EIIIVIIDEn-niEUWS
c
J
Ds G. H. KERSTEN
2e Blad
Zaterdag 11 September 1948
No. 1752
Bom opsebasserd in de
haven van Middelharnis
IN MEMORIAM
Koningin Wilhelmina neemt
afscliéid van haar voll(
als Vorstin
Ontroerende plechtigheid
te Amsterdam
Dr NIEMöLLER DOET WEER VAN
ZICH SPREKEN.
Dat de figuur van Dr Martin Nie-
möller over de gehele wereld bekend
staat behoeft geen betoog. Reeds voor
de laatste wereldoorlog was zijn naam
op aller lippen, omdat hij op bevel van
de Führer Adolf Hitler gevangen gezet
werd. Reden daartoe was het feit, dat
hij in zijn predikaties, die hij in de Evan
gelische Kerk te Berlijn-Dahlem uit
sprak, zich volgens de Nat .Socialisten
te veel met de Duitse politiek bemoeide.
1 Juli 1937 werd hij gevangen genomen
en de wereldpers heeft dit vooral uit
gebuit en omschreven als het „ware
martelaarschap". De kerk ondergeschikt
aan de Staat, ziedaar het doel der Re
gering. Daartegen verzette dr Niemöl-
ler zich. Zeker, deze houding dwingt res
pect af, als we de toestanden in Duits
land in het jaar '37 kennen, maar het
is foutief hier dadelijk het aureool van
een martelaar toe te passen.
In deze dagen van congressen doet Dr
NiemöUer weer van zich spreken. Hij
begroette j.l. Zondag de jeugd der We
reldkerken in de Apollohal te Amster
dam en werd daar dan ook geestdriftig
ontvangen. In zijn boodschap aan deze
wereldjeugd wijst hij op de tegenstelling
van de wereld tegenover God. De wereld
heeft zijn massacultuur, zo men nog van
cultuur spreken kan en het individu, de
enkeling, geraakt op de achtergrond.
Hij is slechts een nummer. God bekom
mert zich daarentegen wel degelijk om.
een enkel mensenkind. Door de komst
van Zijn Zoon wordt het Zijn eigendom.
Die boodschap is ernstig gemeend door
God, aldus Dr NiemöUer. En dan ver
haalt hij een voorval uit zijn eigen leven
hoe hij in de cel van het concentratie
kamp, geholpen door een tweetal ka
tholieke priesters, het Avondmaal mocht
bedienen aan een 18-jarige S.S.-er, die
ter dood veroordeeld was. „Hij droeg
een nummer, doch Christus zeide: Ook
voor hem ben ik gekomen; voor de
mens, niet voor het nunamer. „Tenslotte
wekte Dr NiemöUer nog op mede te
helpen bouwen aan het huis Gods en er
van overtuigd te zijn, dat God in Chris
tus in deze dagen doorwerkt. „Hij wil
wat groots doen, door U en aan U!"
Dat wij ons niet voegen kunnen bij
deze algemeene verzoeningsleer, die hier
door deze Duitse predikant voorgestaan
wordt, willen wij wel bekennen.
Maar al te veel worden de waarheden
Gods in Zijn Woord vermeld door de
mens op zichzelven toegepast en een
uitwendige belijdenis is reeds genoeg
zaam ter zaligheid. Christus' verdienste
wordt wel niet geheel buitengesloten,
doch de mens is bij machte zich vrijwil
lig onder Zijn krijgsbanier te scharen
Van 's mensen onmacht en onwil om
zich tot God te bekeren hoort men in
deze donkere dagen vrijwel niet meer.
Met Rooms en onrooms kan men sa
mengaan, indien slechts een historisch
geloof in Jezus Christus aanwezig is en
men viert Avondmaal zonder te gevoe
len, dat men midden in de dood" ligt.
Zo vermaakt nu de godsdienstige wereld
zich met een godsdienst zonder God en
zonder Christus, om het straks loit Zijn
eigen mond te zullen horen: „Gaat weg
van Mij, gij die de ongerechtigheid
werkt! Ik heb U nooit gekend!"
Dinsdagmiddag werd door een bag-
germolen in de Rijkshaven te Middel
harnis een Engelse Rocket-oliebom van
plm. 125 kg. opgebaggerd.
