X
X
X|'
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
n
X
X
X
X
X
X
KINDERHOEKJE
r
DE BOERDERIJ
AAN DE VAL
Lagere Landbouwschool
te SoHiznelsdijk
Een oud slot uit 1622
,/De l^oefdérij aan de Val"
flSRSiiillllll
■Zaterdag 23 April 1949
„E I L A N D E N - N IE U W S"
Bladz. 3
Iter
Iten
lal-
pg-
ftig
Int-
\A7,
lan
J be
leen
Ike-
Lla-
|aar
fi
ling
lijkt
te
Jhet
((in-
in.
IXl
fe IS
Pe
ge
van
Idrijf
lituni
zijn
van
eren.
srant
leer
Ëves-
als
en
had
ter")
kaast
1
2
3
4
JS
7
;8
9
10
11
12
13
14
15
16
18
19
20
21
22
Beste jongens en meisjes!
Jullie .vacantie is weer zó achter de
rug. Straks begint het gewone leven
weer. Er is straks weer wel stof om
jullie brief vol te krijgen.
Ik ga nu maar eerst begiimen aan
het
ie APRIL-BAADSEL:
1. aartsvader. 2.
verspieder die een
goed gerucht voort
bracht. 3. aanvoer
der in Debora's tijd
(Richteren.) 4. op
volger van Elia. 5.
schoonmoeder van
Ruth. 6. profetes
(2 Kron'. 34.) 7.
zoon van Achim
(Matth. 1.) 8. rich
ter waa.rvan niet
veel beschreven
staat. 9. koning
van Israël die Je-
robeams huis uit
roeide. 10 zoon
van Jacob. 11. de
is wel groot,
maar de arbeiders
zijn weinige. 12.
gesternte. 13. heeft
de tegenwoordige
■wereld lief gekre
gen (2 Tim. 4.) 14.
was eerst, schaap
herder en toen ko
ning. 15. koning
der Moabieten in
de Richterentijd.
16. één der ver
woeste steden in
Lots tijd. 17. Evan
geliebeschrijver. IS
plaats waar een
waarzegster woon
de in Sauls tijd. 19. koningin, door
-Ahasveros (zie boek Ester) verstoten
(zonder h). 20. maar dezeide tot
de vrouwen: vreest gijlieden niet. 21.
prediker der gerechtigheid. 22. heeft Da-'
vid gevloekt.
Op de kruisjeslijn, van boveii naar be
neden, komt een gezegde van dp Heere
Jezus te staan (Johannes 6).
Dit raadsel werd ingezonden door
Gili Franke, Dirksland.
ISTu zal ik proberen door de* brieven
heen te komen.
Wim B., MlddeUicrnis. Ik kan het je
niet kwalijk nemen, Wim. Straks zal je
wel weten wat je te doen staat. Toch...
een jongen, die met zulke cijfers slaagt,
zal het bestklaarspelen. Ik hoor nog
weleens wat van je, hè?
Nel en Lies H., Ouddorp. Nee maar,
na zo'n brief, wie zoekt er dan nog naar
pplossingen! Die ene, die de pen nu ge-
"voerd heeft, kan praten (pardon, schrij
ven) als Brugman. Bij zoveel werk en
zulke lange, drukke dagen, kan er een
voudig aan raadselen niet eens zelfs ge
dacht worden. Maar... eventjes iets an
ders: hoe gaat het met vaders voet? Ik
hoop, dat hij toch heeft kunnen werken,
nu er zoveel te doen is. Lies schrijft vol
gende keer maar dat de vonken (spat
ten) er afvliegen. Nu nog het Engelse
spreekwoord. In het Hollands is het:
DOOR H. NOORMAN
VJ
Smeed het ijzer als het heet is. In het
Engels is het: Make hay (maak hooi,
of: werk in het hooi) while the sun
shines (als de zon schijnt). Vind je 't
niet leuk? Wel, wel, wat een lang
antwoord. Maar daar maken jullie 't ook
naar.
TÓ B., Dlrksland. Och kind, jou had
ik vorige week al een beurt moeten ge
ven. Je hebt nog steeds vergeefs zitten
zoeken. Neem me niet kwalijk, hoor. Je
bent hartelijk welkom. Tot volgende
keer.
Maarten T., Ouddorp. Ja, in het boe
renbedrijf is het nu heel druk. En al ben
je geen boer, dan weet je soms het oos
ten uit het westen niet (vooral als je
midden in een onbekende stad staat.) Ik
heb ook heel wat te zaaien en pjanten
en wieden, enz. Nu zal 't ook wel een
prachtige boerderij worden. Wat zal opa
blij zijn als 't bouwen klaar is!
