ïlederland en INSULINDE Uil het er Weekmarkt Buitenland 1 MEDITATIE PINKSTEREN Middelharnis - Sommelsdijk ■^--c EIIAtlDEn-niEUl/S Bureau: Prins Hendrikstraat 122c Middelhamis, Telef. 17, Giro 167930 Postbox 8. Telefoon Drukkertj 19 CHR. WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG voor de ZÜID-HOLLANDSCHE en ZEEUWSCHE EILANDEN ZATERDAG 22 MEI 1048 20e JAARGANG No. 1721 Abonnementsprijs 1.50 p. kwartaal Advertentieprijs 12 ctl p. mUllineter Bij contract speciaal tarief. De loop der gebeurtenissen toont hoe langer hoe duidelijker, dat de band tus sen Indonesië en het moederland losser wordt. De ontwikkeling van het Rijk in Europa is niet los te denken van Indië. Het moge zrjn dat bij brede lagen van liet volk (althans tot voor korte tgd) weinig besef bestond van hetgeen Indië voor Nederland in economisch opzicht had te betekenen vast staat dat, zon der de overzeese gebiedsdelen, Neder land nimmer was geworden wat het werd. Ons welvaartspeil is; gelijk dat van andere landen, door de oorlog sterk aangetast. Maar daarnaast staat, dat, wat thans in Indië geschiedt, van door slaande betekenis daarvoor is. Minister Lieftinck heeft het onlangs onomwon den toegegeven, dat ons welvaartspeil staat of valt met de hervatting van de handelsbetrekkingen met Indië. Bea intellectueel Indonesiër Dr. Soe- matri Djojohadiekoesoemoe die gestu deerd heeft aan de Handelshogeschool te Rotterdam, een vurig nationalist, heeft in een Indisch blad in een artikel een beschouwing gewijd aan de beteke nis van Indonesië voor Nederland in fi- nantieel opzicht. Hij gaat daarin na, welke directe ba ten aan Nederland ten goede kwamen. Allereerst gaat hij na, welke kapitalen in Indische ondernemingen waren be legd vóór de oorlog, uitgedrukt in de waarde van de gulden in die tijd. Dit bedrag schat hij op meer dan 2600 mil- lioen gulden. Daarbij komen nog de Ned.-Indische schulden zover deze in Nederlandse handen zijn, en welke hig schat op 1200 millioen. Bovendien wat door ons gestoken was in Nederlandse ondernemingen, welke in Indië een ver tegenwoordiging hadden. Hij komt dan tot de conclusie dat in Indië belegd was een kapitaal van 4 milliard gulden, ter wijl ons hele nationale vermogen op 24 milliard werd geschat. Wij hadden dus 1/6 gedeelte van ons nationale vermo gen in Indië belegd. Dit is een sprekend bewijs van het grote belang dat wö bij Insulinde hebben. Vervolgens gaat hij na welke inkom sten wij uit Indië trokken. Dat waren dan in de eerste plaats de winsten uit de ondernemingen en de renten der schulden, vermeerderd met datgene wat niet als inkomsten werd getrokken, maar waarmee de waarde der onderne mingen steeg. Vervolgens de salarissen en de pensioenen aan Nederlanders be taald en de winsten van hetgeen wij jaarlijks naar Indië uitvoerden. Dit bij elkaar werd op 400 millioen gulden per jaar geschat. Maar volgens Dr. D. zijn wij er dan nog niet. Want deze inkomsten brach ten weer allerlei inkomsten met zich mee. Van dat in Nederland ingebrachte geld werd weer door derden in handel, nijverheid en industrie geprofiteerd, zo dat daaruit ook weer inkomsten ont stonden, welke tenslotte op 300 millioen geschat konden worden. Ons nationaal inkomen ten gevolge van onze arbeid en ons beschikbaar gesteld kapitaal kan op rond 700 millioen gulden per jaar worden geschat. Bij een totaal natio naal inkomen van 5100 millioen, be draagt dit dus 1/7 van ons nationale in komen. Uit dit artikel blijkt duidelijk, welke enorme finantiële belangen