J-lfscheid (Ds J. jB. IBel te ^irksland
CHR. WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG
VOOR DE ZÜID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
Samenvoegins van semeen-
ten voorlopig opseschort
GROTE BELANGSTELLING
KERKNIEUWS
een
rug-
-meis-
blok-
onmo-
k niet
die
doen
stil.
adem
bui-
waar-
evaar-
toe-
een
kan.
je
ttend
wat
zijn.
iets-,
manen
'ich-
la-
pas-
be-
le-
ons
dat
nen.
3ben.
jut
en
het
jullie
hij
Vant
was
zijn
was
die
Hij
aan
f
iiAnDEn-niEuws
Bureau: Prins Hendrikstraat 122o
lliddelhamis, Telef. IT, Giro 167930
fostbox 8. Telefoon Drukkerij 19
WOENSDAG 3 AUGUSTUS 1949 23ste JAARGANG No. 1841
Abonnementsprijs 1.50 p. kwartaal
Advertentieprijs 12 et. p. millimeter.
Bij contract speciaal tarief.
Vrijdagmiddag, juist bij het afdruk-
van de krant, te laat om het nog
L te nemen, bereikte ons de medede-
dat de kwestie her-indeling der
Ijemeenten op Goeree Overflakkee
Un de baan zou gaan. De juiste toe-
iracht wisten we niet direct, wel was
bekend dat alle burgemeesters van
let eiland die dag tot een conferentie
in Den Haag waren geroepen en dat
i-avonds in alle gemeenteraden eenbe
langrijke mededeling zou worden ge-
tan. Voor ons stond vast dat dit over
iet wetsontwerp en de memorie van
toelichting zou gaan, wat dan ook juist
Heek te zgn.
Vrijdagavond zijn de meeste gemeen-
len in spoedeisende raadsvergadering
bijeen geweest en hebben de burgemees
ters een telegram voorgelezen van de
Commissaris der Koningin in de provin-
Zuid-Holland als voorzitter van het
College van Gedeputeerde Staten, hou
dende de mededeling, dat de memorie
van toelichting behorende bij het be
kende wetsontwerp „door nog niet ge-
ieeJ verklaarde oorzaken een vorm en
inhoud hebben gekregen die ons (Ged.
Staten) voorkomen nadere overwegin-
te behoeven." De toegezonden stuk-
Iten konden buiten „verdere behandeling
blijven" en moesten teruggezonden wor
den. (De volledige tekst van het tele
gram vindt U in. een van onze gemeen-
teraadsverslagen, zie Middelhamis en
Ooltgensplaat.) Hiermede was dus de
Itwestie der samenvoeging van gemeen
ten met een slag voorlopig van de
baan.
Hieruit blijkt dat de ingezette actie
op Flakkee, waarvan wij in vorige num
mers melding maakten, succes heeft ge-
liad; Gedeputeerden zijn er van terug
geschrokken een dergelijk infaam stuk
over een hele bevolkingsgroep in „ver
dere behandeling" te geven.
Nu is door verschillende burgemees
ters in die spoedeisende vergadering
gezegd, dat het ruiterlijk" en „ridder
lijk" was van Ged. Staten, dat ze de
stukken terugnamen, maar daarop va,lt,
naar het ons voorkomt nog wel een en
ander te zeggen.
Er ligt een blaam op Flakkee, zó, dat
de laatste weken heel Nederland er
over sprak. Verschillende dagbladen
hebben aan ons eiland met zijn „ach
terlijke" bevolking een artikel gewijd.
Geen wonder! Gemeenten met zulk een
slecht bestuursbeleid moesten aan de
schandpaal genageld. Maar nu stellen
wij, met het telegram voor ons, de
vraag, wat voor bestuursbeleid heeft
Gedeputeerde Staten, om bij een wets
ontwerp, een memorie van toelichting
in te zenden, die zulk „een vorm en in
houd heeft gekregen, dat het hun voor-
tornt, dat deze nadere overwegingen be
hoeft?" Dat is dan toch een bestuurs
beleid van een zoveel hoger college,
Waar nogal wat aan mankeert!
Wanneer iemand een bepaald plan
uitwerkt, zet hij dit plan uiteen en geeft
er een explicatie van. Zo hadden Ged.
