De wonderdokter van Stad van suRiname 2)'e nox^d De helderziende magnetiseur KANTONGERECHT SOMMELSDIJK 2000 gulden boete geëist ADVERTEREN DOET VERKOPEN! DE BOERDERIJ AAN DE VAL Biz. 2 „E IL A N D E N-NIE U W S Woensdag 19 October 1949 Zitting van 14 October. Kantonrechter: Mr van der Velde. Ambtenaar O.M.: Mr van Buuren. C.' Jongejan te Middelharnis, de eer ste die voorlcwam, had een chauffeur de werlitijd laten overtreden. Verd. zei, dat de chauffeur door eigen initiatief lange dagen maakte en veel :ten eigen bate deed. Er zijn veel harde viToorden gevallen ook omdat de andere chauffeurs moesten wachten op hem. Hoeveel uren hij nodig had kon verd. niet weten. Thans hebben alle chauffeurs een verklaring moeten tekenen, dat zij het werkboekje goed moeten invullen. De chauffeur is ook veroordeeld in Rot terdam, aldus verd. De chauffeur J. v. d. Velde, was niet als getuige opgekomen. De Ambtenaar vroeg voorgeleiding voor de de volgende zitting om tevens ook het vonnis van de Arrondissementsrechtbank te kunen In zien. De zaak werd aangehouden tot 11 No vember. Een (deugdelijke tegenspraak P. W. K. Blokland te Stellendam had zijn hond, die een wild eend wilde ver schalken, niet teruggeroepen. De vorige maal had de raadsman. Mr Feykes, van verdachte beweerd, dat de hond geen eend had gevangen. Get. wachtmeester A. Vermaas ver télde nu zelf te hebben gezien dat de hond de eend greep en thans liep verd- zelfs over Stellendam te verkondigen, dat verb, de eend zelf had gehouden. Mr V. d. Velde: Het is jammer, dat de verdediger hier niet is, maar die zag er zeker ook geen gat meer in. Ambt. O.M.: De kwade roep zit wel enigszins aan hem vastgekleefd. Zijn Verleden is niet brandschoon t.a.v. de jachtwet. Eis 50.— of 20 d.h. Get.: Hij wil mij thans de wet voor lezen, wat ik doen en laten moet. Uitspraak 30.— of 20 d.h. Hoe kan dat? A. v. Dijk te Sommelsdijk week met de R.T.M, bus op de Mariadijk, rijden de in de richting veer Ooltgensplaat, niet voldoende naar rechts uit en zou daardoor een botsing veroorzaakt heb ben met de wagen van A. P. Damen. Verd.: Ik heb goed rechts gehouden. 'Damen zegt, dat ik hem heb aangere den, doch dat spreek ik ten zeerste tegen. Mr v. d. Velde: Hoe was het dan? Verd.: Vermoedelijk is er een steen tegen de auto aangesprongen; want aan de bus was niets beschadigd. Jammer dat ik alleen ben geweest. Tijdens het passeren was ik nog 30 cm vanuit de berm. Mijn wagen was 2.40 m breed en de zijne 1.75 m en de weg was slechts 4 m breed. Logisch had ik dan de hele radiateur in elkaar moeten rijden. Na de zgn. aanrijding was er geen grijze kleur op mijn wagen en ook geen rode op de zijde. Ik heb er een hekel aan om te betalen als ik geen schuld heb. Get. M. H. Damen zeide: 's Morgens kwamen we van de pont af en zagen op genoemde dijk de bus aankomen. Wij gin gen stil staan en hij reed hard door, ter wijl hij nog minstens een halve meter verder, kon uitwijken. Ik stond ongeveer 30 cm in de graskant. Gevolg was, dat hij mijn beide spatborden indeukte en ik een schade had van 65. Mr V. d. Velde: Volgens de politie was de bus niet beschadigd en kon deze er ook geen tekenen van bespeuren. Get.: Op onze wagen zat wel rode lak. Mr V. d. Velde: De verbalisant heeft dit niet geconstateerd. Ook de bestuurder A. P. Damen gaf eenzelfde verklaring af. De zaak werd tot 11 November aan gehouden teneinde de verbalisant te horen. Rechts g^aa.t voor. J. A. Platteel te Leiden verleende niet zijn auto geen voorrang aan een wielrijder. Verdachte geeft dit toe. Mrv.d. Velde: Uw richting aanwijzer fungeerde niet? -Verd.: Dit kwam door de sterke wind. Anqbt.Op die manier brengt U het tegenovergestelde verkeer op een dwaal spoor. Get. Mej. G. Noordijk te Sommelsdijk werd door verdachte aangereden en te gen de grond gegooid, waardoor zij een hersenschudding kreeg. Verd. reed niet hard, doch het was helemaal niet nodig om mij aan te rijden. Ook get. L. V. Zanten gaf een soort gelijke verklaring en voegde er nog aan toe, dat de snelheid 30 km bedroeg. Het was wel mieserig weer ,doch stormen deed het niet. Ambt. O.M.: Verd. heeft vrij onver antwoordelijk gereden door geen rich ting aan te geven en voorrang aan rechts te verlenen. Eis 30.