Wilhelmina
i
z-«-
CHR. WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG
voor de ZUID-HOLLANDSCHE en ZEEUWSCHE EILANDEN
Koningin
De recnte Koningsgezinae op
net Feestterrein.
Koningin Wilhelmina zal Zaterdag zelf
de troonwisseling aankondigen
EIIAt1DEt1-niEUW5
Bureau: Prins Hendrikstraat 122c
Middelhamis, Telef. 17, Giro 167930
Postbox 8. Telefoon Drukkerij 19
ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1948 21e JAARGANG No. 1751
Abonnementsprijs 1.50 p. kwartaal
Advertentieprijs 12 et. p. millimeter.
Bij contract speciaal tarief.
Nog eenmaal mocht voor een luttel
aantal dagen onze Koningin Wilhelmina
het gezag in handen nemen, nadat Zij
dit voor een korte spanne tijds voor de
tweede maal had overgedragen aan
Haar Dochter, als .Prinses-Regentes.
Op de dag waarop Zij haar acht-en-
zestigste verjaardag mocht vieren met
en in het midden van Haar volk, was
Zij weder in de volle zin des woords
onze regerende Koningin.
Dankbaar mocht Nederland nog weer
zijn Koninginnedag vieren, voor de laat
ste, voor de vijftigste maal, met onze
Koningin Wilhelmina.
Daarbij vergeten wij het niet, dat
daaraan een vijftal malen ontbraken,
toen zij door het wrede Duitse geweld
van onze erve verdreven, die dag in de
vreemde gedacht. Maar, niettemin, hoe
gingen ook toen, ja juist tóen, hart en
gedachten van Nederlands volk naar
Haar uit. Juist toen schier alle open
bare uiting werd onderdrukt. Was zulk
een Koninginnedag «daarom minder
zuiver? minder diep?
Nu had Koninginnedag een bijzondere
betekenis.
Nu Hare Majesteit nog eenmaal haar
Koninklijke, grondwettige taak uit
oefent, zal het zijn om, na een regering
van vijftig jaren, Haar taak neer te leg
gen, afstand te doen van de troon ten
behoeve van Haar Dochter Juliana.
Daarom is het niet alleen een geden
ken, dat God Haar achtenzestig levens
jaren schonk, maar ook een dankbaar
erkennen, dat Hij ze vijftig jaren als
onze Koningin schonk.
Voorwaar een tijdperk van lange duur
zoals slechts zelden voorkwam in de
geschiedenis, en nimmer in die van Ne
derland en het Huis van Oranje.
Niet door de onverbiddeUjke dood
werd dit tijdperk afgesloten, maar om
dat de last der jaren daartoe nood
zaakte. Een feit dat wel met droefheid
vervult, maar dat toch plaats laat voor
dankbaarheid, dat de band tussen Haar
en ons niet is verbroken.
Het was reeds lang geen geheim meer
dat Haar krachten voor deze zware en
verantwoordelijke taak ontoereikend
werden. En de afsluiting van een 50-
jarige regeringsperiode is méér dan
genoeg een rechtvaardiging voor het
thans overdragen van het Koninklijk
gezag aan Prinses Juliana.
Koningin Wilhelmina treedt welbe
wust met voorbijzien van Haar persoon
terug in de schaduw van de troon. Zo
iets koninklijk geweest is in Haar da
den, dan treft ons hier Haar koninklijke
houding te meer.
Ook hierin is Zij (zoals in zoveel an
dere opzichten) een lichtend voorbeeld
voor ons.
Hoevelen zijn er onder degenen die
opgeklommen zijn in rang en eer,die
hun tijd niet weten te onderkennen,
waarop zij geroepen worden heen te
gaan, ook dan als het voor een ieder
duidelijk wordt, dat jonger kracht ver
eist wordt. Maar waar eerzuchtig stre
ven met hand en tand doet vasthouden
aan een taak, waarvoor de krachten
gaan ontbreken.
