EiuvnDEn-niEuws
Uil het
De nieuwe bonnen
nsi
er
2e Blad
Zaterdag 12 Maart 1949
No. 1802
-.
1
Ingezonden Stukken.
Hei Huis des Heeren
Do Minister en de huisbaas. (Eer
ste bedrijf). Denemarken!
Zweden
In mijn vorig artikeltje sprak ik uit,
dat men bij de Raadsverkiezing aan de
P.v.d.A. mag vragen het regeringsbeleid
te verdedigen. De drukker maakt er
van: regerings-gebied. Dat bedoelde ik
niet.Het gebied verdedigen, denk aan
Indië, staat er al even treurig bij, daar
komen zij zéker niet onderuit! Laat mij
voorlopig maar bij het beleid hier te lan
de blijven, dan hebben wij stof te over.
On^e Minister Mr Dr In 't Veld laat
van zich horen. In de Kamerstukken en
op partij vergaderingen. Maar op de par
tij vergaderingen vertelt hij wel eens
iets dat de Kamer nog niet eens weet.
Dat komt niet te pas, maar de soc. de
mocraten vinden dat heel gewoon. Zij
doen wat zij willen; afgelopen.
Nu ben ik nog onder de indruk, om
met Vondel te spreken, van „wat de
trouwe Gabriel ons met zijn bazuin
quam leeren." Deze Excellentie is een
innemend man. Zijn persoon en be
schaafde spraak doen niet vermoeden
dat hij bij hot revolutionnaire volkje
hoort. Maar de inhoud van zijn woorden
en beleid doen hem direct kennen als
een rasechte man van de „arbeiders
klasse", van de rumoerige rood-getinte
groep. Nog niet Minister zijnde voegde
hij ondergetekende eens toe. dat de
Waarnemer behoorde tot de mensen van
het ..laissez faire, laissez aller", d.w.z.
„laat-maar-waaien systeem." Als ik nu
op zijn huur-politiek let, geloof ik dat
hij er zelf wat van overgenomen heeft.
Maar neen, dat toch ook weer niet;
Z. Exc. is van de richting waar men
zegt: „Laat mij slurpen van dat rode,
dat rode daar!"' En daar heeft deze rus
tige spreker zich ineens geworpen op...
de huisbaas! Arme huisbaas, want nu
ga je er aan, hoor! Hoe treft dat zo,
dat ik beide figuren ken, deze Minister
en ook de huisbaas. Deze laatste dan
als type uit een groep.
Moet U weten, dat al wat sociaal-de
mocraat is een dodelijke afkeer van de
huisbaas heeft. Deze kwam toch altijd
's Maandags maar de huur halen, ook
als moeder de huurcenten niet had.
Zo'n 30 of 40 jaar geleden hadden de
arbeidersgezinnen het vaak hard te ver
antwoorden en een moeder denkt dan
eerder aan eten op tafel dan aan de
huishuur. Dat type huiseigenaar was
meestal een zuinig renteniertje, die een
paar pandjes bezat en^ graag op tijd de
weekhuur ontving. Ik pleit niet voor zijn
woning beheer, want de woningen zagen
er doorgaans erbarmelijk uit. Kaal en
donker, verveloze trappen, enfin, het
was niet fraai. Gelukkig wonen de ar
beiders in de steden nu in wat betere
huizen. Waarom dan vroeger niet? Wel,
omdat we altijd kinderen van onze tijd
zijn en elke ontwikkeling ook zijn tijd
vergt. Houd je maar kalm, hoor. Mis
schien schudt men over 100 jaar over
öns het hoofd. Dafe daargelaten.
Die „huisbaas" was doorgaans ge
kleed in een zwarte jaquetjas van 1884,
waarop hij zuinig was geweest, een
zwarte das en een zwarte bolhoed op,
mode 1893. Hij kwam de daalder of rijks
daalder halen en kende geen pardon.
