Uit hel
Kijkvensi
er
CHE. WEEKBLAD OP GEREFOKMEEEDEN GRONDSLAG
VOOR DE ZÜID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
■Een bezoek aan het Water-
I bouwkundig Laboratorium
te Delft
Een maquette van Goeree
Overflakkee
I
MEDITATIE
Een lichtende getuigenis, in
een donkere iijd.
IIAI1DEH-I1IEUWS
Bureau: Prins Hendrikstraat 122c
jiiddelhamis, Telef. 17, Giro 167930
postbox 8. Telefoon Drukkerij 19
ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1949 22ste JAARGANG No. 1848
Abonnementsprijs 1.50 p. kwartaal
Advertentieprijs 12 et. p. millimeter.
Bij contract speciaal tarief.
Recht voor ons zagen we in het
schemerdonker het gehele eiland
GoereeOverflakkee liggen, van
Ooltgensplaat tot aan de haven van
Goedereede. We kwamen blijkbaar
uit Brabant, want over Dinteloord
heen en met een sprongetje over het
Volkerak belandden onze voeten er
gens tussen den Bommel en Middel-
hamis, zoals we direct begrepen aan
de vorm van de haven van laatstge
noemde plaats en vooral aan de
diepte, die zich vlak voor die haven
bevindt. Staande op Flakkee had
den we echter al te best overzicht
en dus maakten we een ander spron
getje om op Hoeksche Waard te
recht te komen, waar zich een ge
deelte van het Wetenschappelijk
Genootschap om een der assistenten
van Prof. Thijsse verzamelde om eén
explicatie aan te horen over deze
wonderlijke maquette van de Zuid
hollandse eilanden, die zich bevindt
in het waterloopkundig laborato
rium van de polytechnische hoge
school te Delft.
Het Wetenschappelijk Genootschap
GoereeOverflakkee verzocht en kreeg
toestemming om een bezoek te brengen
aan genoemd waterloopkundig labora
torium, voornamelijk met de bedoeling
om iets te zien van dé grote maquette
der Zuidhollandse eilanden met de er
tussen stromende rivieren. En zo bega
ven zich een dertigtal leden naar Delft,
waar men in een grote, uit de oorlog
resterende legertent het belangrijke en
bezienswaardige object vond, dat zich
uitstrekt over een lengte van naar
schatting veertig meter en een breedte
naar rato, want alles is nauwkeurig op
schaal en in verhouding uitgevoerd.
Niettegenstaande er eeri tropische" hitte
in de tent heerste was iedereen direct
vol belangstelling, die niet verflauwde,
al nam het bezoek vrij wat tijd in
beslag.
Het was niet alleen machtig interes
sant om onze eilanden eens alle tegelijk
te kimnen overzien, de verbluffend
nauwkeurige wijze waarop de loop der
rivieren en hun beddingen in diepten
en ondiepten zijn nagemaakt brengt tot
bewondering voor de geest en de be
kwaamheid dergenen, die dit schiepen
uit cement, zand en water.
Op een gegeven moment werd een
grote machine in werking gesteld en
hoorden we het ruisen van water. Gebo
gen over het Haringvliet, bij de Weste
lijke punt van Tiengemeten, zagen we
de vloed opkomen. Heel langzaam kwam
er beweging in het water; het bewoog
zich door het Vuile Gat naar het
Hollands diep, het stroomde het Spui
in, kortom over het gehele gebied be
woog deze miniatuurvloed zich precies
zo als dat in de werkelijkheid plaats
vmdt. Platen liepen onder, het water
steeg tegen de dijken, over de vele slik
ken bij Ooltgensplaat, langs de Leidam
en door het Volkerak, overal kwam er
beweging in het water en stroomde het
cp soms onverwachte wijze tegen alle
regels in, ook net zo als het hier en
daar in 'onze omgeving voorkomt. Bij de
Van Pallandtspolder, vlak voor-de vuur
toren van Middelharnis, bij de Hoornse
Koofden en aan de andere kant van het
eiland op enige plaatsen keek men in
êiote diepten, in werkelijkheid ontzag
lijke putten, die zich hier en daar in de
rivierbodem bevinden. Men kwam er
Sewoonweg niet aan uitgekeken. Ook
riet op de Biesbos, waar het krioelt van
§:eu3en, banken, diepten en dijkjes en
Waar de vloed van alle kanten binnen
dringt, zoals de eb er op onderscheide
ne manieren wegtrekt.
