EiiArtDEn-niEuws Uit hel nsl er De nieuwe bonnen Begrafenis Ds J. Fraanje te Bairneveld 2e Blad Zaterdag 10 September 1949 No. 1852 1 Overweldigende belangstelling EmigTatie Wijlen Ds J. Fraanje. Of een bepaald feit ons met vreugde vervult, hangt vaak af van de omstan digheden onder welke het tot ons komt. Waarschijnlijk tegen het einde van dit jaar zal Nederland 10 millioen inwo ners tellen. Op 't eerste gehoor doet ons dit verblijdend aan, het is een bewijs dat ons volk leeft en uitbreidt Het spreekwoord zegt: „waar het volk is, daar is de nering." Maar voor die ne ring gaat het nu juist, de grond voor een goede»nering is niet alleen het aan tal kopers of consumenten. Om te kun nen kopen moet er ook geld z§n en dat geld moet op een of andere manier ver diend zijn. Met andere woorden: er moef voor die 10 millioen mensen ook werk atjn en dat maakt nu de grote zorg uit. Alle productie kan niet in Nederland alleen worden afgezet, er is uitvoer en invoer nodig en die hangen weer samen met het monetair evenwicht in de we reld en dat evenwicht is nog steeds le- Igk verstoord. Konden wij tot nog toe in de land- en tuinbouw veel mensen gebruiken,-nu de uitvoer van die productie verminderd is en er steeds meer grond voor stads uitbreiding, wegenaanleg en sportvelden nodig is, krimt de landoppervlakte in. Zelfs de nieuwe Zuiderzeepolders bieden al weer te weinig uitzicht. Voeg daarbg de toenemende mechanisatie van de landbouw, dan voelt een ieder, dat land bouw ons reeds niet meer voldoende kan baten. Men zal tot industrie moeten komen. Tot vervaardiging van goederen die het buitenland kan gebruiken en kan betalen. t Velen zoeken dan ook hun heil in emi gratie, zij zoeken elders hun bestaan en de Regering is van het belang van emi gratie zo overtuigd, dat waarschijnlijk spoedig een ieder die naar het buiten land emigreert 1000.van het\ Rijk kan bekomen om de reiskosten te dek ken. Het is een harde noodzaak, dat wegtrekken. Het vervult met weemoed, dat ons land voor de beste werkers geen ruimte meer biedt. In 1948 zijn 16000 Nederlanders ver trokken. Canada, de Ver. Staten, Afrika, Australië, Frankrijk, Brazilië en Argen tinië zagen Nederlanders komen. Ame rika stelde een jaarkwantum van 3150 Voor Nederland vast, maar Canada, bij voorbeeld, stelt geen getal. Vooral boe ren maken daar kans op een bestaan. Wie begin 1950 derwaarts wil gaan, moet zich nu reeds aanmelden. De Stichting voor Landverhuizing, en' de Christ. Emigratie Centrale (Raam- weg 28, Den Haag) dringen er op aan, dat wie in Canada aan het werk gegaan is, niet binnen het jaar van pa troon verwisselt, want dat heeft daar een slechte Indruk gemaakt. Men komt niet daar om wat te vrijbuiteren. Het is overigens een grote stap te vertrekken uit zijn land en maagschap. Men laat hier ook de samenleving in kerkelijke gemeente los en vindt daar voor niet zo spoedig vervulling in het nieuwe vaderland. En bij brood alleen Zal de mens niet leven. Dat is een van de grote factoren behoort het al thans te zijn, als wij er over denken ^federland te verlaten. voor het tijdvak vara 11 September t.m. 24 Septembegr 1949 Voedingsmiddelenkaarten 909 301 Vlees (A, B, D) 100 gram vlees 302 Vlees (A, B) 300 gram Vlees 303 Vlees (D) 100 gram vlees 306 Algemeen (A, B) 200 gram kaas of 250 gram korstloze kaas 312 Algemeen (B) 200 gram kaas of 250 gram korstloze kaas 307 Algemeen (A, B) 125 gram koffie 314 Algemeen (D) 100 gram kaas of 