— of 12 d.h. Mr V. d. Velde: In verband met Uw blank verleden krijgt U voor deze keer 25.— of 10 d.h. Vliegeniers maken luchtfoto's Jac. Rotsma te Middelharnis staat ver volgens terecht, omdat hij op 30 Mei 1949 vanuit een vliegtuig foto grafische opnamen had gemaakt. Verd. geeft dit toe, maar deed dit om etalage materiaal te verzamelen. Ik wist niet, dat het niet mocht, want anders had ik deze foto's niet geëtaleerd en trouwens, wanneer ik het had aange vraagd, had ik zeer zeker toestemming gekregen. De directeur van het vliegveld IJpenburg, vond het belachelijk en het is ook belachelijk, dat een kwajongen uit Middelhai-nis, die 9 jaar over de H.B.S. gedaan en dus te stom is om voor de duivel te dansen Mr V. d. Velde: Ho, ho, dat komt hier niet te pas. Van Beek wist toch wel, dat U een toestel bij U had Verd.Neen, want dit zat in mijn actetas. Get. J. Bouman te Middelharnis hoor de op 30 Mei boven zijn woning het ge ronk van een crème, niet gekentekend vliegtuig dat richting Oost-West over de sluizen vloog. Ik kon niet zien, wie het was en ook niet of er foto's werden gemaakt. Get. S. L. Mastenbroek (echtgenote van M. M. v. d. Baan) te Melissant was bezig met de was, toen zij zag, dat er een vliegtuig boven haar huis kwam. Vermoedelijk zat van Beek daarin, doch ik kon niet zien of er foto's werden ge maakt. Later ontving ik echter 2 of 3 luchtfoto's van Rotsma van onze boer derij. Ambt. O.M.Deze zaak heeft oor spronkelijk wel wat opschudding ver wekt, dat door politieke deliquenten luchtfoto's waren gemaakt. Ik geloof echter, wanneer we de zaak goed be kijken, dat er geen sprake van boze op zet is geweest, gezien in het licht dat verd. de foto's heeft geëtaleerd. Ze zijn uit een sportief oogpunt gemaakt (o.a. boerderij van v. Beek, v. d. Baan, huis van Rotsma.) Alleen de ha venfoto kan van militair nut zijn. Dit neemt echter niet weg, dat ik een ernstige waarschu wing op zijn plaats acht in verband met de landsverdiging en de huidige po litieke verhoudingen in de wereld. Eis 25.of 10 d.h. met verbeurd verklaring van de inbeslaggenomen foto's. Verd. verzoekt alleen de foto's terug van het vliegveld Hilversum. Hieraan wordt tegelijk vastgekoppeld de zaak contra de vliegenier van Beek, omdat deze het vliegtuig bestuurde, waaruit de foto's werden genomen. Rotsma deelt mede, dat van Beek thans voor 12 dagen met zijn vliegtuig naar Afrika is vertrokken. Mr V. d. Velde: Dat is jammer, want dan konden we constateren of v. Beek inderdaad niets van de te maken foto's heeft bemerkt. Zowel get. Bouman als Mastenbroek blijven bij hun vorige verklaringen. Rotsma deelt nog mede, dat hij de fo to's cadeau heeft gegeven, omdat het al lemaal vrienden en vriendinnen van hem waren. Get. wachtmeester de Ruijter beweert, dat het volgens deskundigen onmogelijk is, dat van Beek niets heeft gemerkt van het fotograveren. Get. Rotsma heeft het nog door een open raam geprobeerd, doch dat ging niet door de geweldige luchtdruk. Mr V. d. Velde: Vond van Beek het dan niet raar, dat U dat raampje open deed. Get. Rotsma: Dat weet ik niet, want je kunt elkaar niet verstaan, alleen kun je maar gebaren maken. Uitspraak contra Rotsma 25.of 10 d.h. met verbeurdverklaring der fo to's, uitgezonderd de film te Hilversum genomen. De zaak contra van Beek wordt tot 11 November aangehouden en Sietsje (geb. Mastenbroek) zal dit v. Beek me dedelen. In de aangehouden zaak J. Plohil te Ouddorp, die de politieverordening over trad, omdat hij zijn café, staande aan het strand, op Zondag heeft geopend ge had, werd thans verb, wachtmeester Dral gehoord, die mededeelde, dat het café niet vaststaat aan het pension. Verd.: Het waren twee mensen, die bij mij in pension waren en die ik de zaak liet