1
Boekbespreking
1
JCéoJbe^LgjCfud
Woelen en Wentelen van Rheumatische
pijn- Heel de lange nacht...
KINDERHOEKJE
Eladz. 2
„EII^NDEN-NIEtrWS"
Zaterdag 16 October 1948;
omdat die pijnen U het Slapen onmoge
lijk maken. Om nog niet te spreken van
dat geradbraakte gevoel omdat ge
steeds nachtrust; te kort komt
Neem toch Kruschen Salts! Daarmee
drijft ge Uw pijnen het lichaam uit.
ledere morgen maar wel regelmatig
de minimale dagelijkse dosis. Proe
ven doet ge het nauwelijks maar
voelen doet ge de weldadige werking
ar gauw door al Uw nu zo pijnlijke lede
maten.
Kruschen's aansporende werking op le
ver, nieren en ingewanden draagt alles
bij om Uw bloed te zuiveren van de
schadelijke zuren, die de verwekkers
zijn van Uw pijn. Uw stramheid en on
gemak. Een heerlijk middel, een uit
komst reeds voor miljoenen lijders aan
Rheumatische pijnen: Kruschen Salts.
Vraag het bij Uw Apotheker of Drogist.
Bij de uitgever A. G. Schoonderbeek
te Laren verscheen een dubbelnummer
van het bekende maandschrift voor na
tuur en volksleven: „De Wandelaar."
Het eerste deel van dit nummer staat
in het teken van de heide en opent met
een verrassend mooi geïllustreerde re
portage van Kees Hana over „Het won
der van de heide", de Nachtpauwoog-
vlinder, door de schrijverfotograaf nauw
lettend bespied en boeiend beschreven.
Van wijlen B. de Witt is een geestdriftig
opstel over „De feesten der hel" gedu
rende een hele jaarkring opgenomen en
Jac. Gazenbeek blaast de noodhoorn om
het verdwijnen van de laatste schaaps
kudde van de Veluwse heidevelden te
voorkomen. Wie zich voor landschap en
bouwkunst interesseert moet kennis ne
men van S. J. van der Molen's studie
over oude huizen in Drenthe. De ster-
rekundige medewerker J. Boerstra heeft
deze keer de grote nieuwe telescoop van
I'alomar, een wereldwonder op zichzelf,
tot onderwerp gekozen. Floris Tiele
dwaalt over de Hoge Veluwe om de
wespendieven te leren kennen. Van der
Vet geeft verslag van een kampeertocht
in Zweden, Bavelaar vertelt over eek-
schilders en geneeskruidenbezoekers. Mr
T. Lebret vestigt de aandacht op het
werk der Waterwildcommissie. Jaap
Kruizinga herinnert aan de 'OUde Hart
jesdagviering in de hoofdstad. De jonge
garde van natuurenthousiasten (Bob
Entrop, Frans Wegman, Frits Hooge-
werff) heeft het over ontdekkingen in
het Westland, over de taak der Natuur-
wachten, over een nieuwe natuurfilm,
enz. Dichterlijke bijdragen zijn er van
ds A. L. Boer, Ria Draak Groenveld en
George de Sévooy terwijl tenslotte de
rubrieken Korte Wandeling en de Wan
delaar aan de Leestafel velerlei belang-
wekkends geven.
Bladert men zo eens in een paar num
mers van dit tijdschrift, dan valt het
eens temeer op; welk een schatten er in
de natuur voor het grijpen liggen en
welk een rust er in een bewogen tijd als
de onze van kan uitgaan als men zich
wil verdiepen in de schoonheden, die
van alle tijden zijn.
MUZIEK EN ZANG.
Oude en Nieuwe Zangen, byeenge-
bracht door M. van Woensel Kooy, be
werkt voor 4-stemmig gemengd koor.
Tiende J>ruk. Uitgave: A. Voorhoeve,
Rottetdam.
De negende druk van bovengenoemde
bekende liederenbundel „Oude en Nieu
we Zangen" bijeengebracht door wij
len Mejuffrouw M. van Woensel-Kooy,
was reeds lang uitverkocht en er was
grote belangstelling voor een nieuwe
druk, waarom men besloot een tiende
druk te laten verschijnen.
In deze nieuwe druk ,die keurig is
uitgevoerd, is de tekst der verzen in de
nieuwe spelling opgenomen, met dien
verstande, dat de buigingsuitgangen ge
handhaafd zijn.
Wat betreft de leesbaarheid verschilt
de nieuwe druk wel van de vorige; de
zetting der noten is duidelijker en de
verzen er onder zijn gezet in een mooie,
vlot leesbare letter.