125 gram korstloze kaas. (De letters achter de bonnummers geven de kaarten aan, waarop de betref fende bonnen voorkomen.) Bonkaarten ZA, ZB, ZD, ZE, MD, MF, MH 909 (bijz. arbeid, a.s. moeders en zieken.) Geldig zijn de bonnen gemerkt met de letter Z. Bovenstaande bonnen kunnen reeds op Vrijdag 9 Septembei? a.s. worden gebruikt. De bonnen 285, 287, 299, 289, 290, 291 292, 293, 295, 296, 297, 298 en 299 Al gemeen der bonkaarten voor voedings middelen kunnen wotden vernietigd. Tanden blank en rein; adem fits als morgendauw. Woensdag 7 September was het voor de Genef. Cteroeente te Bameveld een droeve dag. Een geliefde LeraaT. die de Gemeente (byna 31 jaar lang onafge broken had gediend, werd deze dag ten grave gedragen. Uit alle oorden van het land stroomden reeds in de vroege morgennren mensen aan, per trein, per auf» en met bussen, om de laatste eer te bewgzen aan de .öog onverwacht overleden dominé Fraanje^ de oudste van de dienstdoende predikanten der Geief. Gemeenten in Kederland. De Gereformeerde Gemeenten hebben Weer een groot verlies geleden. Droeg fnen op 9 Sept. verleden jaar Ds G. H. Kersten ten. grave, thans, binnen een jaar daarna, is aan die gemeenten Ds J. Praanje te Barneveld ontvallen. Nog btj de begrafenis van zijn ambtsbroeder had hij het woord gevoerd. Thans is hij niet meer! Een man van singuliere gaven, geoefend In de wegen der genade, zeer geliefd door heel het land. Het getal Voorgangers dezer kerken is klein. Mo ge de Heere anderen in de plaatsen der overledenen verwekken! Want de vel den'zijn wit om te oogsten. Van deze dominé Fraanje kan men zeggen, wat Hellenbroek over Ds W. a Brakel van Rotterdam zelde: „hij is heengegaan om Boven het Hallelujah voor de Troon te helpen zingen." Derwaarts staren velen hem nu na. WAARNEMER. - -De Rouwdienst De rouwdienst werd gehouden in het kerk gebouw, waar 300 zit plaatsen waren gere serveerd voor de afge vaardigden der verschil lende kerken. Brjna alle predikanten der Geref. Gemeenten waren aan wezig: Ds Steenblok; Ds de Blois; Ds Ligtenberg; Ds V. d. Ketterij; Ds Dorresteijn; Ds Kok; Ds Aangeenbrug; Ds van Dam; Ds Rijksen; Ds Verhagen; Ds Heerschap Ds Blok; Ds v. d. Berg; Ds Mallan; Ds v. d. Woestijne; Ds Bel; Ds Dieleman; oefenaar Wij ting; de Candidaten Ker sten en Vergunst en de studenten der Theol. School te Rotterdam. Voorts merkten we op Ds J. van Dijk, Ned. Herv. predt. te Game ren en de Chr. Geref. predikanten Ds Smits en Ds du Marchle van Voorthulzen; de Burgemeester van Bar neveld Mr C. F. E. Kuntze. In de vlak bijstaande Chr. School was een geluidsinstallatie aangebracht, even zo in de consistorie en daar buiten, zo dat het gesprokene'ook buiten de kerk zeer duidelijk was te volgen. Het kerk gebouw kon de grote schare niet bevat ten; naar schatting waren er plm. 1700 mensen in en zeker wel een paar duizend in de school en daarbuiten. De Weduwe, mevr. Fraanje en de rouwende familie schreed als allerlaat ste de kerk in, onder wie een broer van de overledene, die al ver de 70 jaren was overschreden. Ds A. van Stuyvenberg van Nunspeet beklom de kansel, die op gaf te zingen Ps. 89 8, waarna hij Phil. 1 12 tot 24 voorlas. Daarna ging hij voor in gebed. Allereerst sprak Z.Eerw de familie toe, die vandaag zulk een zware dag had om een geliefde Man Vader en Broeder aan de schoot der aar de toe te vertrouwen. Een grote in Is raël is gevallen, aldus spr. Veertig ja ren lang mocht hij met opgewektheid