Zeven
nieuwe
Kaiser
auto's
Iets over het Nederlands strafstelsel
r'
J. L. DE LIGNIE, dirksland, telef. 135
Veildwang en
Afzetregelingen
De nieuwe bonnen
weer op hei oude formaai
22ste Jaargang
Zaterdag 8 October 1949
No. 1860
CHRISTELIJK WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
De reis van Prins BernharcI
naar de West
^-------------------------------------------------
Wetenschappelijk Genooischap
Ervaringen uit het gevangeniswezen
MEDITATIE
Als nieuwgeboren kinderkens
V
niEuws
Bureau: Prins
Hendrikstr. 122c
gMiddelharnis
Telefoon 17
Giro 167930
Postbox 8
Tel.Drukkerij 19
AbonnemenlipiUs
f 1.50 per kwartaal
AdT.-priis 12 et. p,
mm. Bij conlTact
speciaal iaiief
Inde loop van dit jaar hebben wij en
kele artikeljtes geplaatst over het in
voeren van de veilplicht voor uien op de
veiling te Middelhamis.
Het bestuur der Veiling heei:t mede
gedeeld, dat de minister er niets voor
•voelt om de veilplicht bindend voor te
schrijven voor alle uientelers. De Vei
ling heeft derhalve na statutenwijziging
alleen dé veilplicht ingevoerd voor haar
leden.
Er wordt gezocht naar doeltreffende
afzetregelingen en gelijk het met der
gelijke ernstige problemen altijd gaat,
er zijn vóór- en tegenstanders.
In het Vakblad voor de Groothandel
in aardappelen, groenten en fruit, lazen
wij enige artikelen over deze materie.
Zp zijn wel is waar enigszins uitvoe
rig. Naar onze gedachte heeft de schrij
ver dit gedaan om zijn onderwerp zo
objectief mogelijk te behandelen.
Aangezien wij hier in een uiencentra
zitten en deze kwestie voor onze streek
van groot belang is, meenden wij deze
artikelen aan onze lezers niet te moe
ten onthouden. Wel dienen wij te be
denken, dat hier een tegenstander aan
het woord is, doch die blijk geeft, het
onderwerp te beheersen. U kunt de ori
ginele artikelen vinden in het boven
genoemde vakblad 3e jaargang, num
mers 35—36—37 en 3S.
Tot verwondering van velen is bij de
afbraak van vele maatregelen, welke
door de bijzondere tijdsomstandigheden
geboden waren, de publiekrechtelijke
veilplicht tot dusver ontzien. Dit, hoe
wel de argumenten, waarmede deze veil-
dwang-van-bovenaf jarenlang was ver
dedigd, in deze bijzondere tijdsomstan
digheden hun grondslag vonden. Velen
en hun aantal groeit met de dag
zien daarvoor geen enkele redelijke ver
klaring.
De laatste tijd nu doet een nieuw
argument opgeld, dat als volgt kari wor
den samengevat:
In verband met ide afzet van onze
producten kan het gewenst blqken be
paalde maatregelen te nemen, nu dan
niet; in het belang van de consument,
maar In het belang van de producent.
Dit geldt in het bijzonder in geval van
afzet-moeil(jkheden. Fondsvorming kan
tot de mJddelen behoren, die daarby
worden gebruikt. Het georganiseerde be
drijfsleven neme deze maatregelen zo
veel mogel(jk zelf, wat voor de Over
heid een zorg minder betekent. Om daar
toe in staat te zijn en een sluitend ge
heel te krygen. Is een ptibliekrechteiyke
veilplicht HET aangewezen middel.
Op het eerste gezicht een aantrek
kelijke redenering. De herinnering aan
de crisis-tijd uit de dertiger jaren is bij
vele boeren en tuinders nog zo levendig,
dat de vrees voor een herhaling van de
ze treurige toestanden veler overwegin
gen bepaalt. Aan de andere kant is het
enthousiasme van deze nijvere, vrij
heidslievende bevolkingsgroep voor
Staats-ingrijpen nooit bijster groot ge
weest, zodat de gedachte de moeilijkhe
den in eigen huis de baas te kunnen blij
ven, zeer aanlokkelijk is.