Anthony v. d. D., Nieuwe Tonge. Vol
gende keer nog al langere brief? Ik
vind dat het nu ook al aardig is. Die
zolen vallen in 't begin niks mee, hè?
Daar'moet je echt aan gewoon worden.
Gaat het nu al een beetje
Wim P., Scherpenisse. Zijn jouw dui
ven ook zo mak, als van het vriendje
hier boven? Komen ze ook op je schou
der zitten en uit je hand zaadjes pik
ken? Ja, als 't weer zó mooi is, dan
ook maar goed van de buitenlucht ge
nieten.
Dies L., Oud Vossemeer. Ik heb mijn
abuis eerlijk bekend. Gelukkig dat ik
nimmer nog gezegd heb: ik maak nooit
fouten. Dan was het erger, hè .Er zijn
mensen (vooral in de stad) die zouden
lachen als je zei: om negen uur naar
bed. Maar je moet die late-opblijvers
eens vragen wanneer ze er 's m.orgens
uitkomen;
Maarten en Comelis G., Ouddorp. Op
je vraag antwoord ik: nog een drietal.
De witlof is nu niet duur meer zeker?
Als ik langs kom is het varken mis
schien al op, maar toch kom ik dan bin
nen. Kuikens heb ik niet, wel kippen.
Ans de G., MlddeUiamis. Een lange
brief, Ans! Vonden vader en moeder het
mooi op de kijkavond? En hoe vonden
ze jouw werk? Is Arij het al gewend op
de „groteschool" Je bent toch wel naar
de derde gegaan?
Sietje Z., Middelhamis. Help jij je va
der ook wel eens, net als kleine broer
tje Hoe ging het op Z. school Viel die
40e keer mee? Is 't een mooie Bijbel?
Hanny de W., Middelhamis. Ik kan
het heel best begrijpen dat je heus geen
tijd had voor een brief, want als je heus
tijd hebt, dan komt er een brief die
klinkt als een klok. 8 April is toch heel
best verlopen, is 't niet? Ik verwacht
tenminste niet anders.
Leïii de G., Middelhamis. Hoe kom je
eigenlijk aan die verre Marianne Luhu-
hay, op Ambon? Niet iedereen zal een
correspondentievriendin op dat verre
eiland hebben. Je maakt me nieuwsgie
rig.
Lema B., Middelhamis. Ja, de lente is
een prachtige tijd. We weten dat de an
dere jaargetijden moeten volgen, maar
anders... wat wil je nu liever dan lente!
Nu heb je al bloempjes gezaaid, denk ik.
Amnie B. C, Nieuwe Tonge. Jammer
dat het zo ging. Toch goed dat je me
Na gehouden examen zijn tot de Ie
klasse toegelaten: Poulus Grinwis Krzn.
te Ouddorp; Flip den Eerzamen Abrz.
te GoedereedeDingeman van der Wek-
ke te Dirksland; Ad. van der Sluis te
Dirksland; Jo Korteweg, Henk Kievit te
Stad aan 't Haringvliet; Aren HoUeman
Mairinus Looij te Nieuwe Tonge; Leen
Gebraad, Leen Korteweg, Toon van Ot-
zel te Oude Tonge; Jan van Vugt, Kees
van Oorschot en Felix van Oorschot te
Achthuizen.'
Van de Ie naar de 2e klasse zijn ver
hoogd: Cor Stehouwer, Melissant; Jan
Rooij, Dirksland; Ser Hoogzand, Leen
van Lente (met lof), Sommelsdijk;
Freek Coolbergen, Middelhamis; Kees
Wagner, Stad aan 't Haringvliet; Nico
van Alphen, Nieuwe Tonge; Kees van
Eyk-en, Aren Barnat, Koos Fluit, Wim
van Noord, Oude Tonge; Theo Jacobs,
Simon van Oorschot, Jan Kamp, den
Bommel; Harry Jacobs, Jan Jacobs, Jan
van Peperstraten en Jan van Reijen,
Achthuizen, waarvan één voorwaardelijk
4 leerlingen zijn niet verhoogd.