Er vielen nog al eens harde woorden.
Slaagde iemand er in 3 óf 4 weken niet
te betalen, dan liet hij het gezin er uit
zetten. Dat bracht kosten mede, maar,
daar had hij met de huurprijs toch al
een beetje opgerekend
De huurders hielden hem voor een
kapitalist, konden zich niet indenken
dat iemand z'n leven lang geen sigaar
tje rookte en nooit-niks genoot, om een
blokje huisjes te verwerven. Aangezien
de S.D.A.P. de oorlog aan de brandkast
had verklaard, verklaarde het hofje de
oorlog aan de huisbaas. Meestal kwam
deze echter 's Maandags als overwin
naar uit de strijd.
Maar nu ziet het er lelijk voor hem
uit, want'Minister In 't Veld pakt hem
nu aan zijn zwarte pandjesjas en niet
zo héél zacht!
U kent de feiten. De huren der wo
ningen zijn nog als in 1940 en mogen
niet verhoogd worden. De onkosten zijn
Vele malen duurder dan toen, heel het
leven is duurder, maar de huizenexploi-
tant moet maar zien er uit te komen.
De kleine huiseigenaar die op enig voor
deel heeft gerekend om te leven, kan
niet me^ rond komen. Zeker, er wordt
aan de huizen weinig ten koste gelegd,
maar desondanks raakt de huiseigenaar
aan de grond. Schreeuwend onrecht
vaardig. Alle lonen zijn verhoogd, alle
uitgaven ook, maar niet de woninghuur.
Deze wijze van doen van de regering is
dom en schadelijk. Want het huizenbezit
is een nationaal bezit. De panden gaan
zeer in waarde achteruit, straks is dit
kostelijk volksbezit door verwaarlozing
van onderhoud zoveel te eerder veiT^al-
len. Ons goud is verkocht en ons hui
zenbezit verkommerd. Ook is er nie
mand meer die nog lust heeft een paar
huizen te bouwen, omdat de lage huur
hem direct de nek breekt. Jammer,
want het ging best toen particulieren
nog wat wilden wagenEn er is wo
ning nood.
Mr In 't Veld zal toch wel weten hoe
't in Frankrijk is Daar zijn sedert 1918
(ja 1918) de huren niet verhoogd, met
gevolg dat al wat nog huis kan heten,
schromelijk vervallen is, dat millioenen
francs weg zijn. Waarom men nu, met
allerlei beperkingen voor de werkman,
toch maar enige verhoging zal toelaten.
Dat mag dan ook wel, na 30 jaar! Mis
schien kan men wat er nog staat, be
hoeden voor omvallen. #Iier te lande
gaat het dezelfde weg op.
Mijn papier is vol, ik hoop volgende
week te schrijven wat ik over de huur
politiek te zeggen heb. Als de huis
eigenaar uitziet en vraagt: Zuster Anna,
ziet ge nog niets komen? Antwoord ik:
er komt iets, maar niet veel bijzonders.
Je schijnt het bij de Partij van de Ar
beid zwaar verkorven te hebben. Daar
zal je voor boeten. Ook al heb je niets
dan het huis daar je in woont.
De rooikens houden 'n mens maar be
zig. Eerst was het: zie naar Engeland,
Labour heeft het 'm daar. Toen kwam
de oorlog. Daarna weer: zie naar Enge
land. Dat geroep verstomt, want het is
er nog slechter dan hier. De communist
roept: zie naar Rusland, (er heen gaan:
ho, maar). Nu is Denemarken aan bod.
Daar moet het onder de vrienden van de
P.v.d.A. één groot lustoord zijn. Een
cultureel gezant van Denemarken maakt
hier propaganda met fraaie boeken vol
foto's en onze hoge ambtenaren gaan er
heen om dat moois te zien. Social Dan
mark! Socialistisch Denemarken! Daar
weten ze hoe 't hoort. Nu, daar zal ik
dan spoedig een scheutje tegenspraak
over gieten, want geestelijk en zedelijk
zinkt dat land weg. Met Zweden er brj.
