De Jeugd der Geref. Gemeente op
Hemelvaartsdag tijeen
CHB. WEEKBLAD OP GEREFORMEEEDEN GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
Kent gij Goedereede en
Overflakkee
IIATI
n-niEiJi/s
Bureau: Prins Hendrikstraat 122c
Middelhamis, Telef. 17, Giro 167930
Postbox 8. Telefoon Drukkerij 19
WOENSDAG 1 JUNI 1949 21ste JAARGANG No. 1824
Abonnementsprijs 1.50 p. kwartaal
Advertentieprijs 12 et. p. millimeter.
Bij contract speciaal tarief.
In de naderende vacantietijd, welke
naar wg hopen begunstigd mag worden
door mooi weer, zullen als naar gewoon
te vele vreemdelingen ons eiland be
zoeken.
In verband hiermede komt het ons ge
wenst voor eens de aandacht te vesti
gen op die dingen welke op de verschil
lende dorpen waard zijn om eens van
nabij te bezien.
Het ligt nu in ons voornemen om van
elk dorp, de bijzonderheden, welke ons
bekend zijn, in korte trekken aan te dui
den, met de bedoeling om die lezers van
ons blad welke zich hiervoor interesse
ren de gelegenheid te geven aan ver
schillende bezoekers van hun dorp een
en ander aan te wijzen en te bespreken.
Weliswaar zijn er beschrijvingen van
Goedereede en Overflakkee, waarin vele
van de door ons bedoelde zaken be
schreven zijn, doch deze beschrijvingen
zijn niet geschikt om aan een dagjes
mens voor te leggen, teneinde daarin
een en ander na te speuren.
Wij willen dan beginnen met het
Oostelijk deel van het eiland en wel met
het dorp Ooltgensplaat, waarna van tijd
tot tijd de andere plaatsen aan de beurt
komen.
Van de vroegere militaire verster-
kingswerken zijn de meeste, tijdens de
bezetting van ons land, door de Duit
sers gesloopt. Alleen het Fort „Prins
Frederik" nabij het Volkerak gelegen,
is gebleven.
De oude inundatiewal, daterende van
1809 (volgens een oudere memorie van
1799) werd eveneens door de Duitsers
geslecht. Ter herinnering aan voorbije
dagen zijn daar nu wandelpaden ge
maakt.
Zeer de aandacht trekkend is het in
1616 gebouwde Raadhuis, onder leiding
van de architect „Melchlor van Parpar."
Dit gebouw heeft boven de Waag, een
opschrift, vermeldende de tijd van het
begin van den bouw. In 1839 vond een
inwendige verbouwing plaats en werden
de buitenmuren van nieuwe ramen voor
zien.
Juist voor het begin van de oorlog
19401945 kwam de laatste restaura
tie, onder leiding van de architect „A.
V. Essen" van Voorburg gereed, waar
door het gebouw thans zowel wat ex
terieur als interieur betreft een schoon
geheel vormt.
In de kamer van de secretaris zagen
wij een, in Ujst gevatte, Ordonnantie
van de Hoge Raad van Adel, betreffen
de het Wapen van Ooltgensplaat, welke
de volgende inhoud heeft:
De Hooge Raad van Adel, gebruik
makende van de magt aan denzelven
verleend, bij besluit van den 20sten Fe
bruari 1816, bevestigt bij dezen de Ge
meente Ooltgensplaat ingevolge het door
haar gedaan verzoek, in het bezit van
het navolgende Wapen;
Zijnde van Lazuur beladen met een
Schip van Goud zeilende tegens een
plaat of zandbank op een Zee van Sy-
noplen in ZUver, en Chaf van Goud
beladen met drie banden van Keel.
Gedaan in 's-Gravenhage den 24sten
Julij 1816.
Ter Ordonnantie van den Hoogen
Raad.
de Wacker van Zon
Secretaris.
Tegenover het Raadhuis wijzen de
overgebleven funderingen u de plaats
Waar voorheen het alombekendé „Hotel
Hobbel" stond. Hier was, in de naar de
haven gekeerde zijgevel, een kanonsko
gel te zien welke, tijdens de oorlog met
Spanje, naar die plaats werd afge
schoten.
De Voorstraat ingaande vanaf het
Raadhuis,'treft men aan de rechterkant
een zeer oude woning, in welks voorge
vel, een zinnebeeldige figuur is aange
bracht, voorstellend een Schaap, staan
de op de rug van een Wolf. Hieronder
leest men:
Wie 't verstaet
't Goed gaet boven 't quaed.