Óok van de kant van de Overheid
heeft de redenering z'n bekoring. De
Overheid zou eraf zijn door die ene, zo
eenvoudig lijkende maatregel van de
publiekrechtelijke veilplicht en zou daar
mede haar verantwoordelijkheid op dit
punt aan het georganiseerde bedrijfs
leven kunnen overlaten.
Wat wHt ge meer? De publiekrechte
lijke (Veilplicht wordt geschetst als het
middel om aan vele en velerlei verlan
gens te voldoen, als, een grondslag voor
doeltreffende maatregelen om crisis
toestanden te voorkomen en op te van
gen, als een mogelijkheid het Overheids
ingrijpen te beperken en de eigen ver
antwoordelijkheid van het bedrijfsleven
op de voorgrond te stellen.
Is deze publiekrechtelijke veilplicht
inderdaad zulk een wónder-middel? Is
de in onze kring gangbare uitdrukking:
„veildwang"' eigenlijk niet onrechtvaar
dig?
Laten wij met ons antwoord maar
met de deur in huis vallen: de publiek
rechtelijke veilplicht is zulk een middel
niet, de benaming veildwang voor de
publiekrechtelijke van bovenaf opge
legde veilplicht, in, tegenstelling tot een
privaatrechtelijke, van onderop in vrij
heid aanvaarde veilplicht, volkomen ver
antwoord.
Wij zullen trachten dit antwoord af
doende te motiveren.
Reeds aanstonds valt het op, dat de
boven-aangehaalde redenering niet zo
sterk is, als op het eerste gezicht leek,
wanneer wij slechts de moeite doen ze
iets critischer te bekijken. Ze zegt veel,
maar ze bewijst niets. Na wat algemene
opmerkingen over de mogelijkheid van
"zetmaatregelen en van fonds-vornjing
en over de wenselijkheid dit alles zoveel
mogelijk aan het georganiseerd bedrijfs
leven over te laten (waarvan de juist-
-sid door niemand wordt ontkend), volgt
et gedachten-sprongetjej „En daartoe
nu publiekrechtelrjke veilplicht het
geschikte middel',,
Waarom? Omdat men blijkbaar ver
onderstelt, dat het veilen de normale,
meest geëigende wijze van afzet voor
onze producten is en dus bij het nemen
Van maatregelen een veilplicht, die he
lemaal past bij de geijkte en gebruike
lijke afzet-methode, de eerste voor de
hand liegende maatregel is.
Maar'dit is nu juist het punt, waarop
net aankomt en dat in discussie is!
Met andere woorden: &ls het veilen de
normale "en economisch nuttige afzet-
Vorm is, kan een veilplicht zin hebben;
als daarentegen het veilen niet in die
mate de aangewezen afzet-vorm is.
heeft een veilplicht helemaal geen zin
en wordt ze terecht als een ongemoti
veerde veildwang gevoeld. Reeds wat dit
betreft, berust de zo mooi lijkende re
denering op een denk-fout, omdat ze er
van uit gaat, dat het veilen de aange
wezen afzet-vorm is, wat juist bewezen
moet worden.
De redenering geeft op de brandende
vraag omtrent de geldigheid van de veil
plicht dus geen antwoord, ze verplaatst
de moeilijkheid slechts naar de Èmdere
vraag: In hoever is het veilen voor on
ze producten de aangewezen en gebrui-
kêmke en dus economisch nuttige me
thode van afzet?
Deze denk-fout blijkt ook over-dui-
delijk, wanneer wij een vergelijking trek
ken met andere branches. Ook dó,é.r
kunnen zich afzet-moeilijkheden voor
doen en hebben deze zich in het verle
den voorgedaan. Ook daAr kan fonds
vorming noodzakeUjk zijn. Ook ddar zal
het georganiseerde bedrijfsleven liever
de zaken in eigen hand houden, dan de
Regering in de détails te laten treden.