Levensroeping. Deze gedachte moet
overheersen bij allen, klein of groot,
eenvoudig of edelachtbaar. Roeping om
Gods raad te dienen. Roeping om elkaar
te dienen, om ons volk te dienen. Het
gaat niet om ons; het gaat om het die
nen van Gods raad. In die weg belooft
God genade en eer.
Zie naar dit koninklflk voorbeeld. On
ze Koningin Wilhelmina wenst na haar
aftreden de titel te hernemen, welke Zij
voerde vóór Haar kroning: „Prinses der
Nederlanden." Zó zal Zij verbonden blij
ven aan Haar volk.
Het Staatsambt van Koningin Juliana
zal niet in de schaduw gesteld worden
van de persoonlijkheid van Koningin
Wilhelmina. Juliana zal bij de gratie
Gods hebben te regeren.
Onze bede is, dat God aan Prinses
Wilhelmina nog vele levensjaren toedoe.
In nauwe persoonlijke verbondenheid
aan ons volk, met hetwelk Haar ganse
leven en streven verweven is. Als de
Onze geliefde Prinses Juliana,
die straks de Koningskroon
zal dragen.
KONINGIN JULIANA ZAL, EED OP
OUDE GRONDWET AFLEGGEN
Nu de memorie van antwoord aan
de Eerste Kamer over de Grond
wetsherziening is -verschenen, is de
Senaat Donderdagavond om half
acht met de openbare behandeling
begonnen, welke heden Vrijdagoch
tend om elf'uur wordt voortgezet.
De nieuwe Grondwet zal echter
niet vóór de inhuldiging van Ko
ningin Juliana worden afgekondigd.
Dit zal, naar verwacht wordt, wel
vóór de Derde Dinsdag in Septem
ber gebeuren.
Koningin Juliana zal op 6 Sep
tember de eed op de oude Grondwet
afleggen.
MEDITATIE
Nederland, Geliefden, zoals bekend is,
viert „feest". Van Noord tot Zuid. En
als we nu letten op de fanfare's die wel
zullen gehoord worden, och, dan schijnt
het ons toe. Gemeente, dat in Neder
land een blijdschap, een spontane blijd
schap ontstaan is die zich uit ook in
feestvieren.
Het ligt eenmaal in de mens dat hij
aan zijn droefheid' .naar buiten uiting
geeft, maar het ligt ook in de aard van
de mens, wanneer we blijde zijn, wan
neer er redenen zijn dat we vrolijk zijn
mogen, om ook dat naar buiten te
openbaren.
Het komt er echter vooral op aan, op
welke w ij z e wij feest houden en op
welk terrein wij onze feestvreugde
openbaren.
Het is toch allerwege een bekend ver
schijnsel, dat gewoonlijk onze feesten
niet op een betamelijke wijze worden ge
vierd, op zulk een betamelijke wijze, dat
Gods Naam niet wordt onteerd, de con-
ciëntie niet bezwaard wordt en onze
vrijmoedigheid niet belemmerd als we
tot Gods genadetroon mogen naderen.
Ge leest zo van Josafat, dat
hij in dagen van benauwdheid en
druk het aangezicht des Heeren in Gods
Huis zocht. O! ik weet wel, in 't klein
ste hutje waar in oprechtheid de knieën
voor God lebogen worden, wordt ook de
Heere wel ontmoet, 'k Weet wel, niet
alleen in onze samenkomsten, gelijk als
in de dagen van Josafat, moeten we met
God te doen hebben, die zijn volk hoort,
zowel Zijn Koningen, alsmede Zijn ellen-
digen en nooddruftigen.
Maar Josafat heeft behoefte om aan
de spits vaj. zijn volk gevonden te wor
den ook in het Huis des gebeds.