arbeiden tot heil van het Sion Gods in Nederland. Nu moeten wij hem missen aldus spr., maar groot is het voorrecht, dat de biddende en dankende Hogepries ter in de hemel, voor Zijn volk, blijft. Spreker nam tot uitgangspunt het Apostolische woord uit Phil. 1 21: „Het leven is mij Christus; het sterven gewin." Bij deze korte woorden hebben wij al len belang, aldus spr. wij leven allen en wij moeten allen sterven. Het is de mens gezet eenmaal te sterven en daar na het oordeel. De Apostel Paulus had belang bij het leven: het leven was hem Christus; hij had belang bij het sterven: het sterven was hem gewin. Beide heb ben grote waarde. Het leven is een gro te weldaad, ook voor de onbekeerde. 't.Is Wi/fen Ds./. ¥RkKN\E (lH78-r949) de tgd der genade en spr. roept de me nigte toe: „Haast U om Uws levens wil." Wordt de mens door genade bearbeid, krijgt hij te zien het leven verbeurd te hebben; dan ziet' hij, dat alle rechten zijn verloren. Er is dus nauw verband tussen leven en sterven. Zo men leeft, zo sterft men. Wat men zaait, zal men maaien. Eertijds leefde Paulus als een vijand van vrije genade. Hij kende Christus niet. Hij bouwde op een zandgrond. Spr. wijst op dit gevaar, voor de godsdienstige mens. Maar de Heere velde hem neer. Er werd van hem gezegd: „Ziet hij bidt." Spr. haalt aan, dat er onderscheidene wijzen van toebrenging zijn, maar er zal toch een bulgen moeten zijn onder het recht des Heeren. Van vijanden zullen wij, wil het goed zijn, vrienden moeten gemaakt. Dat was zo bij Ds Fraanje. Hij werd geleld door ontzettend diepe wegen. Spr. Is het plaatsje te Bie- zelinge wel eens aangewezen, waarin Ds F. ziJn verloren staat heeft leren kennen. Maar hij mocht ook Christus leren kennen en daarin opwassen, de meerdere weldaden uit het Verbond wer den hem toegepast. Verwerving en toe passing horen bij elkaar, dat is altijd door hem geleerd. Hij mocht uit Chris tus leren leven. Die 40 jaren ambtelijke arbeid brachten strijd en moeite, hij mocht ook sterkte vinden in Christus. Met de grote genade die God hem gaf, bleef hij een arm mens. Die uit Chris tus leven, zijn arme mensen. Nu is hij van ons weg tot de plaats des eeuwige rust. God heeft hem welgedaan. De dui vel heeft het niet kunnen keren, al heeft hij, vooral in het laatst met al zijn tor menten het geprobeerd. Des duivels list, dien zwaren strijd Is niet in 't land daar boven; De vijand zal in eeuwigheid Gods volk zijn troost niet roven. Hij was door Christus gekocht, die hem trok door zijn Geest. Een Drie-ënig God was Zijn deel. Het sterven was hem gewin. Wat voor gewin? Verlost van het lichaam der zonde en des doods. Dat zal wat zijn voor dat volk, voor Zijn knechten en zijn ambtsdragers. Sterven gewin, eeuwig gewin! Nu is hij gegaan in de vreugde zijns Heeren. Mevrouw Fraan je, gun het Uw man! Zijn wens is ver vuld. Veertig jaar lang heeft hij onder U ge tuigt, diep medelijden was er bij hem met onbekeerde mensen. Spr. hoopt dat het niet tevergeefs zal geweest zijn. Goede lessen heeft hij gegeven, in lief de mocht hij, zonder het recht te bui- "gen, de kleinen meenemen. Nu is er een bidder minder, maar een lover meer daar boven. Broeders, wij z^n een lieve broeder kwgt. Hij was wel eens een driftig mens, maar ook weer vergevend en lief-, derijk. Die liefde mocht onder ons blij-.' ven tot eer van 's Heeren Naam oni Christus wil. Men zong Ps. 45 7 waarna OnderUng H. Goor namens kerkeraad en gemeente het