Land en Tuinbouw
n
KINDERHOEKJE
DE BOERDERIJ
AAN DE VAL
Zaterdag 23 Juli 1949
„EILANDEN-NIEUWS
BIz. y
te overleggen. Spr. heeft de exploitatie
rekeningen gezien en kan verklaren,
jjat de tramdiensten zeer beslist niet op
(Je veerdiensten drijven. Worden de in
komsten vergroot, dan zal het mogelijk
zijn het veer nog frequenter te doen
varen. Bovendien kan in de overeen
komst de Provincie zich zeggenschap
verzekeren, wanneer door de subsidie
grotere winsten worden gemaakt. Op
heffing van het isolement brengt mee
€en drukker verkeer. Tegen de motie
van Praag-Van Dqk heeft de Heer Van
der Brugge bedenkingen, omdat daar
door niets bereikt wordt. De besprekin
gen, waarom men vraagt hebben reeds
enige jaren plaats. Men vraagt daarin
■om iets, wat reeds plaats heeft. Plakkee
vrorAt niet geholpen door moties, doch
door daden. Daarom beveelt de Heer
Van der Brugge nogmaals zijn voorstel
aan.
Daarna was het woord aan de Heer
Eisen (K.V.P.). Deze kwam eveneens
■tot de conclusie, dat G.S. de zaak niet
hadden onderzocht en geen besprekin
gen met de vervoersmaatschappijen had
den gevoerd.
Het voorstel Van der Brugge was hem
sympathiek. Hij zou daarop enkele
amendementen willen indienen en wel
1. het woord „billijk" te vervangen door
„gewenst", 2. het bedrag van 25 9f ver
laging te vervangen door verlaging, 3.
het voeren van besprekingen met het
Kijk op te nemen, 4. de termijn, waarin
G.S. ter uitwerking van het voorstel
een regeling ter goedkeuring aan de
Staten zouden voorleggen te veranderen
van „in de eerstvolgende" zitting in „zo
spoedig mogelijk".
Het eerste en het derde amendement
Tiam de Heer Van der Brugge over. Tot
het tweede was hij eveneens bereid,
doch wenste voor verlaging op te ne
men „belangrijke". Het laatste amende
ment wenste hij niet over te nemen, om
dat zo spoedig mogelijk onbegrensd is
en hij wel degelijk dit jaar de verlaging
Tvilde doen ingaan.
Tot aller verwondering vroeg de Heer
Eisen geen stemming over zijn amende
menten, doch trok deze in onder mede
deling tegen het voorstel te zullen stem
men.
Daarna werd het voorstel Van der
Brugge verworpen met 28 tegen 34 st.
terwijl het voorstel van Praag-van Dijk
Averd aangenomen met 60 tegen 3 st.
De Heer de Wit stemde als enig R.K.
voor het voorstel, terwijl de Heer Van
Dijk met de P.V.D.A tegen het voorstel
stemde.
Onverklaarbaar is, dat de K.V.P. die
blijkens haar oorspronkelijk voorstel
voor subsidie waren, op het allerlaatste
■ogenblik omzwaaiden.
Wanneer het voorstel ernstig gemeend
"was, moet het mogelijk zijn een com
promis te vinden om nog dit jaar een
■eensgezind voorstel in te dienen.
We betreuren het, dat de Flakkeese
Statenleden tot het laatst toe niet één
lijn hebben kunnen trekken. De verant-
■woordelijkheid rust eerstens op de
T.v.d.A., die thans weigerde enige daad
te stellen, terwijl de motie, wanneer zij
resultaat zal hebben, eerst over jaren
effect zal sorteren. Naar onze mening
Is de hulp aan Flakkee weer op de
lange baan geschoven tenzij de K.V.P.
bereid i^Jiaar amendementen te hand
haven, waardoor een oplossing voor
Flakkee te vinden is.
Al moge het directe resultaat ons te
leurstellen, bereikt is, dat Flakkee met
zijn moeilijkheden in het brandpiint van
de belangstelling der Staten is gebleven
We hopen dat onze Flakkeese Staten
leden in eensgezindheid de sympathie
van het Provinciaal bestuur in daden
zal kunnen omzetten.
Beschadiging by het machinaal rooien
van aardappels.
Bovenstaand onderwerp is zeker van
groot belang, en het is meer dan tot
dusver noodzakelijk dat hieraan wat
meer aandacht wordt besteed..