En nu dunkt ons, als we ons üi de
geest zien geknield met die ganse scha-
Wegens de Kroningsfeesten van
Koningin Juliana, op Maandag 6 Sep
tember a.s. zal ons blad de volgende
week a.s. slechts ëên keer uitkomen.
Het e.v. ntmuner verschynt dus
Vrijdag 10 September.
Op Zaterdag 4 September a.s. te 11.30 uur op het Koninklijk Paleis
te Amsterdam zal H.M. de Koningin, in het bijzijn van H.H.K.K.H.H.
Prinses Juliana en Prins Bemhard, afstand doen van de Kroon.
De enige aanwezigen bij deze plechtigheid zullen zijn de voorzitters
van de beide Kamers der Staten-Generaal, de ministers, de vice-president
van den Raad van State, de leiders en leden van de deputaties uit Indo
nesië, Suriname én de Nederlandse Antillen, de commissaris der Koningin
in de provincie Noord-Holland, de burgemeester van Amsterdam en de
directeur van het Kabinet der Koningin, die de acte van afstand mede
zullen ondertekenen.
Klokslag 12.00 uur verschijnen Koningin Juliana en H.K.H. Prinses
Wilhelmina met den Prins der Nederlanden op het balkon van het paleis,
waar Prinses Wilhelmina en Koningin Juliana enige woorden zullen
spreken.
avondschaduwen zich strekken over
Haar levenspad dan moge de bede van
de dichter opstijgen uit Haar hart:
„Daarom ook, terwijl de ouderdom en
degrijsheid daar is, verlaat mij niet, o
God". Want wie wij ook zijn, en waartoe
wij ook geroepen waren, wij hioeten als
mensen sterven.
Moge het Haar gegeven worden, te
zien dat Nederland door Gods zegen
weder opkome uit de diepte, waarin het
om eigen zonde en afwijking dreigt te
verzinken. Want, al is het hier niet het
ogenblik om daarop diep iii te gaan, wij
zijn overtuigd, dat er veel is dat het
Moederhart van Wilhelmina gesmart
heeft bij het zien van de donkere wol
ken, welke zich boven Neerlands natie
samenpakken. En, zou dit niet mede
een oorzaak zijn geweest, welke Haar
tot de slotsom heeft gebracht, dat voor
deze zware taak Haar krachten tekort
schoten?
Maar ,wij willen geen schaduw wer
pen over de dankbaarheid, welke ons
hart dient te vervullen. Het doe ons
echter te meer opzien tot Hem, die de
natiën leidt, en voor Wiens troon straks
de stemm^en der historie ziülen samen
smelten tot één lofaccoord.
re, dan kunnen we wel met de dichter
zeggen:
Ik zal Uw Naam met dankerkentenis
Verheffen, U al mijn geloften brengen,
'k Zal lief en leed voor U ten offer
mengen.
In 't heiligdom waar 't volk
vergaderd is.
O, zeker! nogmaals: Nederland viert
feest. En op de schijn afgaande schijnt
het altijd nog 't oude Holland te wezen.
„'t Is Oranje!"
„'t Blijft Oranje!"
„'t Is Oranje Boven!"
Maar God is kenner der harten en
Hij is de Proever der nieren. Hij ver
staat van verre ook onze gedachten.
En als ge nu op 't ogenblik zoveel
kennis hebt van feest houden, en U ver
plaatst op het feestterrein, en daar ziet
de baldadigheid, de brooddronkenheid,
en een ogenblUi luistert naar datgene
wat de keel uitkomt, ons dunkt, dan
hebt ge direct die indruk, waarvan we
ook van Abraham lezen toen hij was bij
Abimelech: „Ik heb er alles gevonden,
behalve de vreze Gods."
Daarom juist, waar de vreze Gods ge
mist wordt, Hoe kan Gods zegen daar
genoten worden?
Neen, alleen daar is het feesthou-
den, waar muziek en gezang als een
welriekende Gode aangename offerande
opstijgen tot God in de Hemel.
