MIDDELHARNIS
bepaalt haar standpunt
Overeenstemming Wat Zal het ailtWOOrd. zijn?
'Bladz. 2 „E 1 L A N D E N-NIE U vv s Zaterdag 6 Augustus 1949
Tekorten op komst?
VERVOLG
FLAKKEESE BOEKENBOND
op neer, dat de werkgever alles betaalt,
omdat de lonen naaf evenredigheid ver
hoogd zijn. Officieel betaalt de vi^erkge-
ver 3% van het loon (officieus 6%.)
Bovengenoemde wetten hebben reeds
alle hun intrede gedaan.
Binnenkort komt er echter weer een
sociale wet tot stand nl. de Werkeloos-
beidswet 1949.
Deze is een samenvoeging van de zg.
wachtgeldregeling 1945 en de vrijwilli
ge werkeloosheidsverzekering uitgaan
de van de vakverenigingen. Deze wet
had één bezwaar, nl. de arbeider, die
niet aangesloten was, kon daarvan niet
profiteren.
De werkeloosheidswet 1949 voorziet
hierin. Iedereen die werkeloos wordt,
valt eerst 48 dagen in de wachtgeldre
geling om daarna bij langere werke
loosheid over te gaan in de werkeloos
heidsverzekering. Voor elke bedrijfstak
wordt dan een bedrijfsvereniging in het
leven geroepen en deze bedrijfsvereni
ging moet de werkelozen onderhouden.
Voor de eerste 48 dagen betaalt de
werkgever een y2% en de werknemer
een V2% van het loon. Bij langere wer
keloosheid betaalt de Staat een 1/2%,
de werkegever een de werknemer
een van het loon.
Iedereen die in loondienst werkzaam
is valt onder deze bepaling, uitgezon
derd: 1. de ambtenaar; 2. het huishou
delijk personeel; 3. die personen, die
meer dan 6000.c per jaar verdienen.
De arbeider moet, alvorens profijt van
de wachtgeldregeling te kunnen hebben
156 dagen op een bepaald bedrijf werk
zaam zijn geweest. Voor de landbouw
is dit echter bezwaarlijk en daarom zal
men daar een andere regeling trachten
te treffen. De Stichting van de Land
bouw denkt hier aan een vaste bezet
ting per bedrijf, een zg. vaste kern.
Ik persoonlijk, aldus speker, zou lie
ver zien, dat het aantal van 156 dagen
werd verhoogd tot 250 of 260 dagen.
Wil men in aanmerking komen voor de
werkeloosheidsverzekering dan moet
men minstens 78 dagen op één bedrijf
werkzaam zijn geweest.
De uitkering bedraagt voor gehuw
den en ongehuwde kostwinners 80% van
het loon tot een maximum dagloon van
16.—.
Voor ongehuwde niet-kostwinners
70%, voor de overige 60%.
Genoemde uitkeringen worden alleen
verstrekt bij onvrywillige werkeloos
heid.
De kosten hiervan zijn moeilijk te be
rekenen, doch zullen vermoedelijk plm.
3% van het loon bedragen.
Bij al deze sociale regelingen en wet
ten moet men nog voegen de vacantie-
regeling, welke bedraagt 4% van het
loon.
Telt men nu alle onkosten bij elkaar
op, dan volgt hieruif, dat de vaste so
ciale lasten voor de werkgever bedra
gen 28.5% en voor de werknemer 6%
van het loon. Officieus komt dit neer
op een vaste last voor de werkgever
van plm. 35%.
Of het bedrijf deze lasten kan dra
gen? Hierop moet ik U het antwoord
schuldig blijven.
Dhr K. van Es te Sommelsdijk. Wordt
deze werkeloosheidswet geen groot fi-
te werken. Laat een vaste arbeider
meer zijn, want dan behoeven ze niet
te werken? Laat een vaste arbeider
geen premie betalen, dan komt er mis
schien iets van terecht.
Mr Meter: De Stichting denkt er aan
om de vaste minder premie te laten be
talen dan de losse. Bovendien dient U
er rekening mede te houden, dat een
arbeider het aangeboden werk moet
aanvaarden.
Dhr K. V. Es te Sommelsdijk: Aan
wie komt die 35% ten goede? Blijft er
niet teveel aan de strijkstok hangen?
Mr Meter: De kosten worden zo laag
mogelijk gehouden!
Dhr V. Es: We zouden moeten pro
testeren, maar in Den Haag zeggen ze,
dat we niet zo pienter zijn. Het is jam
mer dat de opkomst zo gering is, an
ders konden we ons in éne vereniging
organiseren.
Staken in de landbouw, dat gaat niet,
maar de sociale lasten niet betalen, dat
gaat wel.
