EiiAnoEn-niEuws
JOHN BUNYAN
J. Keuvelaar
3e Blad
Zaterdag 23 October 1948
No. 1764
(1628-1688)
Van onze Adverteerders
moeten een oogarts raadplegen
en bij ons een leesbril bestellen
Telefoon 157 Middelharnis
VI.
Zielestrijd.
„Als God werkt, wie zal dan keren?",
staat in Gods Woord geschreven. (Jes.
43 13) Gods Geest werkt onweder-
standelijk en al komt de ganse helle-
macht daar ook tegen aan, de Heere
houdt Zijn eigen werk in stand. Satan
verliest niet gaarne Zijn prooi en onder
bange bestrijding en innerlijke beroe
ring moet John Bunyan zijn weg ver
volgen.
Gods Woord werd hem in die dagen
dierbaar en dagelijks onderzocht hij de
Heilige Schrift met grote ijver en ern
stig gebed. Allerlei sekten drongen zich
aan hem op, om hem „de Weg, de
Waarheid en het Leven" te leren vinden,
doch hij gevoelde behoefte aan een ver
trouwde Gids en dat was voor hem de
Bijbel. Stipt, letterlijk wilde hij dat
Boek navolgen, maar hij wist geen raad
met de „bergen", die door het geloof in
de „zee" geworpen moest worden. Hij
begreep niet, dat dit een figuurlijke
spreekwijze was, om uit te drukken, dat
door het geloof de grootste zwarighe
den konden worden overwonnen. Het
behoeft ons dan ook niet te verwonde
ren, dat Bunyan een wonder wenste te
verrichten om daaruit zijn geloof te
kunnen afleiden. Och, werkelijk onder
wijs had hij nooit gehad. De Zondags
school had hij nimmer bezocht.
Gods Woord was zijn enige Leidsman.
Het ging bij hem om de zekerheid des
geloofs. Dagen en nachten bracht hij
door in het zoeken naar antwoord op
de vele vragen zijns harten. Hoewel on
geletterd, verkreeg hij uiteindelijk, na
zorgvuldige vergelijking van tekst met
tekst, een helder inzicht in de verbor
gen mening der Schrift. En al trachtte
de duivel hem bij dit onderzoek wijs te
maken, dat dit Woord niet voor hem
bestemd was, Gods Geest werkte door
en overtuigde hem al dieper, maar steP
de hem ook al heerlijker Gods verlos-
singsplan voor ogen. Gods Woord was
nu niet langer een gesloten boek voor
hém, maar een onuitputtelijke goud
mijn. Hier werd hij reeds voorbereid om
straks zijn licht te kunnen laten schij
nen in Gods Kerk op aarde. Oorspron
kelijk onbekwaam maakt God hem be
kwaam tot dat grote werk om een die
naar van Jezus Christus te kunnen zijn.
Toen hij eens vroeg aan de Heere, wat
„geloven" toch eigenlijk was, kreeg hij
ten antwoord: „Die tot Mij komt zal
geenszins hongeren, en die in Mij ge
looft, zal nimmermeer dorsten." Hieruit
kon hij opmaken, dat „geloven" en „tot
Hem komen" hetzelfde is, en dat hij
waarlijk in Christus gelooft, die komt,
d^t is met zijn hart en begeerten naar
de verlossing in Christus uitgaat.
In deze tijd van soms bange vertwij
feling, bestreden door Satan en ver
strikt in eigen onwetendheid, kwam
hem bij vernieuwing in gedachten het
afgeluisterd gesprek van die godvre
zende vrouwen te Bedford, waarvan wij
V in ons vorig artikel melding maak
ten. „Toen de twijfel zich over mijn ziel
verbreide als dikke donkere wolken en
de Zon der Gerechtigheid Zich voor mij
verborg, werd mij", zo verhaalt fiij zelf,
„de gelukkige toestand van die arme
vrouwen te Bedford op deze wijze in de
droom weer herinnerd. Ik meende ze
aan de zonnige zijde van een hoge berg
te zien zitten, zich in de stralen der zon
verkwikkend, terwijl ik 'van de koude
Stond te huiveren en te klappertanden,
en door vorst, sneeuw en donkere wol
ken bedreigd werd. Mij dacht, ik zag
ook tussen haar en mij een muur, die
deze berg omgaf, en mijn ziel verlang
de zeer door die muur heen te dririgen,
daar ik wenste bij haar te zijn om even
zo de koesterende warmte der zon te
genieten. Ik ging langs deze muur heen
en weer, al loerende of ik ook een of
andere opening mocht vinden om daar
door binnen te dringen, maar ik kon er
geen ontdekken. Ten laatste bespeurde
ik, als het ware, een nauwe scheur.
