e
De vrede van
Munster
De reddingsboot te Ouddorp trekt
er tussenuit naar de Canadezen
CHR. WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSIAG
voor de ZUID-HOLLANDSCHE en ZEEUWSCHE EILANDEN
NOVEMBER 1944
Een bravourstukje vari drie
Ouddorpers in bezettingstijd.
r-
Droevig ongeval te
Ooltgensplaat
EIIAHDEII-IIIEIWS
Bureau: Prins Hendrikstraat 122c
Middelhamis, Telef. 17, Giro 167930
Postbox 8. Telefoon Drukker^ 19
WOENSDAG 23 JUNI 1948 20e JAARGANG No. 1730
Abonnementsprijs 1.50 p. kwartaa
^Advertentieprijs 12 et. p. millimeter
Bij contract speciaal, tariei,
r'
1648 1948
Er is een geslacht opgestaan dat zich
los maakt van de historie. Vtót baat
ons, zo zeggen zg, wat er achter ons
ligt? Zie vooruit! Of liever: zie naar
het tegenwoordige ogenblik, en maak
daarvan wat er van te maken is. Neem
uw lot in eigen hand en zie niet naar
hetgeen voorbij is en waaraan ge toch
niets meer kunt veranderen.
Deze gedachtengang spruit uit het
ongeloof. Het spruit uit een wereldbe
schouwing die verkeerd is. Het is in
de grond der zaak een miskenning, ja,
een ontkenning van de Godsregering.
Nergens sterker dan in de historie
spreekt tot ons de Godsregering. En zg
die zich van de/e Godsregering willen
afwenden, wenden zich af van de ge
schiedenis.
De geschiedenis der wereld en der
mensheid is maar niet een samenstel
van losse gebeurtenissen, zoals men
kralen van verschillende soort en groot
te willekeurig kan rijgen aan een draad
zonder dat ze één harmonieus geheel
zouden vormen.
In de geschiedenis van heel de schep
ping hebben wij te erkennen de volvoe
ring van de eeuwige Godsgedachten. Ze
vVnit één geheel. Het is de openbaring
van de aanbiddelijke deugden Gods. Het
doel is voor ons, redelijke schepselen,
om die deugden te aanschouwen, te er
kennen, en te aanbidden. Wat geschiedt,
geschiedt met een doel. En, al kunnen
wij de wegen Gods niet doorgronden,
en past ons eerbied en voorzichtigheid
in het naspeuren van de bedoelingen
Gods, toch zijn wij geroepen er acht op
te geven.
God is de Eeuwige, die boven de tijd
staat. Voor Hem is alles eeuwige wer
kelijkheid, terwijl het schepsel van ogen
blik tot ogenblik in opvolging deze
werkelijkheid doorleeft, en in dat, wat
wij „heden" noemen, in gemeenschap
staan met de eeuwige 'en onverander
lijke God.
Wie dit ontkent, kan nimmer de his
torie naspeuren: wendt zich af van het
geen geschied is, omdat hij zich van
God afwendt; Hem niet kent en erkent
als God, die alles zich doet ontrollen
naar Zijn vaste raad.
Met zulk een onhistorische en god-
loochende instelling willen wij niet weten
van een begin (schepping) noch van
een einde (het wereldgericht). Zij on
derwerpt zich voor het heden niet aan
Gods gebod: „daar staat geschreven",
en wil, door het aan de vergetelheid
prijsgeven daarvan, zich ontworstelen
aan de historie: ,,er is geschied".
Het geloof ziet, bij het achteruit blik
ken naar hetgeen reeds geschied is, te
vens naar het einde der historie, wan
neer het weerltlinken zal: „het is ge
schied", omdat daar in het volle licht
gesteld zal worden de schoonheid, de
harmonie, de «wijsheid, de gerechtigheid
van de wegen des Heeren, waarvan de
gekochten door het bloed des Lams
eeuwig zullen zingen en zij Hem eeuwig
zullen aanbidden, die alles wèl gemaakt
heeft.
Maar nu, midden in de branding der
voortschrijdende historie, is het kennen
slechts ten dele. Maar reeds dit ten
dele kennen en dit gebrekvol naspeuren
van wat nu reeds is geschied, is roe
ping en blijdschap tevens voor ons.
Wij zullen het niet verbergen voor
hunne kinderen, voor het navolgend ge
slacht, vertellende de loffelijkheden des
Heeren en Zijne sterkheid, en Zijn won
deren, die Hij gedaan heeft. Zó, en an
ders niet, kunnen, en mogen, en moeteji
wij gedenken aan wat 300 jaren geleden
geschiedde. Wat is onze historische ken
nis daarvan klein! Maar, wè,t we ervan
weten, zien wij dat wel in het rechte
licht? Het gaat maar niet om gebeur
tenissen, zonder dat wij daar Gods hand
in zouden zien en erkennen.