Aan de linkerzijde van de Voorstraat
treft men twee Bakkerijen en twee Sme
derijen, waarin reeds geslachten hun
bedrijf uitoefenden.
Waar de Voorstraat eindigt staat de
Ned. Herv. Kerk. Vóór de kerkhervor
ming was dit gebouw gewijd aan de H.
Odulphus, Priester ten tijde van Bis
schop Frederik, Kannunnink te Utrecht.
De kansel en de betimmering van de
kerkeraadsbanken zijn in oud eikenhout,
vol lofwerk, uitgevoerd en een prachtig
voorbeeld van Beeldhouwkunst.
Op een der schone eikentakken van de
kansel, rust de Bijbel, met het onder
schrift: „Pondus-Grave", dit wijst op
het plechtige en gewichtige van Gods
Woord.
Op de middelste koperen Lampen-
kroon is het Wapen van het geslacht der
van Aersens, van Sommelsdijk, weleer
ook in het bezit van St. Adolphusland
en de Ambachtsheerlijkheid van Oolt
gensplaat, nog zichtbaar.
Naast de ingang van de kerk is de
begraafplaats ingang. De gracht welke
voorheen deze begraafplaats omgaf is
thans gedempt.
Op de stenen palen waaraan de toe-
gangspoÜten hangen zijn opschriften
aangebracht. Links staat ,,Adam" en
rechts „Christus." Zeer waarschijnlijk
verwijzen deze opschriften naar het
Paulus woord van Rom. 5 de verzen 17
t.m. 19.
In de nabijheid van de Tramhalte
staat een eenvoudig Wijkgebouw van
Het Groene Kruis.
Aan het zgTi. Weespad staan een rij
eenvoudige huisjes van de Diaconie der
Ned. Herv. Kerk. Dit complex van wo
ningen noemt men „Doeltje". Deze wo
ningen werden in 1877 gebouwd.
Aan de Zuid-Achterweg vindt men
het kerkgebouw der Gereformeerden. Op
een in de gevel aangebrachte cement-
ylakte staat te lezen: De eerste steen
van dit gebouw is gelegen door Lena
Arentje de Ruyter Ld., den 17e Octo
ber 1889.
Aan het eind van de Molendijk staat
een oude Windmolen, welke in zeer de
solate toestand verkeerd en kennelijke
tekenen vertoont van de beschietingen
gedurende de bezettingstijd.
Naar wij vernemen werd door een
daartoe bevoegde instantie verboden de
molen te slopen. Wellicht zal deze t.z.t.
worden gerestaureerd hetgeen een mooi
cachet zou geven aan de omgeving.
Het dorp, dat door Inundatie, gedu
rende de bezettingstijd, wel zeer getrof
fen werd, krijgt langzamerhand weer
een goed aanzien.
Een 40-tal in aanbouw zijnde wonin
gen, aan de Langeweg zal, na gereed
komen, enigermate voorzien in de ook
hier heersende woningnood.
Volgende keer iets over een ander
dorp.
M.
C. M.
DE EERSTE VBEDES-
CONFERENTIE
Het is vijftig jaar geleden, datde
Staatslieden der wereld op de eerste
vredesconferentie samenkwamen om te
confereren. Dit feit heeft men in den
Haag herdacht.
Plechtig herdacht zelfs in de Ridder
zaal. Met muziek gevierd. En de her
denking met het Wilhelmus besloten.
Waar men het Wilhelmus al niet voor
gebruikt! Zelfs voor de herdenking van
de eerste Vredesconferentie. Waarvan
het volk sprak als van een wassen neus.
Waarvan het laconiek opmerkte: „Nu
zullen de oorlogen maar eerst recht be
ginnen." „Spreken over vrede is een goe-
Op Hemelvaartsdag kwamen de Jon-
gelings- en Meisjesverenigingen der Ger.
Gemeenten van Flakkee in het kerkge
bouw te Middelhamis in Ringverband
bijeen.
Te 3 uur opende de voorzitter van de
Ring, de heer Th. de Waal te Middelhar-
nis de bijeenkomst met het laten zingen
van de Eerste berijming van de Geloofs
belijdenis. Gelezen werd Handelingen 2.