zien en ingeschreven stonden in het register. Ambt.: In 1936 is ook reeds uitge maakt, dat dit niet mocht en daar moet U zich aan houden. Eis 7.5Ö of 3 d.h. Verd.: Volgens mij ben ik op die Zon dag niet open geweest. Gasten zijn geen bezoekers. Uitspraak 4.of 2 d.h. Verd. deelt mede, dat hij hoger be roep aantekent. Van je familie P. Grinwis te Ouddorp verleende op het kruispunt Koolweg-Dirksdoensweg geen voorrang aan een van rechts ko mende vrachtawto en is daar toen onder geraakt. Verd.: Ik keek achter om, omdat er een bus aankwam en toen reed Tanis tegen mij aan. Get. T. Tanis te Ouddorp blijkt familie van verdachte te zijn, want aldus get. zijn zijn vader en mijn moeder neef en nicht. Hij bevestigt tevens de verklaring van verdachte. Ambt. O.M.Van je familie moet je het maar hebben. Het is tenslotte ver velend om door een auto van je familie te worden aangereden en omgekeerd. Als een wielrijder onder een auto komt, is het meestal de schuld van de automo bilist, maar het rijwielverkeer moet nu altijd aart het snelverkeer voorrang ver lenen en daar heeft wielrijder rekening mede te houden. Eis 5.— of 2 d.h. Mr V. d. Velde: Je had net zo goed dood kunnen zijn ea prijs het maar, dat je hier nog als verdachte terecht staat. 5.— of 2 d.h. Bedeloos gedierte J. V. Gurp te Stad aan 't Haringvliet had niet voldoende gezorgd dat zijn vee niet op de openbai'e weg kon komen. Verd.: De koeien liepen daar niet te grazen, ze werden alleen maar verweid door twee mijner kinderen van 9 en 11 jaar oud. Hij had volgens uitlevering, nog wel tweemaal kunnen stoppen. Ik wilde met Damen overeen komen om ieder de helft te betalen. Get. W. J. Kantors te Zevenbergen reed met Damen mede toen twee van de koeien op de openbare weg liepen. De chauffeur remde, doch kon niet voorko men, dat de beesten werden aangereden. Get. A. P. Damen te Breda beaamde de verklaring van Kanters. Ambt. O.M.: U moet voorzichtig rij den. Het is tenslotte redeloos gedierte en ze kunnen altijd een sprong maken en daarom had U beter kunnen stoppen. Get. P. Arensman te Stad aan 't Ha ringvliet had het gehele geval zien ge beuren en was van mening, dat de auto had moeten stoppen. Een grote koeien- wachter had dit ook kunhen overkomen. Je kunt geen zeven koeien baas. Ambt. O.M.: Verd. liet zeven koeien wegbrengen door kinderen, terwijl hij weet dat beesten rare sprongen kunnen maken. Aan het einde der vorige eeuw was Flakltee op het langzame verkeer ingesteld. In 1949 is dit anders, is alles gemoderniseerd. Hier moet de rechter en iedereen rekening mee hou den. Het drijven van vee in de buiten ge meenten heeft veel plaats door jongeren (zelfs onvolwaardigen) en dat moet an ders worden. Dit is dan ook een gene rale waarschuwing voor het publiek. Eis 10.— of 4 d.h. Verd.: Ik kan geen volslegen koeien- wachter van 30.op zeven koeien la ten lopen. Mr V. d. Velde: Ik had het beter ge vonden, wanneer de bestuurder was ge stopt en daarom waarschuw ik Damen nogmaals, want ik zie in hem geen be hoorlijk rijder. Uitspraak 5.of 4 d.h. Vervolgens wordt verzocht binnen te komen de heer A. Brouwer, te Vlaar- dingen, van beroep magnetiseur en hel derziende, welke in het tijdvak van Ja- nuari-Juli 1949 zonder dat hij toegela ten was tot de geneeskunde, te Stad aan 't Haringvliet buiten noodzaak de ge neeskunst had uitgeoefend door met zijn handen wrijvende bewegingen te ver richten, terwijl hij hiervoor in Schiedam ook reeds was veroordeeld. Verd. erkent niet te zijn toegelaten tot de geneeskunde. U hield in genoemde periode zitting ten huize van van Putten te Stad aan 't Haringvliet? Verd.: Neen, dit waren bijeenkomsten en dus geen zittingen. Het was net een sneeuwbal die verder rolde, de één ver telde het tegen de andere. Deze mensen (Mej. Wesdorp, de Vos, mej. Braber, mej. Hogerewerf) verleende ik geestelij ke bijstand door een physische over macht over hen te krijgen. Wanneer ze het echter aan hun maag, enz. hadden, stuurde ik hen naar de huisarts. Mr