Cultuur en
Woord-binding
Uit hel
Kijkvensl
er
MEDITATIE
Schatten vergaderd
en niet rijk.
7 tr
EIIM1D
-niEUl/S
Bureau: Prins Hendrikstraat 122c
Middelhamis, Telef. 17, Giro 167930
Postbox 8. Telefoon Drukkerij 19
CHR. WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG
voor de ZUID-HOLLANDSCHE en ZEEUWSCHE EILANDEN
ZATERDAG 20 NOVEMBER 1948
21e JAARGANG No. 1772
Abonnementsprijs 1.50 p. kwartaal
Advertentieprijs 12 et. p. millimeter.
Bij contract speciaal tarief.
I.
Het lijkt ons gewenst aan het cultu
rele streven onzer dagen door het op
richten van dorpsgemeenschappen, en
stichtingen en dergelijke, die alle het
kweken of versterken van h§t saamho
righeidsgevoel ten doel hebben met de
verheffing van de mens tot een hoger
ontvv'ikkelings- en beschavingspeil, enige
aandacht te schenken. Dit mede naar
aanleiding van een verslag van de „Ont
wikkelingsmiddag der Landbouw Jonge
ren Gemeenschap Streek Tholen en St.
Philipsland, wat .verleden week in onze
Zeeuwse editie voorkwam.
Het valt op dat dit streven na de
oorlogstijd met zijn demoraliserende ge
volgen sterk naar voren komt. Geen
wonder. We zijn allen wel geschrokken
van hetgeen de mens durfde bestaan in
de achter ons liggende jaren.
ïn het „normale" leven worden en
werden we zo nu en dan geschokt door
het beestachtige optreden van een of
ander individu en was de verontwaardi
ging algemeen.
De oorlog met zijn gevolgen greep in
zijn zejlenverwoestende invloed de mas
sa, aan en stompte het volksgeweten af
op onstellende wijze. De strijd om het be
staan, de begeerte naar bezit van dat
gene wat gemist werd, deed velen alleen
aan zichzelf denken. Geen gemeen
schapsleven, doch een sterk individueel
leven, een krachtige drang om zichzelf
te voorzien van wat men begeerde, met
een door de omstandigheden bevorderd
v/antrouv/en tegenover andéren en he
vige afgunst ten opzichte van hen die
men boven zich bevoorrecht zag, naast
een groeiende haat tegen de onderdruk
ker, beheerste toen de harten en zinnen
van velen en bewerkte een grote ver
wording.
Men zegt: „Nood verenigt, nood bindt,
nood doet naar elkaar toegroeien." Dit
mag tot op zekere hoogte waar zijn,
doch feit is, dat uiterste nood zelfs de
natuurlijke liefde in de harten doodt en
met niets ontziende middelen, ja ten
koste van het leven van bloedverwan
ten, doet streven naar zelfbehoud.
Uiterste nood bracht moeders tot kin
dermoord om eigen behoud. Moord om
te redden uit de klauw van. een bestiale
vijand is denkbaar, doch uit zelfbehoud
in dit geval lijkt ons te ontaard.
Maar genoeg. Ter verzachting van het
voorafgaande zouden voorbeelden kun
nen worden genoemd van prachtig hulp
betoon, doch die nemen niet weg het
geen onder zekere omstandigheden door
de mens wordt getoond: „het beest in
de mens."
Dat beest is een lelgk beest, een mon
ster, een akelig, naar, ellendig, venijnig
gedrocht, dat alles durft.
Dat beest durft niet alleen alles t.o.v.
anderen, doch durft zelfs God aantasten
in Zijn bestaan en rechten. Het moge
min of meer rustig zijn, als het ons
naar de zin gaat, als het ons tegen-
loopt, wordt het aanstonds actief.
Met deze werkelijkheid dient rekening
te worden gehouden. Dat is niet prettig,
niet vleiend voor de mens, doch naakte
waarheid. De praktijk bewijst het. De
bijbel leert het ons. Uit het hart ko
men voortU weet het wel.
Wat willen wij nu zeggen met boven
staande i.v.m. cultureel streven?