Dhr Ardon te Dirksland sluit zich bij
deze woorden aan.
Dhr Opstelten: Ligt het niet op de
weg van de Bond om krachtig te pro
testeren tegen samenvoeging der ge
meenten.
De Voorzitter: Behoort dit wel tot
onze competentie?
Algemeen wordt besloten zowel een
adres te richten aan de Ged. Staten als
aan de Tweede Kamer.
met dhr. H. Vermaas JL
Raadsvergadering op Woensdag 3
Augustus des avonds 7 uur.
Afwezig de heren Beversluis en Ja
cobs met kennisgeving.
Burgemeester Rijnders opent met ge
bed. De notulen worden vastgesteld.
Gebruik raaidszaal. Het veelbesproken
punt, gebruik raadszaal door het Polder-
bestuur komt wederom ter tafel. Het
bij de vorige vergadering ingediende
voorstel van dhr Koppelaar, om het be
stuur toe te laten en de vergadering
met Ingelanden in het zaaltje, wordt
in stemming gebracht en verworpen.
Vóór de heren Koppelaar, v. d. Brug
ge, v. Eek en v. d. Velde. Rest tegen.
Daarna wordt aan de orde gesteld
onderzoek geloofsbrieven van de nieuw
benoemde raadsleden.
Hiertoe worden de heren Koppelaar,
V. d. Bergh en v. d. Velde aangewezen.
De vergadering wordt een ogenblik
geschorst. Het onderzoek levert geen
moeilijkheden op; geadviseerd wordt tot
toelating.
Ingebomen, stukken:
Ged. Staten keurden wijziging uit
breidingsplan goed.
Verzoek van de Ger. School om geld
disponibel te stellen, teneinde het hek
te vernieuwen, het schoolterrein te ega
liseren en de school te herstellen. Dit
wordt voor onderzoek terug verwezen
naar B. en W.
De heren Baardse en Dirkx zijn er
niet over te spreken, dat de Ner. On
derwijzersvereniging nog niet heeft ver
gaderd. De voorzitter heeft het onder
zocht en het college heeft medegedeeld
in September a.s. te zullen vergaderen.
Dhr V. d. Bmgge: Het is wel van be
lang, dat de gemeente weet hoe groot
het aantal kinderen in Middelhamis is.
De Voorz. hoopt de volgende verga
dering hierover mededelingen te doen.
Naar aanleiding van de rekening 1949
merkt de Voorz. op, dat de financiële
positie der gemeente een zonnige en
een schaduw kant heeft. Het begrotings
tekort van 495.000 is teruggebracht
tot .f 81.000. Thans zijn we echter op
een dood punt gekomen. In de 2e helft
van 1949 kunnen nog maar 5000.
worden uitgegeven en dit zal moeten
worden besteed aan reeds genomen be
sluiten. Bovendien is bericht binnenge
komen dat de extra bijdragen 10800
van de noodwet Oud is ingetrokken, zo
dat dit ook nog een tegenvaller is.
Dhr V. d. Brugge: We zitten dus op
de bodem. In feite betekent dit dat elk
besluit dat thans genomen wordt een
tekort veroorzaakt. We moeten de te
ring naar de nering zetten. We mogen
geen enkele uitgave meer doen, tenzij
deze hoogst noodzakelijk is.
Voorts is er een schrijven ingekomen
van de heren Dambruin, de Man, enz.,
inzake de gasfabriek. Dhr Dambruin
denkt er door geschaad te worden, wan
neer er populieren rond de gasfabriek
worden geplaatst, want daardoor neemt
de windsterkte af.
Dhr Boomsnia heeft zich persoonlijk
overtuigt en geeft de molenaar groot
gelijk. De bomen te plaatsen komt de
wind ook achter de wieken en bestaat
er kans dat deze breken. Tevens be
roept dhr Boomsma zich op het wind-
recht.
De Voorz. Het windrecht bestaat niet
en was dat er wel, dan zou het allang
onteigend zijn geweest in verband met
de aanbouw van de huizen rondom de
molen.
Dhr Koppelaar: Waarom is daar
nooit eerder iets aan gedaan?
De Voorz.: Omdat dit nog steeds in
onderzoek is, terwijl de sproeiers nog
niet in orde zijn.
Dhr Koppelaar: U zult het wel met
me eens zijn, dat dit de last van de
adressanten niet zal wegnemen.
De Voorz.: Het is maar een proberen,
wat de beste methode is.
Dhr Koppelaar:, Zijn de gazen kappen
reeds aangebracht
De Voorz.: Dat is mij niet bekend.
