CHR. WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG VOOR DE ZÜBD-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN Grepen uit het Parlementair Enquette Rapport liast van zenuwen? Uitslag verkiezing Goederëede Eiyvn Bureau; Prins Hendrikstraat 122c Middelhamis, Telef. 17, Giro 167930 Postbox 8. Telefoon Drukkerij 19 WOENSDAG 22 JUNI 1949 21ste JAARGANG No. 1829 Abonnementsprvjs 1.50 p. kwartaal Advertentieprijs 12 et. p. millimeter. Bij contract speciaal tarief. Het tweede deel is verschenen van de Parlementaire Enquêtecommissie. Het is een lijvig: boekdeel en het ge tuigt van een diepgaand onderzoek. Veel kunnen we van dit hoogst inte ressant werk wegens onze beperkte ruimte niet zeggen. In dit deel wordt ook het incident bij Venlo behandelt. Het feit komt kort sa mengevat hierop neer: „Donderdag 9 November 1939 zou een samenspreking plaats hebben tussen enkele Duitse offi cieren en twee officieren van de Engelse Inlichtingen dienst. De Engelse officie ren waren vergezeld door een officier van de Nederlandse Generale Staf luite nant Klop. De ontmoeting zou plaats vin den in een café op Nederlands gebied. Plotseling werd het gezelschap over vallen en op Duits gebied gesleept waar bij luitenant Klop zwaar werd gewond, aan welke verwonding hij spoedig is overleden. De Commissie heeft alles nauwkeurig onderzocht en het is haar gelukt de vuile methoden-van de Duitse Sicherheitsdienst in het licht te stellen. De conclusie van de Commissie komt hierop neer dat het incident te Venlo als een val tegen Nederland was bedoeld om onze Regering te compromitteren en de schijn te' wekken alsof onze neutraliteit niet bestond en we met Engeland samen werkten waarvan later de Duitsers ons land beschuldigden. De valsheid en onhoudbaarheid van deze beschuldiging is genoegzaam be kend. Het is goed, dat de Enquête Com missie door haar nauwkeurig onderzoek deze feiten aan het licht brengt. Wat de verantwoordelijkheid aangaat komt de Commissie tot de conclusie dat luitenant Klop niet met de nodige voorzichtigheid is opgetreden. Voor generaal Van Oorschot neemt de Commissie aan dat hem geen enkele blaam treft en de opperbevelhebber en de Regering hebben er zeer oppervlak kig of in het geheel geen kennis van genomen. Vertrek van het Prinselijk Paar. Omtrent het vertrek van het Prinse lijk Paar is de Commissie tot geen vol ledige klaarheid kunnen komen, door de tegenstrijdige verklaringen van de be trokken ministers. Zondag 12 Mei 1940 vertrok het Prinselijk Gezin uit 's-Gra- venhage in een gepantserde auto van de Nederlandse Bank. Het gezelschap zat in de geheel donkere wagen op stro. Het escorte werd gevormd door een wagen met mariniers en matrozen. Tijdens de overtocht met de Velserpont vlogen er Duitse vliegtuigen ^overheen. De Rege ring heeft blijkens het rapport géén be moeienis gehad met het vertrek van het Prinselijk Gezin. Alleen reeds vroeger had Prins Bemhard met de minister van Buitenlandse Zaken Van Kleffens een uitvoerige bespreking hierover gevoerd en ook de avond van het vertrek had deze bewindsman in een telegram uit Londen met grote nadruk er op aan gedrongen. Vertrek H.M. de Koningin. Ook ten opzichte van het vertrek van H.M. de Koningin is de Enquêtecommis sie gebleken dat de Regering van te vo ren geen maatregelen heeft getroffen. Uitsluitend gedurende de eerste oorlogs dagen is dit vertrek improvisatorisch door afzonderlijke leden van het Kabi net, waarbij minister Gerbrandy de meest besliste houding aannam ten uit voer gelegd. Tussen de Regering en het Koninklijke Huis bestond geen voldoen de contact en het zo hoog nodige op treden naar een van te voren opge maakt plan heeft ten enenmale ontbro ken. Maandag 13 Mei ongeveer 10 uur Vertrok de Koningin van het paleis Noordeinde. De bij het vertrek aanwezi gen moesten met de armen omhoog staan, omdat men niet zeker was of er zich ook Duitse parachutisten onder be vonden. Voorafgegaan door een militair es corte en gevolgd door een vrachtauto Wet