De inhoud is zeer variërend; behalve
vele lofliederen, beden. Psalmen enz.,
zijn er ook een serie liederen naar het
kerkelijk jaar. Kerst-, Pasen, Pinksteren
enz. Achterin in het boek bevinden zich
nog enige liederen van gemengden in
houd, o.m. Vaderlandse liederen.
De inhoudsopgave met de eerste aan
vangsregel zal het zoeken naar een be
treffend vers zeer vergemakkelijken,
terwijl daarbij tevens nog is aangegeven
de componist der melodie, de harmoni
satie, de dichter en de vertaling. Ook
staan de liederen voor bijzondere gele
genheden aangegeven.
Het is een verheugend verschijnsel
dat in de donkerte der tijden de belang
stelling voor het geestelijk lied groot
blijft. Wij twijfelen dan ook niet of deze
tiende druk en tien drukken van een
zangbundel zegt toch wel iets! zal
bij de zangers en zangeressen, bij de
zangverenigingen eü voor bespeling op
het orgel niet te vergeten, zijn weg wel
vinden.
In de serie Jongens- en Meisjesboe
ken van de Uitgever A. Voorhoeve te
Rotterdam waarvan wij er van tijd
tot tijd enige zullen beoordelen is een
mooi meisjesboek getiteld „Be Oudste"
door Gina van Weeden, (de schrijfster
van „Wending" bekroond in de prijs
vraag 1934 e.a.)
De oudste uit het gezin is degene, die
naar het schijnt altijd het loodje moet
leggen. Als je de oudste ben, moet je
altijd de wijste zijn, en bij kibbelpartijt-
jes moet je toegeven, al heb je gelijk.
Is je zusje ziek, is het de oudste die van
school moet, want van „de oudste"
wordt "alles verwacht. Zo wordt Betty
beschreven, zo denkt Betty er over.
Jlaar haar peettante merkt op: „Er
moeten nu eenmaal mensen zijn in de
wereld, die „de oudste" zijn, de plichts
getrouwe, de steungevende, op wie men
bouwen kan." Tenslotte komt ze, n», al
lerlei ervaringen tot de conclusie, dat
het toch niet zo erg naar is om de oud
ste te zijn.
Het gehele stel: Vader, Moeder, Truus
Chiel, Dick en Doortje wordt karakter
vol beschreven. Er steekt een goede
moraal in dit boek. Het is compact ge
drukt op bijna 200 blz., dus een echt
„dik" boek. Ieder hoofdstuk is verlicht
met een mooie tekening van Rie Rein-
derhoff. De prijs is. 3.25 gebonden.
Beste Jongens en Meisjes!
Jullie hebt wel uitgerekend dat in Oc
tober het Kinderhoekje 5 keer geplaatst
kan worden, zodat we in deze maand
ook 5 raadsels zullen hebben. Daarmee
kunnen we dan alvast rekening houden.
Voor deze week krijgen we het
3e OCTOBEKBAADSEL:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1. vrouw van Aquila, die met haar
man Rome moest verlaten (Handel.
18.) 2. afgod, door Ahazia, in zijn
krankheid gezocht (2 Kon. 1). 3. de...
bad: O God! wees mij zondaar genadig!
(Lukas 18.) 4. zilversmid in Efeze
(Handel.) 5. plaats waar de Ark aan
kwam uit het Filistijnse land (1 Sam.
6.) 6. krokodil (Job 40.). 7. afstamme
ling van Amalek. 8. toenaam van Ma
ria die wenende bij het graf van Jezus
stond. 9. plaats waar Jozef vandaan
kwam, die om het lichaam van Jezus
aan Pilatus vroeg.
Zijn deze woorden goed, dan vormen
de letters op de stippen, van boven
naar beneden, de naam die nu aan het
land Kanaan gegeven wordt.
Greetje T., Sommelsdijk. Nu weet ik
waarom je in Augustus niet van de
partij was. Je kon het niet helpen. Ben
je ook op de bruiloft van je oom en
tante geweest? Zit jij ook bij het nieu
we Hoofd op jullie school?
Ans de G., Middelhamis. Neen maar,
ik kan begrijpen dat je 't niet zwijgen
kan: zoveel belangstelling op je ver
jaardag! Ik ben niet zo'n liefhebber van
Jaan d'r gebak. Maar jij hebt heerlijk
gesmuld, hè?
Leni de G., Middelharnis. Meisje, wat
heb je een haast bij 't schrijven van de
brief! Telkens struikelde je. Toch kan
ik je brief lezen en ik snap dat je nog
,,vol was" van die prachtige toren. Je
nana toch maar voor een maand af
scheid van me?
Lena B., Middelhamis. Dat maakt
geen verschil bij mij. Ik zou zeggen:
's winters is het haast nog drukker dan
in de zomer, 's Nachts werk ik niet.