V. d. Velde: U schreef toch re cepten voor? Verd.: Dit deed ik niet. Mr V. d. Velde: U maakte toch ook strijkende en wrijvende bewegingen Verd.: Dit was een physische over macht om de geest te versterken en op deze wijze kreeg ik de patiënt tot rust. Ik heb overmacht door bewegingen. Ik ben geen lichamelijk magnetiseur, doch wel physisch magnetiseur. Ik heb er geen geld voor gevraagd. De mensen ga ven mij wat ze missen konden. Ik kan tenslotte niet van de lucht leven en de kraaien komen het mij ook niet brengen. Door mij is echter de geneeskunde niet uitgeoefend. Met het lichaam heb ik niets te maken en de huisarts staat bij mij zeer hoog aangeschreven. Tenslotte meen ik te moeten opmerken, dat het niet buiten noodzaak was, want de men sen konden bij andere doktoren geen baat vinden. Get. mej. Wesdorp te Stad aan 't Ha ringvliet wil de eed niet afleggen. Voor zo'n luttele zaak wil ik God niet loo chenen. Mr V. d. Velde: Als getuige moet U de eed afleggen. U kunt alleen daarvan worden vrijgesteld, wanneer U een God loochenaar of Doopsgezind zijt. Get. blijft volharden en wordt dan weer weggezonden. Ook get. A. J. Braber te Stad aan 't Haringvliet heeft dezelfde ideën, doch zodra de Ambt. O.M. voorstelt om get. in gijzeling te stellen, zwicht Braber en begint dan zijn wedervaren te vertellen. Ik had, aldus get. last van bronchitus en dat was zo erg, dat ik werd afge keurd voor de Arbeidsdienst en later ook voor de dienstplicht. Ik heb mij hier tot Dr Buth te Den Bommel gewend en hiervan mocht ik roken en drinken. Het hielp echter niets. In begin 1949 ben ik naar Dr Brouwer gegaan welke zitting had ten huize van van Putten. Deze Brouwer maakte een strijkende bewe ging langs de keel en ik heb er werke lijk baat bij. Een dieet is mij niet voor- ik met het voorgeschreven dieet van Dr Buth moest doorgaan. Ik ben 5 a 6 maal bij hem geweest en voelde me altijd geestelijk normaal. Betalen deed ik hem wat ik missen kon. Dit liep van 0.75 tot 1.25 per visite. Brouwer vroeg nooit geen geld, doch ik voelde mij ver plicht om dit te doen. Ook get. méj. W. de Vos (gehuwd met A. J. Langeweg) wil de eed niet afleg gen, omdat zij op haar vaders sterfbed heeft beloofd, dat zij nooit geen eed zou doen, daar ze haar vader vroeger een eed zou hebben afgedwongen en nu wil ik deze belofte, aan mijn vader gedaan, niet verbreken, aldus spr. Mr V. d. Velde wil ook deze vrouw gijzelen, want wij zitten hier niet als kwajongens, zegt spr. Get. vraagt bedenktijd. Mr v. d. Velde: Zit U daar achter heer Brouwer? Verd. schudt van neen. Mr. V. d. Velde: Het lijkt anders wel een afgesproken zaak. Get. mej. Hogerwerf kan zelf niet ko men, aldus haar man, omdat ze zo ze nuwachtig is. Dr Bouman welke rnet zijn vrouw als belangstellende aanwezig' is, bevestigd dit. Mr v. d. Velde: Hier heeft U' dus geen Vat op. Get. mej. Wesdorp wil thans, „als het mot" de eed afleggen. Ik ben, aldus get, in Maart '49 bij dok ter Brouwer gekomen en heb hem niets verteld. Ik had vreselijk zere benen en niemand kon mij helpen. Zowel Dr Bou man als de doktoren in het ziekenhuis te Dirksland en te Utrecht wist er geen raad meer op. Volgens een aptoheker had ik het aan mijn dikke darm of aan mijn nieren. Hoe het zij ook ik had vre selijke pijn in mijn benen en kon ze niet meer over elkaar krijgen. Brouwer maakte enige strijkende bewegingen en nu ben ik weer kern gezond en kan weer goed lopen. Bij ieder bezoek gaf ik hem 1.50, want voor niets komt de zon op. Brouwer praat veel en is zeer gelovig. Het is wonderlijk, maar hij bidt er voor. Eindelijk komt get. de Vos ook over de brug en legt de eed thans af of het een lolletje is. Ook zij is onder behan deling van Dr Bouman geweest en die heeft haar naar Rotterdam verwezen. Hier wisten ze er ook geen raad op, en deze verwezen mij naar Utrecht, waar ik drie maanden op bed heb gelegen. Al le doktoren zeiden, dat ik aan een ze- nuwziekte leed. Op 29 Maart ben ik bij Brouwer ge komen. Deze heb ik