertierenheden des
Heeren, die het hart bekeren."
En Zijn volk wordt er in toegeroepen
,,Weest nu in geen ding bezorgd, want
uwe ontrouw doet Mijn getrouwheid
nooit te niet." Want lang voordat gij
het daglicht mocht aanschouwen, reeds
in die stille eeuwigheid, is er raad ge
houden over hen die hier in de tijd uit
genade leren roepen: „Ik heb misdreven
en o God wees mij arme zondaar ge
nadig." Om hen onder de kinderen te
zetten en hen te geven het gewenste
land, toen heeft er geklonken: „Ik kom
o God om Uw wil te doen."
Toen heeft God het liefste wat Hij
had gegeven, dat v^as Zijn enige Zoon,
en heeft die Zoon Zichzelf vrijwillig aan
geboden, om aan het geschonden recht
Zijns Vaders te voldoen, door de schuld
Zijns volks te betalen. Deze Goddelijke
gift, nu is de bron waaruit alle andere
zegeningen voortvloeien.
Zo is het niet alleen mogelijk gewor
den dat God een zondige wereld draagt
en spaart, maar ook dat er gans schul
dige en vloekwaardige Adamskinderen
tot Hem bekeerd kunnen worden, en
dat alleen door het bloed Zijns Zoons,
om te mogen ondervinden „Hij doet ons
niet naar onze zonden, en vergeldt ons
niet naar onze ongerechtigheden."
Als we dat erkennen, dan moet het
wel iedere dag dankdag zijn, en daarom
staan wij ook daar diep schuldig tegen
over. Maar o, Goddelijk wonder nu is
daar gezeten aan des Vaders rechter
hand, niet alleen een biddende, maar
ook een dankende Hogepriester, om al
les waarin Zijn volk zich biddeloos en
ondankbaar moeten noemen, dit voor
hen te doen op de volmaakste wijze, dat
is, naar de mening des Geestes en naar
de reinheid van het heiligdom. Want Hij
doet dat gelijk het behoort, en alles
wat Zijn volk daaraan zou doen, zou dat
volmaakte werk slechts kunnen verduis
teren, en, mogen zij bij tijden het oog
des geloofs op Hem vestigen, dan willen
zij er niets aan doen ook.
Wat al reden tot dankbaarheid, want
wat is het alles toch een eenzijdig Gods
werk! Niets van de mens komt in aan
merking, zelfs geen dankbaarheid, want
dan zou het voor eeuwig kvvngt zqn: Aan
de ondankbaarheid van dat volk komt
echter eens een eind, hier kunnen zij
nog geen uur dankbaar zijn, maar als
dat ondankbare mens de laatste adem
uitblaast, dan mag de ziel reeds aan
vangen God groot te maken, en met de
jongste dag zullen beide, ziel en lichaam
tot één harmonisch geheel saamge-
voegd, eeuwig dankdag mogen houden,
en hun dankbaarheid mogen uiten in de
woorden: „Gij, o Lam Gods, hebt ons
Gode gekocht met Uw dierbaar bloed.
Dan zal het pas echt dankdag zijn.
„Ten aanzien van het vraagstuk der
vrije veren, schrijft de heer J. G. H. Cor-
nelissen in „Vrijheid en Democratie,"
zou men bij oppervlakkige kennisne
ming, veronderstellen, dat men eenparig
van oordeel is, dat deze vrije veren ge
handhaafd moeten blijven. Dit blijkt in
middels niet het geval te zijn.
Ofschoon enerzijds, en voornamelijk
uit Oost-Zeeuws Vlaanderen, verschei
dene vertegenwoordigers van handel en
industrie het behoud der vrije veren be
pleiten, gaan daartelgenover, voorname
lijk in West-Zeeuws Vlaanderen, toch
ook vele stemmen op, welke de vrijdom
van veergelden niet zo zeer appreciëren.
De vrees, dat de bevolking van de ge
meenten in West-Zeeuws Vlaanderen
hierdoor te gemakkelijk in de gelegen
heid zou worden gesteld haar inkopen
in Vlissingen en Middelburg te doen,
voerde daarbij de boventoon.
Door het naar voren brengen van de
ze tegenstrijdige meningen, beantwoord
de de bijeenkomst natuurlijk niet aan
haar doel, al bleken ten slotte de voor
standers van de handhaving der vrije
veren groter in aantal te zijn. Wij al
len kennen echter de positie van 's Lands
financiën en het onderhouden van ver
bindingen met modern vervoersmateriaal
vraagt van het Rijk een jaarlijkse uit
gave van plm. 3 millioen gulden.
De Regering stelt nu voor een matig
tarief te heffen, waarvan de opbrengst
wordt geschat op 800.000 per jaar,
een niet te versmaden bedrag. Dit is,
in verhouding tot de andere delen van
Zeeland, waar de bewoners bij verplaat
sing over water ook veergelden ver-
schiddigd zijn, een alleszins billijk
standpunt.