Pan probeer ik krachten te verzamelen
voor de dag die komt. Gelukkig droom
ik zelden over het Kinderhoekje, anders
was ik 's nachts ook nog met jullie
bezig.
Stlnie Ie C, Sommelsdijk. Dat heb je
netjes uitgerekend: je kaart was juist
propvol» Over de nieuwe meester zal ik
in 't vervolg nog wel eens horen. Jam
mer dat je vorige keer geen knoop in
je neus had gelegd; dan zou je 't niet
vergeten hebben.
Kootje M., Dirksland. Die juffrouw
ken ik wel. Zit Jootje daar ook in de
klas? Ik denk dat de letterlap nu klaar
is. Is 't mooi geworden? Wie is er nu
helpster?
Ck)melis en Krijn G., Ouddorp. Ja, als
Jan geen haast wil maken, dan moeten
jullie hem maar ontslag geven, met
dank voor de bewezen diensten en dan
geef je hem maar een medaille van
karton. Wat was dat fijn: tractatie op
't land! Het brood en de koffie smaken,
op 't land tóch al zo best, dus nu in
dubbele mate: Dacht jullie dat ik nooit
pijn in mijn rug gehad heb van 't wer
ken? Ho maar, dan weten jullie er glad
niks van. Als ik mee ging met jullie
dan zou ik nog niet voor jullie uit de:
weg moeten gaan!
Gebroeders F., Ouddorp. Jammer dat
de herfstvacantie niet langer duurde, nu
er zoveel werk nog is en 't zulk mooi
weer is. Ja, na een dag werken buiten,
ben je 's avonds wel vermoeid en is het.
bed welkom.
Clara B., Nieuwe Tonge. De oplossing
van het ingezonden en geplaatste raad
sel behoef je niet te schrijven. Je zet
dan maar: Oplossing 2 - eigen werk.
Ben je nog schooljuffrouw? Zou je 't
voorgoed willen zijn? Vertel in je vol
gende brief eens enkele bizonderheden
van dat schoolwerk.
Corrie O., Rijnsburg. Ben mooi rap
port zonder onvoldoendes! Voor teke
nen is iedereen niet in de wieg gelegd.
Waarom kon je vader niet naar Leiden?
Wordt 3 October daar nog steeds op
bizondere wijze gehouden? Vertel eens
in 't kort wat er dan gebeurt.
Pieter H. G., Ouddorp. Als je moeder
meedeed met het Kinderhoekje, dan zou
ze niet uitstellen, denk ik. Maar
nu lees ik dat je ook al heel goed weet
wat je elke dag te doen staat! In O. is
er veel werk aan de winkel. Bieten uit
doen en afhakken valt voor een kind
niet mee. 't Is zwaar werk!
Wim de J., 's-GravenpoIder. Het valt
niet mee om een vlieger zó te maken
dat hij heel goed wil. Ik denk dat jij
wel timmerman moet worden, is 't niet
Is er in jullie buurt een ambachts-
school
Bram de J., 's-Gravenpolder. In 't pu
bliek spreken valt nog niet mee, hè?
Een J.V. kan heel nuttig zijn. Ik weet
van zulke verenigingen alleen maar iets
van horen zeggen of lezen, maar om de
andere week een reisje maken, daar heb
ik nog nooit van gehoord. Eén keer per
jaar, meen ik, dat ze in Utrecht samen
komen uit het hele land. Misschien heb
ben ze daar bij jullie ook over gespro
ken en wellicht is het door de een of
ander verkeerd begrepen. Vraag er eens:
naar.
Bertha M., Stellendam. Ja, als ik
geen raadsels heb, dan moet ik ze zelf
in elkaar zetten. Gaat de meester om
bramen met jullie? Dat is leuk! Een
maand na je vader. De kachel heeft al
gebrand, maar zo luxe als bij jullie is
't bij mij niet: ik heb geen electrisch
kacheltje^
Allemaal. De hartelijke groeten en tot
volgende week.
OOM KG.
PKIJSWINNEBS:
Lena en Jaantje Breur, Middelhamis.
Corrie Oudshoorn, Rijnsburg.
Hanny de Waal, Middelhamis.
Marius v. d. Maden, Oude Tonge.
39
door H. ZEEBERG
„Ik meende het stellig", merkte de
ander op, allen groetend door hen de
hand te schudden en Gretha een compli
ment makend over haar door de zon en
de zeezucht gebruinde huid.
„Mag ik bij de familie plaats nemen?"
vroeg hij dan, meteen gaan zittend
naast Gretha, tot grote ergernis van
Heino.
„Met plezier, man. Ben je aan het
toeren?"