WAARNEMER.
P.s. In de vorige week in het vuur mij
ner verkiezingsbeschouwing een fout
gemaakt. Treurig, maar waar De
thans door beide Kamers aanvaarde
wijziging van de Kieswet, nl. dat men
2 lijsten verbinden kan, geldt slechts
voor gemeenten van meer dan
èOOOO zielen. In kleinere gemeenten
blijft alles bij 't oude. Moge echter
de oude geestdrift ons blijven be
zitten. (Overigens is in de steden
de verwachting gering, daar men
reeds 10 gelijkgezinde raadsleden
moet hebben om te „verbinden.")
W.
(Bulten verantwoordelijltheid der Red.)
Mijnheer de Redacteur,
Gaarne zag ik voor de volgende regels
een plaatsje ingeruimd in uw blad, als
antwoord op het „Ingezonden: Kerkcon-
cert te Sommelsdijk" in h€t nummer van
2 Maart 1949. Ik kan niet nalaten op
enkele uitspraken van de heer Caron
nader in te gaan. De zaak waarom het
gaat is ernstig genoeg, wanneer gezegd
wordt, dat de verderfelijke geest op
het eiland een blanco mandaat heeft ge
kregen." Met andere woorden de duivel
se geest wordt hier geduld en heeft vrij
spel. Deze stelling, die een zware be
schuldiging voor heel de christelijke be
volking inhoudt, tracht de heer Caron
te bewijzen door een bepaalde beschou
wing van het kerkgebouw te geven,
waartegen gezondigd zou zijn door het
gegeven kerkconcert. Voordat hij ech
ter met argumenten naar voren komt,
maakt hij een tweetal opmerkingen, die
niet ter zake doen. Allereerst vestigt
hij er de aandacht op, dat in tal van ker
ken een leer verkondigd wordt, die niet
is naar de Schriften. Dit is volkomen
waar, helaas. Doch is zulk een kerk dan
ook nog wel „Huis des Heeren?" Ove
rigens heeft dit met de zaak, die in het
geding is niets te maken, evenmin als
de toespeling op activiteit op „staatkun
dig terrein." Zulke politieke opmerkin
gen moest men buiten de kwestie van
een orgelconcert houden. Met zulke slag
woorden moet men voorzichtig zijn.
Door de algemene verzoeningsleer af te
keuren, moet blijken, dat wij „gerefor
meerd" zijn en zo benaderen wij dan een
bepaalde vraag. Dit is niet zakelijk -en
zelfs niet oprecht. Op deze wijze wordt
bij het publiek stemming gemaakt, zon
der dat zakelijke argumenten, in dit ge
val Bijbelse argumenten de doorslag ge
ven. Ook is het gevaarlijk te veel te
zeggen. Br is immers niemand, die de
kerk beschouwt, zoals de heer C. het
voorstelt: „een gebouw waar de „gelo
vigen" zich verzamelen, ten einde van
him vorm-christendom te doen blijken
op hun tijd." Neen, het vorm-christendom
zit dieper, dat is overal, waar onder
een zuivere belijdenis een mens in
zijn onbekeerlijkheid verhard. Bij een
niet-Bijbelse leer kan er geen sprake
van vorm-christendom zijn, omdat de
schriftuurlijke vorm ontbreekt. Maar bij
een zuivere mondbelijdenis is er zoveel
te meer gevaar voor een vormendienst,
voor een spreken in termen, waaraan
het hart ontbreekt.