Het telegram van Ged. Staten
Hierop brengt dhr v. d. Bnugge we
derom het telegram van Ged. Staten ter
sprake en meent, dat men thans in een
impasse is geraakt. Wij moeten op kor
te termijn weten, wat Ged. Staten nu
denken te doen. Spreker geeft dan ook
de Raad in overweging om een verzoek
aan genoemd college te richten.
Dhr Koppelaar: Ik wil in dit verband
ook nog wijzen op de- benoeming van
een gemeente-ontvanger. Het is zeer
eigenaardig, dat dit nu plotseling moet
gebeuren en er zelfs een aanvullende
agenda voor moet worden gemaakt.
De Voorz.: Het Dep. van Binnenland
se Zaken heeft telefonisch bericht ge
zonden, dat een ontvanger benoemd kan
worden.
Dhr v. d. Brugge: Mijn inlichtingen
daaromtrent zijn anders en daarom wil
de ik namens de rechtse fracties de vol
gende motie indienen:
Dhr V. d. Mieide: Er bestaat een mo
gelijkheid, dat Ged. Staten het voor
kennisgeving aannemen of dat er een
volgend plan wordt toegezonden, daar
om diende dhr v. d. Meide de volgende
motie in:
Dhr V. d. Waal: De motie v. d. Brug
ge vind ik wel een beetje te ver gaande,
want als men het telegram goed gele
zen heeft, komen Ged. Staten met een
nieuw voorstel. De motie v. d. Meide
is voor mij aannemelijker en daarom
ondersteunde zowel dhr v. d. Waal als
dhr V. d. Bergh deze.
Dhr Boomsma wil beide voorstellen
combineren.
De Voorz.: De motie v. d. Brugge is
verstrekkender dan de motie v. d. Mei
de, doch misschien is combinatie moge
lijk.
Op verzoek van Burg. Rijnders wordt
de vergadering geschorst, teneinde te
bezien of dit mogelijk is. Na herope
ning blijkt dat dit niet kan.
Eerst komt de motie v. d. Brugge
in stemming. Deze wordt met 7 stem
men voor en 2 tegen aangenomen (Te
genstemmers: de heren v. d. Bergh en
v. d. Waal.)
Dhr V. d. Brugge stelt voor de mo
tie V. d. Meide aan te houden tot de
volgende vergadering, waarmede even-
eens v/ordt ingestemd.
Het volgende punt beheJst subsidie.
verlening van het Kraamcentrum.
B. en W. stellen voor om dit evenals
de vorige jaren te bepalen op 0.10 per
inwoner.
Dhr v. A. Brugge: Drie jaar gcieden
was het de bedoeling om het Kraam
centrum op gang te helpen. In 1943
heeft het 1705.winst gemaakt en
in 1949 wordt er 1000.— afgeschre-
ven op de auto. Het wordt m.i. thans
tijd, dat het Kraamcentrum op eigen
benen gaat staan.
De Voorz.: Het Kraamcentrum is in
verband met de subsidie van Rijlt en
Provincie aan handen en voeten gebon
den en wil daarom 0.10 handhaven.
Dhr v. d. Brugge: Ik zou dit niet helj-
ben voorgesteld, wanneer in 1948 geen
winst was gemaakt.
De Voorz. stelt voor om in principe
het besluit van 0.10 per inwoner aan
^le nemen en dan later bij indiening der
rekening een bedrag per inwoner vast
te stellen. Hiermede stemt de Raad in,
Tegen de voorstellen tot vaststelling
verordening tot toekenning van een tij
delijke kindertoeslag en tot toekenning
van een kindertoelage aan het personeel
in dienst der gemeente heeft dhr Kop
pelaar geen bezwaar, mits er gelijke
werktijden zijn als bij het Rijk.
De Voorz.: Welk Rijksbureau moeten
we daarvoor nemen, want deze zijn niet
overal unaniem!
Dhr V. d. Brugge: We willen een de
partementale tijd aanhouden.
De Voorz.: Ik vind het verschrikke
lijk krenterig om in een Openbare Raad
hier over te vallen.
Dhr V. d. Brugge: De vorige maal is
hier ook reeds op gewezen. Men heeft
dit toen enige tijd gedaan, doch al
spoedig is dit weer veranderd. M.a.s,
worden beide voorstellen aanvaard.
Door dhr v. d. Brugge wordt bezwaar
gemaakt om de gemeentewerklieden
vrijwillig te verzekeren ten laste van
de gemeente. Spr. is van oordeel, dat
deze zelf ook moeten bijdragen in de
kosten en wil dan ook alleen zijn goed
keuring er aan hechten, wanneer het
slechts van tijdelijken aard is.
