De heer J. Boomsma weer thuis
CHR. WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG
VOOR DE ZUID-HOLLANDSE EN ZEEUWSE EILANDEN
EIIIVI1DEn-I1IEUll/5
Bureau: Prins Hendrikstraat 122c
Mlddelhamis, Telef. 17, Giro 167930
Postbox 8. Telefoon Drukkerij 19
WOENSDAG 30 MAART 1949
21ste JAARGANG No. 1807
Abonnementsprijs 1.50 p. kwartaal
Advertentieprijs 12 et. p. millimeter.
Bij contract speciaal tarief.
NIET MEER GEHOORD.
„Wie de vrede wil wapene zich tot de
oorlog" was een bekende spreuk der
ouden.
Vaak is het beginsel aangeduid door
die spreuk veroordeeld en onwaar ge
noemd.
Inzonderheid na de oorlog van 1914-
1918 kon deze uitdrukking geen genado
vinden in de ogen \'an de ontwapenaars.
Maar werd bewapening uitgekreten
als het aantrekken van de oorlog.
Peit is dat nooit een land om zijn
zwakte niet aangevallen is, maar inte
gendeel landen die zich niet behoorlijK
bewapend hadden zijn altijd een aan
trekkingspool geweest voor naar uit
breiding staande volkeren.
Daar hadden de ontwapenaars geen
oog voor en wanneer in het verleden
het pleit gevoerd werd voor een ver
antwoorde bewapening, dan hadden ze
welhaast woorden gereed als oorlogsop
hitser e.d. meer. Vooral de socialisten
waren sterk in hun terminologie om die
genen die de eis stelden dat ons land
zich behoorlijk moest kunen verdedigen
te veroordelen. Het was de tijd van
„geen mari" en geen cent." Van de ge
broken geweertjes in de revers van de
rode heren.
Hoe hebben we de dwaasheid en de
onverantwoordelijkheid daarvan ervaren
in de tweede wereldoorlog.
Daarvan doet de Parlementaire En
quêtecommissie in haar verslag een
boekje open.
Hoe is alles veranderd! Het bedrieg
lijke humanisme, uitgaande van de goed
heid van de mens is verstomd. Iedereen
is beducht voor nieuwe oorlogen. Tus
sen de eerste en tweede oorlog vierde
het humanisme zijn triomfen. Nooit
mocht er oorlog meer komen. Nu na de
tweede wereldoorlog houdt men ernstig
rekening met een nieuwe oorlog, met
een derde wereldoorlog. Waarvan men
vreest, en gezien de vreselijke uitvin
dingen niet ten onrechte, dat ze de zo
gruwelijke tweede oorlog in vreselijk
heid zal overtreffen.
Openlijk spreekt men en schrijft men
over de oorlog der toekomst, die niet
uit kan blijven.
En waarvan de partijen reeds aange
wezen worden. Het Oosten tegen het
Westen. Rusland contra Amerika. In de
laboratoria wordt gezwoegd en gezweet
om de vernietigingsmiddelen ten top te
voeren.
Rusland is de grote dreiging. Dat is
het gevaar der toekomst. Daartegen be
wapent men zich. Daartegen worden ver
bonden en pacten gesloten. Daartegen
moet de bewapening op peil worden ge
bracht. En al wat socialistisch is doet er
van harte aan mee. Door bewapening de
oorlog aantrekken, geen socialist die
het meer beweert. De leuze „geen man
en geen cent," ze is uit het socialistisch
woordenboek geschrapt en gebroken ge-
weertjes ze zijn niet meer te bekennen.
Alleen van communistische zijde wor-
KEURING POOTAARDAPPELEN
Het Bedrijfschap voor Zaaizaad en
Pootgoed voor Akker- en Weidebouw
maakt bekend, dat het, in afwijking van
hetgeen hieromtrent destijds is gepubli
ceerd, is toegestaan om zonder vooraf
gaande keuring door een Keuringsdienst
de nog aanwezige voorraden onverkoop
bare pootaardappelen voor andere doel
einden te bestemmen.
Telers, die per ras en klasse minder
dan 8 ton per ha hebben laten plombe
ren en voor een tegemoetkoming in de
kosten van de poterteelt in aanmerking
wensen te komen, behoeven hiervoor dus
geen aanvrage in te dienen.
De tegemoetkoming zal te zijnertijd
worden berekend aan de hand van de
gegevens waarover de Keuringsdiensten
beschikten, eventueel aangevuld met ge
gevens, welke voor dit doel later zullen
worden verzameld.
In dit verband wordt er nog op ge
wezen, dat het niet in de bedoeling ligt
om de telers van Eersteling pootaard
appelen, die de opbrengst destgds voor
consumptie-doeleinden hebben afgezet,
voor een tegemoetkoming in aanmer
king te doen komen.
den dergelijke klanken nog wel verno
men, het communistische jargon haalt
de oude leuzen van de socialisten nog
weer op. Het Atlantisch Pact wordt ge
sloten onder goedkeuring van allen, ook
van de socialisten in de betrokken landen.
