IS RUILVERKAVELING OP FLAKKEE
MOGELIJK
CHB. WEEKBLAD OF GEBEFORMEEBDEN GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
liast Tan zennxren?
EIIAIIDEtl-IIIEUWS
Bureau: Prins Hendrikstraat 122c
Middelhamis, Telef. 17, Giro 167930
Postbox 8. Telefoon Drukkerg 19
WOENSDAG 25 MEI 1949 21ste JAARGANG No. 1822
Abonnementspr^'s 1.50 p. kwartaal
AdvertentieprQS 12 et. p. nliUimeter.
Bij contract speciaal tarief.
HONGERSTAKING
Hongerstaking is met opzet voedsel
te weigeren om zijn zin door te draven.
In de laatste vtjf en twintig jaren is er
gedurig gewag van gemaakt.
Wie het woord hongerstaking noemt
denkt onwillekeurig aan Gandhi, de man
uit Brits-Indië, die het gedurig in prak
tik bracht om van Engeland concessies
af te dwingen op de weg naar gehele
vrijheid en onafhankelqkheid van Brits-
Indië. Ook in de strijd voor de onafhan-
kel^jkheid van Ierland is door de Ierse
nationalisten van het wapen der honger
staking gebruik gemaakt. Ook hebben
gevangenen het wel in toepassing ge
bracht om verbeteringen te verkrijgen,
of een protest te doen uitgaan tegen
maatregelen die ze veranderd wilden
hebben.
Deze manier van optreden is altijd te
veroordelen. Het ia in strgd met liet
zesde gebod en het is een vorm van
doodslag die door God verboden is.
Een Christen kan en mag nooit tot
zo'n middel zijn toevlucht nemen. Dat
het middel en in Brits-Indië en in de
Ierse kwestie en in andere individuele
gevallen enigzins succes heeft gehad is
een beeld van onze decadente tgd, waar
in inplaata van krachtig sregeringsbeleld
een zwakheid wordt vertoond en een
naar de ogen zien van personen, richtin
gen en stromingen uit een te ver door
gevoerde en daarom verderfelijke demo
cratie.
Wie tot dit middel uit politieke mo
tieven zijn toevlucht neemt moet er ook
zelf de gevolgen van dragen.
Zo heeft men in ons land ook iemand,
die in hongerstaking is gegaan.
Het is de oud-gouvemeur van Suma
tra's Oostkust de heer van Suchtelen.
Het motief van zijn daad is de hou
ding van onze Regering tegenover de
Indische kvrestie.
Zijn hongerstaking is een protest daar
tegen.
De heer van Suchtelen wil protesteren
tegen het noodlottig beleid van onze Re
gering.
Een beleid, dat al vier jaren duurt en
dat de noodlottigste gevolgen met zich
meebrengt.
Daartegen wil hij een daad stellen.
Door die daad wil hij protesteren en
door die daad wil hij de aandacht van
Regering en volk vestigen op het ver
keerde beleid in Indië.
Die daad is het gaan in hongerstaking.
Afkeuringswaardig en tot onvrucht
baarheid gedoemd. En bovenal zonde
voor de Heere.
Een overtreding van Gods gebod.
„VAN EEN MDLIJOEN"
De Commissie van goede diensten is
ingesteld door de Verenigde Naties om
behulpzaam te zijn bij de oplossing van
de Indische kwestie.
De lezer kent de toestand. De Ver
enigde Naties mengen zich ten onrechte
in de zuiver interne Nederlandse kwes
tie. Oorspronkelijk bedoeld als advise
rend college heeft het gaandeweg een
heersende positie ingenomen.
Allereerst had de Verenigde Natie
niets te maken met deze kwestie en
miste deze tweede Volkenbond het recht
om ons een zodanige commissie op te
'dringen. Onze staatslieden niet alleen,
maar een groot aantal experts- van het
verre Oosten hadden allerminst behoefte
aan voorlichting. Als het gaat om ken
nis van het verre Oosten in het alge
meen en van Indonesië in het bijzonder
hebben we geen voorlichting van andere
landen nodig.