woord voerde. Hij sprak allereerst de Weduwe aan, die zo langen tijd met de overledene lief en leed had gedeeld. Ds Fraanje had wel eens gezegd: ik heb een vrouw van de Heere gehad, welnu dan hebt U van de Heere een man ge had aldus spr. Hij wees op de waarheid die Mevr. Fraanje had gehad (Jac. 1 vers 12) voor het sterven van haar man, waarbij zij rijkelijk was vertroost. Hg sprak ook de kinderen toe en hoopte dat zij de voetstappen van hun vader mochten volgen. De kerkeraad moet een raadsman missen, voor h»n en voor de hele gemeente is de slag groot. Hg was een Vader in de Kerke Gods. Als een ster heeft hij geschitterd, de Heere mocht een andere ster geven én anderen verwekken om Zijn Naam uit te dragen. Ds A. Verhagen van Kampen betrad daarna de kansel an schetste hoe het tot aanbidding en verwondering strekt dat God een diep gevallen zon daar als Ds Fraanje uit loutere genade, om de verdienste van Christus had op genomen in eeuwige heerlijkheid. Wat zal dèt geweest zijn, na al de bange worstelingen opgenomen tot zijn Ko ning, die hij zolang gepredikt heeft. De herderstaf neergelegd, zelf toegevoegd tot de kudde, gekocht door Jezus' bloed. Zijn er nog vragen voor hem gebleven, hij is nu ingegaan in het volle licht. Vroeg hijwaartoe ben ik nuttig Heeft mijn bediening betekenis? Hij is nu al les te boven. De eeuwige Verbondstrouw heeft hem er gebracht. Al het volk mag hem nu met verlangen nastaren. Wat is Gods volk gelukkig en de wereld arm, doodarm. Spr. wil zijn medereizigers e*r jaloers op maken en met vrijmoedigheid biedt hij het zoeken van dat grote goed aan. Zoekt den Heere en leeft! Twee dingen domineren op deze be grafenis: genade en eer. Genade aan een zondaar bewezen, eer die hem bewezen wordt, ook bij zijn dood. Deze dag mocht diep ingegrift worden in de har ten, want Barneveld zal weten dat een leraar onder hen geweest is, die zich heeft vrijgemaakt van Uw bloed. Voor het volk des Heeren is er een troost, ze zien elkaar nooit voor 't laatst. Er zijn er onder de schare ook, voor wie hij als een middel is gebruikt om hun zielsogen te openen. Eenmaal zullen zij hem te rug zien. Dat zal wat zijn voor al dat volk: Door U, door U aUeen, om 't eeu wig welbehagen. Voor de wereld wordt het elke dag donkerder, voor Gods volk daagt het licht. Sprekende tot de ambtsbroeders zegt hij, dat alle twist en tweedracht mocht worden weggevaagd. Als er in de hemel spijt was, zou het daar over zijn. Twee delen van zijn Geest mochten op ons zijn, aldus spr. Verheerlijken doet spr. de dode niet, bijzondere mensen bestaan niet. Soms heeft men meer narigheid met de vrienden, dan met de vijanden. Grote genade was Ds Fr. gegeven; hg was velen tot een hand en een voet. Zielsgeheimen wist hij te openbaren dat waren geen dode-mans-hersenen, en het wekte verwondering dat een onbe- studeerd man zo'n rijkdom van Geeste- lljke kennis was gegeven, vloeiende uit de heilsbedlening van Christus. Hartelijke woorden spreekt Ds Ver hagen tot Mevrouw en de Familie. Zien de op de weg terug zal zij nooit kunnen zeggen, dat God haar te zwaar beproefd heeft. Hebt crediet op God zei spr., hy is U voorgegaan. De kinderen vermaant hij de God van hun Vader te zoeken, en de jongste zoon die binnen een en kele week naar Indië moet wenst hij 's Heeren bijstand toe. Namens de Part. Synode Noord (Zie voor vervolg pag. 2 Ie- kolom.)

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1949 | | pagina 5