alles verteld, behal ve dat ik zenuwziek was. Hij heeft toen een hele poos met mij gepraat en ik heb er baat bij, vooral geestelijk. In Utrecht mocht ik geen vlees en spek gebruiken en dat moest ik blijven volhouden. Van tijd tot tijd heb ik iets betaald. Soms had ik niets, doch dan was het ook goed. Ook had ik een slecht hart ge kregen, omdat ik 6 X per dag een poe der slikte. Dit heeft Brouwer mij ver boden. Ambt. O.M.Ik wil beginnen met mij te baseren op de juridische zaak. In ieder geval staat vast, dat verd. in het kanton Sommelsdijk buiten noodzaak de Dinsdagavond had het bestuur der Surinamezending een avond in de Ge reformeerde Kerk te Middelharnis be legd. Nadat Ds Zeilstra met gebed had ge opend en Psalm 86 3 had laten zingen verkreeg Ds B. J. G. Rijnders predikant te Hilversum en lid van het Dag bestuur der Surinamezending het woord. Naar aanleiding van Jes. 40 27—-31 zeide spreker o.m.: In het begin scheen het ook met de zending in Suriname een ploegen op rotsen te wezen. Er waren meer zendelingen dan bekeerlingen. In aansluiting hierop kwam een wondertijd De Geest Gods ging over Suriname waaien en de oogst was groot op de zendingsvelden, totdat in 1939 de oorlog kwam en de afbraak Gods op de zen dingsvelden zijn intrede deed. Zeven zen delingen werdeu: geïnterneerd, terwijl de rest zonder geldelijke steun moest wer ken. Toen ik dan ook op mijn inspectie reis in 1946 die afbraak, dat gericht Gods zag, dat over Suriname was geko men, stelde de Heere ptod ons voor een vraagteken en toen zag ik Suriname zo als het in Je-saja 40 2731 staat be schreven. Paramaribo met een ledental van 30.000 werd bediend door 6 Surinaam se predikanten en het.trof mij, dat die uiterlijke bloei was gevolgd door een in nerlijk sterk geestelijk leven. Ik schrok er echter van hoe leeg de kerken waren. Wat zijn hiervan de oorzaken, zult U zeggen In de eerste plaats is die afbraak ontstaan door gebrek aan krachten en middelen. Thans moeten deze predikan ten ook van tijd tot tijd hun post ver laten om in de binnenlanden de sacra menten te gaan bedienen. In de tweede plaats werkt de econo mische toestand niet mee, want nood en armoede demoraliseert en dit werkt ver keerd op het geestelijk leven. In 1863 zijn de Creolen (afstammelingen van Europeanen in de tropen geboren) pas vrij gekomen. Voordien heerste in deze stam slavernij. Deze gedachten en ge woonten zijn niet ineens daaruit geban nen, vandaar dat het werk daar zeer zwaar is. Er moeten 4us krachten bij komen, doch de middelen ontbreken. Op mijn negen dageji lange tocht over de rivieren (anders kan, men zich niet verplaatsen) bezocht ik vele zendings- posten. Op een dier posten, Charlotten- burg genaamd, trof ik aan een grote kerk, een grote school en een groot ge bouw. Vroeger hadden dia^r veel men sen gewoond, doch thans waren er slechts 20 30. Oorzaak: Eerder werkte men daar op de; plantage, doch daar voelt men thans niets meer voor en is men verder Suri. name ingetrokken. Kinderen die eerder genoemde school nog bezoeken, moeten soms 3% uur heen en 3% uur terug roeien, teneindo onderwijs te kunnen genieten. Een schare van evangelisten is nodig, doch de middelen ontbreken. Men moet zich eens indenken, Suri name is 5 X zo groot als Nederland en wordt slechts bewoond door 170.0ÜO mensen. Vroeger waren er 43 zendelin gen, doch thans zijn er nog maar 5 Eu ropese zendelingen en een staf van Su riname predikanten. Enige tijd geleden heeft de Nederlandse regering 30.000 Javanen ingevoerd, dit waren vanzelf sprekend niet de braafsten. Het typisclie van deze stam is, dat alles voor elkaar leeft. Wordt men echter Christen, dan is dit afgelopen en wordt men niet meer geholpen. Ondanks deze uitstoting zijn deze Javanen toch besliste Christus be lijders, zowel in de daad als in het leven. Ook de vraag naar scholen is groot Op een school waar slechts 600 leerlin gen kunnen geherbergd worden, zijn er 1000. Tenslotte moet ik U nog op één ding wijzen. De devaluatie is voor ons eeii grote ramp geworden. Hoe zo, zult zeggen Op de begroting 1949 kwamen we 90.000 tekort. De verhouding was toen zo: Met 1400 Hollandse guldens konden we in Suriname slechts voor 1000.