Ons land had voor een partijdige en
bevooroordeelde wereld zich met onze
zaken in Indië bemoeide de bewondering
van de gehele wereld voor wat het
kleine Nederland in Indië wist te pres
teren. In dat opzicht konden de volke
ren bij ons in de leer. De Verenigde Na
ties benoemde evenwel een Commissie
van goede diensten". De volksmond
heeft er zeker niet ten onrechte van ge
maakt Commissie van goede (Ver)diens
ten, of ook wel „Commissie van goede
dagen".
Veel plezier hebben we van die Com
missie niet gehad. Uiterst partijdig ble
ken vaak him publicaties en beslissin
gen. En toch moeten wg die Commissie
betalen. „Wie benoemt, moet betalen",
zou men zo denken. Btj een benoemings
recht past een betalingsplicht. Niet alzo
de Verenigde Naties. Voor reis en ver-
blgfkosten van de leden van deze com
missie moet maar eventjes door onze
Regering een millioen worden neerge
teld. Hier zou passen „Geen man en
geen cent".
De Commissie aanvaarden was een
primaire fout, de Commissie, ten on
rechte opgedragen commissie betalen is
een grote dwaasheid.
Helaas van verzet blijkt niet^. Onze
Regering zal wel betalen.
Vreemden heersen over ons niet alleen
maar we moeten het zelf ook nog beta
len. Inderdaad met de behandeling van de
Indische kwestie behaalt onze Regering
geen eer maar wel schande.
Mijahaxdt's Zenuwtabletteo
helpen U er overheen.
ZEEPOST NAAB INDONESIË.
Op 31 Mei a.s. vertrekt het s.s. „Rem-
pang" naar Indonesië. Met dit schip kan
zeepost worden meegezonden. De cor
respondentie moet daarvoor uiterlgk 29
Mei ter post zijn bezorgd.
Z.K.H. PRINS BERNHARD
NAAR CANADA
Zigne Koninkigke Hoogheid Prins
Bemhard zal op Zondag 29 Mei a.s. in
zgn functie van Commissaris der KLM.,
de eerste vlucht van de nieuwe KLÜ.-
lyn op Canada meemaken. Z.K.H. zal
worden vergezeld van zijn adjudant Ma
joor Geertsema en Kapt-vlieger G. Son-
derman. Deze reis zal de eerste zgn,
welke de Prins na de oorlog naar het
Westelgk halfrond maakt.
Tevens kan worden gemeld, dat het
in het voornemen van Z.K.H. ligt om
in de herfst van dit jaar een bezoek aan
Suriname en de Nederlandse Antillen te
brengen.
Aan de eerste vlucht naar Montreal
zullen behalve Z.K.H. Prins Bemhard
ook deelnemen de Ambassadeur van
Canada in Nederland, Zijne Exc. P. Du-
puy, Dr A. Plesman, President-Direc
teur der K.L.M. en de heer J. W; F.
Backer, Directeur-Generaal van de
Rgksluchtvaartdienst.
------O-------
INTERNATIONALE PHILATELISTI-
SCHE EN POSTHISTORISCHB
TENTOONSTELUNGEN
Het Staatsbedrijf der PTT zal, in sa
menwerking met het Nederlandse Post-
museum deelnemen aan de Internatio
nale Philatelistische en posthistorische
tentoonstellingen, welke van 1-12 Juni
a.s. te Parijs en van 110 Juli te Brus
sel zullen worden gehouden.
Donderdagavond hield de "Vereniging
van Oud-leerlingen voor Landbouwon
derwijs op Flakkee „Excelsior" haar
jaarvergadering in Hotel Spee te Som-
melsdijk.
De voorzitter A. H. Mtjs opende. Spr.
zeide, dat het bestuur niet voldaan was,
omdat zij geen kans ziet om de jonge
boeren bij elkaar te kiijgen. Het bezoek
aan de vergaderingen is beslist onvol
doende. Wij, jongeren, moeten tenslotte
de oudere landbouwers opvolgen en al
leen de school is dan niet genoeg. Wan
neer we een toneelst»^ opvoeren met
bal na dan trekken we wel volle zalen.
Dit laatste is allemaal wel letik en aar
dig, doch dit is niet de zaak waar het
omgaat. We zien nu weer een paar af
gestudeerden, de zgn. biggen, maar ze
zijn er lang niet allemaal. Dit moet dan
ook veranderen. Vervolgens ging de
spreker in op de bestuursverkiezing in
verband met het periodiek aftreden van
de heren T. v. Vugt en P. v. Strien,
welke zich niet herkiesbaar stellen.