De beschadiging van aardappels, wel
ke wordt veroorzaakt door machinaal
rooien is niet onbelangrijk.
Hoewel cijfermateriaal ontbreekt,
blijkt uit de waarnemingen hieromtrent,
dat bij verschillende zo niet alle machi
nes, het beschadigingspercentage vrij
hoog ligt.
Bij normaal met de hand rooien is
beschadiging vrijwel uitgesloten, dit is
althans niet van betekenis.
Een rooimachine kan op verschillende
plaatsen beschadiging van de knollen
veroorzaken.
Immers alle aardappelen zitten niet
even diep in de grond, zodat reeds door
het mes al verschillende aardappels
worden doorgesneden.
Bij machines met staafkettingen zal
de beschadiging afhankelijk zijn van de
lengte van de weg welke de aafdappels
in de machine moet afleggen.
Door de staven met rubber te omkle
den kan deze beschadiging worden
voorkomen.
Meer dan ooit zal ook hier de toe
passing van rubber uitkomst geven.
Vooral ook bij het rooien van poot-
aardappels, is het voorkomen van be
schadigingen van zeer groot belang.
Hoeveel pootaardappels zgn er al niet
door beschadigingen verloren gegaan.
Het verlies Is hier wel zeer belang
rijk, omdat het dikwijls zeer duur poot-
goed betreft.
Nog maar al te vaak denkt men, dat
beschadigingen direct bij het rooien
vastgesteld kunnen worden. Dat is niet
juist, pas later blijkt dat vele aardap
pels kneuzingen vertonen, welke dikwijls
tot rotting overgaan.
Het machinaal rooien van aardappels
is belangrijk, maar verbeteringen zijn
ook hier mogelijk, aan bovenstaand on
derwerp moet dan ook voldoende aan
dacht worden besteed. K.
GEBRUIK DE MIDDELEN
Het einde van de mens
is aan de mens verholen.
De middels evenwel
zijn iedereen bevolen,
Gij, doet wat u betaamt
in ziekte en ongeval.
En weest dan voorts getroost,
hoe God het schikken zal.
JACOB CATS.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
13
U
15
Beste jongens en meis|es!
Ook deze week zal ik jullie dadelijk
maar aan het 't werk moeten zetten en
wel aan
JULI-RAADSEt, IV:
1. schaapherder
die koning werd.
2. zoon van Da
vid die vermoord
werd. 3. koning
over Israël. 4.
naam van een
goede verspieder.
5. vorst uit het
geslacht van Ezau
6. rivier in het
Paradijs. 7. be
tekent „laatste"
(Openb.) 8. go
din te Efeze
(Hand.) 9. vriend
van David (zie
Davids vïucht
naar Absalom.)
10. bijnaam van
één der profeten
en leraars te An-
tiochië (Handel.
13.) 11. held van
David; zoon van
Serar (2 Sam.
23.) 12. de oude...
vergaat omdat er geen roof is (Job 4.)
13. purperverkoopster (Handel.) 14.
richter die na Jeftha kwam. 15. berg
door de wetgeving bekend.
Op de stippellijn van 1 ,tot 15 komt
een gebod van Paulus dat ons allen
geldt (1 Thess. 5.)
Dit raadsel werd ingezonden door
Wim Pipping, Scherpesnisse.
Nu zal ik proberen de overige brie
ven een beurt te geven.
Nellie Ie C, Sontimelsdijk. Een leuk
verslag van het bezoek in D. In die
kerk ben ik ook meermalen geweest.
Jij vond het fijn om daar te logeren,
maar de gastvrouw vond het beslist ook
best twee zusjes bij haar te hebben.
Sietje Z., MiddeUiamis. Ja, een tuin
tje heb ik ook, maar zoveel bessen heb
ik niet. Over die boottocht zijn wat
pennen in beweging gekomen, dat be
grijp je. Nu maar goed in de viooltjes
werken, want zou het wel plagen zijn
van vader? Als hij 't eens meent!
Plet van L., Nieuwe Tonge. Een hele
beschrijving van de reis. Piet. Heb je
er geen opstel over moeten maken op
school? Wij moesten dat vroeger wel.
Wat zijn die mensen wel geschrokken
toen die auto tegen het huis aanbotste!
Gelukkig geen persoonlijke ongelukken.
Clara B., Nieuwe Tonge. Zou ik jou
niet gemist hebben? Ik ken m'n oude
klantjes veel te goed. En...... voor jur
ken en andere naald- en breiaangelegen-
heden moet ik wijken. Daar mag ik
niets van zeggen.