Waardoor ik mij trachtte heen te wer
ken. Daar de opening evenwel zeer eng
was, deed ik vele vergeefse pogingen»
totdat ik eindelijk door de inspanning
geheel afgemat was; toch gaf ik de
moed niet op. En het gelukte mij ten
laatste eerst mijn hoofd, daarna mijn
schouders en toen mijn gehele'lichaam
er door te wringen. Ik' was overgeluk
kig, toen ik mij naast haar neerzette en
de warmte der zon mij verkvsrikte.
Ik meende, de betekenis aldus te moe
ten verstaan: De berg was de gemeente
des levenden Gods; de zon, die haar
verkwikkende stralen neerzond, bete
kende het lieflijk licht Zijns aanschijns
en Zijner genade over hen, die tot die
gemeente behoren; de muur was het
Woord, dat scheiding maakt tussen de
Christen en de werelddienaar; de scheur
in de muur, Jezus Christus, die de Weg
is tot de Vader, Joh. 14 6 en Matth.
7 14. Daar de doorgang zo wonder-
riauw was, dat ik er slechts met de
grootste en aanhoudende inspanning
door kon komen, begreep ik hieruit, dat
niemand ten leven kan ingaan, tenzij
hij het in oprechte ernst begere en deze
zondige wereld geheel verlate; want in
de scheur Was nauwelijks plaats voor
lichaam en ziel, dus geenszins voor li
chaam, ziel en zonde."
Deze gelijkenis hield John Bunyan
vele da^en bezig en gedurende al die
tijd beschouwde hij zichzelf in een ver
loren en treurige toestand, maar toch
werd er een hevige honger en dorst in
hem opgewekt naar een plaatsje onder
degenen, die zich in de zonneschijn ver
heugden. Nu begon hij te bidden, waar
hij zich ook bevond, thuis of elders, en
dikwijls met verheffing zijns harten de
ze woorden te zingen: „O, Heere! zie
mijn ellende aan." Doch voor ditmaal
genoeg. Tot de volgende maal D.V.
(Wordt vervolgd)
BELASTINGGRONI>.
Br is sedert enige tijd een nieuw
soort fiets met hulpmotor in de handel.
Dergelijke voertuigen zijn vóór de oor
log ook al reeds in verschillende vor
men op de markt verschenen, doch kon
den toen niet op een bijster groot suc
ces bogen. Met de nieuwe vinding
schijnt men echter in Frankrijk gunsti
ge ervaringen te hebben opgedaan en
men koestert goede verwachtingen van
het debiet, nu een Nederlandse fabriek
de vervaardiging dezer rijwielen ter
hand heeft genomen. Natuurlijk rijzen
in ons over-gereglementeerd land aan
stonds tal van vragen. Mag men met
deze fietsen op rijwielpaden komen?
Heeft men een rij- en een nummerbe-
wijs nodig? En moet men er belasting
voor betalen?
Wat de eerste beide vragen betreft
zijn wij nog niet verder dan een verze
kering, dat van overheidswege de soe
pelheid zal worden betracht. Maar de
fijfcus hoe kan het anders? heeft
a&eeds met onmiskenbare duidelijkheid
gesproken. De gebruikers zullen een
tientje per jaar belasting moeten beta
len, „welke heffing, naar het oordeel
van de minister van financiën, het pu
bliek niet zal weerhouden tot aanschaf
fing van een dergelijk vervoermiddel
over te gaan."-
Een rechtsgrond om in een lijstje te
zetten. Niet de billijkheid, maar de
vraag of Sijmen wel zal betalen, wordt
hier tot criterium der belastingheffing
verheven. In het kleine is dit een her
nieuwd en sprekend blijk hoever onze
belastingpolitiek zich allengs van het
fundament der gerechtigheid heeft ver
wijderd.
In een elders in dit blad voorkomende
advertentie wordt melding gemaakt van
de opening der geheel verbouwde en
gemoderniseerde meubelzaak van de
heer M. C. Pijl te Ouddorp. Waar zijn
zaak aan de Nieuwe weg veel te be
krompen was, werd hij - genoodzaakt
naar een grotere verkoopruimte om te
zien, waarin hij door de verbouwing van
zijn pand aan de Heerenstraat uitste
kend geslaagd is. De problemen, die
zich bij deze verbouwing voordeden,
konden alle tot oplossing worden ge
bracht, waardoor de Heerenstraat een
winkelpand rijker geworden Is, dat er
zijn mag.