Van de 2e naar de 3e klasse zijn ver
hoogd: Piet van Dam, Ouddorp; Adrie
van der Sluijs, Melissant; Andries van
der Velde, Dirksland; Piet van den Doel
Kees van Driel (met lof), Simón Hoog
zand, Jan Spee, Jan Vis, Maarten van
Vliet, Sommelsdijk; Willem, van Dis,
Middelhamis; Piet Arensman, Stad aan
't Haringvliet; Peter WesselS, Middel-
harnis; Klaas van Es, Nieuwe Tonge;
Simon van der Kroon, Nieuwe Tonge;
Koos van Eykeren, Oude Tonge; Geert
Jacobs, Koos van Oorschot Hzn., Levi-
nus van Vught Azn., Piet de Wit, Acht
huizen; Jaap Grootenboer, Nico Mijn-
ders, Willem Mijnders, Dirksland, waar
van' 6 voorwaardelijk. 6 leerlingen zijn
niet verhoogd.
Van, de 3e naar de 4e klasse zijn ver
hoogd: Kees Hameeteman (met lof)
Ouddorp; Adrie Meijer, Teun Witte,
Ouddorp; Ko Vogelaar, Melissant; Joh.
Biemond, Piet Biemond, Stellendam;
Dirk Grootenboer, Frans Nieuwland,
Han van der Wekke, Jan Zoon, Dirks
land; Cor Knape, Theo Lodder, Maarten
van Nieuwenhuijzen, Sommelsdijk; Evert
Arensman, Gerrit van Rosstim, Stad aan
't Haringvliet; Leen Verweij, Henlï
Vreeswijk, Nieuwe Tonge; Jan van Mar-
kensteijn. Oude Tonge; Job Mijs, den
Bommel; Hans den Braber, Ooltgens-
plaat; Arie Jonge jan, Middelharnis;
waarvan 4 voorwaardelijk. 3 leerlingen
zijn niet verhoogd.
schreef. Ik merk dat jouw avonden ook
goed bezet zrjn. En een paar naadjes
breien of een poosje haken, of iets an
ders van die aard, moet toch ook wel
eens gebeuren, hè?
Allemaal de brieven beantwoorden
ging deze week nog niet. Denk er alle
maal om: Neg niet inzenden. Er komt
nög een.5de raadsel! Gegroet, hoor!
OOM KO.
------O------
Plaatst Uw Familieberichten in
„EELANDEN-NIETJWS"
Het meest gelezen blad in dit rayon.
SOMMELSDIJK
Bij de smeden Gebrs. Tieleman en
Lodder is een oud gesmeed slot voor de
dag gekomen dat uit 1622 dateert. Het
jaartal staat er op aangebracht. De
sleutel die er bij is, alsmede het geheel,
is een prachtig stukje kunstsmeedwerk.
Constructief zit het slot, dat waar
schijnlijk afkomstig is van een antieke
kast of kist, zeer vindingrijk in elkaar.
Het is onbegrijpelijk hoe men in die tijd
dergelijk smeedwerk, zonder moderne
hulpmiddelen, met de hand kon vervaar
digen.
Zo hier en daar zitten er op ons goede
eiland nogal antieke dingen verborgen.
Het is zeer jammer dat we daar geen
verzamelplaats van hebben, zodat an
deren van die dingen, waar zoveel ge
schiedenis in verscholen ligt, ook kun
nen genieten. Aan een oudheidkundig
museum ontbreekt het op ons eiland.
Misschien dat de „culturele commissie",
die door „De Flakkeese Gemeenschap"
in het leven wordt geroepen, de tot
standkoming daarvan kan bewerkstel
ligen.
Het nieuwe vervolgverhaal begint
in dit nummer. We maken eerst ken
nis met de verschillende personen, die
we in het verhaal ontmoeten. Al zijn
de eerste hoofdstukken misschien niet
zo aantrekkelijk, de spanning komt
even later!
Het vorige vervolgverhaal heeft on
ze lezers en lezeressen zeer voldaan.
We hopen dat het met deze geschie
denis, die zich op een van onze eilan
den afspeelt, hetzelfde zal zijn.
DE REDACTIE.
------O------
GOUDEN APPELEN OP ZILVEREN
GEBEELDE SCHALEN
De kerk op heden:
Velen blijven in de geestelijke geboor
te steken.
Anderen krijgen de lammerenziekte
en wassen niet op.
Velen hebben schurft en zijn besmet
telijk.
De zogenden k-wijnen.
Weinigen brengen tweelingen voort.
(Ds I. KIEVIT.)
Geopend van 9-5 uur, ook des Zaterdags
INLEIDING.
We noemen het stadje Zuidstad. Wat
doet de juiste naam er toe?
En wat gééft het, wear het gelegen is
Ergens in de lage landen aan de zee.
In het Zuiden.
Waar de grote zee machtige inham
men, armen, naar binnen stuwt, vor
mend eilanden en schiereilanden.