Ouderling M. v. d. Boom sprak, na het
gebed een openingswoord, waarin hij
wees op de ernst der tijden, de zuig
kracht van de wereld, die de jeugd zoekt
op te slokken en achtte het groot, dat
nog zovelen lust hadden tot onderzoek
van Gods Woord en zich onder de Waar
heid wilden begeven. Hij wees op de
noodzakelijkheid van de wedergeboorte,
waartoe Gods Geest zich aan het on
derzoek van Zijn Getuigenis mocht
paren.
Hierna hield vr. Han Beversluis een
goed gefundeerde inleiding over Hande
lingen 2, de uitstorting des Heiligen
Geestes op den Pinksterdag. Hiermede
was men de Heilsfeiten van het kerl<e-
lijk^jaar wel vooruit, maar reeds drie
malen achtereen was over Hemelvaarts
dag gerefereerd, waarom nu dit onder
werp werd gekozen, wat zo nauw met
Hemelvaartsdag in verband staat. Er
volgde een zeer leerzame bespreking,
terwijl de inleider zijn onderwerp prima
had bestudeerd en de vraagstellers de
gelijk van antwoord wist te dienen.
Om 5 uur had men een gezamenlijke
koffiemaaltijd in een der lokalen van de
Chr. School te Sommelsdijk, waaraan
ongeveer 200 jongelui deelnamen. In
volmaakte orde had alles zijn verloop.
In de avondvergadering, die om 7 uur
begon, refereerde de Weled. Heer J. L.
Geluk, Hoofd van de Ger. Gemeente
school te Tholen over het onderwerp
Verbond en Verantwoordelijkheid.
Meerdere ouderen waren opgekomen
om deze lezing bij te wonen. De voorz.
zeide in zijn welkomstwoord, dat de leer
der Verbonden in deze tijd wel bijzon
der in het brandptmt der belangstelling
staat. Er wordt echter z.i. meer over de
Verbonden geschreven en gediscussieerd
dan er werkelijk uit geleefd wordt. De
Geref. Gemeente wordt vaak in de schoe
nen geschoven, dat zij door hun stellin
gen, de verantwoording van de mens af
schuiven; gezien de titel verwachtte spr.
da,t juist op de verantwoordelijkheid de
nadruk zou wórden gelegd.
De heer Geluk
begon met te zeggen, dat hij zich be
wust was dat vanavond een zware taak
op zijn schouders lag, om dit onder
werp enigszins tot zijn recht te brengen.
Een lange theologische scholing is nodig
om dit onderwerp naar zijn juiste waar
de te belichten. Spr. is geen theoloog,
maar schoolmeester, hij ziet echter de
noodzakeUjkheid er zo zeer van in, dat
hij niet wilde nalaten, om aan het ver
zoek tot een uiteenzetting, gehoor te
geven. Voor de Ring Zeeland heeft hij
het eveneens behandeld en daartoe
schetsen gemaakt, die op de verenigin
gen in een 8 a 10-tal inleidingen kun
nen worden doorgenomen. Deze schetsen
zijn samengesteld uit de Dogmatiek van
Ds G. H. Kersten, die hij kort voor zijn
dood heeft beëindigd en de Gemeenten
heeft nagelaten.
In kort bestek beziet spr. dan achter
eenvolgens: 1. De leer der Verbonden
in 't Algemeen; 2. Het Werkverbond; 3.
Het Verbond der genade van eeuwig
heid; 4. Het Verbond der genade in de
tijd; 5. De verantwoordelijkheid. Frag
mentarisch zullen we er iets van weer
geven.
De leer der Verbonden, aldus spr. is
van zeer grote betekenis. Comrie zegt in
zijn Examen van tolerantie: „Uit het
recht begrip van Gods Verbond met de
mens kunnen alle ketterijen, die de grond
der zaligheid bestrijden, wederlegt
worden."
Augustinus handelde reeds over de
verbonden in zijn strijd tegen Pelagius. In
de tijd der Hervorming hielden Calvijn,
Zwingli, Ursinus, Olevianus, Gomarus
enz. er zich mee bezig. Coccejus (hoog
leraar te Praneker, tijdgenoot van Voe-
tius) was het, die de leer der Verbonden
de gelegenheid om zich op de oorlog
voor te bereiden." De practijk van Hit
ler. Niemand sprak meer van vrede, dan
hij, maar niemand bereidde zich meer
voor op de oorlog dan hij.