Door de mijnen-opruimingsdienst werd
het propectiel naar „dé Punt" te Oud-
dorp vervoerd, waar het tot ontploffing
werd gebracht.
Vermoedelijk betreft het hier een nlet-
ontplofte bom, welke tijdens het bom
bardement van de schutsluis in 1944 aan
het Havenhoofd is afgeworpeni
HET VERTREK VAN Dr BEEL
NAAR INDIE.
Van officiële zijde wordt medegedeeld,
dat, aangezien de luitenant-gouvemeur-
generaal, dr H. J. van Mook, niet voor
Vrijdagavond hier te lande kan worden
verwacht, dr L. J. M. Beel eerst Zondag
morgen naar Indië zal vertrekken.
CANADA HEEFT IN 1949 PLAATS
VOOR TWINTIGDUIZEND
NEDERLANDSE BOEREN
Geen scheepsruimte om dit aantal
te vervoeren
Dinsdag tegen de avond is het enü-
grantenschlp Kota Inten van de Ko
ninklijke Rotterdamse Lloyd dit jaar
voor de zevende maal naar Canada ver
trokken. Aan boord bevonden zich onder
andere b^na vierhonderd emigrerende
Nederlandse boeren en ruim honderd
Belgische, Zweedse, Deense en andere
buitenlandse emigranten. Hiermede is
voor dit jaar een einde gekomen aan de
emigratie van boeren naar Canada on
der auspiciën van de Stichting Landver
huizing Nederland, die dit jaar een
kleine 7000 Nederlandse boeren en hun
gezinnen naar hun nieuwe Vaderland
bracht.
Volgende week Maandag wordt al
weer een begin gemaakt met de keu
ringen voor het komende jaar. De na
men van de goedgekeurden worden naar
Canada doorgegeven met de bedoeling,
dat binnen twee maanden bericht van
plaatsing terug zal zijn ontvangen.
Men hoopt in 1949, tenminste tiendui
zend boeren naar Canada te kunnen
emigreren, van wie vóór Mei reeds vijf
en veertigduizend. De Canadese rege
ring houdt evenwel vast aan het getal
van twintigduizend gegarandeerde plaat
sen. Dan zou Canada zelf voor schepen
moeten zorgen, want Nederland zal
nauwelijks scheepsruimte voor de be
oogde tienduizend beschikbaar kunnen
stellen.
Op het ogenblik ziet dit er zelfs heel
somber uit, want de vastgestelde eer
ste afvaart van de Kota Inten op 3
Februari is op losse schroeven komen
te staan. Wel zal de Kota Inten dit
najaar nog een reis met emigranten
naar Zuid-Afrika maken.
Tot dusver kwam^en de emigranten
voornamelijk uit het Noorden, uit Noord
en Zuid Holland, uit Gelderland en Over-
ijsel, maar thans is er ook toenemende
animo in Utrecht en Brabant, Zeeland
en Drente.
Met grote ontroering werd in ons land
kennis genomen van het overlijden van
de welbekende .predikant der Geref.
Gemeenten in Nederland, Ds G. H. Ker
sten te Rotterdam.
Zoals in de rubriek „Kerknieuws"
meerdere malen meegedeeld, was ^Ds
Kersten de laatste jaren ernstig lijden
de aan het hart, zodat hij van tijd tot
tijd rust moest houden. De laatste we
ken voor zijn sterven, zijn die hartinzin-
kingen zeer verergerd. Hij vertoefde te
Waarde in Zeeland en kreeg Maandag
avond weer een erastige hartaanval,
waarin hij is gebleven. Naar men ons
meedeelde, was hij tot het laatste toe
bezig met het kerkelijk werk en met de
zorg voor de gemeenten. Nog vrij on
verwacht heeft de Heere hem uit zijn
veelvuldigen arbeid weggerukt.
Wij laten hier een kort resumé volgen
over het leven en de veelvuldige arbeid
van de overledene, die zonder twijfel in
het kerkelijke leven en in onze parle
mentaire geschiedenis een belangrijke
figuur is geweest.
Ds G. H. Kersten werd op 6 Aug. 1882
te Deventer geboren. Na het Lager On-
deiwijs bezocht hij de kweekschool voor
Onderwijzers te Den Haag en werd
daarna onderwijzer aan de Keuchenius-
school aldaar.