Dhr Boomsma wil dezelfde regeling
treffen als in het particulier bedrijf,
d.w.z. de helft voor de werkgever en
de helft voor de werknemer.
De Voorz.: Dit heeft slechts betrek
king op het jaar 1949. In 1950 kunnen
we weer zien.
M.a.s. wordt hiertoe besloten.
De herziening verordening op de
heffing en invordering van kadegeld
wordt zonder meer aanvaard.
De heffing van schut- of sluisgeld is
door de Kamer van Koophandel en
Schuttevaer bekeken en in orde bevon
den. Hiermede gaat de Raad ook ac-
coord.
Tot onderwijzer aan de Openbare
School voor gewoon lager onderwijs (va
cature A. W. V. Beek) wordt m.a.s. be
noemd de heer J. W. Meidinga te Gro
ningen.
Voorts wordt de begroting over 1949
op enkele punten gewijzigd.
Tegen de rekening 1948 Burgerlp
Armbestuur wordt bezwaar gemaakt,
omdat men 132 arbeidsuren heeft nodif
gehad om een boom te vellen.
Dhr Boomsma liet in de oorlog het
zelfde werk doen voor 25.
Weth. Vroeglndeweij: Die was losge
weekt door het water.
Na deze discussie wordt zowel de re
kening van het Burgerlijk Armbestuur
als die van het Burgerlijk Weeshuis
goedgekeurd.
Met de heer Vermaas is thans over
eenstemming bereikt. Besloten wordt
om 195 vlerk m aan de Schoolstraat te
ruilen met 225 vierk m erfpachtgrond
aan de Hoflaan, terwijl dan binnen 2
maanden het perceel moet zijn afge
broken.
Tenslotte wordt m.a.s. de heer J. .Ton
gejan benoemd tot gemeente-ontvanger.
Bij de rondvraag merkt dhr v. l
Waal op, dat hem gebleken is, dat B.
en W. aan een woningeigenaar verzocht
hebben om over te gaan tot riolerinj
en dat dit heden nog niet is gebeurd.
De Voorz.: De eigenaar heeft belooM
dat aansluiting zal plaats hebben. We
zullen er alles aan doen wat in ons
vermogen ligt.
Vervolgens wijst dhr v. d. Waal erop
dat aan de gemeente geen bouwvoluȕ
is toegewezen. Nu wil spreker het be
vorderen om houten noodwóningen te
laten bouwen.
De Voorz.: Dit heeft reeds onze aan
dacht, doch de financiering spreekt ook
een woordje mee.
Dhr Koppelaar: Het is mij bekend,
dat er mensen zijn, die een noodwoni»?
De Raad der gemeente Middel-
harnis
Overwegende
dat de voorsteller van Ged. Staten
tot herziening van de gemeentelijke
indeling op GoereeOverflakkee
met de daaraan ten grondslag lig
gende memorie van toelichting gro
te onrust heeft gebracht onder de
Flakkeese bevolking;
dat daardoor de rustige arbeid der
gemeentebesturen ernstig is ver
stoord;
dat het noodzakelijk is de gemeen
tebesturen weer in staat te stellen
rustig te kunnen doorgaan met hun
arbeid in het belang van gemeente
en streek;
dat voorwaarde daarvoor is de ver
zekering van Ged. Staten dat in de
nabije toekomst geen voorstellen
te verwachten zijn, inzake ophef
fing van de zelfstandigheid der ge
meenten, omdat deze moeilijk los te
denken zijn van de teruggevraagde
memorie van toelichting;
nodigen Ged. Staten uit:
de raden der Flakkeese gemeenten
op korte termijn, zo mogelijk voor
6 September a.s., mede te delen,
dat voorshands geen voorstellen te
verwachten zijn tot opheffing van
Flakkeese gemeenten.
w.g. N. V. d. Brugge
M. K. V. Eek
A. V. d. Velde
J. H. Koppelaar.
De Raad der gemeente Middel-
harnis in vergadering bijeen en ken
nis genomen hebbende van Uw
schrijven van 29 Juli, betreffende
terugnemen van het wetsontwerp
„Memorie van Toelichting" over
grenswijziging enz. op Gtoeree' en
Overflakkee, verzoekt Ged. Staten,
wanneer het in de bedoeling van
Uw geacht College ligt deze zaak
opnieuw aan de orde te stellen
meer rekening te willen houden met
de wensen van de bevolking.
Het komt de Raad voor met een
aantal tot oordeel bevoegden deze
zaak te bespreken. Voor deze be
spreking komen in de eerste plaats
in aanmerking onze 4 Statenleden
en verder door elke gemeente bv.
2 leden aan te wijzen door of in
overleg met het gemeentebestuur,
w.g. C. V. d. Meide.