Voor de geleerden van de hogeschool
!3 dit alles geenszins een aardigheidje.
-^an deze modellen kan men prachtig
nagaan welke uitwerking het leggen
^'ar dammen, het maken van dijken en
Mpolderingen enz. over het gehele ge
bied zouden hebben. Momenteel gaat
rnei! na of indijken van de Biesbos mo
gelijk is en in hoever. Prachtige zelfre-,
gistrerende instrumenten s;taan op be
langrijke punten opgesteld en uit het-
gf-en deze apparaten optekenen kunnen
de deskundigen hun berekeningen op
stellen, controleren en voorts tot conclu
sies komen. Zoals men op het ogenblik
bv. heeft vastgesteld, dat inpoldering
van de Biesbos belangrijke consequen
ties voor Dordrecht en omgeving in
houdt.
De brug was er niet
Een model van de vurig door Flak
kee begeerde en als een voorwerp van
schone belofte in de lucht hangende
brug over het Haringvliet hebben wij
helaas niet gezien, evenmin als dat van
een dam, die nog definitiever ons eiland
met de vaste wal zou verbinden. Het is
er misschien wel geweest, maar nie
mand kon ons zeggen waar en warmeer.
Wel hebben wij nog wonderlijk kostba
re en grootscheepse proefnemingen ge
zien voor een grote dam, die een Ne
derlandse firma in een der zeeën rond
Turkije moet gaan leggen. In een tien
tallen meters lang aquarium, vier meter
breed, wordt een storm opgewekt, die
grote golven opzwiept en tegen de mo-
deldam doet oplopen. Men kan precies
de hoogte van de golven, de kracht van
het water en de hoogte en dikte van
de dam nagaan, die men er moet ma
ken. In een ander bassin zagen wij een
vlak strand met een-stuk zee er voor,
waarin men ook golven kan verwekken,
die al naar men het wenst kalm en
langzaam of hoog en sterk het strand
oplopen. In enorme zalen staat dit al
les opgesteld. Geweldige apparatuur,
ingenieuse machines, fijne instrumenten,
alles bijeen een uiterst kostbare zaak,
die naar we vermoeden echter ook geld
in het laad je brengt, omdat men hier
voorrekent hoe naülioenenprojecten het
best, maar ook het goedkoopst kunnen
worden uitgevoerd.
Met de bezichtiging van een en an
der had het Wetenschappelijk Genoot
schap de inzet van een prachtige en
prettige dag.
Ba-dkapel en (wijlen) dte Pier.
Van 'de diakenen Debat met
de Baalpiiesteis.
Het doet een Nederlander altijd weer
goed eens even de zee te zien, de Noord
zee dan. Sommigen in 't oosten van
't land, komen er speciaal voor naar
't Westen, 't Is te begrijpen. Zo kon de
ondergetekende niet nalaten heel even
langs de strandmuur in Scheveningen te
wandelen. Via de Keizerstraat, die zo
recht op het strand aanloopt. Vandaar
over de boulevard naar Gevers Dey-
nootplein. Langs de Badkapel. Waar de
badgasten kunnen „kerken" aleer zij
hun Zondag beginnen. Vroeger was 't:
van de Badkapel ter Piere. De Pier is
er niet meer, er steken nog wat ijzeren
binten uit zee omhoog, daar wks 't.
De koster zegt: niet te lang kerk me
neer, want dan komt er geen mens, dat
vat U. Ja, ik vat het.
Dan zijn er nog, die niet in kerk of
kluis komen, omdat zij kerken in de
„tempel van ongekorven hout." Ze wan
delen in het bos. Nu dat de Scheve-
ningse Bosjes ongekorven bleven zou ik
niet durven zeggen, de bezetters heb
ben er ruw weg grote stukken gekapt.
En Stadhouderslaan en omgeving zijn
zwaar gehavend. In geen jaren wordt
dat weer opgebouwd.
„Met dank van de Diaconie aan al de
Weiders. Er is 1200.aan verdiend."