De Heere, die hem reeds op jeugdigen
leeftijd tot bekering bracht, werkte in
hem de roeping tot het ambt in de
Dienst des Wbords. Ds Kersten werd
proponent bij de z.g. oude Kruiskerken
(Ger. Gemeenten onder het Kruis) en
werd in Maart 1902, op 19-jarige leef
tijd, in de volle bediening bevestigd te
Meliskerke door Ds C. Pieneman toen
te Rotterdam. Vier jaar later werd hij
predikant te Rotterdam; in 1912 nam
hij een beroep aan naar Yerseke; op 18
Mei 1926 deed hij opnieuw zijn intrede
te Rotterdam, waar hij aan de Boezem
singel een gemeente had van ruim 3000
leden en doopleden, die hij diende tot
zijn dood toe.'
Ds Kersten was als predikant in de
Geref. Gemeenten kennelijk een der
hoofdfiguren: de vereniging van vele ge
meenten (Kruisgemeenten enz.) werden
in 1907 door zijn optreden in één kerk
verband gebraclit waarbij vele bezwaren
te overwinnen waren.
Mede door zijn toedoen werd in 1927
de,Theologische School gesticht, ter op
leiding van predikanten, waaraan hij
tot zijn sterven als docent was ver
bonden. Onder de studenten werd hij
een „Vader" genoemd, inzonderheid wer
den zijn lessen in de dogmatiek zeer ge
waardeerd.
De stichting van eigeit scholen voor
het Lager Onderwijs zijn mede door zijn
stuwkracht tot stand gekomen. Thans
zijn er reeds 37 Ger, Gemeente-scholen
met 153 leerkrachten en 5300 leerlingen.
Onder zijn leiding ontstond ook de Scho
lenbond.
Een grote rol heeft Ds Kersten ge
speeld in ons parlementaire leven, door
de oprichting van de Staatkimdig Ge
reformeerde Partij. Door. zijn optreden
in de Tweede Kamer, heeft hij in ons
land grote bekendheid verworven. In
het bijzonder heeft hij van zich doen
spreken in 1925 bij de actie tegen het
gezantschap van de Paus, wat de val
van het tweede Kabinet-Colijn tenge
volge had. De beginselen van de Staat
kundig Ger. Partij heeft hij samen met
Ds Zandt en Ir van Dis, tot 1940 in het
parlement verdedigd.
Tot de verbreiding van de beginselen
der S;G.P. werd door hem een eigen
orgaan opgericht, het dagblad ,,De Ba
nier", thans weekblad, waarvan de over
ledene tot 1940 hoofdredacteur is ge
weest. Voorts werd onder zijn redactie
door hem uitgegeven „De Saambinder"
het correspondentieblad der (^er. Ge
meenten in Nederland en Amerika. Vele
brochures en predikaties verschenen van
zijn hand, o.m. een mooi werkje, getiteld:
„De tucht in de Kerke Christi". Van
buitengewone waarde is ook het door
hem in 1937 opnieuw uitgegeven „Ker
kelijk Handboekje", dat zowel binnen,
als buiten de Ger. Gem. grote waar
dering heeft gevonden. De serie preken:
„Uit de schat des Woords" stond mede
onder zijn hoofdredactie.
Het Standaardwerk: „De Gerefor
meerde Dogmatiek voor de gemeenten
toegelicht" is kort voor zijn dood gereed
gekomen. Het bestaat uit 2 delen, het
eerste deel is juist in het licht gegeven,
hoewel nog niet in de handel. Ook is
van zijn hand verschenen een verklaring
V. d. Catechismus, welke in de vacante
gemeenten veel gelezen wordt.
Zo is er op nog onverwachte wijze
aan het werkzame leven van deze in
Nederland zeer geziene predikant een
einde gekomen. Veel smaad en hoon is
er om des beginsels wil over zijn hoofd
gevaren, wat hij nu te boven is. Hij
mocht ingaan in de vreugde Zijns
Heeren.
„De Leraars nu siullen blinken als de
glans des uitspansels, en die er velen
rechtvaardigen, gelijk de sterren, altoos
en eeuwiglijk." Dan. 12 3.