Adri« van W., Stellendam. Hartelijk
dank voor het gezondene uit Ouden-
hoorn. Heb je daar familie?
Ans de G., Middeltuumis. Heb je zo
dicht bij .de zee geslapen, dat je het
geruis in bed kon horen? Dat is aardig.
Maar ik denk dat je het niet lang ge
hoord zal hebben, want bij zo'n slaap
liedje kun je niet lang wakker blijven.
Zwemmen was daar toch wel een beet
je gevaarlijk?
Jan H., Ouddorp. Neen, voor vroege
aardappelen helpt geen regenbui meer.
De grond in Ouddorp heeft zéker wa
ter gebrek, maar wij hebben het niet
in onze hand, hè? Laatst had het zo
geregefad in Rotterdam en weet je wat
iemand zei? „Wat is dat nu voor werk
de straten van R'dam hebben geen wa
ter nodig." De regen valt niet alléén op
het land. Hoeveel regen valt er niet in
de Noordzee!
Lena B., Middielhamis. Ik betwijfel of
de nieuwe portemonnaie geld zal hou
den. Het zal er mee gaan als met een
duiventil: in- en uitvliegen. Tenminste
zo gaat het bij mij. Je was nog goed
op tijd.
Lemi de O., MiddeUiamis. Wat zal die
nieuwe vistra-jurk keurig staan. Vol
gende keer vertel je maar eens over 6
Juli. Ik zal goed luisteren of je uit je
ogen hebt gekeken, want ik ben daar
ook geweest, dus weet ik ook alles.
Leen K., Sommelsdyk. Wat een plot
seling sterfgeval! Ik begrijp goed dat
zoiets diepe indruk maakt. Mocht het
ons maar aanzetten om bereid te mo
gen worden als dit bij ons het geval
zal zijn. Ging je laatste inleiding op de
K.V. goed? Heb je wel opgemerkt, dat
in het boek Esther niet eens de naam
God of Heere voorkomt? Waarom zou
het toch een Goddelijk geschrift zijn?
Ik ben blij iets over W. te horen. Ik
neem het haar niets kwalijk, want ik
merk dat ze haar tijd heel nuttig be
steedt.
Stinie Ie C, Sonunelsdijk. Wat een goeie
R.T.M. toch, hè? Gelukkig dat je de
kranten nog vond. Een klein briefje was
het toch niet. 't Was boordevol.
Corrie T., Sommelsdqk'. Waar had jij
een zeven voor? Ik begrijp niet goed
wat het was. Is de v. Palland ver weg?
Goed, dat je het papier maar volge-
maakt heb.
Bep V., Mididelhamis. Zonder geld
reizen is zéker fijn. In de regel kost rei
zen veel geld. Hoeveel violenzaad heb je
nog kunnen plukken? Waar gaat al dat
zaad heen?
Greetje T., Sonunelsdyk. De naam
van die kerk vind ik niet mooi. Jij wel?
Is het nü een Protestantse kerk? Die
trappen draaien toch niet, Greetje? Ik
denk dat jij almaar draaiend naar bo
ven ging en draaiend afdaalde. Waarom
zouden ze die 280 treden zo gebouwd
hebben?
Allemaal de brieven kon ik deze keer
nog niet afmaken. Ik hoop, dat de over
geblevenen niet boos op me zijn. Nu is
er nog een week in Juli, maar toch
luidt het bevel: Inzenden. Ik geef jul
lie volgende week vacantie. Is dat niet
leuk?
De hartelijke groeten en tot ziens in
de krant.
OOM KO.
20
DOOR H. NOORMAN
V
„Het is nu prachtig weer", merkte
de predikant op. „Wie weet, of U te
gen de zomer nog eens niet op het erf
loopt."
„De dokter geeft die hoop ook domi-
né. Ik zal er dankbaar voor zijn. Maar
als ik hier moet blijven liggen, is het
ook goed. De Heere weet wel, wat goed
Wor mij is."
Zij trok aan een koord in haar on
middellijke nabijheid.
„Ik weet niet, of er thee is. Maar an
ders wil dominé wel een glas melk?"
i,Ik sla het niet af, vrouw Mieras.
'k Heb dorst gekregen."
Even later verscheen de struise
öienstmaagd, die zorgde voor de uit
blinkende zindelijkheid op de boerderij.