Staten het bepaalde doel voor ogen om
de gemeente op ons eiland samen te
Voegen en een nadere omschrijving ge
geven om dit plan, in dit geval het
Wetsontwerp te verwezenlijken. Nu ge
zien wordt, dat deze uiteenzetting ver
teerd werkt, nemen ze deze terug. In
het telegram wordt over het wetsont
werp zelf niets gezegd, alleen behoeft
de memorie „nadere overwegingen". Zo
te lezen zal dus onder het wetsontwerp
sen andere memorie worden geschoven
komt het straks weer te berde. We
Zouden op z'n Flakkee's zeggen: dat is
ooerenbeörog! Eerst speelt men op de
ene fluit en als men ziet dat het daar
mee mis gaat, tokkelt men straks op
de andere.
In de raadsvergadering te Middelhar-
nis heeft de heer v. d. Brugge terecht
opgemertit, dat de memorie van toe-
"cnting (Je grondslag is 'van het wets
ontwerp. Welnu, deugt die toelichting
"'et, dan heeft in feite ook het wetsont
werp geen grond. Aan de stijl van het
wiegram is te merken, dat het niet ge
heel in de doofpot gaat.
Zondag^avand 30 Juli jl. nam I>s J. B. Bel afscheid van de Ger. Gemeente te
Dii-ksland, die hij bfjna 7 jaar Imó gediend. Nadat Ds Bel in 1942 de Theo).
Scltool te Botterdam verlaten had, wa« dit zijn eerste geiMfiente die hy aan
vaardde. Er was zeer grote belangstelling bij dit afscheid, de koster moesC
stoelen in de paden aanzetten. Onder de vele aanwezigen merkten we ook op
Burgemeester van Heyst en twee Theol. Studenten, de heren Vogelaar en
Cabaret van Rotterdam.
De dienst ving aan met het zingen
van Ps. 119 7 en 83. Gelezen werd
Jes. 30 120, waarna Z.Eerw. het
votum en de zegen uitsprak en voorging
in gebed. Vervolgens zong de gemeente
Ps. 102 1, 3 en 4.
De scheidende dienaar begon met te
wijzen op de ernst van het ogenblik, nu
hij voor de laatste maal als him voor
ganger het Woord zou bedienen. Hij
wenste de gemeente, die hij liefheeft en
blijft liefhebben een welgemeend, har
telijk vaarwel toe te roepen, hen toe-
biddend dat de Heere hen spoedig een
leraar zou zenden zoals hij tot hen ge
zonden was, waarbij hij herinnert aan
de woorden van de intree-predikatie
„Ik zal Zijn heeft mij tot U gezonden."
Hij mocht geloven dat hij hier moest
zijn, zoals hij ook gelooft, dat hij nu
naar elders is geroepen. Nu hij vertrekt
wil hij hen de bede van Mozes, (waar
toe spr. tot tekst neemt Nümeri 17 vrs.
27 1517) toebidden: „Toen sprak
Mozes tot den Heere zeggende; dat de
Heere, de God der geesten van alle
vlees, een man stelle over deze verga
dering, die voor hun aangezicht inga
en die hen uitleide en die hen inleide;
opdat de vergadering des Heeren niet
zij als schapen, die geen herder hebben."
Het thema was: „Mozes bede om een
opvolger", waarbg als punten genomen
werden: 1. De omstandigheden van Mo
zes en Israël en 2. Onze omstandighe
den en de Uwe. Vanavond, aldus spr.,
moet U geen bevindelijke noch dogma
tische prediking verwachten; hij wenste
door deze geschiedenis alleen te doen
uitkomen hoe hij de gemeente lief had
en hen' van harte een opvolger toe
wenste.
Spr. schetste de toestand van Israels
volk, hoe zij vanwege hun afmakingen
bijna 40 jaar in 'de woestijn moesten
omzwerven, en vanwege hun overtre
dingen het land Kanaan niet mochten
binnengaan. Hoe ook Mozes hun leids
man, de zachtmoedigste man van de we
reld, aan het twistwater te Meriba,
's Heeren mond wederspannig was ge
weest in de woestijn Zin. en den Heere
niet heiligde voor de ogen van gans Is
raël, en daarom het volk niet mocht in
brengen in het beloofde land, maar het
alleen van verre mocht zien op den berg
Nebo op de hoogte van Pisga, welke
tegenover Jericho is.
Wat doet nu Mozes, als hij weet de
herderstaf te moeten neerleggen? Wijst
Het bericht van de terugname van de
stukken is intussen in de gemeenten
met vreugde ontvangen. Van de torens
van verschillende gemeenten wapperde
dezelfde avond de vlag o.m. te Herkin
gen en Melissant. Zeer begrijpelijk. Men
julche echter niet te vroeg. Het is o.i.
slechts voorlopig van de baan.