De mensen vechten er altijd met de
zee, die daar zo kalm liggen kan. Om
er onder de bekoring van te komen.
Maar daarvoor zijn de mensen er te
iiuchter.
Want zij kennen die zee. Van haver
tot gort.
Op die zee kan het geducht spoken.
Dan worden de -witgekopte golven om
hoog gezweept; voortgestuwd en gesme
ten tegen de dijken, die zuchten en steu
nen. Dat is het gevecht van de bewoners
met de zee.
Diezelfde zee kan zo rimpelloos daar
liggen, beschenen door de zon, die aller
lei kleurei} tovert. Gelukkig, zegt ge, er
wordt niet gevochten. Maar ge weet er
niets van. Want stelselmatig schuren
de stromingen van die zee, onder de op
pervlakte, langs die dijken. Altijd maar
door. Altijd maar door. Dag in dag uit.
En als de bewoners hun 'Verstand niet
gebruikten en op gezette tijden niet de
dijk onder de waterspiegel inspecteer
den, dan zou het kunnen gebeuren, dat
op zekere mooie zomersendag er een
gat in de dijk stortte. Ondermijnd door
het gestaag schurende water.
Ik wil maar zeggen, dat de mensen
er altijd met de zee vechten. Als de gol
ven beuken. Maar ook, als er geen rim
peltje het wateroppervlak beroert.
Dat vechten met de zee drukt een
stempel op die mensen. Zij hebben stoere
schouders en hun koppen tonen onver
zettelijkheid. En zij zijn met al de veze
len hunner zi'el gehecht aan het land,
dat zij dagelijks moeten ontwoekeren
aan de zee.
In die contreien ligt Zuidstad, 'wier
historie teruggaat tot in het grijs ver
leden.
Toen was er een tijd, dat de stad wat
betekende. Dat haar schepen trokken
naar de verre Indien en naar het door
Columbus ontdekte Amerika.
Die tijd is voorbij. Daar is een zware
toren; daar zijn grote patriciërshuizen;
daar zijn poorten en stukken wallen. Die
alle vertellen van verdwenen glorie.
Zuidstad is een dode stad'. Het is niet
andefs.
Een lange haven verbindt de hoofd
plaats van het eiland met de zeearm, die
een vier kilometer breed is en waar
over elk dag driemaal een boot vaart,
onderhoudend de verbinding met een an
der eiland.
Naar het Oosten wordt die zeearm al
smaller en smaller. En in die smalle ar
men, die alle een naam hebben, kan het
spoken. Eén ervan is bij de schipperij
bekend onder de naam „Mastgat". Als
het laag water is, steken er hier en daar
masten omhoog. Dat waren eens sche
pen, die trots over het water voeren.
Maar gegrepen ■werden door een verra
derlijke golf, die boot en lading en men
sen meedogenloos sleurde naar de
diepte, naar de kolken van de dood.
Mastgat...
Doch ook voor de schipperij is in der
jaren loop veel verbeterd.
„Geseind aan alle posten: Wordt ver
wacht storm uit..."
En langs de kust wordt de stormbal
gehesen.
En de schippers daar haasten zich de
veilige haven van Zuidstad te bereiken.
Liikt dat niet, dan jachten zij zich
naar de vluchthaven, niet ver van Zuid
stad.
Die vluchthaven is bij „de Val".
De Val van Zuidstad.
Waarmede nog wel nader kennis
wordt gemaakt.
^Als overal beschermen drie dijken
daar het eiland: de waker", waartegen
de zee spoelt; de „dromer", meer bin-
nenwaarts (het kwelderland daartussen
bevat .veel zeewater en soms jagen de
golven over de „waker" heen) en nóg
verder landwaarts de „slaper", een
nooddijk, die alleen dienst doet, als „wa
ker" en dromer" het begeven. Maar
dan beware God de Heere het eiland
met al, wat er op en er in is. Want dat
is, naar dè mens gesproken, het einde.
Nooit gebeurd? Aan de Zuidzijde van
hfet eiland, waarvan Zuidstad de hoofd
plaats is, hebben tien bloeiende dorpen
gelegen. Op de kaart ziet ge daar thans
een brede inham. De zee spoelt er over...
En op de later aangelegde dijk staat de
ruïne van een toren, eenmaal de trots
van het grote dorp, dat verzwolgen
werd...
Dat is historie. Een historie van leed
en tranen. En van verdwenen glorie.
De Val van Zuidstad, waar de vlucht
haven is aangelegd, wordt dus be
schermd door drie dgken.
(Wordt Vervolgd)