Doodstraf geëist tegen Kotalla-sroep
Vrije verkoop
onroerend goed
Buitenland
I-C
-----------------------------------------
MEDITATIE
Spotten met het heilige
Onder hen is ook Berg, de kampcommandant
van Schoorl
De Judas van onze
Sommelsdijkse jongens
IIM1D
-niEuws
Bureau: Prins Hendrikstraat 122c
Middelhamis, Telef. 17, Giro 167930
postbox 8. Telefoon Drukkerij 19
CHR. WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG
voor de ZUID-HOLLANDSCHE en ZEEUWSCHE EILANDEN
ZATERDAG 4 DECEMBER 1948 21e JAARGANG No. 1776
Abonnementsprijs 1.50 p. kwartaal
Advertentieprijs 12 et. p. millimeter.
Bij contra,ct speciaal tarief.
Het A.N.P. heeft dezer dagen een be
richt doorgeven, dat er alle kans be
staat, dat van 5 December a.s. af de
vrije verkoop van gebouwd onroerend
goed zal worden' toegestaan. Dat wil
dus zeggen, dat bij koop en verkoop van
huizen, fabrieken, boerderijen enz. d e
meest biedende in het bezit zal
kiuinen komen van het gewenste pand.
Tot op heden is er een „prijzenstop"
voor onroerend goed geweest, waardoor
men niet in staat was voor het te ver
kopen pand elke prijs te nemen, die ko
per en verkoper overeenkwamen. Men
was bij iedere transactie aan de Prij-
zenbureaux voor Onroerende zaken ge
bonden.
Dat wil niet zeggen, dat er niet „ge
modderd" werd.. Had een huis b.v.
5000.taxatie-waarde, werd het wel
verkocht voor 8 of 9 miUe en ging er 4
af 5000 gulden achter de mast of andrft
de tafel door. De overboeking bij de no
taris geschiedde tegen de taxatiewaarde
en het overeengekomen meerder bedrag,
werd zonder meer contant bijbetaald.
Wettelijk genomen was dit zeer uit de
boze, ma^r sian de andere kant begrij
pelijk. Wanneer wij zien, dat een nieuw
te bouwen middelmatige burger of ar
beiderswoning thans minstens 10.000
kost, kon men, b.v. voor een zo goed
als nieuwè'flinke burgerwoning, die voor
de oorlog SOOO.had gekost, boven
dien beter en solider van bouw dan te
genwoordig, een taxatie zien toegewe
zen, liggende tussen de 4 a 5000.
Het valt te begrijpen, dat men daar niet
op inging, óf, men paste zoals hierboven
genoemd, anti-wettelijke middelen toe,
en...yerrekende de rest onderhands.
Ér lag dan ookr in deze prijzenstop
van de regering een grote onbillflkheid.
Wat de reden van deze opheffing is
die we zeer toejuichen valt niet met
zekerheid te zeggen, maar we kimnen
wel concluderen, dat deze „prijzenstop"
praotisch geen zin meer heeft. Voor
geldbelegging brengt huizenbezit geen
voordeel, omdat onderhoud, belasting
enz. nauwelijks de huur dekt. En voor
hen die een huis willen kopen om er
zelf in te gaan wonen is men aan een
„woonruimte-commissie" gebonden. Men
kan, al heeft men feen huis gekocht, de
tegenwoordige bewoner er niet uitzet
ten omdat er .immers voor hem ook
geen woning is en al koopt men een le
dig huis, dan schrijft de „woonruimte
commissie" voor wie er in moet.
Het is dus zo, «dat de vrije verkoop
van onroerend goed weinig verandering
zal geven in het aspect woonruimte
tekort. Er zijn op ons eiland Goeree
Overflakkee huizen genoeg te koop
een makelaar vertelde ons dat hij er
ruim veertig op z'n boekje had staan
maar wie koopt er een huis, als hij het
tóch niet kan betrekken? En voor geld
belegging is er voor gebouwd onroerend
goed heel geen ambitie, omdat dit meer
strop bezorgd dan voordeel.
Al zullen- door de omstandigheden,
momenteel weinig panden verhandeld
worden, toch is deze vrije verkoop een
ontlasting. Bij verplichte verkoop, b.v.
bij boedelscheidingen, erfenissen etc,
zullen verkopers hier ongetwijfeld voor
deel van hebbeiïT' Bovendien komt het
waardeverschil tussen bestaande huizen
en nieuw-bouw nu beter tot zijn recht.