Zo luidt de brief van de diakenen aan
de boeren, die gratis voor de kerk een
koe of schaap geweid hebben. Oók een
middel, van kostelijk medeleven, om de
diakenen te helpen in hun belangrijk
werk. Weer héél wat anders dan Sche
veningen met al zijn pretjes en zijn ver
gulde armoede.
„Mijn liefste is blank en rood.
Hij draagt de banier boven,
tienduizend."
(Hooglied 5 10.)
Dit is het antwoord hetgeen de bruid
geeft, aan de dochteren van Jeruzalem,
als deze haar vragen: „Wat is uw Lief
ste meer dan een ander liefste?"
Het is een antwoord waar zg niet lang
op behoeven te wachten.
Het is alsof de bruid gewacht heeft
op deze vraag, en de gelegenheid met
beide handen aangrijpt om haar gemoed,
dat gloeit van liefde en heilige bewon
dering te ontlasten. De genegerüieden
van de dochteren van Jeruzalem zijn
gaande gemaakt, door hetgeen de bruid
in het 8ste vers uitroept, „Ik bezweer
u, gij dochteren van Jeruzalem, indien
gij mijne Liefste vindt, zegt Hem dan
dat ik krank ben van liefde."
Zij willen meer van het voorwerp de
zer vurige liefde weten.
Want hoe groot moet deze liefde wel
zijn, als deze door de slagen en verwon
dingen, welke de bruid door de wach
ters zijn toegebracht, niet uitgeblust of
getemperd wordt.
Deze vurige liefde is het, welke de
ziele ogen van de bruid openen en zó
klaar doen zien. Zij behoeft niet naar
woorden te zoeken, om haar Liefste als
het ware te schilderen voor de ogen der
dochteren van Jeruzalem.
Zg is als een bron die zich uitstort
op de velden, een stroom welke niet te
stuiten, en een vuur wat niet te blussen
is.
Zij verheft hare stem, opdat een ieder
het toch maar goed hore, en geen harer
woorden verloren gaan zal, en het klinkt
de dochteren van Jeruzalem in de oren
als het geluid van hemelse muziek:
„Mijn Liefste is blank en rood. Hij
draagt de banier boven tienduizend."
O, mijne lezers, gaat ook uw hart niet
gloeien bij zo'n getuigenis?
Maar wat is nu de oorzaak dat zg
juist begint bij deze eigenschappen,
blank en rood?
Wel wat kan het anders zijn dan
grondige zelfkennis, hoe tegenover haar
zwarte ongerechtigheid, walgelijkheid
en algehele verdorvenheid, de blanke
gerechtigheid, het blinkend wit van de
goddelijke heiligheid en majesteit, de
onbesmette tedere liefde tot een zwarte
bruid, welke eigenschappen nog heerlij
ker schitteren, door het rood van Zijn
bloedig lijdende kleur van Zijn pries
terlijke bediening!
Ja, juist deze eigenschappen maken
Hem de parel van grote waarde, welke
het heerlijkst schittert tegen de zwart
heid van de bruid. Juist deze eigen
schappen maken de bruid krank van
liefde, want had Hg niet haar, de ver
achte, de onedele, die vanwege hare
zwartheid vloekwaardig was, uit de
drek verhoogd?
De liefde maakt vindingrijk. De lief
de is tot alles in staat. Zo kan de predi
king wel eens zo gericht worden, dat
harten en beurzen open gaan. Wij geven
het U, Heere, zegt David, uit Uw hand.
De snaren worden wel eens getokkeld
dat het hart begint mee te leven. Gij
weet de genade van Onzen Heere Jezus
Christus dat Hij om Uwentwil is arm
geworden, daar Hij rijk was. (2 Kor. 8).
Dan wordt de gave op 't altaar der lief
de gelegd; Uw liefdedienst heeft mij
nog nooit verdroten!
Die dienst vraagt van allen ook alles.
Het beste, van dominé en ouderling en
diaken.
Het is een zeer, opmerkelijk stuk dat
de Apostel Paulus in 2 Kor. 8 behan
delt. De giften der gemeenten en hoe
zet hij die in hemels licht. Ik zou toch
de dienst der barmhartigheid ook in de
preek wel wat meer belicht willen zien.
Dat Priesterlijk werk der diakenen; zij
dienen in het ambt en het gaat toch ver
der dan geld ophalen en uitdelen?