Na een-worsteling van 80 jaren daag
de het uur der vrijheid. In de vrede
van Munster, den 5den Juni 1648 afge
kondigd, werd bezegeld dat de Zeven
Provinciën vrij waren. Vrij in haar
volksbestaan, vrij om God te dienen
overeenkomstig Zijn Woord. Voorbij wa
ren de jaren waarin de geschiedenis
Er is wel eens gepoogd om een ge
schiedenis van het verzetswerk op
Goetee en Overflakkee jn .boekvorm .sa
men te stellen; of nu de oogst van ver-
zetsfeiten op Flakkee te gering of te
onbelangrijk was weten we niet, maar
nu, drie jaar na de bevrijding, is een
dergelijk boek nooit verschenen.
Bep der auteurs, die daaraan zou
medewerken, heeft ons in 1945 inlich
tingen gevraagd over enige verzetsda
den, waarbij bleek, dat hij er b.v. niets
van wist dat Leen Bakker en Koos van
der Wekke uit Dirksland e.a. er met
een te Oude Tonge gestolen rubberboot
van de Duitsers waren vandoor gegaan.
Dappere kerels, die 14 uren op het wa
ter rondzwalkten met gevaar van hun
leven, en doornat en verkleumd aan de
Brabantse w^l bij de Tommy's aankwa
men. Ook niet, dat de reddigsboot van
Ouddorp met 3 Ouddorpse vissers en
een groep Armenen, op een donkere
nacht in Nov. '44 er tussen uit was
Ou is do reddinqshoot ,,Maasvlakte" van
de Zuid-Holl. Redding Mij., waarmee de
3 Ouddorpers er vandoor gingen. De hóot.
ï»s nu gestalionneerd Ie Ter Heyde.
getrokken. Die feiten zijn nooit gepu
bliceerd en bij de meesten van onze le
zers niet bekend, en daarom waard, aan
de vergetelheid te- worden ontrukt.*
Vlak na de bevrijding zijn er illega-
len(?) geweest, de goede niet te na
gesproken die met een oranjeband
om de arm rondliepen maar nooit iets
van betekenis hebben gepresteerd. In
dit verhaal volgen de belevenissen van
een paar stille helden, die rustig en
weloverdacht hun gang gingen, zonder
er later op te pochen, of zich zelf be
langrijk te vinden. DS,t dwingt respect
af.
Wij hebben Arie Bakelaar, de vroe
gere machinist van de reddingsboot
„Maasvlakte" bereid gevonden, ons het
dezer worsteling niet bloed geschreven
werd. Het bloed der martelaren dat het
zaad was der Kerk.
Achter de feiten staande valt het zo
gemakkelijk te geloven, dat deze lange
en bloedige worsteling zulk een geze
gend slot zou hebben. Over strijd spre
ken achter de haard, kan wel voor een
ogenblik onze zinnen bezetten, maar wij
beleven daarmede de gevaren nog niet.
Wij spreken over de geloofsworsteling
onzer vaderen, maar beseffen nauwe
lijks hoe in deze strijd hun vvond op
wond werd toegebracht. Wij zingen zo
gemakkelijk mee uit het „Wilhelmus":
Lijdt u mijn Ondersaten
Die oprecht zijn van aert,
God sal u niet verlaten
Al zijt ghy nu beswaert.
Hoe gedenken wij de vrede van
Munster
Als wij deze na 300 jaren herdenken,
dan ligt er weer een geschiedenis van
300 jaren achter. En hoe heeft Neer-
lands volk die beleefd? Dat mogen wij
bij deze herdenking niet vergeten.
verhaal van de vlucht met de reddings
boot te vertellen. Wij troffen hem bij
zijn moeder thuis in de vriendelijke vis
serswoning aan de Slapersdijk, kort bij
de haven. Zijn vader was met de blazer
naar Brouwershaven.
Hoe ben
je er eigen
lijk toe ge
komen, Arie
zo begon
nen we
om er toen
tussen uitte
trekken
Met dat
plan liep ik
allang rond.
Ik was n.l.
machinist op
de reddingsvlet de „Maasvlakte" van de
Zuid-Holl. Reddingsmij. De boot was
door de Duitsers gevorderd, vaak moes
ten we moffen van de Paardeplaat ha
len, die daar op hun tocht naar Brou
wershaven waren gestrand. Vai^n kon-
dep d^ '^ooffen niet, ze zatai^ telkens
Een interview met
Arie Bakelaar, de
machinist van de
Reddingsboot
„^Aaasvlakte" van
de Zuid-Hollandse
Redding-Mij.
Jonge man verdronken.
