Opening van de Christelijke School
te St. Philipsland
Installatie van het
onderwijzend personeel.
Grote belangstelling
Vrijdagavond 1 April had de opening van de alhier nieuw opgerichte Chris
telijke School onder zeer grote belangstelling plaats. Nimmer te voren was er
een Christelijke School ter plaatse, zodat het voor deze gemeente een bijzondere
gebeurtenis was en hier een stuk geschiedenis werd gemaakt.
Ofschoon het grootste deel der inwoners behoort tot de Oud Gereformeerde
èn de Geref. Gemeente, volstond men met één Openbare School, waar ge
slachten aan geslachten door de kinderen onderwijs werd ontvangen. AUengs-
kens werd echter gelukkig de noodzaak gevoeld, dat de kinderen niet los van
Gods Woord dienden te worden opgevoed en is men uit beide, bovengenoemde
kerkgroepen, tot stichting van een Schoolvereniging gekomen. Zonder strijd
van buiten af is het niet gegaan, maar onder Gods Voorzienig bestel was het
dan nu zo ver gekomen, dat de School met de Bijbel kon worden geopend en
Maandag 4 April dit onderwijs een aanvang zou nemen.
Deze Chr. School telt 3 leerkrachten plus een handwerk onderwijzeres; men
begint (naar wij vernemen) met ruim 80 leerlingen. De lessen worden gegeven
in een gedeelte der Openbare School.
De Voorzitter der Schoolvereniging,
de heer M. (den Braber, opende de druk
bezochte bijeenkomst, die in het kerkge
bouw der Oud Ger. Gemeente v/erd ge
houden, met het laten zingen van Ps.
119 36, las daarna Efeze 6 113 en
ging voor in gebed. Vervolgens sprak
hij een welkomst- openingswoord, waar
in hij er op wees dat het thans zo ver
was gekomen dat deze Chr. School, die
gegrond is op Gods Woord en de 3 for
mulieren van Enigheid, kon worden ge
opend. Op deze school, aldus spr. kan
ieder kind, van welke richting ook, vrij
komen. Spr. is streng tegen kerkje spe
len ieder ouder heeft zich in zijn
consiëntie af te vragen hoè zijn kinde
ren op te voeden, waarbij spr. wijst op
hun belijdenis en op het gegeven „ja"-
woord brj de H. Doop.
Deze school aldus spr., komt tot
stand, terwijl God met Zijn oordelen op
aarde is, waarom hij er geen vlag op wil
zetten en er niet uitbundig over wil zijn.
Er is een tijd geweest dat kerk en
school één waren, maar Gods dierbaar
Woord is van de School gebannen. De
lijn van onze vaderen is verlaten, wat
een oorzaak van wenen moest zijn. Sla
peloze nachten heeft het spr. gekost en
het is met veel zuchten, dat de school
is tot stand gekomen. Soms dacht hij,
waren we er maar nooit aan begonnen.
Ondanks haat en verachting die niet
achterwge bleef, mag nu de opening
plaats hebben. Hij hoopt, dat het onder
wijzend personeel het gebed van Gods
volk mag meekrijgen om de arme jeugd
van St. Philipsland te onderwijzen. Spre
kende tot het Hoofd en de Onderwijzers
die hij verwelkomd, hoopt hij, dat zij
met het Schoolbestuur onder elkaar mo
gen staan, d.w.z. dat ieder de minste wil
zijn, dat de een de ander dient, maar,
wanneer het zal gaan tegen on- en bij
geloof wenst hij, dat ze dan eenparig
schouder aan schouder naast elkaar, zul
len staan om daartegen de strijd aan te
binden. Dan geeft de Voorz. het woord
aan
Ds ide Beuver,
predt. der Oud Geref. Gemeente te Ter-
neuzen, die allereerst Burgemeester de
Jonge, de Raad der gemeente, oud-burg.
Kleppe, de kerkeraden der Oud Geref.
Gem. en Ger. Gem. het Schoolbestuur,
de verschillende Hoofden der Scholen,
(uit Waarde, Tholen, St. Annaland enz.)
en voorts alle belangstellenden het wel
kom toeriep. Het was, zo zei spr. niet
zonder schroom dat hij het woord zou
voeren omdat hij zoveel onbekwaamheid
Vindt in zichzelf en bewrust is reeds o zo
veel gepraat, maar nog weinig gezegd
te hebben. Maar hij is in zijn hart ver
blijd, dat St. Filipsland een Chr. School
krijgt waar de kinderen onderwezen zul
len worden op de hechte grondslag van
Gods Woord. En bij dit Goddelijke Woord
bepaalde hij nu ook zgn gehoor en wel
uit 1 Kron. 28 8 en 9. (zie tekst) waar
hij boven schreef: De lof van het God
delijk Woord door Israels Koning beleden
en stil stond bg 3 punten: 1. de eeuwige
grondslag van deze lof; 2. de rijke zegen
van dat Woord; 3. de grote ernst in de
ze belijdenis.