- goederen kopen. Na de devaluatie is dii nog anders geworden. De verhouding is thans 2000.------1000.—, dat bete-! kent dus een verlies post van 60. hetgeen neerkomt op een begrotingste-' kort van 150.000. We mogen echter niet alleen over geWf| spreken, doch ons onderwerp was ,,Di'| nood van Suriname." In Jesaja staat ,,Die de Heere ver- -''S wachten, die zullen de krachten vernieu wen." God heeft dua de deuren voor ons opend, doch wij kunnen niet binnen-ij gaan. Wij' hebben niets anders nodigt^ dan een Kerk, een Gemeente, die bid-i dende, maar verwachtende achter om'iM staat en dan zal alles in orde komen, Deze leerzame avond werd met dankge-P^ bed gesloten. geneeskunde heeft uitgeoefend zonder dat hij daartoe bevoegd was. Het Voor schrijven van dieëten wil ik niet tot de essentiële rekenen. Hét wonderlijke is dat de getuigen Ipreciès wisten wat ze zeggen moesten en wat hiet. Dit is ze ker physische overmacht. Eveneens is het wonderlijk dat er'feëti 'grdót aantal mensen zijn, die menen,'dSt ze zich tot een kwakzalver wenden móeten. In de uitoefening van dat beroep zit misdrijf en oplichting, doöh zover wil ik dit niet doorvoeren. Het physische element is van groot belang. De'-meeste mensen beelden zich op de een of andere manier in, dat ze ziek zijn en nu vindt U deze mensen gereed om te lopen in-de grote armen van een kwakzalver. We hebben hier te maken met iettiand, die met een hele boel poespas een physische over macht wil krijgen. Het spijt mij, dat de kwakzalvers, nog zo.'n; grote aanhang hebben in de vorm 'van stakkers, die hier levensgroot intrappen. Verd. heeft een waarschuwing gehad, doch ondanks dit, voelt hij zich gedrongen om andere mensen te willen helpen. Komende tot de eis acht de Ambt. van het O.M. een grote boete nog te klein en zou hechtenis op zijn plaats zijn, maar om te voorkomen dat hij als slachtof fer wordt beschouwd eist hij 2000.^ boete subs. 3 mnd. hechtenis. De raadsman van verdachte Mr W. A. Schipper te Vlaardingen, verkrijgt thans het woord: i Volgens het procesverbaal, aldus de raadsman, zou verdachte wrijvende han delingen hebben verricht en aan enkele personen dieet hebben voorgeschreven en dat zou dan de geneeskundige bij stand zijn geweest. Tot uitdrukking is dit echter niet gekomen, want ik kan me voorstellen, dat iemand een geeste lijke overmacht over een ander heeft. Is dit optreden echter strafbaar? Laten we eens aannemen, dat hij ge neeskundige hulp heeft verleend, temnin- ste als geen andere hulp aanwezig is. Een patiënt heeft overal g;edokterd en heeft nergens geen baat. Moet deze dan steeds doorgaan Zo iemand doet wat hij kan om beter te worden. Hier is dan sprake van geneeskundige hulp bij nood zaak. Zo ook in deze gevallen. Ten einde raad hebben getuigen de raad van Brou-1 wer ingeroepen. M.i. is dit verklaarbaar,3 Deze man is een oprecht Christen en liii| meent, dat hem een buitengewone gavel is gegeven en vindt het zijn plicht oniS dit te doen. Hij doet het niet om geU' of winstbejag. Verdachte is er nooit opi^^ uit otti- een lichaamsdeel te genezen, doei;'^ Wel óni'de geest geöspnd te maken. He!|,' idee is meestal, dateer bij een magneti seur iets uit zijn hand komt dat genees- kracht geeft. Ik ben het er mee eens! dat verdachte formeel in overtreding is.ï doch waarom worden deze mensen in d(| grote steden wel met rust gelaten. 