wij bij In dië hebben. Dit iis lang niet de enigste reden, waarom wij ons verplicht voelen zeg genschap te hebben in de ontwikkeling van onze betrekkingen met Indië, hoe wel ook economische overwegingen een rol spelen, en onze taak en roeping, voorzover deze nog niet ten einde is, met deze zaken nauw verband houden. Blijkt uit de bovenstaande uiteenzet ting van de finantiële verhoudingen eveneens niet het grote belang dat In dië bij de band aan Nederland heeft? Men legge het niet zö uit, dat Neder land op een onrechtvaardige wijze maar inkomsten heeft getrokken, welke eigen lijk toekwamen aan de inheemse bevol king. Talloze Nederlanders hebben hun beste krachten gegeven voor de ont wikkeling van Indonesië. Nederland heeft 1/6 van zijn nationale vermogen beschikbaar gesteld. Hoeveel loon is door de cultures aan de inheemse bevol king betaald? Hoeveel arbeidskracht en intellect werd indirect door Nederland aan Indië beschikbaar gesteld. Heeft ook Dr. Soemitro Djojohadi- koesoemo daarvan niet geprofiteead op onze handels hogeschool Wat heeft de Nederlandse bemoeienis g^en rijke vruchten gedragen in Indonesië. Wat is de overheidszorg, niet* in de laatste plaats op medisch gebied, voor Indië niet tot een grote zegen geweest. Wij behoeven, als-wij dit neerschrij ven, onze schuld niet te verbloemen. Niet al wat wtj deden was voor de in heemse bevolking ten beste. Hoezeer zijn wij niet tekort geschoten als chris telijke natie om hun- het Evangelie te brengen. Zou de drijfveer onzer „kolo niale" bemoeiingen niet vaak baatzucht zijn geweest? Wij zijn er ook niet mee af met te zeggen: Wij heb'ben het er, vergeleken bij andere koloniserende mo gendheden, nogal goed afgebracht. Dat is naar veler oordeel waar, maar maakt onze fouten niet positief goed. Maar nog minder is er reden, om^ daaruit de gevolgtrekking te maken, dat wij, om onze schuld, de hand van Indië ontij dig af mogen trekken. Wellicht zou déze fout verreweg de grootste zijn. Het ontijdig zich terugtrekken van het moe derland zou voor Indonesië niet minder dan een ramp betekenen, óók in finan- tieel opzicht. Taak en roeping van Nederland blijft ook nu, tegen de revolutionaire stroom, tot werkelijk heil der inheemse bevol king, de band tussen Nederland en In donesië te handhaven en zo beider wel vaart te bevorderen., De nieuwe Joodse Staat „Israël" De stem van Judea Thuis alléén door bloed. De nieuwe Joodse Staat „Israël" is ui Palestina uitgeroepen en bekrachtigd. De Verenigde Staten hebben aanstonds de nieuwe Staat erkend en volgens een bericht van de United'Press is ook Rus land en de bij het Russische blok aan gesloten landen voornemens dit - te doen. De bijzonderheden kan men in de bla den en zeer zeker ook in ons Buiten lands Overzicht van deze week lezen. De Joden over de gehele wereld zijn met de proclamatie van hun eigen Staat zeer verblijd, in alle landen zijn vréugde-samenkomsten gehouden in verbondenheid met de burgers van de nieuwe Joodse Staat. Wij lazen in een Joods blad „De Stem van Judea" een ontboezeming waarvan we in dit Kijkvenster enige citaten wil len aanhalen: „Dit is het einde der Joodse balling schap het galoeth. De tweede bal lingschap heeft langer geduurd dan de eerste, zij heeft haast twintig eeuwen geduurd. Wij zagen volken en bescha vingen opkomen en verdwijnen. Wij wa ren de metgezel, de stille getuige van al wat in Europa en buiten Europa tot "heftige bewegingen leidde, bloeide en onderging. Wij schreven twintig eeuwen' geschie denis