Dit dat bij al de organisatie en bm-
ding der jeugd en ouderen met het ge
noemde doel, de aanvaarding van de to
tale verdorvenheid des mensen en het
besef dat alleen de vemieuwmg door
Gods Geest deze vermag te herstellen,
wordt gemist.
Het spijt ons te moeten opmerken, dat
de actie der gemeenschappen en stich
tingen tot ontwikkeling en tot verhoging
van het beschavingspeil, steunt op de
verwachting, dat het „goede" in de mens
in samenwerking, geordend en gebonden
in gemeenschap of stichting, de mens
heid zal brengen tot saamhorigheid, tot
gezamenlflk zoeken .van het beste voor
het algemeen en het afzien van het per
soonlijk belang als doelstelling no. I.
Wij voor ons, vrij herhalen het, zien in
het culturele streven voor alles een
uiting van het in onze dagen, als reac
tie op de gespletenheid van ons volk,
en de door de oorlog bevorderde verwor
ding een greep van het humanisme naar
de volksziel om de massa door een alle
levens beschouwingen overkoepelende
eenheid te vinden, in de hoop daardoor
onderlinge-band, gemeenschapszin, e.d.
tot stand te brengen, de mensen te ver
beteren en door innige samenwerking
een gewenste welvaart te bevorderen.
Edoch, hierbij constateren vsrig een fou
tieve grondslag. Men heeft geen bijbels
zonde-begrip.
Door de zonde is er ellende. Men er
kent het. Welnu men' streeft naar voor
koming van de fouten in het veVleden
in het persoonlijk en gemeenschaps le
ven, alsof de zonde een-opzichzelf staan
de gebeurtenis is, die wij met onze wil
kunnen beheersen.
Men wil de mens minder egoïstisch,
edeler maken, hem de fouten leren over
winnen, hem cultiveren.
(Wordt vervolgd.)
Ordeningsvraagstukken Beter
met baat dan met praat! De
paardenrennen op Zondag.
De Tweede Kamer draait weer op vol
le toeren. De algemene beschouwingen
over de Rijksbegroting zijn gehouden
en vele decreten zijn en worden door de
onderscheiden politieke groepen belicht
en ook aangevochten. In ons democra
tisch geregeerd land kan dat; men kan
vrijelijk zijn critiek, die zo hoog nodig
is, laten horen. We zitten geperst in een
keurslijf van overheidsvoorschriften en
de belastingdruk wordt klemmend en
ondragelijk. En dan moet een en ander
wel eens beklemtoond worden.
Vooral voor onze middenstand. Deze
nijvere groep initiatiefnemers, die niet
ten onrechte d^ ruggegraat der natie
wordt genoemd, komt danig in de knel.
In het voorlopig verslag van de begro
ting van Economische Zaken wordt dan
ook algemene bezorgdheid over de mid-
denstands-politiek der regering uitge
sproken. Op zichzelf genomen is dit
prachtig, maar de betrokkenen zouden
meer met daden zijn gebaat. Want me
nige kleine ondernemer heeft reeds met
dringende nood te kampen.
Zo men weet, is er een loonsverhoging
van een gulden gekomen, om aan de
duurte enigszins het hoofd te kunnen
bieden. Nu gaat het niet over die loons
verhoging zelf, maar dat die gulden niet
mag doorberekend worden. Er is,
bij de algemene beschouwingen op de
aanvechtbaarheid van dit decreet ge
wezen, maar de Ministerpresident hield
voet bij stuk. De klagers kregen de
schrale troost, dat de kleinste onder
nemers door deze maatregel niet getrof
fen werden, omdat die immers geen per
soneel hebben! Daarmee basta! Instede
van verlichting worden dus telkens nieu
we lasten opgelegd.
Een paar weken geleden hebben we in
deze rubriek geschreven, dat de rege
ring de subsidies op de levensmiddelen
liet verdwijnen. De schatkist kon deze
lasten niet langer dragen en de belas
tingdruk moest dringend worden ver
licht. In werkelijkheid is het echter een
verschuiving, en wel van de publieke
kas naar een bepaalde daarvoor aan
gewezen groep, die zich daarin maar te
schikken heeft. Een finantieel goochel-
stuk, waarvan de ondernemers en in het
bijzonder de minst draagkrachtigen on
der hen, de dupe zijn.