Van dit stuk Overheidsbemoeiing zijn
we weer af. Men zit nu echter nog met
het netelige probleem van de huren. De
verkoopsprijs van een pand hangt ten
nauwste samen met de huurprijs en de
huren liggen, zoals men weet, nog op
het lage niveau van 9 Mei 1940. Bij de
begrotings behandeling komt voor het
nieuwe jaar een wetsontwerp tot huur
verhoging ter tafel, waarbij mogelijk de
huurstop ook veranedring zal onder
gaan.
Voor weilanden en bouwgronden, on
gebouwd onroerend goed dus, blijift de
prijzenstop gehandhaafd.
Daarvoor heeft men nadere goedkeu
ring nodig van de betreffende PrgÉen-
bureaux.
„En ik zeide: Ach Heere, Heere!
zij zeggen van mij: Is hij niet een
verdichter van gelijkenissen?"
Ezech. 20 49.
I.
Een ernstige aanklacht tegen het volk
van Israël vinden wij in dtt woord uit
het profetisch boek van Ezechiël, de
grote Godsgezant.
Met vele vorsten en graven des rijks
en priesteren is hij, zelve ook uit het
priesterlijk geslacht, gevoerd naar het
land van Babel.
In Mesopotanië aan de oevers van
de Kebar woonde hij; en ook daar riep
de Heere hem tot zijn grote profetische
arbeid.
De oordelen Gods aan te kondigen, de
val en verwoesting van Jeruzalem, de
ondergang van Israël, is de taak die de
Heere hêm oplegt; maar ook na de ver
woesting het heil en de verlossing, die
God Israël zal doen ervaren.
En ons tekstwoord staat in dat gedeel
te van de profetie, waarin hij voorspelt
de nadering van de rechtvaardige oor
delen Gods en zijn komst ten gerichte
uit zijn heiligdom.
„Uit Sion de volkomenheid zijner
schoonheid verschijnt God blinkende, on
ze God zal komen en zal niet zwijgen;
een vuur voor zijn aangezicht zal ver
teren en rondom Hem zal het zeer
stormen."
En alhoewel, de -profeet menigmaal
symbolisch zijn profetieën uitspreekt, is
toch de aankondiging van de oordelen
en de oorzaken daarvan tot de majinen
uit de oudsten van Israël, die tot hem
komen, om de Heere te vragen (hdst.
20 1) zeer duidelijk.
Niet symbolisch wordt in ons hoofd
stuk gesproken.
En als in het laatste gedeelte Eze
chiël verkondigt, dat God het Zuider
woud (het land van Juda, gezien van
uit Babel) zal aansteken met het vuur
van zijn toom en Hij alzo betonen zaJ
alle vlees, dat Hg de Heere is, dan kun
nen ook die»mannen, die tot hem kwa
men het verstaan, dat de toom Gods
komen zal.
Maar in plaats dat zij zich met zak
ken omgorden, en met as hunne hoofden
bedekken roepen zij het uit: „Is hij niet
een verdichter der gelijkenissen", alzo
spottend met het Woord des Heeren,
dat door de mond van Ezechiël tot hen
kwam; ja spottend met het heUige.
Eén woord, waarin uitkwam de Gode
tergende houding van Israël, het volk
Gods, het volk levende onder de open
baring van het Goddelijke verbond,; het
volk, dat zoveel weldaden van God ont^
vangen had; dat, in onderscheiding met
de andere volken het voorrecht had, dat
de woorden Gods hen toebetrouwd
waren.
„Is hij niet een verdichter der gelij
kenissen." Een woord, dat ook gespro
ken wordt in onze dagen. Misschien dan
wel niet met de mond, maar met de
taal der daden.
Nederland wordt ook heden de oorde
len Gods aangekondigd. Temidden yan
het gerumoer der volkeren, temidden
van de internationale spanningen, van
de economische chaos, spreekt Gods
stem door Zijn Woord en door Zijn
knechten: „God komt in de vreg van
Zijn gerichten."
A.V.
(Wordt vervolgd.)
Tegen alle leden van de Kotalla-groep, de zeven beulen van Amersfoort, Is voor
het Bijzonder gerechtshof te Amsterdam de doodstraf geëisti. De namen der
veroordeelden zijn: Berg, Kotalla, Wolf, May, Brahm, Oberle en Ascher. Berg
was indertijd ook Conomandant van het kamp te Schoorl, waar in 1941 176
jongens tilt Somimelsdük werden heengevoerd.i Men ziet hem op de foto, de
eerste van rechts. De jongens zïillen zich dezen sadist nog zeer goed herinneren.
Foto welwillend aigestaan door Dagblad „Trouw"
Warum machst du kein Sport?
Heraus Menschü!