Maar niemand zal déar bv. voor rogge
of voor varkens een veilplicht verdedi
gen. Om de eenvoudige reden, dat het
veilen daar niet bekend is. De noodza
kelijke afzet- en órdeningsmaatregelen
passen zich in elke branche aan bij de
gebruikelijke productie- en afzet-vor-
men, maar zijn vanzelsprekend
nimmer beslissend voor deze afzetvor-
men. Het zou ook de omgekeerde we
reld zijn, als de maatregelen zich niet
aanpasten aan de gebruikelijke practijk
van productie en afzet, maar omgekeerd
de productie en afzet-vormen verwron
gen zouden worden ter wille van de
maatregelen.'
(Wordt vervolgd)
Prins Bernhard, zal de reeds eerder
aangekondigde reis naar de Antillen en
Suriname maken met een smaldeel oor
logsschepen en zich daartoe te Rotter
dam inschepen aan boord van de „Ka-
rel Doorman" en, tot de aankomst in
Curagao, aan boord van dit schip blijven.
Het ligt in het voornemen, dat het
bezoek aan de Kleine Antillen zal wor
den gebracht aan boord van de lichte
kruiser Jacob van Heemskerk.-
De overtocht naar Suriname zal per
vliegtuig geschieden.
Het smaldeel zal op 2 Januari uit Ne
derland vertrekken.
J\[o de beperhende hepalingen betreffende het verhruil van couranten-
papier z^n opgeheven, hebben wq besloten het oude formaat, waann
ons otad ,,Eilanaen-nieuu;s" i^oorfieen perscfieen, weer in te voeren.
Onze lezers zullen er eerst weer even aan moeten wennen, maar een
groot blad in handen te nemen is toch altijd prettiger dan een klein blad.
„Eilanden-nieuws geeft reeds ruim 20 jaar in deze streek voorlichting
op alle gebied en wij stellen ons voor, dat onze abonné's de ver
groting van ons blad met vreugde zullen begroeten.
Onze veelz^dige redactie doet alle moeite om Eilanden-nieuws" zo
actueel mogelijk te doen zijn. waardoor het zich in een steeds toe
nemend aantal abonné's mag verheugen en waardoor er in ..Eilanden-
nieuws ook steeds meer wordt geadverteerd.
De Direcfte,
N.V. ..Eilanden-nieuws", Middelhamis
Maandagavond kwam het Weten
schappelijk Genootschap voor Goeree en
Overflakkee in algemene ledenvergade
ring bijeen. De voorzitter Dr Stoel, be
groette de aanwezigen heel hartelijk en
gaf terstond het woord aan Mr Hem-
penius, welke tot onderwerp had geko
zen: „Iets over het Nederlands straf
stelsel."
Het is onze voorzitter geweest, aldus
Mr Hempenius, die op de gedachte ge
komen is om een bepaald onderwerp
door twee leden van ons 'Genootschap
te doen belichten en daarbij toen ge
vraagd heeft of de heer Fruijt van Her
tog en ik het Nederlandse strafstelsel
wilden behandelen. Na een bespreking
tussen- ons beiden hebben vrij dan ook
besloten de stof te verdelen, omdat de
heer Fruijt van Hertog door zijn werk
kring meer met de practische en ik met
de theoretische kant van de zaak in aan
raking ben geweest.
Wanneer wij, aldus spreker, het le
ven van de mensheid vanaf de vroegste
tijd gadeslaan, zien vrij, dat dit steeds
door zekere regels wordt beheerst, om
dat anders het leven in gemeenschap on
mogelijk zou zijn. Het eerste wat ons
treft zgn de regels van het godsdien
stige leven en de ceremoniën. Komt de
gemeenschap iets hoger, dan zien we
regels over het huwelijk- en het eco
nomisch leven. Dit noemt men met een
verzamelwoord „normen." Uit die nor
men kwamen echter weer regels naar
voren en daardoor kwam een bepaalde
groep in gevaar. Dit wilde men voorko
men en daarom verbond men hieraan
zgn. „sancties". Deze regels nu zijn van
zo groot belang, dat de Staat zelf op de
nakoming daarvan toeziet en bij over
treding zelfstandig en zonder rekening
te houden met de persoonlijke wensen
van de benadeelde daartegen reageert
door middel van straf. Daarnaast vin
den we een grote groep rechtsregels,
waarbij de Staat wel belang heeft bij de
nakoming, doch waarvan hij de nale
ving aan de burgers overlaat. Op dit
laatste (het Burgerlijk Procesrecht)
zullen we niet verder ingaan, doch wel
op het strafrecht.