Zaterdagmiddag zouden de landarbei
ders L. Hokke Wz. en J. Groenendijk
Cz. oud onbruikbaar rijshout afkomstig
van de glooiing der Kleine Adriana
Theodorapolder die thans wordt her
steld, met een roeiboot vanaf de Sluisse
haven halen. Toen zij de boot geladen
hadden, waarschijnlijk enigszins over
belast, moesten zij om weer in de ha
ven te komen om de bij de haven lig
gende keiendam door diep water heen
varen.
Br stond een sterke vloed en de boot
maakte enigszins water. Groenendijk die
een goed zwemmer was, sprong ge
kleed en met gummilaaren aan over-
boord, terwijl Hokke onmiddellijk be
gon met het overboord werpen van een
hoeveelheid hout waardoor de boot lich
ter kwam te liggen en geen water meer
maakte.
Bij deze werkzaamheden had Hokke
geen aandacht meer aan Groenendijk
geschonken, niet anders denkend, dan
dat deze naar de ,wal was gezwommen.
Toen hij evenwel de boot behouden aan
de kade tead gemeerd, kwam hij tot de
ontstlUende ontdekking dat Groenen
dijk niet aanwezig was en moest zijn
verdronken.
Hoewel meh onmiddellijk ,pogingen in
het werk stelde Groenendijk op te spo
ren mocht dit niet gelukken. Zaterdag
avond werd zijn lijk bij laag water op
het slik nabij de Sluisse haven gevon
den. Het slachtoffer dat pas 3 maanden
was gehuwd is 33 jaar oud.
ï.inlis ziet men Arie Baheïaar. een tuchtdoelkanon schoonmahen aan hoard van
de torpedojager ..fan van Galen" te Scape Flow (hng.) Rectits is de matroos
Koos Vernoorn, C]eln;ivd met een dochter van de heer Kees Oroen, Visnandel
te Middelharnis.
DIRKSLAND De heer J. de Ruiter
lid der 2e Kamerfractie der Chr. Hist.
Unie spreekt D.V. op Donderdag 24 Ju
ni a.s. des sav. om half acht in een
Openbare Vergadering in het Koor der
Ned. Herv. Kerk over het onderwerp:
„De C.H.U. en de brandende vraag
stukken dezer tijd.
aan de grond op de zandbanken. Wan
neer er een vliegtuig was neergeschoten
moesten we er op uit om drenkelingen
of lijken te vissen. Dat alles stond .me
geweldig tegen en ik heb toen het idee
opgevat om met mijn maats naar En
geland te vluchten. Maar dit was te
gevaarlijk, het Brouwershavense gat lag
met mijnen, we waren ook in zo lang
niet buitengaats geweest.
En toen heb je het plan beraamd
om naar de Canadezen in Brabant over
te steken?
Ja. Dat zat zo. Wij waren dage
lijks op de haven, omdat we bij de red
dingsploeg behoorden. Het gewone pu
bliek mocht daar niet komen. We ston
den op goede voet met de aldaar gesta-
tiónneerde Armenen. Die Armenen wa
ren zeer ,,Deutsfeindlich" en dagelijks
spraken ze er met ons over om er sa
men van door te gaan. Zij zouden voor
wapens, munitie en proviand zorgen.
Voor wapens? Wou je dan vech
ten?
We spraken af, als we het zouden
doen, dat we hen zouden meenemen en
wat we ook tegen zouden komen op de
rivier, zouden we in de grond schieten.
Zouden ze ons aanvallen, dan zouden
we ons desnoods doodvechten. Dan was
het immers toch verloren.
We zetten onze plannen in elkaar op
de zolder in het huis van Willem van
der Linde, de gamalenpellerij. Dat is de
historische plek. Jan Witte, Dirk Tanis,
in de omgang Tjerkje genoemd, en ik,
waren vast besloten het door te zetten.
We hielden het uiterst geheim, we re
kenden een gunstig tij uit en bepaalden
de datum op de maanloze nacht van 23
op 24 November '44. We zouden 10 11
Armenen meenemen, wat er tenslotte
veertien is geworden.
Was je motor goed in orde?
lederen dag liet ik het ding een
uur draaien. Dat deed ik wel meer, daar
merkten'ze niets van.
En wisten ze thuis niets van je
plannen -'
Nou, ik geloof het niet
Moeder Bakelaar mengt zich in
het gesprek en zegt: Welja, meneer, we.
merkten 't wel! Ik heb wel veertien da
gen lang 's-ochtends als ik uit bed
kwam, eerst gekeken of z'n klompen er
nog stonden! En dan zaten die jongens
d'r vader maar uit te horen: „hoe zit
dat deer en deer mit die boeien?" Ik
zeg tegen d'n ouwen Aeren: „Ze goa d'r-
vandeur! in op 'n gegeve oagenblik was
't zó."
Was je niet zenuwachtig?
Arie lacht. „Dat ging wel."t
Zie voor vervolg pag. 2 Ie kolom