Juist op het feestterrein. Daarom ia
het zo'n treffende geschiedenis van Jo
safat.
Het terrein waar Josafat met zijn
volk feest vierde, dat was gewijd aan
God. 't Was èen geheiligde)
plaats. Een plaats waarvan geschre
ven staat; dat de Heere wonen zal on
der de lofzangen Israels.
Ook nu wordt weleens de vraag ge
daan: Is 't nu wel de tijd om feest te
■vieren? Vooral omdat we tijden doorle
ven, die onze vaad'ren niet gekend heb
ben. Neen, geslachten voor ons
mogen tijden van moeite en verdriet,
tijden van druk doorgemaakt hebben,
maar zulke tijden als in onze dagen,
niet. Mag er niet veeleer geroepen wor
den: „O! land! land! land! Hopr dea
Heeren Woord?" Want die ontzettende
geriohten op de aarde zijn stemmen!
Stemmen, die tot ons komen: „Bereid
Uw huis!" Stemmen die tot ons komen;
„Ziet de Heere heeft een twist met de
inwoners der aarde".
En als we nu bezien het feestterrein,
waar Josafat kwam, ontbrak niet de
muziek; o, neen! Geliefden.
God heeft nooit belet het gebruik
van muziekinstnunenten tot Zijn v e r-
heerlijking, tot grootmaking
van Zijn Naam, maar ook tot blijdschap
voor de mens, die aangelegd is, ik zeg
aangelegd oorspronkelijk, om alijd blij in
God te wezen.
De mens was oorspronkelijk niet aan
gelegd om de tranen van de ogen te ve
gen, maar opdat hij zich in God mocht
verheugen met een onuitsprekelijke en
heerlijke vreugde.
En juist het feestterrein. Och; we ra
ken in een tijd als de onze aan zoveel
gewoon, waaraan we nooit gewoon
moesten raken. Wij wórden zo vertrouwd
met dingen, waarmede de Christen nooit
vertrouwd worden moest. Want de
Christen heeft een roeping, om als
vreemdelingen zo staat er in Gods ge
tuigenis voor Zijn aangezicht te wan
delen.
Of er dan geen reden is op deze dag
om zich te verheugen? Och, Gemeente,
ik heb weleens horen zeggen in mijn
jonge jaren: „De beste Christen is de
beste Staatsburger". En me dunkt, om
dat de beste Christen, omdat woordnog-
maals te gebruiken, de beste Staats
burger is, is hij ook de echte Konings-
gezinde.
En aangezien er nu juist ook feest-
houders zijn op het feestterrein, waarop
Koning Josafat het volk bracht en met
dat volk verheugd was, daar zullen ze
op dat terrein ook wel gezongen hebben
want telkens lezen we daarvan in onze
schone psalmen. Dan weerklinkt het:
Dan zingen zij in God verblijd, enz.
En als nu het feestterrein door de
Heere in Zijn dierbaar getuigenis gete
kend is, dan worden daarin ook de
„feesthouders" getekend. Want in de
tweede plaats blijft het altijd waar dat
indien de rechte Koningsgezinde op hun
feestterrein aangetroffen wordt daar is
ook de rechte Koningsgezinde bij het
dankaltaar te vinden.
(Een gedeelte uit een predikatie van
wijlen Ds G. v. Velzen, te Middelhar-
nis, anno 1923, bij het 25-jarig Rege
ringsjubileum onzer Vorstin.)
EX-DIRECTEUR DEK B.X.M.
VEROORDEELD
De vroegere directeur van de R.T.M,
de heer A. K. is door' de raad van Cas
satie veroordeeld tot 3 maanden voor
waardelijk. De uitspraak van het bijz.
gerechtshof luidde destijds 5.000, subs.
3 maanden. Verd. heeft in oorlogstijd
gedreigd met maatregelen door de Duit
sers te nemen, tegen stakend personeel.