Allereerst komt dan de vraag in ons
op, wat is straf? Straf is een doelbe
wust toegebracht leed hetzij aan de per-
voor het tydvak van 9 t.m. 22 Oct. '49
Voedingsmiddelenkaarten 909
341 Vlees (A, B, D) 100 gram vlees
342 Vlees (A, B) 300 gram vlees
343 Vlees (D) 100 gram vlees
347 Algemeen (A, B) 125 gram koffie
346 Algemeen (A, B) 200 gram kaas
of 250 gram korstloze kaas
354 Algemeen (D) 100 gram kaas of
125 gram korstloze kaas
352 Algemeen (B) 200 gram kaas of
250 gram korstloze kaas
(De letters achter de bonnummers ge
ven de kaarten aan, waarop de betref
fende bonnen "voorkomen.)
Bonkaarten ZA, ZB, ZC, ZD, ZF, MD,
IVIH 811 (bijz. arbeid, a.s. moeders en
zieken.)
Geldig zijn de bonnen gemerkt met de
letter B.
Bovenstaande bonnen kunnen reeds op
Vrijcag 7 October worden gebruikt.
De niet-aangewezen bonnen 325, 327,
S28, 329, 330, 331, 332, 333, 335, 336,
337, 338, 339 Algemeen kunnen worden
vernietigd.
soon, hetzij aan de goederen van de ge
strafte.
Hierop volgt dan terstond de vraag,
wat is het doel van deze straf? d.i. be
veiliging der rechtsorde door uitstoting
van de misdadiger, enz. Immers, wie
een rechtsregel oveirtreedt, krggt bij een
onbelangrijke overtreding een bekeuring
en in andere gevallen wordt hij gearres
teerd en in verzekerde bewaring ge
houden.
Wat kunnen die straffen Koal zijn?
Zoals ik U daar straks gezegd heb,
is de straf van oudsiher een reactie van
de gemeenschap geweest tegen daden,
die het voortbestaan van een groep be
dreigden. De reactie van de gemeen
schap werd vroeger bepaald uitsluitend
door het belang van het voortbestaan
van die giemeenschap en geheel los dus
met name van de persoon van de da
der, waauonder de daad begaan werd en
de oorzaken die tot de daad geleid had
den. In die oude tijden was de reactie
dan ook heftig.
In zeer vele gevallen werd de dood
straf toegediend. Daarnaast geseling,
schandpaal en niitstoting uit de stam, die
vrij wel met de dood gelijk stond.
Eerst veel later kwamen de vrijheids
straffen, t.w, gevangenisstraf, hechtenis
en op het allerlaatst de jeugdstraffen
naar voren.
De doodstraf.
Zoals U weet is thans de doodstraf in
ons Vaderland door practisch regelma
tige toepassing van het gratierecht,
sinds 1870 afgeschaft. Zij bleef dus al
leen bestaan in het Militaire strafrecht.
Thans is de doodstraf ten aanzien van
zeer belangrijke delicten gedurende de
bezettingtitijd gepleegd, weer ingevoerd.
Wat nu hiervatt te zeggen?
Er zijn, zoals U weet, speciaal in
Calvinistische kringen, principiële voor
standers van de doodstraf, waarbij zij
zich beroepen op de woorden van
Paulus: „De Overlieid draagt het zwaard
niet tevergeefs."
Dit is natuurlijk: een geloofskwestie,
waarover men verschillend kan denken.