Een rehabilitatie ktmnen wij in dit
telegram niet zien. Verschillende raads
leden hebben aangedrongen dat dit als
nog gebeurd. De heer Koppelaar noem
de het: „een goedkope vrijze, om er af
te komen." Naar ons inzicht is het de
plicht van Gedeputeerde Staten, die de
volle verantwoording voor het stuk dra
gen om de „nog niet geheel verklaarde
oorzaken" op te klaren en mee te delen
wie de adviseurs tot dit vernietigende
rapport geweest zijn. Daar menen wij
als verongelijkten recht op te hebben.
Intussen beamen wij, wat de heer A.
A. Mijs in de raad te Sommelsdgk zei,
dat het vertrouwen in de hogere Over
heid is geschokt." Alleen door een vol
ledige rehabilitatie en terugname van
het Wetsontwerp zal veel zijn goed te
maken.
hij zelf een opvolger aan vraagt spr.?
Neen, hij vraagt uit liefde tot dat volk
den Heere een man te stellen over de
vergadering, waartoe de Heere Jozua,
de zoon van Nun aanwijst, „in wien de
Geest is". Hij is hierin type van Chris
tus, voorbidder voor zijn volk, opdat
zegt hij, „de gemeente des Heeren niet
zij als schapen, die geen herder hebben."
Spr. bidt, uit de liefde van zijn hart,
de gemeente hetzelfde toe. Hij hoopt
dat zij bewaard worden voor losheid en
omzwerving, opdat de kudde niet ver
strooid wordt. Hij weet dat het was met
alle gebrek, dat hij hier geweest is, hij
weet ook dat hij het niet naar ieders'
zin gemaakt heeft, dat er tegenstand
was reeds bij zijn intrede, dit laat hij
voor den Heere liggen. Al liep hij er
niet mee té koop, hij had de gemeente
lief. Mozes gloeide ook van liefde voor
Israels volk, zelfs al wilden ze hem
stenigen. Ook als hij sterven moet op
Nebo is hij hun voorbidder, hij wijst
geen goede vriend, geen broer of neef
aan, maar buigt zich voor God en bidt
om een opvolger. Spr. hoopt dat er een
voorganger mag komen, beter dan hij
is, zachtmoedig als Mozes. Het gebed
van Mozes werd verhoord, hij hoopt dat
dit ook hier zo mag zijn. Als er in
waarheid bidders gevonden worden, zal
het ook geschieden.
Na aldus Israels' en Mozes' omstan
digheden geschilderd te hebben, schetst
spr. na de tussenzang van Ps. 62 4,
zijn omstandigheid en die van de ge
meente. Wij gaan scheiden en U hebt
een voorganger nodige aldus spr. Hij
herinnert hoe 7 jaar geleden zijn weg
hierheen lag, onder moeilijke omstan
digheden. Hij moest met zijn gezin in
trek nemen in een zeer klein huis, 3
kinderen achterlaten in de stad (in oor
logstijd) was een onervaren predikant,
die niet in kerkelijke zaken thuis was
van achter de groentenkar geroepen tot
het ambt, die op 45-jarige leeftijd naar
school moest, ofschoon hij er 11 jaar
mee had rondgelopen, dat hij 's- Heeren
Naam zou moeten uitdragen. Drukke
werkzaamheden had hij hier, ,eerst 2
consulentschappen, later acht, een ar
beid, die hij echter bij alle tekortkomin
gen met lust en ijver had verricht.
Nooit is zijn bedoeling geweest kerkjes
te stichten of een splgtzwam te zijn, hij
ging alleen het Evangelie verkondigen
waar hij gevraagd werd.
Veel kranken zijn door hem bezocht,
begrafenissen geleid, veel is meege
maakt in de oorlog, achtergeblevenen
(bij razzia's) getroost, en, ofschoon hij
belijdt dat hij meer had kunnen doen
heeft hij zich geheel gegeven voor de
dienst des Heeren. De gemeenten, aldus
spr., hebben weinig predikanten, zodat
telkens aanvragen kwamen om voor te
gaan, wat hij meest tot het eiland heeft
beperkt.
Hij is zich bewust dat hem te Krab-
bendijke een zware arbeid wacht. Een
grote gemeente, niet minder dan 300 ca-
techisanten plus de consulentschappen.
Men mag er over oordelen zo men wil,
hij heeft er den Heere in mogen ont
moeten en weet dat zijn weg daar heen
ligt. Hrj heeft hier gezaaid, de Heere
stelle, het tot rijken zegen. Voor de laat
ste maal waarschuwt hij de onverschil
ligen en bidt hen toe, hun kwaden weg
te verlaten. In navolging van Mozes
bidt hij de gemeente een overige, zacht
moedige leidsman toe. 't Is nóg dezelfde
God die een man kan aanw^'zen, die
voor U in- en uitgaat zegt spr. De Hee
re deed het niet om Mozes, doet het ook
niet om het gebed van mij of de kerke-
raad, maar wil het doen om Zichzelfs
Ds J. FOKKEMA
Naar het Geref. Weekblad uit bevoeg
de bron vernam, zal de Herv. Predkt.