11:1 ken er in Rotterdam, die reeds 30 jareil deze; practijk uitoefenen. Mijnheer dJ Ambt. stelt verdachte voor als een kwak-l ■zalver die er alleen op uit is om lietj geld uit de mensen hun zak te klopperif Het zijn geen paria's en deze mensei'*^ zijn onmisbaar. Ook de doktoren hecli;j" ten waarde aan de heer Brouwer. DilB blijkt uit een briefje, getoond door raadsb man, waarin een cliënt van een artJ door deze arts naar Brouwer wordt ge| zonden. Ambt. O.M.Ik geloof, dat we in twee| werelden leven, want verdediger i op de spiritistische lectuur af en ik o|,, die van de Hoge Raad. Verd. merkt op dat hij reeds jareil deze praktijken uitoefent en toont eetf aantal brieven van personen, die hij nezen heeft en noemt tenslotte nameiöjl en adressen van personen, die ook deK| practijk uitoefenen. De uitspraak is bepaald op Vrijdaj 28 October 1949 10 uur. Verd. gelooft, dat hij verkeerd bezietp wordt. Ik kan er tenslotte niets aar, doen, dat ik dit aparte zintuig van Gul ontvangen heb. Ik ben zegt hij, een niiil' del in Gods hand en daar dank ik GoJ iedere dag voor. Hiermede was deze tói langrijke zaak afgelopen. Van alles wall J. de. Korte te Oude Tonge maaktf[ -^ misbruik van sterke drank. 7.50 of 3 d.h. I. v. d. Sluis te Sommelsdijk liep «f' verboden weiland, 3.of 1 d.h. M. W. Wielaard te Middelharnis zoi water aan de worst toegevoegd hebben SC SC vc li( bi h£ 2 ri; of mot war 's co le( ik op der A met plaat een borc als m: fij der M rijb C de rijbi zit 2 een (100 geen dage on pe 3 vo een der of paard dijk 38 DOOR H. NOORMAN V. Met dat al heb ik bemerkt, dat me vrouw Westwoud, evenals de predikant van Zuidstad, een dubbeltje een paar malen moet omkeren vóór zij het uit geeft. Van overdaad is er in de pasto rie geen sprake. Er wordt integendeel sober geleefd. En tóch is sr zulk een heerlijke tevredenheid! Het meeste heeft mij evenvrel getrof fen, dat onder de geschetste omstandig heden men mij heeft geinviteeid. Toch in elk geval voor enkele maanden. Over betalen is met geen woord gerept. Mien wilde er in Amsterdam al niet van ho ren en nu heeft Willy zich ook perti nent in die geest uitgelaten. Ik moet beslist niet betalen, want dat zou ver keerd worden opgevat. Toen er een brief •van Mien kwam, waarin over mij werd :gesehrevén, was spontaan de gedachte opgekomen, te antwoorden, dat ik naar de pastorie komen mocht. Over geld had 'niemand gepraat. Wat hebben die men sen veel voor een ander over! Intussen zal ik later met vader eens overleggen, hoe dat moet. Want ik mag toch niet vergen, dat men mij geheel belangeloos in deze gezellige kring op neemt. Het vreemdste is, dat ik mij hier zo goed gevoel. Van moeheid is in het minst geen sprake. Nettie, de gooi-uit, heeft dan ook al opgemerkt, dat ik er heel niet ziek en moet uitzie. Zij had, geloof ik, minstens verwacht, dat ik op een brancard naar de pastoiie gereden zou zijn! Ja, lichamelijk is het met mij wel in orde. Maar geestelijk? O, wat zou ik gaarne een ernstig, vertrouwelijk onder houd met dominé Westwoud onder vier ogen hebben! Om mijn hp.rt eens uit te storten. Het komt er evenwel niet van. Maar moed houden. Ik ben hier nog slechts enkele dagen. En ik geloof, dat dominé door Mien wel op de hoogte is van mijn ver langen, al rept hij er met geen woord van. Hij wacht zeker een rustig ogen blik af. Want wachten kan deze predi kant. Ik heb gemerkt, dat hij een schier eindeloos geduld heeft." HOOFDSTUK IX. Ina ziet haar grootvader. „Hoe knus hier", merkte Ina op. In Amsterdam ging zij elke Zondag éénmaal, als de dienst in het ziekenhui.s het toeliet, tweemaal ter kerk, meestal met Mien Westwoud, een enkele maal alleen. Vrijwel steeds indezelfde kerk. Het was een groot gebouw, dat ruim viiftienhonderd mensen bevatten kon. Het viel haar dan ook gewi^idig op, hoe klein de kerk van Zuidstad was. Voor een vierhonderd mensen. Het gezin van de predikant was vroeg in de kerk die morgen. Er waren nog slechts enkele mensen, zodat er alle ge legenheid was, rond te zien en de ko menden te bestuderen. Onv/illekeurig maakte Ina van deze gelegenheid ge bruik. De bank, bestemd voor het gezin van de dominé, gaf daartoe ook aanlei ding, want die was zó gelegen, dat vrij wel het geheel kon worden overzien. ,,Wat knus hier", zei Ina onmiddel lijk. ,,Wat zit je hier gezellig. Veel ge zelliger dan in die grote stadskerken." Het kerkgebouw in Zuidstad was