met ons bloed, steeds weer het doelwit van vervolging en ontrechting, van verdrijving en moord. Want dit is ons deel geweest sinds die ongeiuksdag toen wij het rokend Jerusalem achter ons zagen en een laatste groet brach= ten aan het verloren vaderland en voor ons de Boog van Titus stond, als zinvol symbool onzer vernedering. Wij trokken door landen en werelddelen. De volken zagen ons maar kenden ons niet. Zij legden de blik in onze ogen uit als on rustige gejaagdheid en lazen er niet in, de hunkei-ing naar de thuiskomst. Zij wisten niet dat voor ons de weg immer één doel had het uitgangs- DE TROOSTER. Ik zal de Vader bidden, en Hij zal U een anderen Trooster geveen. (Johannes 14 16a.) SLOT Veel wederwaardigheden en rampen zijn des vromen lot in het jammer- en tranendal der aarde; lijde&en-druk; nood een kruis zullen hun niet bespaard wor den; hoe donker kan wezen Gods weg en leiding met zijn Kerk. Ook dan ont houdt God Zijne vertroostingen niet en de H. Geest treedt op als Trooster door het Woord. Hij geeft licht over des Heeren wegen en geeft te verstaan dat de Heere kastijdt ten nutte, opdat zij Zij ner heiligheid deelachtig worden en dat de kastijding van zich geeft een vreed zame vrucht der gerechtigheid denge nen, die door dezelve geoefend zijn". Hij troost, door te schenken stilheid tot God, eens willend makende genade, ge duld en lijdzaamheid en leert belijden: „Uw doen is enkel Majesteit". Leidt op tot het inzicht: Ik houd het daarvoor, dat het lijden' dezes tegenwoordigen tijd niet is te waarderen tegen de heer lijkheid, die aan ons zal geopenbaard worden. Hoe ellendig is 't vaak geSteld in het geestelijke leven door allerlei vragen, die zich kunneft voordoen. Mag ik wer kelijk verkeren in de staèt der genade, ben ik waarlijk in Sion geboren en za ligmakend ontdekt? Is God mijn God en héb ik aandeel aan Christus en aan Zijn weldaden? In die en dergelijke droeve en duis tere zielstoestanden treedt op de Heilige Geest in Zijn troostende bediening, om te doen Zien wat door .God is geschon ken. Hij geeft licht over wat is gebeurd aan de ziel en over de geestelijke werk zaamheden; Hij klaart op de kenteke nen der genade en zó opleidt tot het niet kunnen ontkennen, dat het Gees- teswerk in hart en leven is als begsna- digde in den Geliefde. Geeft vat aan het vertroostende woord: „Zovelen als er door de Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods". De Heilige Geest als de Trooster spreekt ook wel toe, klaar én duidelijk waarneembaar, met des Heeren Woord der vertroosting; bijv. „Vrees niet, want Ik heb u verlost. Ik heb U bij uwen naam geroepen. Gij zyt Mijn;" of Ik heb U liefgehad met een eeuwige liefde! Waarlijk, dierbare Naam "draagt de H. Geest in Zijn Naam Trooster en bg zalige bevinding Zijner troostvolle ge meenschap klinkt op de jubel: „Al 't geen uw mond aan mij had toegezegd, gaf aan mijn hart vertroosting, geest en levenJ" De Heilige Geest is de Trooster der treurige Sions, degenen, diè 'spreken en smeken: „Vertroost mijn ziel in haar geween en zeg haar: 'k Ben uw heil al leen". Hebt gij kennisse aan die zielsgestal te? Moge doorgjenade u het Pinkster- voorrecht worfl^'geschonken bevin4e- lijk te doorleven dat de dierbare Heilige Geest is de Trooster en geeft klaarheid over uw geestelijke staat en stand. Hij geve u te mogen ontvangen zielsogin- gen op de Heere Jezus als de Voorbid der, die ook voor u heeft gebeden en nog bidt om de gaven van de Trooster en de bediening uit Zijne troostvolle ge meenschap. 