Ds J. Fokkema, niettegenstaande zijn
opnieuw beroepbaarstelling, toch aan
blijven als lid van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal.
KBHABILITATIE Ds J. SPELT
De Generale Synode der Ned. Herv.
Kerk heeft naar het Geref. Weekblad
meldt op zijn verzoek Ds J. Spelt, vroe
ger predikant te Rijssen, gerehabiliteerd
zodat hij weer beroepbaarstelling kan
aanvragen.
ZENDINGSMIDDAG TE
OUD-VOSSEMEER
De 6e Zendingsdag, uitgaande van de
ring Tholen ten .bate van de G.Z.B, in
de Ned. Herv. Kerk, zal.D.V. gehouden
worden te Oud-Vossemeer op Zaterdag
6 Augustus. Ds J. Batelaan, Zendings-
director der G.Z.B., spreekt het ope
ningswoord. De verdere sprekers zijn:
Ds Ten Haaft te Zeist, onderwerp: „Mo
gelijkheden en moeilijkheden". Ds J.
Batelaan te Utrecht, onderwerp: „Gods
werk en toch... Gods werk gaat door",
Ds W. van Griethuysen te St. Annaland
onderwerp: „Gaat dan heen, onderwijst
alle volken".
GRAFSTEEN Ds G. H. KERSTEN
Zaterdagmiddag 6 Augustus a.s. zaï
op het graf van wijlen Ds G. H. Kersten
op de begraafplaats „Crooswijk" te Rot
terdam een steen worden onthuld en aan
de familie overgedragen. Uit het mid
den der Rotterdamse gemeente had zich.
daartoe een commissie gevormd.
wil. Houdt in Uw weg het oog op God
gericht.
Wij scheiden aldus spr. Zal het voor
eeuwig zijn? Niet voor allen. De Heere
heeft hier een overblijfsel naar de ver
kiezing der genade. Nog roept hij de ger
meente toe: Bekeert U, kust den Zoon,
opdat Hij niet toome! Die de -prediking
hebben miskend wil hij gaarne verge
ven. Zij hebben te veel gelet op die klei
ne man, zij mochten hoger op leren
zien, naar den Oversten Leidsman. In
de dag der dagen zal het uitkomen of
het aan mij lag of aan U aan d©
gaven ligt het niet.
Een vertroostend vaarwel roept hij
toe tot het volk Gods. Eens zal de
Heere alle tranen van de ogen afwissen.
De bekommerden wenst hij toe gefun
deerd te worden op het enige funda
ment, dat zij mogen opwassen in den
Heere Jezus Christus.
Ook de burgemeester roept hij een
vaarwel toe. Bij Uw installatie hebben
we beloofd elkaar bij te staan zegt spr.
Dirksland is echter geen moeilijke
gemeente. Het is niet van een menta
liteit zo als hl het wetsontwerp tot sa
menvoeging der gemeenten staat. Dit
heeft ook hem gekrenkt. Hij hoopt dat
hij de gemeente leiden mag met weten
schap en verstand en bidt hem en zijn
gezin 's Heeren zegen toe.
De kerkeraad, van wie er tijdens zijn
ambtsperiode een door de dood is weg
genomen, wenst hij 's Heeren hulp toe,
bij de drukke werkzaamheden die hen
nu wachten. De gemeente mocht U dra
gen. Wij mochten al die tijd met U om
gaan in liefde, elkander vermanende en
terechtbrengende. We gaan U verlaten,
vergeten doen wij U niet. De Heere ge
ve spoedig een leraar in Uw midden.
Catechisanten, Meisjes- en Jongel.
vereen., organisten, koster en oud-kos-
ter, collectanten werden eveneens toe
gesproken en tenslotte de gemeente en
allen die meeleefden. Wandelt waarlijk
naar het Evangelie van Jezus Christus.
Waakt in de gebeden. Besloten werd
met dankzegging.
Burgemeester va« Heyst
bracht tot uitdrukking de goede ver
standhouding die alttjd tussen hem als
hoofd der burgerlgke en tussen het
hoofd der pi. Ger. Gemeente had be
staan. Kerk en Overheid en Overheid en
Kerk wokdt in tegenstelling met andere
(Zie voor vervolg pag. 2 Ie kolom.)