Van Vugt is niet aanwezig door bij
zondere omstandigheden en dat vinden
we zeer jammer, vooral omdat hij deze
functie lang heeft kuimen waarnemen.
P. van Strien heeft grote plannen en
gaat vermoedelijk Nederland verlaten.
Niemand van jullie weet wat hij voor
onze vereniging heeft gedaan. Het zal
dan ook een moeilijke tsiak worden voor
zijn opvolger om deze even goed te ver
richten. Wat er voor goeds is gebeurd,
is voor het grootste gedeelte te danken
aan jou en dit heb je tenslotte gedaan
in je eigen vrije tijd. Ik spreek dan ook
de wens uit, aldus spreker, dat ze je,
waar je ook terecht moogt komen, even
gauw in de gaten mogen krijgen als
hier.
Uit het jaarverslag blijkt vervolgens
dat de vereniging bestaat uit 174 leden
en 21 donateurs, bij het eerstgenoemde
aantal is ook inbegrepen de in Indië
vertoevende militairen. In het afgelopen
jaar werd op de Landbouwtentoonstel-
ling een stand gemaakt, waar we trots
op mogen wezen.
Door gebrek aan deelname kon de ex
cursie naar Walcheren geen doorgang
hebben, wel werd een bezoek gebracht
aan de Trekpaardententoonstelling te
's-Hertogenbosch.
Besloten werd om de contributie in
het komende seizoen op 3.te hand
haven. In de commissie tot het nazien
der rekening 1949 werden benoemd de
heren B. de Lindt en J. Mastenbroek.
Al?-bestuursleden werden gekozen de
heren D. de Bonte en C. van Strien. De
laatste aanvaardde echter zijn benoe
ming niet. Bij de nieuwe stemming werd
de heer H. Struijk benoemd.
Ook dit jaar nl. op 15 Juli, is. men
van plan een bezoek te brengen aan de
Trekpaardententoonstelling te 's Her-
togenbosch, terwijl men in de tweede
helft van Juli de bloemenveiling te
Aalsmeer en het Waterbouwkundig
Laboratorlimi van de Technische Hoge
school te Delft met een bezoek hoopt
te vereren.
Ruilverkaveling.
De heer den Eerzamen, hoofd der
Landbouwschool, hield vervolgens een
inleiding over het onderwerp: Ruilver
kaveling.
Het is een algemeen bekend feit, al
dus spreker, dat er in Nederland in ver
schillende streken een grote versnippe
ring bestaat. Deze toestanden zijn ont
staan door onoordeelkundige lieden. De
ze versnipperingen bestaan echter niet
in de latere gronden. In deze gevallen
stond de doelmatigheid van deze ver
kaveling op de voorgrond, b.v. in de
veenkoloniën.
Deze versnippering is in drie verschil
lende tijdperken te verdelen:
1. De boerderijen, die liggen aan de
oude dijkdorpen.
2. De boerderijen, die liggen aan
bochtige wegen en sloten.
3. De zgn. Esdorpen.
De boerderijen langs de dijk liggen
loodrecht op die dijk en zijn dan ook
kilometers diep.
Bij een vererving werd dit in bv. 4
stukken verdeeld en tenslotte ontston
den er dan stroken van 8 tot 12 meter
breed en 10 km diep. Deze verdeling was
natuurlijk zeer rechtvaardig, want nu
kreeg een ieder slechte en goede gron
den, doch niet erg doelmatig. Het bij es-
dorpen of brinkdorpen ontstane bouw
land was gemeenschappelijk bezit. Dit
land werd dan verdeeld onder de bewo
ners, doch na enkele jaren was dit land
uitgeteerd en nam men een ander stuk
grond, vandaar dat de grond hier zo
verspreid lag..
Aan deze toestand zijn veel nadelen
verbonden, o.a.:
1. Tijdverlies, want dan moest men
hier wezen en dan daar. Neem
hier als voorbeeld Ouddorp.
2. Warmeer die percelen zo klein
Zfln, heeft men ook veel omland.
3. De ontwatering is zeer slecht,
omdat men deze moest voeren
over andersmans land en dat wil
meestal de buurman niet.