Ons verslag zou te lang worden, deze
punten uit te werken; Ds de Reuver liet
bij de ontwikkeling van zijn tekst duide
lijk uitkomen, hoe David, Israels koning,
voor de ogen van het ganse volk en de
groten Zijns Rijks in het openbaar een
opwekking deed om naar den Heere te
vragen en Zijn geboden te onderhouden,
waarbij een rijke zegen werd toegezegd
en hoe hij zijn zoon Salomo, tot zulk een
gewichtig ambt geroepen, in grote ernst
wees de God zijns vaders te zoeken en
Hem, met een volkomen hart en een
willige ziel te dienen. Die ernst was te
groter, omdat eensdeels de zegen, ((in
dien gij Hem zoekt. Hij zal van u ge
vonden worden) en anderdeels de vloek
(indien gij Hem verlaat, Hij zal u tot in
eeuwigheid verstoten) er aan was ver
bonden.
Dit woord bracht hij over op de va
ders en moeders, op het schoolbestuur
en op het onderwijzend personeel, waar
na hij tot de installatie overging.
De installatie.
Ds de Reuver sprak in de eerste plaats
de heer Boone, het Hoofd der School
toe, op wiens schouders zulk een zware
taak was gelegd. Hij wenste, dat de God
van vrtjlen Ds Boone zijn deel mocht
zijn. Salomo moest tot de Heere zeggen:
ik ben een klein jongeling: geef Uw
knecht een verstandig hart. Die bede
mocht hem bij de opvoeding van de
jeugd steeds eigen zijn, want als Hoofd
zal u de last niet lichter, maar steeds
zwaarder worden, zegt spr. Ook de heer
Boone's vrouw, die in het ziekenhuis
vertoeft, bad hij des Heeren zegen toe
en wenste hen beiden in hun persoonlijk
leven Gods genaderijken bijstand.
De beide onderwijzers (de heren La-
bruyère en van Vliet) wenste hij toe
standvastig te zijn, opdat, naar het Pau
linische Woord, hun arbeid niet ijdel zou
zijn in den Heere.
Staande zong de vergadering hen toe
Ps. 123 1.
Tenslotte bracht Ds de Reuver dank
aan Burgemeester de Joilge, voor zijn
medewerking tot het welslagen van deze
school, als ook aan de Raad der ge
meente. Ook de heer J. Geluk te Tho
len, die, middelijk zoveel had bijgedra
gen tot de totstandkoming er van.
Onder het zingen van Ps. 119 5 en
18 (oude rijm) verwisselde Ds de Reu
ver van plaats en beklom
Ds Fr. MaUan
predt. der Ger. Gem. te Bruinisse de
kansel. Ds Mallan nam tot uitgang
Deutem. 6 2021 en verhandelde deze
stof zonder punten, omdat hij slechts
een kort principieel woord sprak. Deze
tekst spreekt van de dure verplichting
die op de ouders rust om de kinderen,
zowel in huis als school, in de rechten
en inzettingen des Heeren te onderwij
zen. Uit vele Schrlftuurplaatsen valt dit
aan te tonen. Diezelfde verantwoorde
lijkheid in Deut. 6 20 en 21 genoemd,
is op onze ouders gelegd, om de kinde
ren op de wonderdaden des Heeren, die
Hij met land en volk, kerk en staat heeft
gehouden, te wijzen. Is, om een voor
beeld te noemen, ons land niet uitge
leid viit het diensthuis van het Roomse-
Egypte? En zijn er geen redenen te
over, om gedenkstenen op te richten
voor onze kinderen, van zoveel wonder
daden, met ons land en volk gehouden
vraagt spr.? Eigenlijk mochten er in
ons Christenland geen scholen van Over
heidswege geduld, waar de kinderen in
de zuivere leer niet werden onderwezen.
Maar helaas is dat niet zo. De deur is
opengezet voor on- en bijgeloof. En niet
alleen op openbare scholen wordt Gods
Woord verzaakt, maar ook op vele
„Christelijke" scholen worden onschrif-
tuurlijke leerstellingen geleerd, als al
gemene verzoening en veronderstelde
wedergeboorte. De dure verplichting is
ons opgelegd, om naar scholen van eigen
gemeenten uit te zien en spr. is verblijd,
dat hier een school geopend wordt uit
eigen krijKj. Hij wil gaarne de belang
stelling (Riarvoor opwekken en de liefde
daarvoor verwakkeren. Onze Dordtse
Vaderen beklemtoonden dat er goede
scholen moesten zijn met goede onder
wijzers, zoals men dat in de kerorde-
ning van; 1618-19 vinden kan. Onze Va
deren schonken volle aandacht aan het
Chr. onderwijs, opdat er geen verkeerde
leringen zouden insluipen. Op huis-,
school- en kerk-catechisatie, (die nu
zoveel te wensen overlaten) werd met
klem aangedrongen; de onderwijzers
moesten de belijdenis-schriften onderte
kenen en zelfs worden geëxamineerd in
het dogmatische. De ouders hebben het
te gevoelen, dat de kinderen in huis en
op de school op de noodzakelijkheid der
waarachtige bekering worden gewezen.