Zaterdagmorgen om 11 uur, 33 minu
ten en 20 .seconden zette Koningin Wil
helmina onder doodse stilte in de Mozea
en iilSronzaal aan de voorzijde van het
paleis op de Dam te Amsterdam Haar
handtekening onder de acte van abdi
catie. Daarmee was de troonsafstand
een feit geworden en was Prinses Juli
ana Koningin der Nederlanden. De nieu
we Koningin en Prins Bernhard zetten
mede hun handtekening op het docu
ment, waarna het door 26 andere aan
wezigen mede werd ondertekend.
Precies om twaalf uur verschenen de
Vorstelijke Personen op het balcon, waar
de oude Koningin van de tienduizenden
die op het Damplein waren saamge-
stroomd en het hele Nederlandse volk
als Koningin afscheid nam, haar dank
uitsprekend voor het vertrouwen, de
toegenegenheid en de warmte, waarmee
Zij 50 jaren door dat volk was omringd.
Toen Zij na de wens: ,,God zij met U en
de Koningin" energiek de arm in de
lucht zwaaide met de uitroep: „Leve de
Koningin", was dit het sein voor een zó
uitbimdig Hoera-geroep, als nimmer te^
voren over het oude Damplein had ge
klonken.
Als een bezegeling van deze treffende
troonsafstand boog daarop de Moeder
naar Haar Dochter en gaf Haar een kus.
Nadat de eindeloze toejuichingen wat
verzwakten, dankte onze nieuwe Ko
ningin ontroerd Haar Moeder, voor de
wijze, waarop deze Haar had Ingeleid,
het aanvoelend als een groot leed, dat
haar wijsheid en ervaring voortaan zal
worden gemist. Eén ding kunnen wij
voor U doen, verzekerde Zij Haar Moe
der: de ideeën, waarvoor Gij pal hebt
gestaan, blijven nastreven en verwerke
lijken. Verder deed Zij een beroep op
de jeugd om een toekomst- te vormen,
waarin de hoogste waarden in ere wor
den gehouden, waarvoor zovelen van de
besten hun leven hebben gegeven, ter
wijl Zij voor Haarzelf een beroep op al
ler vertrouwen inriep. Nadat Zij met
een:: „Leve het Vaderland" Haar korte
toespraak besloten had, barstte ten
tweeden male een daverend gejubel los,
dat de muziek van het door de Lucht
strijdkrachten ingezette Wilhelmus aan
vankelijk overstemde, doch even later
door duizenden kelen werd overgeno
men. Ook de Koningin en Haar Moeder
zongen enthousiast mee. Daarna ver
schenen alle vier de jonge prinsesjes op
het balcon en trok Prinses Wilhelmina
zich terug, de vreugde betuigingen al
leen Haar Dochter latend.
Zaterdagmiddag maakte Koningin Ju
liana om vier uur in een roomkleurige
calèche, getrokken door zes "paarden,
vergezeld van Prins Bernhard en de drie
oudste Prinsesjes een elf kilometer lan
ge tocht door Amsterdam. Honderddui
zenden waren op de been en langs de
hele route stonden de mensen rijendik
en waren de vréugde-kreten niet van de
lucht.
Zondagmorgen woonden Koningin Ju
liana met Haar Moeder en Prins Bern
hard een dankdienst bij in dè Oranje
kerk, die door de oud-legerpredikant in
Indië, ds Koningsbergen, werd geleid.
(Zie voor de inhuldiging van Koningin
Juliana pag. 2.)
------O------
LIJK VAN DUITSE VROUW GE
VONDEN IN HET BOS BIJ BOXMEER
De politie heeft in het bos bij Box
meer het lijk gevonden van een onge
veer dertigjarige Duitse vrouw. Het lijk,
dat al in staat van ontbinding verkeer
de, heeft ongeveer twee weken in het
bos gelegen. Daar de politie het ver
moeden heeft, dat de vrouw is vermoord,
heeft zij een zekere H. uit Boxmeer
aangehouden en aan een streng verhoor
onderworpen. Hij bekende over de drijf
veren van de moord wel meer te weten,
maar wierp de schuld op een ander,
wiens naam hem niet bekend was. De
politie zet het onderzoek voort.
Het stoffelijk overschot is Donderdag
9 Sept. ter aarde besteld, te half twee
uur, op de begraafplaats „Crooswijk" te
Rotterdam nadat vooraf een rouwdienst
werd gehouden in het kerkgebouw aan
de Boezemsingel.
Het verslag vindt U elders in dit
nummer.