Bij het afdelingsonderzoek is door een
meerderheid van de Kamer de minister
de aansporing gegeven, tot het opheffen
van allerlei belemmerende maatregelen,
met name ook wat betreft de talloze
bemoeienissen, die de Rijksbureaux als
staten in de Staat, met het bedrijfsle
ven hebben. Daarbij dachten zij ook aan
Alzo is het met dien, die zichzelven
schatten vergadert, en niet rijk is
in God. (Luc. 12 21.)
II.
De Heere Jezus, die weet wat in de
mens is, tekent in de gelijkenis van de
rijke dwaas het hart in zijn blinde blijd
schap over de rijkdom, hem ten deel
gevallen. De opbrengst van het land was
zodanig, dat voor vele jaren geen zorg
behoefde te zijn. Nu was hij verzekerd
voor de toekomst. Dies sprak hij vol
opgewektheid: neem rust, eet, drink,
wees vrolijk.
Een groot voorrecht van gezegenden
arbeid was hem ten deel gevallen, maar
geen gezicht had hij op de Gever. De
gaven waren hem alles. Het gemis van
de Gever kwelde hem niet. Het doel was
bereikt; Onbezorgd te kunnen leven. O,
hoe prees hij zichielf gelukkig met zo'n
goede uitkomst.
't Is wel een zeer begeerlijke zaak, vrij
te zijn van de zorgen des dagelijksen
levens. Denk u eens in de toestand der
genen, die zorgvol hun levensweg heb
ben te bev/andelen. Hoe moeilijk is hun
bestaan. Laat toch bij hen, die ruimer
gezegend zijn met aardse middelen er
barmen zijn voor hun behoeftige mede
mensen. Helpt, waar gij helpen kunt.
Weest weldadig, wordt rijk in goede
werken, gaarne mededelende en gemeen
saam. Gedenkt het woord van Paülus
tot Timotheus: Beveel den rijken in deze
tegenwoordige wereld, dat zij niet hoog
moedig zijn, noch hunne hoop stellen
op de ongestadigheid des rijkdoms, maar
op den levenden God, die ons alle din
gen rijkelijk verleent om te genieten.
De rijke dwaas kende geen zorg of be
kommernis over zijn naaste. Hij had het
oog alleen op zijn eigen belang. Van de
zodanige schrijft Jacobus en stelt hun
de vraag: Indien er nu een broeder of
zuster naakt zouden zijn, en gebrek zou
den hebben aan dagelijks voedsel, en
iemand van u tot hen zou zeggen: Gaat
henen in vrede, wordt warm en wordt
verzadigd, en gijlieden zoudt hun niet
geven de nooddruftigheden des Jichaams
wat nuttigheid is dat?
Hoezeer komt het hatelijk zijnde en
elkander hatende hierin aan het licht?
Daartegenover zet de Heere de liefde
tot God en tob den naaste. En dit plant
Hij in het hart van Zijn volk, als Hij
hen overbrengt in Zijn gemeenschap.
Als de schatkamer der genadegoederen
opengedaan wordt en de Heere schenkt
dsiarvan aan een allesverbeurd hebbend
zondaar, hoe wordt het hart dan aan
gedaan met wederliefde. De liefde
maakt mededeelzaam.
In de weg van dwang kan wel veel be
reikt worden om de rijkeren te brengen
tot ondersteuning der minder bedeelden',
maar alleen de liefde vermag samenbin-
'ding tussen hen te leggen. De eerste
Christengemeente is hiervan een sterk
sprekend voorbeeld. En ook later zijn
vele getuigenissen uit het leven der kin
deren Gods bewijzen voor de macht van
de H. Geest, als Hij het leven der ge
nade doet beleven.
Die rijk is in God, omdat de Heere
Zijn deel is geworden, heeft de ware
rijkdom. Hij kan zingen: De Heer is
mijn genoegzaam deel, mijn goed.
De arme dwaas, die zich rijk waande,
bezat van die Goddelijke goederen niets.
En toen hij stierf, was hij even arm als
toen hij de wereld in kwam. Hij moest
alles aan anderen nalaten.
Wel mag hij dwaas genoemd worden,
die.veel bijeenvergadert en als het er
op aankomt, niets er mee beginnen kan.