't Moet toch staan in contact met de
grote Hogepriester, Hij heeft het alzo
verordineerd. Daar gaan zij rond met
de coUectezakken, de diakonos, de die
naren. Zij dienen in het heiligdom, met
een goddelijke opdracht. En zij ver
kwikken vaak de ingewanden der heili
gen in de dienst der liefde. Heel de Ge
meente moet het mededragen. En mede
opklimmen van de gaven tot den Ge
ver. En daar wil de prediking wel eens
dienstig toe zijn.
Soms wordt het collecteren niet eens
aangekondigd. Dat is niet juist. En nu
is er altijd het gevaar voor sleur in de
heilige bediening, omdat we maar zon
dige mensen zijn, maar ik kan mij toch
voorstellen, dat de dominé die preekt of
de ouderling die leest, ongeveer zo
spreekt: „Geliefde Gemeente (ze is toch
geliefd, nietwaar?) nu gaan wij zingen.
Terwijl wij dat doen roepen de nood on
zer behoeftige medeleden en de onkos
ten van 's Heeren dienst om uw liefde.
De broeders diakenen zullen rondgaan
om Uw gaven te ontvangen. Bedenkt
dat gij niets hebt, dat gij niet ontvstn-
gen hebt, geeft mild, de Heere heeft een
blijmoedig gever lief en heeft Zichzel-
ven voor Zijn Gemeente overgegeven. Hij
zegene Uw offers der liefde. Daarbij zul
len wij zingen de gehele 133e Psalm"
En dan volgt ook de voorlezing van al
de te zingen verzen. Niet de helft ver
zwijgen. Er is toch zeker tijd genoeg?
Sommigen zeggen: dat is de buiten
kant. Ja, ja, maar van de buitenkant ge
raken we wel eens tot binnenkant. Het
gesproken Woord gaat altijd voorop. Ik
wil de dienst der diakenen meer in
't centrum gezet hebben. Want het is
de dienst van de grote Hogepriester,
daar nioest de gemeente uit leven.
En passant nog vernomen van een
niet aanvaard debat. Een kiezer heeft
de politiek der „Vrijheid en Democra-
tie"-mannen afgekeurd en van de P. v.
d. Arbeid er bij, al doen er nog zoveel
dominé's mede. Heeft hen uitgedaagd
tot een debat. Voorwaarde: onkosten
samen delen en al je Baaipriesters me
debrengen. Dit echter afgewezen. Daar
hij de sociale politiek veroordeelde op
grond van het Woord, werd er gezegd:
„beste vriend, je bent gek." Toen
sprong hij op. Hij antwoordde: Ja, dat
is waar. Dat zijn we allemaal, ik ook.
Maar: ik zeg met de Apostel: „Den al
leen wijzen God, onze Zaligmaker zij
heerlijkheid en majesteit en kracht, nu
en in alle eeuwigheid!
En zo is het dan ook.
WAARNEMER.
NIEUW TYPE HELICOPTèBE VOOR
HET BESPROEIEN VAN
GEWASSEN
In het kader van het onderzoek naar
de mogelijkheden, die de besproeiing en
bestuiving van landbouwwagens etc. uit
vliegtuigen bieden, is dezer dagen op
het vliegveld Ypenburg een demonstra
tie gegeven met een nieuw type helicop-
tère nl. de „Hiller 360."
Zoals bekend, is hier te lande reeds
geruime tijd geëxperimenteerd met de
Sikorsky S 51, eveneens een helicoptère,
waarmede tot nu toe gunstige resulta
ten zijn bereikt. Een bezwaar voor de
commerciële exploitatie van deze ma
chine vormen echter o.a. de ho^e aan-
schaffingskosten, die ca. 250.000 be
dragen.
De „Hiller 360", ontworpen door een
Amerikaanse boerenzoon, is kleiner, een
voudiger te bedienen en kost ca. 65.000
of ongeveer van de aanschaffingskos-
ten van de Sikorsky.
De „Hiller", die plaats biedt aan 3
personen, heeft een kruissnelheid van
120 km per uur en een actie-radius van
ca. 300 km. Voor besproeiïngs- of ver-
stuivingsdoeleinden zijn aan weerszijden
van het toestel reservoirs aangebracht,
die elk ca. 125 kg sproei- of stuifmid-
delen kunnen bevatten. Per uur kan het
toestel ongeveer 120 ha bewerken.