Bovendien is hét gebruik van machi"
nes niet mogeligk. Veel komt ook voor
het probleem van uitwegen en daardoor
ontstaat ook weer landverlies. Bjj een
normale verkaveling heeft men ten
hoogst© 3% landverlies, doch in de door
mij genoemde gevallen soms wel 20%.
In vele gevallen wordt dikwijls het land
verkeerd in cultuur gebracht, o.a. door
weiland veel te hooien en weinig te wei
den, omdat men geen plaats heeft voor
afheining. Vrg in het zaaien is men ook
niet. Neem hier als voorbeeld rogge met
zön kruisbestuiving en pootaardappelen
welke gekeurd moeten worden.
-- In dit alles is echter verbetering te
brengen door middel van ruilverkave
ling; d.i. het land opnieuw te verdelen
en de wegen en sloten eventueel om te
leggen. Hierin hebben echter alleen de
eigenaars een stem dus niet de pach
ters, daarom is er in 1910 het Koninklijk
Landbouwcomité opgericht, hetwelk zich
ten doel stelt hierin verbetering te
brengen.
Nadat dit comité een plan had be
dacht, legde zij dit voor aan de rege
ring. Het antwoord was echter: „De
landbouw is -hiervoor nog niet rijp." In
aansluiting hierop heeft de regering aan
de Nederlandse Heide Mij een subsidie
verstrekt om voor dit doel propaganda
te maken, ja, deze Mij heeft zelfs vrg-
willige ruilverkaveling bevorderd. Zo
iets moet uiteindelijk niet van hoger
hand wórden opgelegd.
Op Ameland heeft men zo'n ruilver
kaveling toegepast op 269 percelen, die
totaal 12.79.47 ha grond bevatte. Na de
ruilverkaveling waren het maar slechts
5 percelen meer. Een andere eigenaar
van 35'percelen bevattende 1.52.93 ha
land, heeft deze verminderd tot 2 per
celen over dezelfde oppervlakte.
Een ander geval. In Zuid-Laren lag
150 ha goede bouwgrond. Door de slech
te afwatering kon dit niet in cultuur
worden gebracht. Dit was echter door
ruilverkaveling te verhelpen. Een eige
naar wilde geen medewerking verlenen
en de zaak ging niet door.
Eerst in 1924 kwam er een wet tot
stand voor ruilverkaveling en deze werd
in 1938 gewijzigd.
(Vervolg pag. 2 Ie kolom onderaan)
ONDBRPLOEGEN EN GROEN-
MAAIEN VAN GRAANGEWASSEN
Telers, die na de Mei-inventarisatie
1949, overgaan tot onderploegen of
groenmaaien van tarwe, rogge, gerstj
haver en/of gemengd graangras ztji>
verplicht, door middel van bij de P.B.H,
verkrijgbare formulieren, hiervan aan
hen schriftelijke mededeling te doen on
der vermelding van het gewas, hetwelk
werd ondergeploegd of groengemaaidj
alsmede onder opgave VEin de desbetref
fende oppervlakte.
Deze verplichting geldt niet indien
door de telers van het desbetreffende
gewas voor de oogst 1949 in totaal niet
meer dan 50 are werd verbouwd.
Indien aan dit voorschrift niet wordt
voldaan, zullen de leveringsverplichtin
gen te zijner tijd gebaseerd worden gp
de oorspronkelijk uitgezaaide en bij de
inventarisatie opgegeven oppervlakten.
GRINTZEMELEN INPLAATS VAN
MENGVOEDER
Aan paardenhouders kan, op verzoek
inplaats van mengvoeder, ten behoeve
van hengsten door de P.B.H, grintzeme-
len worden toegewezen.
Voor de aldus toe te vrfjzen hoeveel
heid grintzemelen dient een gelijke waar
de aan mengvoeders niet opdruk „Meng
voeder I" bij de P.B.H, te worden inge
leverd.
Ten behoeve van paarden, waarvan
aangetoond kan worden, dat zij in Juni
aan de in 's-Hertogenbosch te houden
Nationale Trekpaardententoonstelling
deelnemen, kan, op aanvrage, door dé
P.B.H, een extra toewijzing van 100 kg
grintzemelen per paard worden ver
strekt. -