Leert den jongen de eerste beginselen
als hij oud geworden is, zal hij daar
van niet afwijken.
De Bijbelse geschiedenis vormt op de
Chr. School de belangrijkste factor, het
ganse onderwijs dient in dien zin toe
passelijk te zijn. Kerk- en Vaderl. Ge
schiedenis, Natuurkunde enz.) wat spr.
met voorbeelden illustreert. Spr. wijst er
op, dat de onderwijzers méér dan de
halve opvoeding van de kinderen krijgen
waar te nemen. Wat de kinderen in de
huisgezinnen tekort komen, moet op de
school worden goedgemaakt. Hij heeft
reeds, als Ds de Reuver, gewezen op
het nalaten der huis-catechisatiën en
vraagt: waar wordt in de huisgezinnen
nog over de Waarheid gesproken? Waar
nog aan de kinderen op hun doodstaat
gewezen en op de noodzakelijkheid der
wedergeboorte? Lijkt het soms niet, of
we met heidense kinderen te doen heb
ben? Spr. dringt met klem bij de ouders
aan, dat ze gevoelen, wat die ondervrtj-
zers bij de opvoeding van hun kinderen
op zich krijgen en voor welk een ver
antwoordelijke taak ze gesteld zijn.
Het verheugt spr., dat deze school uit
eigen kring tot stand is gekomen en hij
bidt haar van harte het welslagen toe.
Hij hoopt, dat men bewaard mag blij
ven zichzelf te zoeken en te bedoelen;
dat men geen kerk: Oud Ger. of Ger.
Gemeente op het oog heeft, want de
school gaat uit noch van de een alleen,
noch van de ander, maar van beiden sa
men en hij wenst het Bestuur toe, dat
de samenwerking mag zijn, zoals alleen
de Heere welbehae,glijk is.
Zich wendend tot de ondenvijzers bidt
hij hen toe, dat ze recht mogen gevoelen,
dat zoveel kinderen, die een onsterfelij
ke ziel hebben te verliezen aan hen wor
den toebetrouwd. Spr. eindigt met de
wens, dat op de akker der School, waar
het zaad des Woords wordt gezaaid
rijke vrucht mag worden gevonden, op
dat er kinderen in Sion geboren moch
ten worden, tot opbouw van Zijn Kerk
en tot verheerlijking van 's Heeren
Naam.
Het Hoofd dezer nieuwe school
de heer Boone
komt daarna voor het spreekgestoelte.
Het woord van Jesaja: Mijne wegen
zijn hoger dan Uwe wegen en Mijne ge
dachten dan ulieder gedachten is bij
spr's komst naar St. Filipsland bewaar
heid geworden. Het is anders gegaan,
dan hij zich had voorgesteld. Wij hadden
het in Waarde goed, er lagen banden,
ook in het kerkelijk leven en wij hadden
eerst gedacht het niet aan te nemen
aldus spr. Alles ligt echter in het voor
zienig bestel des Heeren besloten. Ken
nelijk bepaald, bij de kinderen Israels,
dat ze alleen optrokken wanneer de wolk
en vuurkolom hen voortrok, mocht hij
geloven, dat hij naar St. Filipsland
moest vertrekken en kreeg hij rust en
vrede met Gods weg. Gereed staande
zijn taak aan te vangen heeft hij wel
zeer de hulpe des Heeren nodig. Zwaar
is het werk, hem op de schouders ge
legd. Op eenvoudige kinderlijke wijze,
maar ook op een Gode welbehagelljke
wijze, hoopt hij, met het personeel, de
kinderen te vrijzen op de ernst betref
fende de dingen der eeuwigheid, dat er
maar twee wegen zfln, en dat het on
mogelijk is buiten Christus zalig te
worden. Bij dit begin moet hij zeggen:
Wie is tot deze dingen bekwaam! Hij
hoopt hier aan te treffen een biddend
volk, die hen mee zullen dragen op de
vleugelen des gebeds. Met zijn collega's
hoopt hij in eensgezindheid samen te
werken, getrouwelijk onderwijzend in de
leer die naar de godzaligheid is. Uit- én
inwendig hoopt hij dat het de School
voorspoedig moge gaan. Mozes' bede:
doe ons van hier niet optrekken, tenzij
het liefelijk Aangezicht des Heeren me
de gaat, mocht allen eigen zijn, eni
's Heeren zegen naocht op de arbeid
rusten.
