Ds. P. ZANDT Het Christendom in de wereld Staatkundig Gereformeerde Partij 2i4. vicM, dex thjt^^^iaat No. 1 van jLlfSf 7 "2. c Dc Verkiezingsuitslagen Ned. Herv. Pred. te Elburg spreekt te Sommelsdijk leder, die voorstaat de regering van ons volle geheel op de grondslag van de in de Heilige Schrift geopenbaarde ordening Gods, stemme Woensdag 7 Juli NED. HERV. PRED. TE DELFT J. R. CUPERUS, Herv. Pred. te Doornspijk D. DEKKER Herv Evpng. te Epe J. VAN DIJK, Herv. Pred. te Putten D. VAN DER ENT BRAAT, Herv Pred.te Elburg J. C. STELWAGEN; Herv. Pred. te Wezep A. J. WIJNMALEN, Herv. Pred. te Oldenbroek (Adv.) ÜIEUl/S Bureau: Prins Hendrikstraat 122c Middelhamis, Telef. 17, Giro 167930 Postbox 8. Telefoon Drukkerij 19 GHR. WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG voor de ZUID-HOLLANDSCHE en ZEEUWSCHE EILANDEN WOENSDAG 7 JULI 1948 20e JAARGANG No. 1734 Abonnementsprijs 1.50 p. kwartav Advertentieprijs 12 et. p. miUimete Bij contract speciaal tariei Loopt de zaak van het christendom in de wereld vast? Zo zou men menen. Vele klachten kunnen aangeheven woorden. Zien wij in ons land, dan moet geklaagd, dat van de heerschappij van Gods Woord hoe langer hoe minder sprake kan zijn. De machten van ongeloof en bijgeloof ne men steeds meer'de overhand. Wij zul len het nog daar laten wat vruchten het zogenaamdepositieve christendom draagt. Welke maatstaf zouden wij aan willen leggen bij de beoordeling dezer vruchten? Nemen wij het in de strikte zin naar de maatstaf van het heiligdom, en noemen, wij alleen positief Christen dom wat deze vruchten draagt, dan is er weinig vrucht en wéinig positief Christendom. Dan moeten wij constate ren dat er onder het belijdend chris tendom grote verwarring heerst. Dan gaat het van jaar tot jaai^, zo op ker kelijk als op politiek gebied, achteruit. Letten wij inzonderheid op de geestesge steldheid die er heerst, de liefde die ver- koudt, de ongerechtigheid die vermenig vuldigt, dan zouden wij schier alle hoop opgeven. Zien wij naar de landen die van ouds christenlanden worden genoemd, dan is ook daar achteruitgang te bespeuren. In Engeland, waar een sterk christelijke traditie was en nog is, toont zich de holheid daarvan steeds duidelijker. Bij de andere landen in Europa'is h^t nog erger. In Noord-Amerika neemt naar christelijke maatstaf gemeten, de ver wording hand over hand toe, om van Zuid-Amerika, waar, zover christelijk, de Roomse godsdienst overheerst, maar te zwijgen. Hoe is het in de landen die niet van ouds de naam van Christenlanden dra gen? Het is waar, daar wordt het Evan gelie gepredikt; zo hier en daar. Maar het lijkt zo geen massale beweging. In China zijn wel christelijke groepen ont staan, maar het communisme loopt ze onder de voet. De zendelingen worden er Vermoord. In Japan wankelt de staatsgodsdienst met zijn Tennoverering. Het christendom neemt toe. Andere streken, (denk aan een gedeelte van Korea) worden echter verbolsjewiseerd. Als men zo de balans opmaaltt, dan schijnen tegenover het ongeloof en de godloochening de kansen van het chris tendom te dalen. Is het wonder dat er zijn, die zeggen: Laat ons onszelf als christenbelijders maar isoleren; 'terugtrekken in een hoek, en trachten dan nog iets van het positief christendom te bewaren; Ihet loopt met het christendom in de wereld toch fout. En, staat er niet geschreven; Als de Zoon des mensen wederkomen zal op de wereld, zal Hij nog geloof vinden? Laat ons niet klagen, alsof Gods raad uitgevallen ware. Ook alle deze dingen moeten geschieden. Ook de grote afval moet komen. Eén van de redenen van onze teleur stelling is, dat wij' een aards koninkrijk verwachten evenals de discipelen. Wij menen dat het koninkrijk Gods komt met uiterlijk gelaat, terwijl er ge loof voor nodig is om te zien dat Gods belofte niet is uitgevallen. Immers, in die dagen zAl de God des henaels een koninkrijk verwekken dat in eeuwig heid niet zal verstoord worden. De steen zonder handen afgehouwen zal alle koninkrijken der aarde vermalen. De raad Gods, in Zijn woord geopenbaard, zal ;niet gebroken worden, dat d,it evan gelie des koninkrijks in de gehele we- seld gepredikt zal worden tot een getui genis allen volken; en dan zal het einde komen. Waar God komt met zijn woord, daar komt het met majesteit en een bindend gezag. En al is het dat de volkeren hun