Dat was zo de periodieke uitdrukking
van de Scharführer Berg, waarmee jhij
lederen morgen de barakken te Schoorl
binnenkwam, wanneer er jongens waren
die zich gedrukt hadden of zich ziek
hielden. Hij was de man die berucht
was om zijn „Strafsport", waarbij hij on
ze Sommelsdijkse jongens de appèl-
plaats rond liet „kikkeren", looppas liet
lopen met een kameraad op de schou
ders, of door herhaaldelijk zgn duim op
en neer te bewegen, commandeerde:
aufstehen! sitzen!, aufstehen! sitzen!,
steeds sneller en dat geruimen tgd aan
elkaar. ledere Sommelsdijkse jongen
was er van overtuigd dat Berg een veel
sluwer sadist was dan Stöver, (die al
tijd riep: Das Bein hoch, Mensch!) wel
ke binnenkort terecht zal. staan. Deze
zal zijn gerechte straf ook niet ont
lopen.
Die. bewuste Berg heeft heel wat op
zijn geweten:
Berg: 1.) Toepassing van het verfoei
lijke regime in het P.D.A. Foltering
van gevangenen en als meerdere toela
ten, dat zijn minderen folterden. 3.)
Fusillering van 76 Russen. 4.) Fusille
ring van 49 gevangenen als represaille
voor de aanslag op Rauter. 5.) Door zijn
minderen doen fusilleren van tal van
gevangenen. D.wz. ver over de 100
moorden.
Toen tegen elk der beschuldigden de
doodstraf werd geëist ging er een luid
applaus van de publieke tribime op.
De verdedigers stonden voor de vrij
wel hopeloze taak verzachtende omstan
digheden te vinden. Urenlang hebben de
pleiters gezocht naar mogelgke zwakke
plekken in verklaringen van de tiental
len getuigen; zij hebben de verdachten
geschilderd in hun milieu van hun jong
ste jaren af, dat de sleutel zou kunnen
zijn voor het beklemmende raadsel van
hun bestiaal gedrag.
China.
De gunstige regeringsberichten, wel
ke de vorige week de wereld in werden
gestuurd, blijken nu achteraf, niet op
waarheid te hebben berust.
De commimisten beschikken over
strategisch goed onderlegde officieren,
waardoor zij de regeringstroepen te
knap af zijn.
Uit hetgeen de laatste masinden is
voorgevallen, blijkt het dat detroepen
van Tsjang Kai Sjek geen goede verde-
digings-linie kunnen opbouwen. Zij wor
den gedurig terug geslagen, en alvorens
zij zich kunnen herstellen, zitten de com
munistische troepen hen alweer op de
hielen.
Soetsjou, een stad die ruim 800.000
inwoners telt, en die de Chinese hoofd
stad Nanking beveiligd, is door de re
gering prijsgegeven.
Sterke Chinese troepen waren naar
Soetsjou gezonden. Aanvankelijk boek
ten zij enig succes, omdat voor uitge
schoven communistische eenheden de
ongelijke strijd moesten opgeven en zich
terug trokken.
Zelfs hebben de commimisten het
Oostelijke deel van hun troepenmacht
wat moeten terug nemen. Dit waren de
zo overdreven overwinningen der re
geringstroepen.
Wat is echter achteraf gebleken Dit,
dat de regeringstroepen meer en meer
in de lus kwamen te zitten, en toen de
communisten tot den aanval over gin
gen, zij niet tegen de druk waren opge
wassen. Tsjang Kai Sjeks soldaten
moesten oni een algehele insluiting "te
voorkomen, 'in grote haast worden terug
genomen.
Zulk een verward terug trekkend le
ger is niets meer waard, terwijl de vij
and, die het op de hielen zit, grote ter
rein winst boekt.
De volgende slag zal nu gestreden
worden te Pengoe, waar twee legers zich
in aller haast gereed maken voor de
verdediging.
Er gaan zelfs al stemmen op, dat
Generaal Tsjang Kai Sjeks regering
haar laatste dagen tegemoet gaat, om
dat de verdere verdediging van het rijk
een verloren zaak schijnt te zijn.
De Generaal zal nu zelf de verdedi
ging van de hoofdstad. Nanking ter
hand nemen.
Mevrouw Tsjang Kai Sjek is per
vliegtuig naar Amerika gegaan. Zij zal
het uiterste proberen om te bewerken
dat er meer hulp aan China gegeven
wordt.
President Truman kan haar niet ont
vangen, om dat zijn ambtswoning, op
het ogenblik verbouwd wordt. Zij is
thans de gast van Mevr. Marshall. Mi
nister Marshall echter ligt op advies van
zijn doktoren in het ziekenhuis, zodat
de Chinese Presidentsvrouwe, het niet
erg treft.
Vervolg pag. 2 Ie kolom