De afgevaardigden van Waarde, dankte
hij voor-de hartelijkheid en de vriende
lijkheid ondervonden, mede namens zijti
vrouw. Zijn ouders en schoonvader die
mede tegenwoordig waren, bidt hij bij
het klimmen himner jaren Gods zegen
toe als ook de andere betrekkingen en
hoopt tenslotte van de ouders bij het
opvoeden van de kinderen die aan hen
zijn toebetrouwd, alle steun te ont
vangen.
Burgemeester de Jonge
brengt namens het gemeentebestuur zijn
felicitaties over waarbij hij wenst dat de
School mag geven, hetgeen er van wordt
verwacht. Er is veel over vergadert en
spreker heeft zo voor zichzelf gedacht
is het mensenwerk, het zal afgebroken
worden, is het Gods werk, het zal be
stendig blijven. Dan T0.n er op worden
voortgebouwd en is het voor de gemeen
te van St. Filipsland een dag van be
tekenis, waarbij gezegd kan worden: Dit
is de dag, die de Heere gemaakt heeft;
laat ons op dezelve ons verheugen en
verblijd zijn. Hij hoopt dat er op de
school vruchtdragend onderwijs mag ge
geven worden. Inzonderheid dankt hij
Ds de Reuver voor de hartelijke woor
den tot hem gericht.
De Heer J. W. Kirpestein
Hoofd van de Chr. School te Waarde,
de chef van het nieuwbenoemde Hoofd,
wijst er op, dat het schoolbestuur te
Waarde, de heer Boone node zag heen
gaan. Br is altijd een prettige samen
werking geweest. Het Schoolbestuur van
St. Filipsland kan hij dan ook van har
te feliciteren met het Hoofd van deze
pas opgerichte Chr. School. Toen spr.
Ds de Reuver beluisterde, dacht hij, wat
is onze belijdenis kostelijk, maar wat is
er weinig beleving. De beleving van on
ze belijdenis is noodzakelijk, willen we
de rechte betekenis er van gevoelen.
Dit mocht door 's Heeren Geest ge
werkt worden, ook bij het geven van
het onderwijs, er moet indruk zijn om
aan kinderen, die van nature buiten de
gemeenschap Gods liggen, de weg der
zaligheid bekend te maken. Het Evan
gelie ligt ruim en de zaken van Gods
Koninkrijk zijn eenvoudig maar vsfij
zijn niet eenvoudig zegt spr. Nu is
de werking van Gods Geest nodig, maar
de Heere vyil zich aan de middelen bin
den. Laat, zegt spr., de onderwijzers niet
alleen staan. Ons werk wordt zo weinig
begrepen. Toon medeleving, waardering.
Er mocht gebed zijn, of Gods Geest met
het onderwijs mocht gaan gepaard. De
ze school is een Christel. School
Christus mocht er zelf woneii. Hij wenst
het Bestuur en de gehele gemeente ge
luk en het onderwijzend personeel moge
verstand en vsdjsheid worden gegeven
om de hun opgelegde taak onder biddend
opzien te volbrengen.
Ter afwisseling werd gezongen Ps.
122 3, waarna
ide Heer J. Geluk
Hoofd van de Chr. School te Tholen het
woord verkrijgt, om het slotwoord te
spreken. Hij voldoet hieraan met zeer
gemengde gevoelens: hij is verblijd met
de opening van deze school, maar er is
ook enige droefheid. Hij is thans temid
den van zovelen met wie hij samen op
de schoolbanken zat en met wie hij sa
men heeft geleefd. Bij het binnentreden
van het kerkgebouw dacht hij aan zijn
geliefde Moeder, die nu juicht voor
Gods troon. Hij wijst naar de plaats
waar ze vroeger zat, hoe ze op 25 jari
gen leeftijd onder de prediking van de
oude Ingelse werd staande gehouden en
hoe op 40-jarigen leeftijd de weg in
Christus zo ruim werd ontsloten, onder
een predikatie van Ds L. Boone „Het
bloed van Jezus Christus, reinigt van alle
zonden." Straks zal D.V. haar jongste
kind naar deze plaats weerkeren
wonderlijk zijn Gods wegen.
Als spr. op deze plaats staat is hij
ontroerd, wanneer hij denkt, hoe hij als
jongen op de galerij zat, en hoe zijn moe
der als jongen hem er op wees, dat hij
zó niet sterven kon en tot God bekeerd
moest worden. Wat wordt het spreken
hierover met de kinderea weinig meer
gevonden en hij vermaant de ouders niet
zo licht over de opvoeding hunner kin-