Maar, laat ons niet te haastig zijn in
het oordelen! Want met welke mate gij
meet, zal u wedergemeten worden.
Hoe staat het met uzelf? Hebt gij wel
eens stilgestaan bij het eind des levens?
Stelt gij u wel voor, wat het zeggen wil
te ^moeten afstand doen van al wat hier
de wereld biedt? En dan? Hoe zal het
dan zijn?
Het is de mens gezet te sterven en
daarna het oordeel!
(Wordt vervolgd)
de enorme moeite, die het'vaak kost om
ter bevoegder plaatse een gewillig oor
te vinden tot vestiging of uitbreiding
van een bedrijf. Het bedrijfsleven ziet
ongetwijfeld met grote belangstelling uit
naar de resultaten van deze aandrang
op de Minister. De resultaten daar komt
het op aan. Beter met baat dan met
praat.
Nu we het toch over allerlei belem
merende wetsontwerpen hebben, willen
we meteen een stuk aansnijden van an
deren, meer principiëlen aard. Er
is laatst in ons blad geschreven over de
weder-invoering van de totalisator, en
in de Memorie van Antwoord op het
voorlopige verslag der commissie van
rapporteurs uit de Eerste Kamer, lezen
we, dat de Regering zich verweert in
zake de paardenrennenop Zondag.
De regering erkent, dat het gewenst
is, het wedden door jeugdige personen
zo mogelijk niet toe te laten. Zij meent
dat hiervoor een regeling is te treffen
en zal te dier zake diligent zijn.
Wat het houden van paardenrennen
op Zondag betreft wil de regering er
op wijzen, dat bij de behandeling in de
Tweede Kamer de toezegging is gedaan
zoveel mogelijk te vermijden, dat deze
■wedstrijden op gewone werkdagen, dus
Maandag tot en met Vrijdag worden
gehouden. Het gaat te ver hieruit af te
leiden, dat de overheid' wil bevorderen,
dat dergelijke wedstrijden zoveel moge
lijk- op Zondag worden gehouden. Ove
rigens dient deze tak van sport in dit
opzicht gelijk geschakeld te worden als
alle andere takken van sport, aan de be
oefening waarvan op Zondag geen be
lemmeringen in de weg worden gelegd.
In ieder geval zou deze wet niet ge
bruikt mogen worden omi de draf- en
rensport in dit opzicht bij andere takken
van sport ten achter te 'stellen, aldus
de M. V. A.
Dus voetbal op Zondag geen belem
mering, paardenrennen ook niet! Met
's-Heeren d8.g neemt men het niet zo
nauw. Liever gezegd, men rekent er he
lemaal niet meer mee. Gods geboden,
worden door onze regering geminacht
en verworpen. Wat ons lai)d en voüc
dieper in de ellende doet wegzinken.
Want die Mij eren zal Ik eren, zegt de
Heere, maar die Mij versmaden zullen
licht geacht worden.
WAARNEMER.
KIEKEN KOMEN VRIJ PER
2 JANUARI
Minister Mansholt heeft Woensdag
middag in de Tweede Kamer meege
deeld, dat het in de bedoeling ligt om
de distributie van eieren op 2 Januari
op te heffen.
Volgens de Nieuwe Courant zou de
distributie van zeep begin December
worden opgeheven. Het ministerie van
economische zaken kon dit.bericht» niet
bevestigen.
^O
„R.T.M.-AANDEEL,HOUDERS
DIENEN EIGEN BELANG"
Dr ir W. Hupkes, voormalig presi
dent-directeur van de Ned. Spoorwegen
heeft gistermorgen óp een vergadering
van aandeelhouders zijn ontslag als com
missaris van de R.T.M, als volgt gemo
tiveerd: „Het is mij gebleken, dat een
groep aandeelhouders, welke een abso
lute macht in het bedrflf bezit, buiten
de belangen van de R.T.M, om haar
persoonlijke belangen wenst te dienen.
Dit noodzaakt mij mijn ontslag te ne
men. Goede samenwerking is niet mo
gelijk."
Ter vervulling van de vacature Hup
kes werden als candidaten aangewenden
de heren L. P. H. Hameleers uit Venlo
en prof. mr. Chr. Zevenbergen uit
Utrecht.