niet fraai. Er was niets bijzonders aan. Ina vond, dat het ook wel eens een kwastje verf nodig had. Maar gezellig was het. Het schip der kerk bevatte lange open banken. En aan weerszijden waren ge sloten banken. Tegenover de hoge preek stoel was het orgel, aan weerszijden waarvan een kleine galerij, die hoogs tens een vijftig mensen kon bevatten. Langzamerhand kwamen de leden der gemeente, elkaar groetend. Natuurlijk kenden alle elkaar. Frappant vond zij het, dat de mannen elkaar de hand ga ven. Een der vrouwen maakte een praat je. Opvallend was ook, in tegenstelling met wat in Amsterdam gewoonte was, dat mannen en vrouwen gescheiden za ten. Zelfs jongens zaten niet bij de vrouwen. Alleen het gezin van de pre dikant maakte een uitzondering. Het bezette in zijn geheel de bank, die door een deurtje gesloten was. Het verschil in het uiterlijk der men sen viel Ina ook verbazend op. Het was een mengelmoes. Van allerlei schake ring. Natuurlijk was dat in Amsterdam ook, maar men merkte het niet zo. Ten slotte waren het alle stedelingen. Maar hier kwam een heer binnen, even later gevolgd door een man, die niet eens een boord om de hals had. Doch zij zaten broederlijk naast elkaar, drukten elkaar de hand en hielden een praatje. Van de predikant had zij vernomen, dat minstens één vierde der gemeente tot de boerenstand behoorde. Het was te zien. Verschillende vrou-^ wen droegen grote, witte, gesteven mut sen. En ook de mannen waren te herken nen. Met grote, logge passen stapten zij naar binnen. En als uit marmer ge houwen waren de gelaatstrekken. Zij wa ren allen fors gebouwd en het was van hun stoer gelaat af te lezen, dat zij ge wend waren, in de buitenlucht te vertoe ven. Zij deden het gebed met de pet vóór de ogen en als zij gingen zitten, werd die pet weer op het hoofd geplant. ,,De mannen met gedekteh hoofde, zijn de boeren," fluisterde Willy, spre kend 'op koddigen toon. „Alleen onder het gebed gaat de pet af." Inderdaad bespeurde Ina op alle plaatsen', voor de mannen bestemd, hoof den met petten. Bijna zonder uitzonde ring hetzelfde hoofddeksel. „Een ingekankerde gewoonte, die er niet uit te krijgen is," fluisterde Willy weer. „In huis heeft de boer ook de pet op. Maar dan alleen dé boer, het hoofd van het gezin." Opeens kleurde Ina heftig. Een korte, inééngedrongen gestalte met spierwit haar passeerde de „domineesbank", schier onmerkbaar knikkend. Ook deze oude man had de pet op het hoofd. Dus was hij een boer. Natuurlijk was hij een boer. Want dat was haar grootvader! 'Zij wist het met wisse zekerheid. Want hij had de trek ken van haar vader. En precies dezelfde houding. Er was geen twijfel mogelijk. ,,Weet je wel, dat vader óver de boer van de Val sprak? Over Mieras?" fluis terde Willy Weer. „Deze week /ouden wij er heen gaan, hè? Dd,t is hem, die oude man. Hij gaat nu net zitten." Ja, met de pet voor de ogen had haï grootvader het gebed gedaan en toei zat hij daar recht vóór zich uit stareiiJi; stok en stijf als een wassen beeld. I«'' kon hem zeer goed zien. Trouwens, C dit kleine gebouw kon men alle mensei uitstekend zien. Daar zat grootvadei Trek voor trek herinnerde aan haar va der. Alléén was het gelaat van vadfl vriendelijker. Dat van grootvader leet zo stug, ongenaakbaar. Sympathiek wai het in elk geval niet, dat moest Ina to' haar spijt voor zichzelf uitmaken. Of kwam het doordat zij feitelijk antipafhi' tegen hem gevoelde, al van het ogenblit af, dat haar vader in de duinen van Wi|i aan Zee van hem vertelde...? Het kleine orgel speelde nu. Gehoé luisterde Ina. Die organist verstond i' kunst! Ook het instrument was goed e" gaf een zuiver geluid. Terzijde van de kansel ging een deu' open en verscheen dominé Westwoui voorafgegaan door een ouderling, dK het gestoelte van de voorlezer innam Nog drie ouderlingen en vier diakenei' volgden, zich begevend naar hun vastf plaatsen aan weerszijden van het ff' bouw. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1949 | | pagina 2