nek niet zullen buigen onder het juk van Christus, zo zal het hun niet te verontschuldigen stellen in de dag des gerichts. Al schijnt het christendom in de druk te zitten en zou hêt naar men selijke berekening dreigen onder ïe gaan en van de aardbodem te worden verdaan, het gezag van Gods Wet en de liefelijke boodschap des Evangelies staan boven het woelen der volkeren. en het laatste woord zal zijn aan Hem, wien allé macht gegeven is in de hemel en op aarde. Als wij zo gelovig zien óp de beloften, dan behoeven wij niet te beven, al ver anderde de aarde haar plaats en al werden de bergen verzet in het hart der zeeën. Het koninkrijk Gods is een zuurdeeg dat' de drie maten meels ge heel doorzuren zal. En al is het, dat ve len zijn geroepen en weinigen uitverko ren, zo zal God ziijn eer bekomen van de volkeren, Gods kerk niet tevergeefs hebben getuigd en gearbeid en gelfedeh, want straks komt de tijd dat het gezien zal worden, wat nu nog voor het oog verborgen is, dat de koninkrijken zijn geworden Godes en zijns Christus. Er is maar één hoop die niet beschamen zal. Nü zien wij nog niet dat Hem alle dingen onderworpen zijn. Nu schijnt dat de machten van ongeloof en godloo- ohening liet zullen winnen. En is geen reden dat onze stem gesmoord zou wor den. De grootste dwaling is dat Gods kerk meent tot heersen geroepen te zijn meer dan tot lijden. Maar hier is de lijdzaamheid der heiligen, hier zijn zij die de geboden Gods bewaren en het ge loof van Jezus. In de Wereld zul); gij verdrukking hebben, maar hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen. zullen Woensdag 7 Juli a.s. naar ge woonte, weer voor de DrukkeMj Gebrs. de Wiaal aan het Zandpad te Middelhamis worden bekend ge maakt. KERKNIEUWS I Rondom de zaak ds. H. Visser te Rot terdam. Het Kerknieuws bericht, dat ter jongste vergadering van de part. Synode van het Zuiden een schrijven van de kerkeraden van Nieuwpoort en van Pemis ter tafel is gekomen, ver zoekend de zaak van ds. H. Visser en Rotterdam Zuid opnieuw tot voorwerp van- onderzoek te maken, wijl deze ker ken zich met de handelingen van de classis Rotterdam terzake niét vereni gen kunnen. Aangezien de afgevaardig den van beide gemeenten op de jongste vergadering van de classis Rotterdam hun instructie terugnnamen, kan de sy node er thans niet op ingaan. Zaterdagmiddag is Ds. van der 5)nt- Braat van Elburg voor de S.G.P. opge treden in de Zondagsschool aan de van Aerssenstraat. De Voorz. der Kiesvereniging, de heer J. Ie Comte opende met het laten zin gen van Ps. 119 17, las Zefanja 3 1- 13 en ging voor in gebed. Met enkelp woorden leidde hij de spreker in. Ds. vander/.Ent-Braat begon rnet te zeggen, dat hij in het be toog van dezeii middag een Schriftuur lijk uitgangspunt zou hebben, wanneer hij zou spreken over „Een betrouwend volk" naar aanleiding van Zefanja 3 vers 12Maar Ik zal in het midden van U doen overblijven een ellendig en arm volk, die'zullen op de Naam des Heer en betrouwen." Het Hebr, woord Zefanja betekent, de Heere verbergt. Men vindt dit woord ook in Ps. 27: „hij „verbergt" mij in Zijn tent. Dat" verbergen Gods heeft voor het volk Gods een grote be tekenis, het is het ergste wat hen kan overkom,en. Spreker deelt dan zijn rede in twee punten: I. de donkerheid der tijden en II. een betrouwend volk, mid den in de duisternis. Allereerst beziet hij dan het volk, van Juda, ten tijde van Koning Josia, on der wiens regering de profeet Zefanja geleefd en gewerkt heeft. Hoe uiterlijk vroom, hoe godsdienstig het yolk in die tijd ook mocht zijn, hij noemt 4;e in de aanvang van hoofdst. 3: Wee der ijsselij- ke, der bevlekte, der verdrukkende stad. Was koning Josia een godvruchtig Ko ning, leefde het volk in uiterlijke godis- dienst, de Heere ziet niet aan wat voor ogen is, maar alleen het hart. Ditzelfde geldt ook voor het Neder landse volk. Zien we op de Gods-be- moeienissen, op onze rijke historie, wat is er van ons volk geworden Veel gods dienst en vroomheid, maar hoe ziet het er van binnen uit? Hoe is het met de beleving? Spr. concludeert: het is eên van God afgevallen volk. Niet alleen spreekt Zefanje over de stad en het volk, maar ook over de Overheid: (vs. 3:) „hare vorsten zijn brullende leeuwen: hare rechters zijn avondwolven!" Ging koning Josia zelf voor in Godsvnicht, de voornamen en de machtigen