En zo is het ook gegaan. Ternauwer
nood zijn de staatslieden van de Vredes
conferentie thuis gekomen of de oorlog
breekt los. De Transvaalse oorlog van
1899—1902.
Sedert de eerste vredesconferentie is
het steeds erger geworden. Zonder volle
dig te zijn. De Russische-Japanse oor
log; de oorlog van Italië tegen Turkije.
Het wapengekletter van de keizer van
Duitsland. De eerste wereldoorlog, de
oorlog van Italië tegen Abessinië en dan
de tweede wereldoorlog. Aan de vredes
conferentie werd niet gedacht, de door
haar in het leven geroepen organen, zo
als het Hof van Arbitrage liet men aan
zijn plaats.
Evenzo de Volkenbond. Ook dit li
chaam, waarvoor zelfs Christenen hoge
verering hadden kon de oorlogen niet
vooi'komen. En.nu? De Verenigde Na
ties? Och, wat een teleurstelling! Poli
tiek van laag allooi en macht boven
recht. We hebben het maar al te zeer
ten opzichte van Indonesië aan den lijve
ondervonden. En dan herdenkt men de
Volkenbond. Mannen van naam en
staatslieden van betekenis hebben daar
aan meegedaan. En de lof gezongen van
het internationaal recht waarvan de
eerste Vredesconferentie een voorberei
ding was. „Ook na de laatste oorlog la
gebleken, dat de wereld het niet zonder
een gemeenschappelijke internationale
kan stellen; het werk van de Volken
bond is voortgezet in de Ver. Naties."
Zo sprak de feestredenaar Prof. Jhr mr
Van Eysinga. Zouden de hoge heren el
kaar aangekeken hebben, of behoort dit
nu eenmaal in de vergaderingen van de
voomaamsten der wereld.
Doen alsof en de feiten niet kunnen,
of niet willen zien. In spijt ook van de
ruzie en het gekrakeel van de Verenig
de Naties.
in discrediet bracht. Hij maakte het ver
bond los van Gods raad.
Vervolgens bezag spr. de naam in het
O. Test. „Berith" en in het N. Test.:
Diathèké, en zette de betekenis uiteen.
Steeds moet er op gelet, dat het een
souvereine beschikking Gods is en ge
tuigt van Zijn nederbuigende goedheid.
De Verbonden worden onderscheiden
in 1. Werkverbond. Gen. 2 16; Hosea
6 7 en Verbond der Genade. Dit zijn de
twee verbonden, die gaan over men
sen eeuwige staat. Het verbond der al
gemene genade Gen. 6 18 en het Ver
bond van dag en nacht Jer. 33 20 laat
spr. op dat moment buiten beschouwing.
Beziende het Verbond der Werken
zegt spr. dat dit vrijvrillig gesloten
werd, belofte en bedreiging inhoudende.
Niet een zeker wijze van voorstelling,
maar een zuivere verbondssluiting en
daardoor ook een zuivere verbondsbre
king. De verschillende dwalingen daar
over worden kort onder de loupe ge
nomen.
Hebben wij nog te maken met dit ver
broken Werkverbond vraagt spr. Daar
komt juist onze verantwoorde-
1 ij k h e i d in uit. Het is wel verbroken
in kracht, maar niet in zijn eis. De
Heere komt er op terug. Gods eis tot
volmaakte gehoorzaamheid rust onver
zwakt op ieder mens en is bekrachtigd
door de straf des doods.
Spr. komt dan tot het Verbond der
Verlossing. Dit verbond draagt ook wel
de naam Raad des Vredes, Verbond der
genade van eeuwigheid. Drie benamin
gen voor één en hetzelfde Verbond. Ps.
2 7, 8; Zach. 6:3; Luc. 22 29; De par
tijen in dit Verbond zijn God drieënig,
handelend in de persoon des Vaders en
2e: Christus, representerende de uitver
korenen, als knecht des Vaders. De Ver
bondsonderhandeling ligt in de verkie
zing, waarin Christus als hun Verbonds
hoofd de gepraedestineerden ter zalig
heid representeert. Wat werd van Chris
tus geëist vraagt spr. Ten Ie Het dra
gen van de vloek der Wet en 2e vol
maakte gehoorzaamheid aan de wet. De
weder-eis van Christus was, wat de
Vader Hem beloofde, nl. de «uitverkore
nen tot Zijn erfdeel; Zijn verheerlijking
(Zie voor vervolg pag. 2 Ie kolom.)