Ook in ons land.
Een noodzakelijk iets om de agressie
van Rusland een halt toe te roepen.
Maar afdoende?
Laat men zich toch niet begoochelen.
De Rus staat aan de Elbe. Met millioe-
nen legers is de overstroming van het
oude Avondland slechts een kwestie
van dagen.
Verbonden, pacten en bewapening.
Het spreekwoord der ouden wordt in
toepassing gebracht. Met hoop op goede
uitkomst.
De leus van het humanisme en de toe-
weringen van de socialisten ze worden
niet meer gehoord.
IJDEL EN MISLEIDEND.
Het eerste rapport van de parlemen
taire enquête-commissie, die een onder
zoek instelt naar het regeringsbeleid ge
durende de periode 19401945 is ver
schenen.
Wat naar voren komt is weinig ver
heffend.
Wie herinnert zich niet het geblaas
vaji de autoriteiten van de maanden,
die aan het vreselijk gebeuren van de
Meidagen 1940 voorafgingen.
Wat werd er geschermd met uitduch-
tingen „Wij zijn paraat" enz.
En wat nu aan het licht komt.
Inderdaad weinig verheffend.
Een hopeloze distancie tussen Rege
ring en Opperbevelhebber, leidend tot
het ontslag van deze functionnaris. Een
ontslag in de moeilijke dagen, slechts
enige maanden voor de vreselijke over
val van 1940. En dan het niet luisteren
naar waarschuwingen, die onverbloemd
de overval voorzegden. En het uitblijven
van de zo hoog nodige maatregelen die
genomen moesten worden. Hoe geheel
anders zou de toestand hebben kimnen
zijn indien men werkelijk meer paraat
was geweest. Het is een zeer uitgebreid
rapport en het is niet onze bedoeling
om er veel uit te citeren.
Slechts een enkele algemene opmer
king moet ons uit de pen. Het hoofd-
treffen met de vijand vond plaats bij de
grebbelinie.
Het rapport geeft de indruk, dat het
Nederlandse leger bij de Grebbeberg ge
faald heeft. Dat de slag aan de Greb
beberg een debacle is geworden voor ons
leger.
Niet door gebrek aan individuele, per
soonlijke, moed en dapperheid, maar
door ondeugdelijke voorbereiding, door
hopeloos gebrek aan de zo nodige een
heid, door gemis aan samenwerking en
goede leiding. Zeker het rapport ver
heelt het niet dat ons leger er vechten
moest onder zeer ongunstige omstandig
heden. Ook al een gevolg van grote na
latigheid in de voorbereidingen.
Waarbij nog komt dat onbekwame
commandatiten tevergeefs leiding tracht
ten te geven in de verwarring die zo
wel moest ontstaan.
Persoonlijke dapperheid is er geweest.
Maar als de leiding niet deugt, dan kan
dat niet baten. Het rapport onthult uit
de oorlogsdagen en uit de maanden, die
er aan voorafgingen veel dat niet erg
verheffend is. Waaruit genoegzaam
blijkt, dat de Regering niet met de no
dige ernst is opgetreden en dat het ge
schreeuw en gebluf over onze paraat
heid uit de maanden die aan de oorlog
voorafgingen ijdel en misleidend was.
URK ZAL WEL VAN PROVINCIE
GAAN VERHUIZEN.
De gemeente Urk zal worden uitge
breid met ongeveer honderd hectaren
van de Noordoostpolder, als een desbe
treffend wetsontwerp wordt aangeno
men. In datzelfde wetsontwerp wordt
voorgesteld, de gemeente Urk in te de
len bij de provincie Overijrjssel. Urk be
hoorde tot dusverre, merkwaardig gie-
noeg, tot de provincie Noord-Holland.
In de zeventiende en achttiende eeuw
was het eiland trouwens eigendom van
de stad. Amsterdam.
Herinnering aan Tandjoeng Poera waar U de heer Boomsma
ziet tussen onze Flahkeese jongens.
Zondagmorgen 9 uur kwam de „Grote
Beer" te AmsterSam binnen met ver
traging door de mist. Er scheen nu een
maal bepaald te zijn, dat de boot op
Zondagmorgen moest binnenkomen, hoe
wel het normaal Zaterdag had gekund.
Dat was zeer jammer, vooral voor de
zielcen.
De tweelingbroer van de heer Booms
ma was aan de kade met een goede
vrind, om hem af te halen. Zij hadden
elkaar vrij spoedig in de gaten. Kort
daarna begon de ontscheping.
Namens de Niwin werd de heer
Boomsma hartelijk welkom geheten
door de heer Landman, van de Niwin-
film- en persdienst, waarna de omvang
rijke bagage gelost en in de auto ge
laden werd. Het was intussen behoorlijk
laat geworden, er werd een telefoontje
naar Middelhamis gegeven, dat de auto
nog over moest. Toen men te Hellevoet-
sluis aankwarti was de boot al half in
de haven, maar de kapitein had dê hof
felijkheid terug te keren, om de repatri-
erende Niwin-man mee te nemen.