Aan de kwestie der vr^e veren zit
echter nog een historiscli tintje. In 1945
moet de toenmalige Minister-President
Gerbrandy, en later op 19 Juli 1945
Prof. Schermerhorn, die prof. Gerbran
dy Inmiddels was opgevolgd, benevens
de Ministers Ringers en van Schalk, toe
zeggingen hebben gedaan over het vrije
vervoer over de Westerschelde. Deze
toezeggingen zijn schriftelijk bevestigd,
waarbij het nationale element doorslag
gevend is geweest.
Zeer terecht ■vragen de voorstanders
van het behoud der vrije veren zich af,
welke betekenis deze toe'zegging heeft
gehad en nog heeft, nu 4 jaren later
van de zijde der Regering wordt voor
gesteld veergeld te gaan heffen.
Met belangstelling wordt in Zeeuws-
Vlaanderen dan ook afgewacht, wat van
de zijde der Regering hierop zal geant
woord worden, als bij de behandeling
van de betreffende begroting 'hierover
ongetwijfeld vragen zullen worden ge
steld."
die pijn verdrijft en kou afzet. 40 en 75 et.
Van 2^teidag 19 November v.m. 12 uur
t.m. Maandag 21 November v.m. 9 uur
Middelliamis-Sominelsdnk
Afwezig de artsen P. Knöps, Tj. Kui
pers en C. F. Arends. Voor spoedgeval
len A. Kievit, arts, Telef. 90, Middel
harnis.
DiikL^land-Herldiigen-lVIelissant
Afwezig de artsen G. Huisman en B.
Elvé. Voor spoedgevallen dr P. Boot,
Telef. 127, Dirksland.
Oost-Flakkee:
Afwezig de artsen C. W. Kramers,
G. J. Buth en P. C. J. Voogd. Voor
spoedgevallen P. J. de Man, arts, Telef.
20, Nieuwe Tonge en E. Bouman, arts,
Telef. 19, Stad aan 't Haringvliet.
------O------
BUITEN GEBRUIK GESTELDE
POSTZEGELS
Met ingang van 1 Januari 1950 wor
den de volgende postzegels buiten ge
bruik gesteld. Zij worden voor de fran
kering derhalve ongeldig.
l/Herdenkingspostzegels 50-jarig re
geringsjubileum H.M. Koningin Wil-
heimina.
2/Zomerpostzegels van de uitgifte
1948.
3/Weldadigheidspostzegels (kinderze
gels) van de uitgifte 1948.
Ds W. W. MEYNEN.
De classis Dordrecht der Geref. ker
ken heeft aan ds W. W. Meynen te
Dordrecht, de oudste dienstdoende Geref
predikant in ons vaderland, na een
diensttijd van meer dan 50 jaar eervol
emeritaat verleend met ingang van 1
Jan. a.s. Ds Meynen is voornemens
Zondag 8 Jan. afscheid te nemen van
zijn gemeente.
------O------
DRONKEN CHAUFFEUR VEROOR
ZAAKT AUTO-ONGELUK BIJ
NIJMEGEN
Een dronken chauffeur, die achter
het stuur van een vrachtauto zat, heeft
Dinsdag bij de overweg de Hezelpoort
bij Nijmegen, een luxe auto aangereden.
Deze draaide twee slagen om zijn leng
te-as, sloeg van de weg af en kwam ten
slotte op de spoorweg terecht.
De vrachtauto kwam tot stilstand te
gen de berm. De bestuurder van de per
sonenauto is aan het hoofd gewond; zijn
naast hem zittende echtgenote kreeg
een hersenschudding en moest naar het
ziekenhuis worden overgebracht.
Spoedig na het ongeluk kwam de po
litie er bij. De chauffeur van de vracht
auto klom met een inzittende, die even
eens te diep in het glas had gekeken,
uit de auto en begon met de agenten te-
vechten. De twee dronkemannen waren
echter al gauw door de agenten over
meesterd. Ze zijn nu in verzekerde be
waring gesteld.
------O------
ACHTERGELATEN ENGELS OOR
LOGSTUIG BIJ HET GRAVEN
GEVONDEN
In de buurt van de Heilige Landstich-
ting te Nijmegen vond een aannemer
bij het verrichten van graafwerk oor
logstuig. Hij achtte het raadzaam voor
lopig de bouw van het huis uit te
stellen.
De hulpverleningdienst ploegde daar
op systematisch een aanzienlijk stuk
grond om waar, zoals later bleek, de
Engelsen in 1944 een grote hoeveelheid
oorlogstuig hebben achter gelaten.
Uit het terrein, waarop o.m. een voet
balveld ligt, heeft men al heel wat oor
logstuig naar boven gehaald, o.a. grana
ten, zakjes buskruit, slagpijpjes enz.
------O------
Moordenaars van Gandlii opgehangen
Godse en Apte, de moordenaars van
Gandhi, zijn Maandag in de Ambala-
gevangenis te New Dehli opgehangen.
Er waren alleen gevangenisautoritei
ten bij de terechtstelling aanwezig.