Allereerst in hoeverre het geloof in de
ze het recht mag beïmyloeden. Er zij nog
aan toegevoegd dat ins het oude Israël
aan de doodstraf epn zeer strenge be
perking werd opgelegd, met vrij plaat
sen, e.d.
Voor diegene, die ontkennen dat deze
uitspraak op ons recht invloed mag heb
ben, ligt de zaak niet zo gemakkelijk.
Allereerst is het bezwaar, dat de
doodstraf, eenmaal voltrokken zijnde,
onherroepelijk is. Dit laatste is juist.
Doch het is de vraag of dit het door
slaggevende element mag worden ge
noemd.
Het principe-bezwaar richt zich ook
op een ander punt, nl. over de aard der
straf. Een straf is een bewust toege
bracht leed, waaraan als eerste ver
eiste moet worden gesteld, dat men de
gevolgen kan overzien. Dit is bij de dood
straf onmogelijk. Wat er na dit leven
zal gebeuren, is een geloofskwestie. Wij
weten het niet. Nu wordt door de prin
cipiële tegenstanders het volkomen on
juist geacht om op iemand een straf toe
te passen, waarvan men de consequen
ties in geen enkel opzicht kan overzien
en dit verwijt wordt door hen te meer
scherp gericht tot de voorstanders, die
zich hierbij op de Bijbel beroepen, aan
gezien men bij toepassing de mogelijk
heid tot bekering uitsluit en waarbij dus
in de gedachtengang van die geloofs
leer het dus niet een kwestie is van tijd,
<}och van eeuwigheid.
Tussen beide opvattingen is een even
wicht gevonden.
Men heeft initiatief aangevoeld, dat
er lieden zijn, die voor het voortbestaan
der gemeenschap gevaarlijk zijn, dat zij
daaruit gestoten moeten worden, omdat
zij de gehele volksgemeenschap te gron
de hebben willen richten. Vandaar de
herinvoering van de doodstraf voor een
aantal politieke delicten.
Zoals gezegd kwam tegen de dood
straf in de 19e eeuw verzet en men is
toen gekomen tot de vrijheidsberoving.
De grondgedachte hiervan is, dat men
de misdadiger gedurende een zekere tijd
uit zijn omgeving weghaalde en hem
dan in de cel gelegenheid gaf om over
zijn zonde na te denken. Dit hielp ech
ter niet, want zodra de misdadiger ont
slagen werd, ging hij- op de vroeger in
geslagen weg voort. Vandaar dat er de
Maatschappij tot zedelijke verbetering
van de gevangenen werd opgericht (re
classering.)
Ervaringen uit het gevangeniswezen
In aansluiting hierop houdt de heer
Fruijt van Hertog, thans leraar aan de
R.H.B.S. en vroeger bestuurslid van de
vereniging tot zedelijke verbetering der
gevangenen Secr. der Reclasseringsraad
en Patroon van Pro Juventute een cau
serie over „Ervaringen uit het gevange
nis wezen."
Als eerste punt roert spreker aan de
misdaad en merkt daarbij op, dat de
mogelijkheid tot verval van misdaad bij
En als nieuwgeboren kinderkens
zijt zeer begerig naar de redelijke
onvervalste melk, opdat gij door
dezelve moogt opwassen.
(1 Petr. 2 2.5
I.
De Apostel Petrus schrijft aan de we
dergeborenen die in die landstreken
woonden, welke in het begin van het
eerste hoofdstuk worden genoemd. Zij
moesten zich ontdoen van de zonden die
in het vers aan onze tekst voorafgaande,
worden opgesomd. Zij moesten die af
leggen zoals men een kleed aflegt dat
niet meer past of staat. Dus niet voor
een ogenblik verruilen meteen ander,
om het later weer voor de dag te halen.