Op het Havenhoofd ontving de pon-
tontoecht de Gans als eerste Flakkeeër
de groeten van zijn zoon. ,,De Gans, je
mag trots zijn op je zoon, het is een
fijne kerel" zei Boomsma.
Burgemeester Rijnders van Middel
hamis was ter begroeting aanwezig,
hartelijke woorden werden gesproken
namens het Niwin-Comité en toen ging
het snel naar huis. Een zeer prettige
ontvangst was hem daar bereid, bloe
men en vele andere blijkan van belang
stelling vertolkten de vreugde van de
terugkeer na een jaar lang afwezigheid.
Dezelfde dag heeft de heer Boomsma
zijn vrind M. Dijkers, de gasdirecteur
nog kunnen groeten, welke Maandag per
vliegtuig naar Batavia zou vertrekken.
Maandagmorgen had op de drukkerij
een mtieme begroeting plaats door het
gehele personeel, dat op het kantoor
was samengekomen. Namens hen sprak
•als oudste de heer Blok, ook anderen
uitten hun beste wensen. Mooie bloemen
werden aangeboden, een taart en meer
blijken van belangstelling.
De deur stond trouwens de gehele
Maandag niet stil, want telkens waren
er weer anderen om de populaire Booms
ma te verwelkomen.
Als pers hebben we hem een ogenblik
kunnen interviewen, om ons
een kort overzicht van zijn reizen
in de Archipel
te laten geven.
Voor het merendeel heeft hij zich daar
om en rond de evenaar per vliegtuig
verplaatst. Als artist voor de Niwin
had hij prioriteit II, (Generaals hebben
prioriteit I) omdat hij als officier werd
aangemerkt. De meeste vliegtuigen
waarmee hij vloog waren Dakota's.
De heer Boomsma is zijn voorstellin
gen begonnen op Midden Java op Ban-
joemas en Poerbollingo. Toen hij er aan
kwam was het er niet rustig. De voor
stellingen mochten maar tot een bepaald
uur gegeven worden. Vandaar is hij ge
gaan naar Zuid-Java, o.m. Tjillatjap,
een plaats die erg verwoest is. Dat was
in de regentijd. Mei '48. Daarna werd
een tocht naar het Noorden gemaakt,
waar een film werd gemaakt van de
commando-troepen, die daar 68 uur bij
na zonder onderbreking in touw waren
geweest. Samarang werd bezocht, zeer
gevaarlijke posten op Ambarawa, vlak
bij de damarcatie-lijn, waar de ploppers
hun sinister werk uitvoerden.
Drie maanden heeft hij op midden Ja
va geweest, vandaar ging het via Bata
via per vliegtuig naar Medan ,Sumatra)
's Morgens om 11 uur weg, om half zes
in Medan. Dezelfde avond gaf de heer
Boomsma een voorstelling in een zie
kenhuis.
Te Tandjoeng poera (Sumatra) wer
den veel Plakkeese jongens ontmoet.
Vooral aan het Toba-meer te Prapat,
een verlof-centrum, was het een der
mooiste avonden. Spontaan werd daar
met 300 jongens gezongen: „Ik hou van
Holland!" Bij sommigen stonden de tra
nen in de ogen van ontroering.
Na 14 dagen ging het per vliegtuig
naar Palembang, de plaats waar petro
leum gewonnen wordt en zich kolenmij
nen bevinden. Op Lahat werden films
gemaakt van voorbijtrekkende troepen.
Van Palembang ging het naar Par
dang. Op het mooie Sumatra verbleef
hij tot 27 Sept. '48. Wanneer men er
overheen vliegt spreekt men van „boe
renkool" zo dicht is het bebost. Java is
meer geciviliseerd.
Toen naar Borneo. Te Bandjirmassin
was Boomsma de eerste die de film van
de inhuldiging van Koningin Juliana
vertoonde. Dat gaf een geweldig enthou
siasme. Te Balikpappan- waren posten,
waar ze één jaar lang niets gezien had
den. Het valt te. begrijpen, dat hij, voor-'
al op de buitenposten, met vreugde Werd
begroet. Er waren er die stonden te hui
len, toen ze Holland en Flakkee op de
film zagen!
Sampit werd bezocht, waar de beken^
de fa. Bruijnzeel zijn houtsoorten haalt.
In Balikpappan werd een weg aange
legd van 500 km. lengte. Het binnen
land van Borneo is eigenlijk een oer
woud, waar onmetelijke rijkdommen,
goud, uranium en andere delfstoffen in
de grond moeten zitten. De Bataafse
heeft ook hier haar domein.
Toen naar Taliaran. De petroleumin-
stallaties zijn daar niet verwoest ge
worden.
Een iljke Radjata.
Op Tandjoeng Selor ontmoette hij een
rgke Radjah, die van elke ton "petroleum
één gulden krijgt. Dit heerschap was
naar Europa geweest, had een insteek-
(Vervolg pag. 2 Ie kolom)