Verschillende complete huiskamers
met een stoffage van vooroorlogse kwa
liteit zomede slaapkamers, theemeubels,
kapstokken, spiegels en talloze andere
kleinmeubelen komen in deze nieuwe
zaak uitstekend tot hun recht en zullen
niet nalaten kopers te trekken. Naast
de beddenafdeling is er ook een pracht-
sortering huiskamerlampen, die bij
avond de toonzaal met een mild licht
overgieten.
Ook vindt men er een uitgebreid sor
timent in verchroomde artikelen waarin
veel glas is verwerkt, o.a. theewagens,
radio- en rooktafels. Om de woningin
richting te completeren kunnen de cli
ënten er ook voor stofzuigers, glaswerk,
aardewerk - pullen en keurig schepwerk
terecht.
De kwaliteit en het sortiment in vele
artikelen doen aan de vooroorlogse toe
stand terugdenken en het mag een
prestatie worden genoemd om in een
tijd, waarin zovele moeilijkheden aan
het zakenleven verbonden zijn, een zaak
als deze tot zo grote hoogte op te
voeren.
Een lichtschakelaar naast het etalage-
raam aangebracht maakt het mogelijk
om door het kijklustig publiek van bui-
fen af zelf het etalagelicht te ontsteken.
Mocht de zaak dus gesloten of om an
dere reden niet verlicht zijn, kan toch
het publiek van de straat af zelf de no
dige verlichting aanbrengen.
Het metselwerk van dit pand werd
uitgevoerd door de fa. Guldemeester te
Dirksland, het timmerwerk door de fa.
P. Tieleman te Melissant, terwijl de
verlichting werd verzorgd door de fa.
M. de Waal te Melissant, welke firma
een woord van lof voor de keurige af
werking toekomt.
Wij wensen de heer Pijl veel succes
met zijn geheel gemoderniseerde zaak
en twijfelen er niet aan of-het zal hem
bij de opening, waaraan vele attracties
verbonden zijn, aan geen belangstelling
ontbreken.
TEGEMOETKOMING AAN TEN
ONRECHTE GEDETINEERDEN
In het voorlopig verslag van de vaste
commissie voor fiscaal- en strafrecht
over het wetsontwerp tot toekenning
van een tegemoetkoming aan gewezen
politieke delinquenten, voor schade ten
gevolge van ondergane bewaring gele
den, wordt gezegd dat men zich met het
beginsel van het ontwerp geheel kan
verenigen, doch het ontwerp beperkt de
werking ten onrechte tot een betrekke
lijk gering aantal gevallen, doordat het
te enge grenzen trekt. De commissie
acht het mogelijk te bepalen, dat een
tegemoetkoming ook kan worden toe
gekend aan allen, die zonder uitdrukke
lijke beslissing van onschuld, afkomstig
van een bijzonder gerechtshof, een tri
bunaal of een procureur-fiscaal zijn ont
slagen, indien zij aanmerkelijk kunnen
maken, dat zij ten onrechte gedetineerd
zijn geweest. Ook het bedrag der tege
moet koming (maximaal 5 voor elke
dag, dat de detentie geduurd heeft) acht
de commissie te gering en behoort ze
ker niet lager te zijn dan de maximum-
vergoeding aan getuigen n.l. 8.— per
dag Voorts zou de commissie de ter
mijn van 3 maanden na de vrijlating of
in werking treding der wet bepaald wil
len zien op 6 maanden.
SCHADELIJK OPTREDEN VAN DE
„HUISZWAM."
Uit het meer dan normale aantal ver
zoeken om inlichtingen omtrent de be
strijding van de huiszwam (Merulius
laccrimans Schum) alsook uit enkele
mededelingen krijgt de Plantenziekten-
kundigen Dienst de indruk, dat de huis
zwam 'vrij veelvuldig voorkomt in be
paalde woningen en gebouwen, voorna
melijk in de door de oorlog geteisterde
gebieden.
De bewoners schijnen zich niet altijd
bewust te zijn van de grote schade, die
hierdoor kan veroorzaakt worden in
vloeren, trappen en houten betimmerin
gen wanneer niet spoedig doeltreffende
maatregelen genomen worden.
Wanneer men weet, dat deze zwam
uitsluitend schadelijk optreedt in huizen,
die door een of andere reden vochtig zijn
dan verwekt,het geen verwondering, dat
deze zwam zeer gunstige levensomstan
digheden vindt in huizen, waarvan ten
gevolge van oorlogshandelingen de da
ken ernstig beschadigd en de ruiten ver
nield zijn. Dergelijke huizen, die in de
winter 1944—1945 vele maanden bloot
gestaan hebben aan regen, sneeuw en
vocht, zijn blijkens de ondervinding met
zo spoedig weer droog te krijgen nadat
de daken gerepareerd en de ramen weer
van glas voorzien zijn.