Maar afleggen, voor altijd zich er van
ontdoen. Want die zonden zijn niet al
leen af te keuren, gelijk dat met de
zonde het geval is, maar belemmerd ook
op een ontzettende wijze het geestelijk
leven. De fatsoenlijke wereldling heeft
er zelfs een afkeer van. Hoeveel temeer
moet dan Gods volk zich van deze zon
den verre houden. En toch is dit een
kwaad dat op kerkelijke erve soms we
lig tiert. Was dit in Petrus' dagen ook
niet het geval geweest, zo°zou hij geen
vermaning dienaangaande gegeven heb
ben. De Apostel stelt daarom een betere
zaak daar tegenover. Hij vergelijkt de
wedergeborenen met pasgeboren kinde
ren in de natuur. Die hebben melk no
dig. Naar mate dat deze zich gezond
ontwikkelen, vragen zij om meer melk.
Zijn zij zover, dat zij de melkfles reeds
kennen, zo strekken zij begerig de hand
jes er naar uit. De onvervalste melk,
dat is de onvermengde dus die niet met
wat anders gemengd is, het beste voe
dingsmiddel voor die kleinen. Daardoor
groeien zij flink op, naar de begeerte en
tot blijdschap der moeder.
Zo gebruikt Petrus deze beeldspraak
inzake de geestelijke groei der weder
geborenen. Immers leven deze in tegen
stelling van de onwedergeborenen. Deze
laatsten zijn geestelijk dood. De weder
geboorte is daarom noodzakelijk. Want
zonder deze kan men naar het Woord
van Christus het Koninkrijk Gods niet
ingaan. Evenwel is het een genadegave
Gods, gewrocht door Woord en Geest
in het hart. Zomin een kind in de na
tuur zichzelf het leven gegeven heeft, of
kan geven, zomin kan dat ook de mens
inzake het geestelijk leven. Niettegen
staande heeft de natuurlijke mens er
vragend aan God naar te staan. Wan
neer nu de wedergeborene, wedergebo
ren is, is hij dat niet dadelijk met be
wustheid voor zichzelf. Een ander, die
door genade reeds lang die weldaad ge
schonken is, mag het bij zo iemand con
stateren, hij zelf echter durft het niet.
Maar de vrucht wijst het uit .Wederge
boren zijn. is nieuw leven ontvangen van
God door de Heilige Geest. Dat leven
strekt zich uit naar levensgemeenschap
met God. In hetgeen dat vroeger zijn
leven was, vindt hij nu de dood. Niets
daarvan bevredigt meer. Het gevoel van
het Godsgemis maakt hem droevig en
treurig. Want de droefheid naar God
werkt een onberouwelijke bekering tot
zaligheid. Dat leven kan zich niet hand
haven zonder levensvoeding. Het hart
vraagt naar troost, naar hemels onder
wijs. Wijlen Ds Groen.
(Wordt vervolgd)
een ieder aanwezig is, doch dat de zwak
ke morele aanleg hierbij een grote rol
speelt. Oorzaken zijn: verkeerde opvoe
ding, verwennen, misplaatst eergevoel,
gebrek aan normale bezigheid enz.
Daarnaast bestaat de abnormale mis
daad (aangeboren gebrek), morele
zwakzinnigheid (idioten, debielen) en
psychopaten (zielszieken).
Als volgend punt vestigt spreker de
aandacht op de criminaliteit (misdadig
heid) als sociaal verschijnsel. Door de
snelle groei der bevolking in de grote
steden breidt deze zich zeer sterk uit.
Dit wordt nog versterkt door de licha
melijke degeneratie, de uithuizigheid der
vaders, de schijnwelvaart, enz.
Ook is "ér verband te brengen tussëli
misdaad en schoolgang. Hoe minder let
ters men gegeten heeft, des te meer
misdaden worden gepleegd. De armoede
voert meestal niet tot misdrijf. De mees
te misdaden worden door mannelijke
personen tussen 10 en 30 jaar gepleegd,
omdat deze meestal plotseling het ge
mis aan leiding hebben.
In 1913 waren er in totaal 13.119 ge
vangenen, terwijl dit aantal in 1946 ge
stegen was tot 47.826, uitgezonderd de
politieke delinquenten.