mitrailleur reed men zonder bij zondere ontmoetingen naar Hoek van Holland. Daar lag een Britse torpedo jager, waarvan de commandant tegen de Koningin zeide: „Ik zal XJ\Ve Majes teit brengen waar Uwe Majesteit wenst heen te gaan." Onderwijl men bij een loods stond te wachten lieten Duitse vliegtuigen een bom neervallen, die aan de achterzijde van de loods neerkwam, zonder ongeluk ken te veroorzaJien. De torpedoboot voer dwars door een mijnenveld. Aanvanke lijk wilde de Koningin naar Breskens, maat door de radio vernam men dat deze haven reeds door de Duitsers was gebombardeerd. Daarop besloot men na enig overleg regelrecht naar Engeland te varen. De Commissie brengt hulde aan de Engelse marine, die onder moeilijke omstandig heden- zoveel heeft bijgedragen tot de evacuatie van H.M. de Koningin en het Prinselijke Gezin. Het bombardement van Rotterdam. Terwijl kolonel Scharroo onderhan delde vielen de Duitse bommen al op Rotterdam. Het rapport van de Enquête commissie behandelt uitrvoerig het verloop van de feiten en komt tot de conclusie dat het bombardement van Rotterdam niet te wijten is aan mindere besluitvaardigheid van Nederlandse zijde Indien de Duitsers het voornemen heb ben gehad het bombardement niet te doen doorgaan heeft de hunnerzijds daar toe getroffen regeling gefaald. Capitulatie. Ten opzichte van de capitulatie komt de Commissie tot de volgende conclusie: „Dat deze capitulatie onvermijdelijk was ten einde land en volk te sparen voor een onoverzienbare catastrophe, die mi litair beschouwd van geen betekenis zou zijn geweest." Onze Regering in Engelaaid gedurende de eerste maan den en de geschiedenis van Minister de Geer. Over de houding van onze Regering gedurende de eerste maanden van de oorlog, merkt de Commissie onder meer op, dat deze houding erg weifelachtig was en dat er geen vast beleid werd ge voerd waarin echter langzamerhand ver betering intrad. De houding van onze Regering was niet zo vast en doelbewust als ook voor het bezetgebied wenselijk en noodzake lijk moet worden geacht. Minister de Geer meende meermalen dat men zich met Duitsland moest verstaan, ja dat men met Duitsland tot een afzonderlijke vrede moest zien te geraken. Alle leden van het kabinet hebben dat als onuit voerbaar en onwenselijk scherp bestre den. Vooral na de oorlog om Londen kwam er meer en meer een vastberaden houding waartoe minister Gerbrandy niet weinig heeft bijgedragen en werd de mening door het gehele kabinet rnet uitzondering van minister de Geef ge huldigd dat men moest vol houden tot het bittere einde. Gevolg van een en an der was dat minister de Geer moest aftreden als minister-president, om te worden opgevolgd door minister Ger brandy. Uit alles blijkt, dat minister de Geer niet voor zijn taak was berekend en dat hij voorstander was om met Duitsland tot een accoord te komen. Over zijn vertrek uit Engeland, onder voorwendsel van een reis naar Indië te maken is de Commissie ook slecht te spreken en ze verbaast er zich over dat de andere leden van het kabinet niet meer pogingen in het werk hebben ge steld om hem, toen hij zich reeds in Lissabon bevond af te houden van zijn terugkeer naar Nederland. Waar deze kwestie ,bij het gevoerde proces uitvoerig is behandeld gaat de Commissie op de terugkeer van de Geer naar Nederland niet uitvoerig in. Bijna vergeten het gezag over te dragen aan generaal Win kelman. Hoe groot de verwarring voor het ver trek naar Engeland was kan wel hier uit blijken, dat de ÏRegering bijna heeft vergeten het gezag over te dragen aan generaal Winkelman. Ook over deze fei ten komt de ^Commissie niet tot een juiste conclusie omdat de verklaringen FRANSE PRESIDENT BEZOEKT ALGIERS. De president van de Franse republiek, Vincent Auriol, brengt op het ogenblik een bezoek aan Algiers. Wij zien hem hier, staande in de auto, terwijl hij over een der boulevards in Algiers rijdt. Hij maakt zich door deze reis zeer populair in Algerië. van de ministers soms lijnrecht met el kaar in strijd zijn. Ook