Doch terzake. Hoe ziet de heer C. de
kerk, d.w.z. het kerkgebouw? Als een
plaats, waar God woont. Hij herinnert
aan de brandende braambos. Mozes
moet de schoenen van de voeten doen,
want de plaats waar hij staat is heilig
land. Maar vergeet niet, dat even later
op die plaats de schapen weer liepen te
grazen! Heilig is iedere plaats, waar
de Heere een mens nadert en toespreekt:
zijn binnenkamer, zijn bed! Hier moet
aan een veel geestelijker vorm van hei
ligheid gedacht worden. Vandaar ook
het verbod: Nader hier niet toe! Dit kan
tpch niet op een kerkgebouw worden
overgebracht Zo verdraait men de
Schrift en laat haar iets zeggen, wat zij
niet zeggen wil!
De tweede bewijsplaats is: Waar twee
of drie in Mijn Naam vergadert zijn, ben
Ik in het midden van hen! Dat kan zijn
in een kamer, in een schuur of stal zelfs
in tijd van vervolging, waarop de Heere
hier doelt. Over blijvende heiligheid van
de plaats, die niet eens genoemd wordt,
wordt met geen woord gerept.
Ook het uitdrijven van de wisselaars
en veeverkopers uit de tempel wordt
naar voren gebracht. De wisselaars, die
de mensen bedrogen, door ze af te zet
ten en de veemarkt in de tempel, is toch
niet te vergelijken met een kerkconcert
Bovendien wordt hier de fout gemaakt,
dat kerk en tempel op één lijn worden
gesteld, zoals de Roomse kSi-k dat doet.
In de tempel woonde God echter onder
de schaduwendienst, maar in de kerk
hebben wij. Protestanten, geen woon
plaats Gods, zoals de Roomsen in het
altaar! Of de vraag zo eenvoudig te
beantwoorden is, wat de Heere zou doen
indien hij lichamelijk op aarde was in
deze tijd, waag ik te betwijfelen. Hier
over wordt veel gegist, doch ieder laat
dan de Heere Jezus doen, wat hij zelf
graag zou gedaan zien. Dit blijkt uit de
literatuur, die daarover is verschenen.
Een socialist laat Jezus het socialisme
prediken, een Parizeer laat Hem de Fa-
rizeërs verheerlijken, en zo maakt leder
van de Middelaar wat Hij wil. Dit is een
gevaarlijke weg.