Ter voorkoming van verder onheil is
het noodzakelijk alle mogelijke lekkages
afdoende te dichten, ook de klemere.
Daarnaast is het evenzeer nodig ervoor
te zorgen, dat overal, waar hout aan
wezig is, een behoorlijke ventilatie mo
gelijk is, opdat de vochtige lucht afge
voerd kan worden. Hieraan wordt nog
wel eens te weinig aandacht besteed. Zo
is het b.v. noodzakelijk, dat de houten
vloer op tenminste 50—60 cm afstand
gelegd wordt van de grond en dat de
onder de vloer aanwezige ruimte via
roostertjes in de buitenmuren met de
buitenlucht in verbinding staat.
Het kan natuurlijk geen kwaad; wan
neer die roostertjes gedurende de koud-
C Leverancier van alle ziekenfondsen J
ste wintermaanden tijdelijk met *n
plankje worden afgesloten, maar het is
funest wanneer die openingen, uit ver
keerd inzicht dichtgemetseld worden.
Wanneer de grond onder de vloer voch
tig is, dan verdient het aanbeveling,
deze over een geringe diepte uit te gra
ven en door droog wit zand te ver
vangen.
Tenslotte moet al het aangetaste hout
volledig opgeruimd worden. De eventu
eel daarbij vrijkomende muurgedeelten
moeten zoveel mogelijk vrij gemaakt
worden van schimmel en van de bruine
sporen, die van de zwam afkomstig zijn.
Zo nodig kan dit gedaan worden met
behulp van een 10% soda- of 5% koper
sulfaat-oplossing. Wanneer alles goed
gereinigd en weer droog is, kan nieuw
hout aangebracht worden, liefst nadat
dit behandeld is met een der houtcon-
serverende middelen, die daarvoor in de
handel verkrijgbaar zijn.
Het behoeft geen betoog, dat het alle
aanbeveling verdient, het huis zoveel
mogelijk droog te stoken met behulp
van kachels of nog beter met de cen
trale verwarming. De aanbevolen maat
regelen moeten echter in de eerste
plaats uitgevoerd worden.
VOLGEND JAAR
RAADSVERKIEZINGEN
Het volgend jaar zal de candidaat-
stelling voor de gemeenteraadsverkie
zingen op 10 Mei (de tweede Dinsdag
in Mei) geschieden, waarna de verkie
zingen binnen vijf en veertig dagen,
dus vóór Vrijdag 24 Juni, zullen moeten
worden gehouden. De meest voor de
hand liggende verkiezingsdatum 'zou
dus zijn Woensdag 22 Juni.
Ondertussen is het begrijpelijk, dat er
in politieke kringen wel voor wordt ge
voeld de raads- en statenverkiezingen
op de duur weer, evenals vroeger, iii
hetzelfde jaar te doen samenvallen.
Een in verband hiermede geopperde
gedachte, het mandaat voor de in 1949
te kiezen gemeenteraadsleden te dien
einde, bij uitzondering wettelijk op vijf
jaar te stellen, waardoor dan nadien dé
staten- en raadsverkiezingen weer (met
de gebruikelijke tussenruimte van on
geveer twee maanden) zouden samen
vallen, werd in beginsel veel juister ge
acht. In dit geval immers zou het- geen
wijziging achteraf betreffen.
C.C.D. MAAKT EEN EINDE AAN
EEN VIES BEDRIJF
Onlangs constateerden ambtenaren
van de C.C.D., dat aan enkele slagers
minderwaardige producten voor de
worstbereiding werden aangeboden.
Naar aanl'eiding hiervan stelde men een
onderzoek in bij een bedrijf te Barne-
veld, dat vrijwel geheel ingesteld bleek
te zijn op het be- en veiVerken va;n
kopvellen, die uiteindelijk hun bestem
ming vonden in de worstfabricage. De
kopvellen waren afkomstig van huiden-
zouterijen, en bleken voor één groot deel
te. zijn afgesneden van uit Argentinië
geïmporteerde huiden.
De toebereiding van deze kopvellen
tartte alle hygiënische voorschriften.
De vellen werden allereerst in grote ce
menten bakken, waar een verpestende
stank heerste, metkalk bewerkt en
van het haar ontdaan. Vervolgens kre
gen zij een bad van zoutzuur, om kleur
en reuk te verdrijven. Hierna werden de
vellen ingezouten, in vaten verpakt en
naar de diverse „liefhebbers" ver
zonden.
Van half Januari af werden deze pro
ducten regelmatig afgeleverd a.an worst
bereiders tegen een prijs van 0.85 per'
kg. In totaal is ongeveer voor 50.000
afgeleverd. Gelukkig kon nog onge
veer 36.000 kg-, kopvellen in beslag wor
den genomen.