„We zullen het er van hebben, domi
né", zeide zij opgewekt. „Maar thee is
er nog niet. Melk volop!"
„Een glas melk, Mina, is mij zeer
welkom."
De dienstbode haalde en bracht het
T'erlangde.
Opeens viel het oog van dominé
Westwoud op een radiotoestel in een
hoek van het vertrek.
„Hebt u radio gekregen?" vroeg hij
verbaasd.
„Ja, dominé. Ik luister naar het zie-
kenuurtje en naar een goede preek, nu
ik niet naar de kerk kan gaan. De baas
houdt anders niet van die nieuwighe
den. Maar verleden kwam er opeens een
man met een toestel, door de boer ge
kocht. Mijn man is goed voor mij, do
miné".
„Waarom zeide zij dat zo?" vroeg de
predikant zich af. Het klonk als het
ware verontschuldigend. Had de boerin
gemerkt, dat de dominé het gedrag van
de boer ietwat vreemd vond?
„U hebt een beste verzorging, vrouw
Mieras. En dat uw man goed voor u
is, kan ieder zien, die hier komt."
Er gleed een glimlach van voldoening
over het gelaat van de boerin, dat de
predikant altijd zo vredig had gezien.
Dan informeerde zij naar zijn huis
genoten.
„Alles wel, hoor zei dominé. Straks
wordt vermoedelijk ons gezin voor een
paar maanden vermeerderd." En op
haar verwonderde blik: „Mijn dochter
Mien, u weet welj de verpleegster in
Amsterdam, heeft onze hulp ingeroepen.
Een vriendin van haar, ook verpleegster
daar, is wat overwerkt en moet rust ne
men. Zeker is het nog niet, maar wel
waarschijnlijk, dat het meisje een paar
maanden bij ons komt, om op te knap
pen. En dan heeft Mien er nóg een doel
mede. Zij is een meisje „uit de wereld",
maar zij schijnt getrokken te worden
naar het licht. En nu hoopt Mien, dat
zij bij ons tot klaarheid komen zal. Wij
hopen het ook. En God mogehet
geven!"
„Het ware te wensen voor het kind.
Dat wordt dnikker thuis, dominé".
„Och, drukte zijn we gewoon, al was
het vroeger erger. Sinds Dolf in Am
sterdam is en Koert in Rotterdam is
het heel wat stiller. Dat zijn me twee
druktemakers. Berg je, als het vacantie
is! Dan is Willy heel en al de kluts
kvrijt", lachte hij.
„Willy is een lief meisje", zei de
boerin, „De verpleegster ken ik niet."
„Als zij met vacantie is, breng ik
haar eens mee hoor", beloofde dominé
Westwoud. „Dolf kan ook wel eens ko
men. Als aanstaand predikant is het
wel goed voor hem, met veel mensen
kennis te maken. Hij maakt het best
en vordert goed met de studdie."
„'t Is een voorrecht, een zoon te heb
ben, die dominé wordt", meende de
boerin.
„Dat is het, vrouw Mieras. 'k Had
Koert ook zo gaarne predikant gezien,
maar de jongen voelde er geen roeping
toe en zweert bij de handel. Vandaar,
dat hij op de Handelsschool in Rotter
dam is. 't Was voor mijn vrouw en mij
een hevige teleurstelling, maar er is
niets aan te doen. De jongen mocht
niet tegengewerkt."
„Meent U dat, dominé? Was die jon
gen niet ongehoorzaam?" vroeg de
boerin van de Val.
Zij bleek een en al belangstelling te
zijn. En het kwam de predikant voor,
dat de vraag meer dan gewone bete
kenis had, hoewel'hij dat niet verklaren
kon.
„Vindt u dat ongehoorzaam?" was
zijn wedervraag.
„'k Weet het niet. Je kunt met kin
deren van die heel moeilijke dingen
hebben", antwoordde de boerin.
„Maar dit lijkt me toch niet moeilgk,
vrouw Mieras. Wanneer is een jongen
ongehoorzaam? Als hij niet doet, wat
hem door vader of moeder bevolen
wordt. Maar u begrijpt toch wel leven
dig, dat ik Koert niet heb bevolen, pre
dikant te worden, hoe gaarne ik dat
ook gezien zou« hebben? Dat zou heel
dom van mij zijn geweest. Juist ge
schikt, om de bestaande goede verhou
ding grondig te bederven."
(Wordt Vervolgd)