worden geschilderd als brullende leeuwen. Is het met de Over heid in onze dagen anders gelegen? Spr. hoopt bewaard te blijven uit de hoogte op hen neer te zien, maar de feiten zijn zó, dat er niet naar Gods Woord en Wet wordt geregeerd. De Overheid wordt hiertoe geroepen, gelijk oiize vaderen dat hebben vastgelijgd in art. 36 onzer Ned. Geloofsbelijdenis; waaruit spr. citeert. Hoe springt onze Overheid om met Gods heiligen dag, vraagt spr.? Wat worden Zijn ordinan- tiën vertrapt en vertreden! Er ligt geen beslag meer onder ons volk, noch on der onze jeugd. Spr; haalt in dit ver band aan hoe het Europa-congres op Gods dag op de Dam te Amsterdam bijeenkwam, Winston Churchill werd verafgoodt en 's -Heeren dag schrome lijk ontheiligd. De roomse pater Henry do Greeve en Prof. Berkelbach v. d. Sprenkel als afgev. der^Hervormde Kerk waren hier ook bij vertegenwoordigd. Terecht zegt dr Köhlbrugge in een tijd predikatie (Frans-Duitse oorlog)„de diplomaten der volken beschouwen de zielen der mensen als poppen waarmee zo' spelen". Zo is het ook hier. De profeet Zefanja werpt zijn licht ook over de Kerk: „hare priesters ver ontreinigen het heilige, zij doen der wet geweld aan." Hier wordt het hart van de zaak geraakt: het vraagstuk van ons volk is het vraagstuk van de kerk. Ons Nederl. volk is nog wat ze is, van wege de kerk des Heeren, hoe geschei den en verdeeld ze ook ligt. De kerk is niet meer een zoutend zout en een lich- |end licht, helaas neen. WJij zullen onze „ik-stukken" kwijt moeten, hoofd, voor hoofd staan we schuldig. Toch is het ware volk, de kurk waarop Nederland drijft. Spr. illustreert met voorbeelden uit de H. Schrift wat er van terecht komt, als dit licht wordt geblust en Gods Geest gedoofd. Hoe nodig, dat er een éénheid gevonden werd: Ik wil dat ze alle één zijn" zegt de Heere. Wat zou daar een kracht vanuit gaan onder ons volk. In de S.G.P. wordt iets van die eenheid gezien, daar zich verschil lende kerkformaties onder één vaandel scharen. Gaat het met de Kerk des Heeren niet goed, het gaat ons land niet goed. De Ned. Herv. Kerk zegt wel in zijn nieuwe Kerkorde, dat ze getuigen moet tegen de Overheid, maar hoe kan men getuigen, onder een valse leer, hoe kan er kracht van uitgaan? Het gevaar van het coijimunisme is niet denkbeeldig, maar groter is het ge vaar dat God met Zijn Geest van ons wijkt. Daar mochten we recht bang voor zijn. De profeet gaat voort en spreekt over de Heere zelf, die in het midden van haar is als de rechtvaardige. Hij doet geen onrecht, doch de verkeerde weet van geen schaamte! De deugd van fiods lankmoedigheid is groot, maar niet al- tijd-durend. Hier komen we wel in het pikdonker terecht. De Heere is goed doende, zie hoe hij ons heeft bevrijd, nu let hij op onze werken, wat wij er mee doen. Verharden wij niet onze nek?; Spreker haalt in dit verband aan, hoe men de oplossing in de wereld crisis verwacht van de JJ.N.O. van de Ver enigde Naties, waar God in blaast. Zij hebben Mij verlaten. Wg-t wijsheid zou den ze hebben! Nederland stelt hij als voorbeeld: hij noemt de Meifeesten in 1945 bij de be vrijding, de danswoede enz. Inplaats van in de schuld te komen is er een verhar ding. Daarom verwacht Mij, zegt de Heere (vs 8) in de weg Mijner Gerich- ten! 'Inderdaad, de toestand van ons volk is donker. De S.G.P. heeft te dien opzichte niets aam te bieden. Een vari atie van pamfletten van diverse par tijen belooft de kiezers allerlei moois^ maar zullen die beloften worden inge lost? Nederland gaat gebukt onder 20 milliard schuld, en na de verkiezingen zullen de belastingen weer aanmerkelijk stijgen. De Staatk. Ger. Partij kan, wat de toestand van land en volk betreft, al leen heil boodschappen, wanneer de han del en wandel van Overheid en onder daan zal zijii in 's Heeren wegen. Dan is er toekomst! Hoe donker echter ook, de Heere heeft zich een ellendig volk, doen over blijven, een betrouwend volt, dat op Zijn Naam betrouwd. Van Hem is alleen hun Hulpf Hij laat niet beschaamd staan. Er zijn er nog in de Tweede Kamer, ofschoon soms bespot en veracht, die deze beginselen voorstaan. Die het volk terugroepen tot de Wet en de Getuigenis .en de Overheid wijzen, dat daarnaar wordt geregeerd. Met vrrj- Zie voor vervolg pag. 2 Ie kolom

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1948 | | pagina 1