'Wr: Zij uwe bede: Och, dat ik klaar eiï onderscheiden zag. De Heere troost het hart, dat schi-eiend tot Hem vlucht, met de vertroostingen des Heiligen Geestes. De Pinkstergeest, de Trooster is uitgestort en zal zich niet onbetuigd laten aan Sion, dat Hij tgr woning heeft begeerd om aldaar Zijn heerlijk heid te wonen als de Trooster. Merk op, mijn ziel, \fet antwoord" God u geeft; Hij spreekt gewis tot elk, die voor Hem leeft. Zijn gunstgenoot, van blijden troost" en vree,, Mits hij niet weer op 't spoor der dwaasheid tree. Voorwaar, Gods heil is reeds nabg 't geslacht. Hetwelk Hem vreest en Zijne hulp verwacht; Opdat er eer in onzen lande woon' En zich aldaar op 't luisterlijkst vertoon'. St. Maartensdijk Ds. de Bres punt en het lijden één zin de ver lossing. Maar vandaag staan wij opnieuw met de verwaaid^ haren in de lentewind. Een wereld vol chaotische verwoesting ligt achter ons en ginds ligt Jerusalem, zoeven nog in kruitdamp gehuld. Maar vanuit het eigen land klinkt de roep om thuis te komen, om „het stof van de voeten te schudden" het hoofd op te heffen en terug te gaan. Want een nieuwe periode in de geschiedenis van ons volk begint het einde der bal lingschap de Verlossing." Weet ge wat mij bijzonder trof, bij het lezen v^n deze verklaarde vreugde ontboezeming? Dit: dat het Woord der Waarheid weer vervuld wordt. Twintig eeuwen geleden stonden de Joden op die „ongeluksdag" in grote drommen op het plein voor het rechthuis van Pilatus en zij riepen: „Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen!" Matth. 27 25. En nu, twintig eeuwen later- lees ik in ,,De Stem van Judea" zinsneden ge schreven door een Jood: „Wij schre ven twintig eeuwen geschie denis met ons bloed!" Opmerkelijk. En nog is het einde er niet. Nog vloeien er stromen bloeds in het Heilige Land. Wie heeft er niet met de Joden te doen? Wie denkt niet met ontzetting aan al de ellende over het Jodendom uitgestort? Wie zou hen geen eigen thuis gunnen? Maar de terugkeer in. Palestina brengt de verlossing niet. De ware verlossing zal er alleen dan zijn, wanneer zij ge wassen en gereinigd worden in het bloed van den verworpen Christus. In erkennen en toevallen van den Gekruis te, zal er alleen een waarlijk thuisko men zijn. In dien zin kome het bloed Zijn bloed over hen en hunne kin deren! WAARNEMER. Omte komen tot stichting van een weekmarkt in liet centrum van het eiland (Middelhamis-Sommelsdgk) zgn een twintigtal personen in Hotel Meyer bijeengeweest, waar de vraag onder het oog werd gezien: „Is eenweekmarkt in onze gemeenten mogelijk en wense lijk?" Een commissie werd benoemd, die deze zaak Tiader in studie zal nemen. Amerika. De kwestie over het houden van be sprekingen tussen Rusland en Amerika is nog steeds het onderwerp van de dag. Wallace heeft van deze gelegen heid gebruik gemaakt eü' è'èn open brief geschreven aan Stalin. Zo men weet is Wallace een voor stander om met Rusland te geraken tot een verzoende betrekking. Elf punten van bespreking heeft Wallace genoemd o.a. Algemene wapenbeperking Atoomenergie Verbod van wapenuitvoer Vredesverdrag met Duitsland. Terugtrekking van de troegen uit Korea Terugtrekking troepen uit China Niet inmenging binnenlandse aan* gelegenheden van andere landen. Uitbreiding van de handel tussen Amerika en Rusland. Maarschalk Stalin heeft hierop ge antwoord, dat hij de genoemde punten Zie voor vervolg pag. 2 Ie kolom

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1948 | | pagina 1