De mentaliteit de- misdadiger is
te splitsen in actieve en passieve misda
digers. Ben actieve kent geen angst en
verdriet en staat overal cynisch onver
schillig tegenover. Een passieve daaren
tegen doet dit meestal uit nood o.a. va
gebonden, bedelaars. In het geestelijke
leven tonen beide groepen een tekort aan
abstract begrip en voeren dan ook dik
wijls het gezin ten gronde. Eenmaal in
de gevangenis wordt hij niet verbeterd,
doch wel verbitterd. Slecht enkelen be
zitten gemeenschapsgevoel. De waarheid
weten ze heel moeilijk van de leugen te
onderscheiden. De misdadiger is zorge-
Ipos als een kind en het bijgeloof van
hem is zeer sterk.
Religieus staat de misdadiger net zo
hoog als de andere personen.
In de gevangenis.
De laatste jaren is men bezig het ge
vangenis wezen te moderniseren. Dit is
m.i. geen verbetering. Het personeel in
de gevangenis is meestal niet paedago-
gisch geschoold en kan zich daarom heel
moeilijk het leven van de gevangene in
denken.
Ik heb het zelf meegemaakt, aldus
spr., dat een gevangene toestemming
kreeg van de Minister om zijn stervende
moeder te bezoeken. Op last van de
directeur stond deze man geboeid aan
zijn moeders sterfbed.
De gevangenis bestaat uit een hoofd
gebouw, waarin zich de cellen, obser
vatiecellen, ziekencellen, strafcellen en
bezoekeellen bevinden. In het bijgebouw
bevindt zich o.m. een kerk, die trapsge-
vrijae fvtnhoog loopt en tussen elke plaats
bevindt atch een schot, zodat men el
kaar niet kan zien zitten. Tweemaal per
dag wordt men gelucht. De gewone cel
is 3% m lang, 3 m breed en 214 m hoog
en in de meeste gevallen komt er geen
zonlicht in. De inventaris bestaat uit
een tafeltje, een krukje met 3 poten, een
bed van stro, een kruik water, een
bord, een houten mes en vork en een
Bijbel. Vlak bij de deur zit een bel, ten
einde de oppasser te kunnen waarschu
wen. De kleding bestaat uit een jasje,
met borstzak, een pantalon zonder zak
ken en een paar klompen.
De voeding bestaat de eerste twee da
gen uit water en brood. Voor de helft
van het geld dat men daar verdient,
mag men in de cantine iets laten ha
len, bv. suiker, boter, melk, enz.
Des Zondags is men vrij van arbeid
en mag men aan het kerkbezoek deel
nemen. Pogingen tot ontvluchten komen
slechts zelden voor. Van tijd tot tijd
mag men bezoek ontvangen, doch dan
weet de gevangene door de emotie
meestal niet wat hij zeggen moet. Te
genover het bezoek van een reclasse-
rings ambtenaar staan ze meestal afwij
zend. Het enige wat ze dan goed kun
nen, is liegen. Na enkele malen wordt
het contact beter en soms worden het
dikke vrienden.
Na enkele gevallen uit de practijk te
hebben toegelicht, besluit spreker met
deze woorden, dat in de gevangenis dik
wijls veel goeds gevonden wordt en vaak
heb ik bij mij-zelf gedacht, waarom jij
wel en ik niet.
Hierna volgde sluiting.
die de gebmikers een ongelsend comfort verschaf feir, lopen er tlians reeds op
Flakkee. V ziet ze hierboven afgebeeld. Stuk voor stuik zfln zowel de autover-
huuiiders als particulieren vo^ lof over de prestaties van deze oersterke^ in
Nederland gebouwde- wagen.
De voorname carosseilé met vlotte en toch ingeliotiden lijnen, de extra ruimte
en de „gl^jdentfo" wegligging zowel als de motor, de aanidryving, de remmen, de
electrische uitrusting en het instrumentenbord hebber( met één slag deze Vader
landse wagen populair gemaakt.
Wil* V ler meer van weten, kom dan eens praten met de vertegenwoordiger