„'k Wilde vandaag eens van het
strand genieten."
„Dat zal je niet meevallen", lachte
mijnheer Salomons. Allereerst is het er
's Zondags stikvol en bovendien waait
er op het ogenblik een warme landwind,
die het verblijf aan zee niet aanlokke
lijk maakt".
„Wij gaan 's Zondags nooit naar het
strand", zei Gretha, zeer koel. „Het is
er niet prettig, 's Zondags zou ik het
liefst maar in Amsterdam zijn. Wij kun
nen er vanmiddag wel eens heen rijden.
„Naar Amsterdam?" vroeg haar va
der verbaasd. „En er stond een andere
tocht op het program. Ik voel niets voor
Amsterdam."
„Wij behoeven er niet lang te zijn',,
zei Gretha, haar moeder veelbetekenend
aanziend.
Deze had Gretha echter reeds lang
begrepen.
„Wij kunnen nog wel eens zien, Al
fred", zeide zij tot haar man, om dan
onmiddellijk het gesprek op een ander
onderwerp over te brengen.
Weiier bleef kalm zitten, gekscheerde
met Gretha, die hem tamelijk op een af
stand behandelde. Hij gaf echter geen
kamp en inviteerde zichzelf maar voor
de limch.
„Welja, hoe meer zielen, hoe meer
vreugd", zei mijnheer Salomons. „Wat
heb je, Heino",
„Ik geloof warempel, dat ik last van
de warmte begin te krijgen", antwoord
de deze gevat.
De waarheid was, dat hij zich gruwe
lijk ergerde over het optreden van Wèi-
ler, dien hjj wel kon wegkijken. Maar
ondanks die ergernis bespeurde hij toch
dat het verschijnen van de vrijpostige
jongeling Gretha ook- niet welgevallig
was. Hij meende zelfs aan mevrouw Sa-
lomons, die overigens de beleefdheid
zelve was, ook te bespeuren, dat zij Wei-
Ier het liefst maar zag vertrekken.
Toen de gong voor de lunch ging en
allen het terras verlieten, om de eet
zaal op te zoeken de zon verscheen
trouwens ook op het terras, zodat een
langer verblijf er wel niet mogelijk zou
zijn nam mevrouw Salomons haar
man even ter zijde.
,,Dat was natuurlijk maar gekheid
van Gretha daareven", zeide zij. „Wat
zouden wij in Amsterdam moeten gaan
doen?"
„Dat wou ik ook zeggen. Maar waar
om
„Begrijp je het niet? Zij wil Weiier
weg hebben".
„Maakt hij haar het hof?" lachte hij.
„Ik heb al eens zoiets bemerkt. Maar
Gretha spreekt niet gunstig over hem,
wel?"
„Weiier zou wel het allerlaatst in
aanmerking komen. Gretha mag hem
absoluut niet. Hij moet vanmiddag niet
mee, Alfred".
„O is het dat? Wel, dan gaat hij niet
mee. Wij hebben hem toch zeker van
daag niet geinviteerd?"
„Hij inviteert zichzelf wel".
„Ik zal hem vóór zijn. Hij zal me de
goede stemming niet bederven. Maar
nog even, vrouw, is er een andere kaper
op de kust?"
„Ik geloof, dat Heino veel meer kans
maakt. Heb je er bezwaar tegen?"
vroeg zijn vrouw, even in spanning.
„In het minst niet. Hij is een flinke
vent. Bn Gretha?"
„Gretha heeft hem lief", zeide zij. „Ik
weet het zeker". j
„Dan zullen wij de komende gebeurte
nissen afwachten", antwoordde hij vro
lijk. „Maar dan moet Weiier ,van het
toneel verdwijnen, daar heb je gelijk in".
De drie anderen zaten reeds aan het
tafeltje, toen man en vrouw in de eet
zaal verschenen. Mevrouw Salomons gaf
Gretha een wenk met de ogen, die be
grepen werd. Zij werd opeens vrolijk en
schertste onder de lunch, dat het een
aard had.
Weiier wilde, zeer brutaal, enkele ma
len beginnen over de autotocht, dien
men wilde maken, in de hoop, dat hij
geinviteerd zou worden. Maar onmiddel
lijk begon mijnheer Salomons dan over
een ander onderwerp.
En een half uurtje na de lunch, toen
de auto verscheen, stond hij op en zei
de: „Nu, Weiier, wij gaan een tochtje
maken. Zien wij je vanavond nog hier?"
Weiier was even beteuterd, maar hij
herstelde zich onmiddellijk.
„Ik durf het niet, beloven, mijnheer
Salomons, 'k Heb onder de lunch ge
dacht eens naar Zandvoort te tuffen".
(Wordt vervolgd)