hier blijkt dat alles overhaast en zonder vooraf be- i raamd plan is geschied en merkt de Commissie hierover op. ,,Ook al houdt men volkomen rekening met de uiterst moeilijke omstandigheden waaronder gc- I handeld moest worden dan is toch op de besluitvaardigheid van het kabinet cri- tiek gerechtvaardigd. Pas voor het aan boord gaan te Hoek van Holland is het besluit genomen. Slechts door een twee tal ministers, Steenberghe en Van Rhijn is het gezag aan generaal Winkelman overgedragen." Haar eindconclusie iii de ze Is: „Het mag thans wel als vast staande aangenomen worden, dat de R,e- gering als zodanig vóór haar vertrek geen besluit genomen heeft inzake de voortzetting van het gezag na haar ver trek. Er is de Commissie al evenmin ge bleken, dat het kabinet zicli van het vraagstuk op ernstige wijze rekenschap heeft gegeven door de verschillende mo gelijkheden (het regeringsgezag had bv. ook aan de Raad van State overgedra gen kunnen worden) tegen elkaar op te wegen. Men is kennelijk aan het pro bleem niet toegekomen. Een nalatigheid, die ernstige gevolgen zou kunnen heb ben gehad, indien de heren Steenberghe en Van Rhijn niet op eigen verantwoor delijkheid door een persoonlijke daad deze gevolgen hadden ondervangen. Hun komt daarvoor alle lof toe, aldus de en quêtecommissie. De lezing van het rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie is wei nig verheffend. 't Is treurig dat het gezegd moet wor den, gelukkig' evenwel, dat het geziegd mag worden en dat de Commissie de sluier oplicht óver de donkere gebeurte nissen van die zo veelbewogen dagen. ,Het is een triest relaas van verwarring en aarzeling. Van halfslachtigheid en onvoorbereidheid. Grote nalatigheid en onbegrijpelijke lichtvaardigheid komen openbaar. Het is een relaas van worste ling en ondergang. Slechts een heel en kele greep vermochten we te doen. Het is ontstellend hoe slecht alles was voorbereid. En wat werd er voor de, 10e Mei nief hoog van de toren geblazen. Het: „We zijn paraat", was schering en inslag. Maar toen het er op aan kwam waren we alles behalve paraat en grote verwarring heerste waar alle deugdelij ke voorbereiding had ontbroken. Mijnhatdt's Zenuwtabletten helpen U er overheen. De verkiezingen te Goederëede zijn jl. Vrijdag gehouden, zodat de uitslag daar van in ons vorig nummer niet meer kon worden opgenomen. Hier volgen de stemmen-cijfers: I4J8t 1: D. Goekoop 97 stemmen, A. den Eerzamen 63, J. Tanis Kz. 15, J. Tanis Jz. 51, C. v. Erkelens 17, D. Lui- me 6, D. Lokker 10, Jan Reedert 17, M. Troost 3, C. Soeteman 5 stemmen. Totaal 274 stemmen. (Lijst 1 had in 1946 294 stemmen, 3 zetels. Toen was J. Tanis Jz. met een aparte lijst uitgekomen en had 91 stem men met 1 zetel.) Lijst 2: C. J. Lodder 210 stemmen, D. Santifort 52, C. Westdijk 15, D. v. Gel der 36, P. Tanis 10 stemmen. Totaal 323 stemmen, 4 zetels. (Deze lijst had in 1946 247 stemmen met 3 zetels.) De enigste verandering die hier heeft plaats gehad is dus, dat de oude heer Tanis Jz., ofschoon hij tamelijk veel voorkeur-stemmen had op de lijst Goe koop, niet meer in de Raad vermocht te komen. Dê lijst Lodder heeft de heer D. V. Gelder er bij gekregen. Uitgebracht zijn in totaal 653 stem men, waarvan 29 blanco en onwaarde 27 stemmen. POST VOOR HET TBOEPENTRANS- PORTSCHIP „KOTA INTEN" Aan de opvarenden van het troepen- transportschip ,,Kota Inten" op weg van Indonesië naar Rotterdam kan te Port Said post uitgereikt worden mits deze uiterlijk 26 Juni op de bus wordt ge daan. ZBEPOST VOOR DE OVERZEESE GEBIEDSDELEN De opvarenden van de volgende sche pen kunnen post uitgereikt krijgen mits deze uiterlijk op de hieronder aangege ven data ter post zijn bezorgd: s.s. „Grote Beer" (naar Indonesië) uiterlijk posten 20 Juni a.s. m.s. „Delft" (naar Ned. Antillen) uiterlijk posten 29 Juni. m.s. „Schie" (naar Suriname) uiter lijk posten 29 Juni. Het m.s. „Bonaire" zal 24 Juni niet naar Suriname afvaren.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1949 | | pagina 1