Met de komst van de Heere Jezus is
al het uiterlijke in de 'eredienst wegge
vallen. Denk aan de vraag van de Sa-
maritaanse vrouw, waar men aanbidden
moet, op de Gerizim of in Jeruzalem en
hoor het antwoord van de mond der
waarheid: Noch Kier, noch daar, want
God is een Geest en die Hem aanbidden,
zullen Hem aanbidden in geest en waar
heid. Daarop komt het aan, of wij onze
godsdienst in geest en waarheid bedrij
ven. En dan loopt de lijn niet: voor of
tegen een kerkconcert, maar voor of
tegen Christus. Dat die ernst ons door-
dringe. Dan zeggen wij niet zo gemak
kelijk als de heer C. "Wij moeten als le
vende lidmaten van Christus de ware
strijd aanbinden." Levende lidmaten van
Christus! Wat gaat dat in eens weer
gemakkelijk. Doch laat ik voor de dui
delijkheid deze zin nog eens overschrij
ven: „Indien er nog onlosmakelijke ban
den van liefde en gehechtheid tot het
Huis des Heeren in onze harten aanwe
zig zijn, dan als levende lidmaten van
Christus de ware strijd aangebonden in
woord en geschrift." Stil eens even,
worden wij nu door gehechtheid aan het
voor het tijdvak van 13 t.m. 36 Maart
Bonnen voor vlees
024 Algemeen (reeds aangewezen, gel
dig t.m. 12 Maart) 50 gram vlees
041, 043 Vlees 100 gram vlees
042 Vlees 300 gram vlees
Alle bonkaarten
045 Algemeen 250 gram boter of mar
garine of vet
Bonkaarten KA, KB 903
046 Algemeen 250 gram boter of mar
garine of vet
047 Algemiéen 200.gram kaas of 250 gr
korstloze kaas
052 Algemeen 500 gram boter of mar
garine of vet
Bonkaarten KD 903
054 Algemeen 125 g^m boter of mar
garine of vet
055 Algemeen 100 gram kaas of 125 gr.
korstloze kaas
Tabak- en Diversenkaarten enz. QA,
QC 903
67 Tabak 2 rantsoenen sigaretten of
kerftabak
69 Tabak 1 rantsoen sigaretten of kerf
tabak
Bonkaarten ZA, ZB, ZC, ZD, ZE, MD,
MF, MH 904 (bijz. arbeid, a.s. moeders
en zieken)
Geldig zijn de bonnen van de strook G.
Deze bonnen zijn 14 dagen geldig.
Bovenstaande bonnen kunnen reeds op
Vrijdag 11 Maart a.s. worden gebruikt.
De niet-aangewezen bonnen 029, 030,
031, 033, 036, 037, 038 en 039 kunnen
worden vernietigd.
HUISSLACHTINGSSEIZOEN 1948/49
EINDIGT OP 81 MAABT 1949.
Belanghebbenden worden eraan her
innerd, dat op 31 Maart a.s. het huis-
slachtingsseizoen 1948/1949 eindigt. Zg,
die nog een varken of een schaap voor
handen hebben, hetwelk zij gedurende
dit seizoen in huisslachting mogen slach
ten, dienen tijdig de vereiste machtiging
bij de plaatselijke bureauhouder aan te
vragen.
Alleen instellingen met een liefdadig
karakter, die m de zelfverzorging voor
vlees zijn opgenomen, worden in de ge
legenheid gesteld ook né, 31 Maart a.s.
een huisslachting te verrichten.
Huis des Heeren levende lidmaten van
Christus? Dan zijn er in Middelhamis
nog heel wat levende lidmaten, want de
gehechtheid aan het Huis des Heeren. is
er groot, zoals bij de brand van de kerk
wel bleek. Maar, helaas, neen! Ik ben
een levend lidmaat van Christus, zegt de
Catechismus, omdat ik de zalving van
Christus deelachtig ben, dus de zalving
met de Heilige Geest! Dat is heel wa,t
anders. Dan vergelijken wij een orgel
concert niet met een Kerstspel, zoals in
Haarlem werd opgevoerd, want dan zijn
we niet eerlijk. Dan menen wij nietmen
komt zo licht van het één tot het ander,
want ieder geval moet op zich zelf be
schouwd worden.
Ook wat betreft het schrijven over de
jeugd, moet ik met de- heeï C. verschil
len. Er moeten wegen gezocht worden
om onze jeugd te bereiken, merkt hij
op. Accoord, maar wie doet dat? Leer
ze eerst maar Gods Woord lezen en ver
staan, dan zijn wij al heel wat verder.
Maar vele jongeren hebben een afkeer
van voorgewende godsdienstigheid, die
de mug uitzijgt en de kemel door-
zwelgten terecht! Ook moet men
niet bouwen op een eerlijkheidsgevoel
onder de jeugd. Gods Woord leert, dat
alle mensen leugenachtig zijn. Ook de
jonge mensen. Daar houd ik het op! Bo
vendien is het onjuist, omdat alleen te
zeggen, dat de jeugd evengoed als de
anderen leven onder de werkelijkheid
van dood en oordeel. Er is meer: zij le
ven onder een aangeboden zaligheid!
Maar genoeg. Nog een enkele opmer
king over de zaak zelf. Tot nog toe
sprak ik van de argumenten in het in
gezonden stuk, waartegen ik ten stellig
ste moet protesteren. Principieel gezien
is het zo: Het orgel in de kerk dient
tot begeleiding van de gemeentezang.
De vraag, waarom alles draait is deze:
Mag dit orgel, deze koning onder de in
strumenten, ook buiten de kerk gebruikt
worden, waardoor de kerk dan een plaats
(Vervolg pag. 2 Ie kolom)