De Raad van State
verzet zich
Voormalige Opperluitenant der Staatspolitie
Van der Wedden voor zijn rechters
Een lange lijst van beschuldigingen
DlEPE BEZORGDHEID
Tegen de grondwetschennis
EIIIVnDEII-IIIEUWS
Bureau: Prins Hendrikstraat 122c
Middelharnis, Telef. 17, Giro 16T930
Postbox 8. Telefoon Drukkerij 19
CHR. WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG
voor de ZUID-HOLLANDSCHE en ZEEUWSCHE EILANDEN
WOENSDAG 3 MAART 1Q48 20e JAARGANG No. 1700
Abonnementsprijs 1.50 p. kwartaal
Advertentieprijs 12 et. p. millimeter
Bij contract speciaal tarief.
De politieke onrust in ons land heeft
het hoogste, het oudste en eerbiedwaar
digste instituut van ons Koninkrijk be
reikt. Set is de Raad van State zelf, het
hoogste college van ons Koninkrijk, dat
de tekenen des tijds heeft gezien. Het
is gegrepen door onrust en het is een
novum in onze staatkundige geschie
denis.
De Raad van State heeft zich onge
vraagd gewend tot Hare Majesteit de
Koningin om uitdrukking te geven aan
de diepe bezorgdheid van dit college
om hetgeen er gebeurt en staat te ge
beuren in het Koninkrijk der Neder
landen.
Hetgeen deze Raad te berde brengt is
ernstig het overdenken waerd. Het is
niet alleen het. hoogste college, dat hier
spreekt, het is ook het college, waarin
is verzameld de ervaring va«i tal van
eerste dienaren van onze staat.
In hoofse termen, maar in bewogen
bewoordingen heeft het college zich met
een missive, die als datum de 17de Fe
bruari draagt, gewendtot ons staats
hoofd om de hoge aandacht ,van Hare
Majesteit te vragen voor de bezorgdheid
van de Raad over enkele zaken in ons
Koninltrijk. Het stemt tot voldoening,
dat de Raad van State zich tot tolk
maakt van de onrust, die iedere staats
burger van dit Koninkrijk heeft ge
grepen. Want het is in de eerste plaats
tegen de lichtvaardigheid, waarmede „in
wisselende en vage termen", aldus de
Raad van State, ,,over de toekomstige
structuur van de Unie wordt gespro
ken", dat de Raad zich verzet. „Wij me
nen',, aldus vervolgt het document,
„niet te mogen zwijgen. Want het is on
ze Raad onmogelijk, onze normale advi
serende taak te vervullen." Ieder ogen
blik plaatst de regering het land voor
onherroepelijke vrijzigingen in onze
staatkimdige structuur en het land en
de Raad blijft weinig anders" over dan
deze wijzigingen te sanctionneren. Daar
mede wordt het advies van de Raad van
State van iedere betekenis beroofd.
Noodbesluiten.
De Raad ziet, hoe zich wijzigingen
voltrekken, die men niet als van onder
geschikt belang kan kenschetsen. Want
hij heeft vernomen, dat in de nabije toe
komst de Verenigde Staten van Xnde-
nesië souverein zullen worden. Over dit
punt is het in de eerste plaats, dat de
Raad zich wil uitlaten en in ongewoon
scherpe bewoordingen betreurt de Raad
van State het, dat de Noodbesluiten van
1942 en 1943 als grondslag worden ge
bezigd voor regetingsmaatregelen wel
ke fundamentele wijzigingen brengen in
de structuur van ons Koninkrijk. Let
terlijk zegt het hoge college: „Het
scheppen van nieuwe belangrijke orga
nen op grond van deze Noodbesluiten
buiten de wetgevende macht om, acht
de Raad van State met de Grondwet
niet in overeenstemming."
Ziet hier het ongehoorde feit, dat de
Raad van State de Kroon opmerkzaam
maakt op kennis van de Grondwet? Zo
in ons land niet een noodtoestand heer
ste, noch waren deze woorden gespro
ken, noch zou het plicht heten ze ter
kennis van het land te brengen.
De Unie
De Raad van State meent ook over
een andere zaak ongevraagd advies te
moeten uitbrengen. Hij vraagt zich af,
waarom in een Unie zullen worden on
dergebracht naast het Koninkrijk en
Indonesië (welke sedert eeuwen nauwe
politieke, economische en culturele be-
trelikingen onderhouden) ook de ge
biedsdelen Suriname en Curagao, die
met Indonesië rechtstreeks generlei be
trekking onderhouden.
Voort betreurt de Raad van State het,
dat met het voortschrijden der onder
handelingen met de Republiek en de be
moeiingen van de Veiligheidsraad het
handhaven van het Rijksverband en de
souvereiniteit van de Kroon in de ver
togen over de toekomstige verhouding
van Nederland en Indonesië steeds meer
op de achtergrond geraakt. Niet minder
ernstig acht de Raad van State het feit,
dat thans wordt gewerkt aan de vor
ming van een federatie van Indonesi
sche gebiedsdelen, die met het Konink
rijk een Unie zal vormen, terwijl over
die Unie bijkans niets bekend is. Het
gevaar bestaat, dat door de tijdslinie,
voor welke de federatie souverein zal
worden (1 Januari 1949) de federatie
zal gaan bestaan, alvorens de Unie in
het leven is geroepen. Want over de
Unie wordt zoals de Raad van State
mijl of meer smalend opmerkt door
de regering slechts gesproken in termen
als: „om de gedachte te bepalen." De
Raad vraagt zich af, hoe de regering
zich deze gang.van zaken eigenlijlt voor
stelt, en met name, welk gezag de Unie
eigenlijk zal kunnen uitoefenen. Moet
dit gezag, zo vraagt de Raad zich af,
slechts worden ontleend aan het mo
rele overwicht van de Unie-organen, of
aan een eigen machtsapparaat van de
Unie, of en deze opmerking is niet
anders dan honend te begrijpen door
een beroep op de Veiligheidsraad?
Ten ongevraagde advieze overgaande
geeft de Raad als zijn jnening te ken
nen, dat het dringend nodig is, dat
wetsontwerp worden ingediend ter ver
vanging van de Noodbesluiten van 6
Mei 1942 en 23 December 1943. En dat
het daarnaast nodig is, dat zo spoedig
mogelijk in duidelijke bewoordingen
wordt kenbaar gemaakt het plan voor
de komende Unie.
Deze ongevraagde inmenging van de
Raad van State in de gang van zaken
van het land kenschetst de bezorgdheid
van ervaren staatslieden van verschil
lende richting. Wij zijn van mening, dat
deze stem derhalve in het land moet
wprden gehoord en grote aandacht ver
dient.
(Overgenomen uit
Weekblad.)
„Elseviers"
NEDERLANDSE BOEREN IN
FRANKRIJK
De Bond van Nederlandse boeren in
Frankrijk, die bijna 500 leden telt, heeft
te Parijs zijn jaarlijkse vergadering
gehouden onder voorzitterschap van zijn
voorlopige voorzitter ir. C. van Meel,,
landbouw-attaché aan de Nederlandse
ambassade. Ongeveer 150 leden uit alle
delen van Frankrijk waren met hun
dames naar Parijs gekomen. Des och
tends was er godsdienstoefening in een
protestantse en een r.k. kerk. Op de ver
gadering die des middags werd gehou
den is besloten een coöperatieve vereni
ging op te richten, die zich ten doel zal
stellen zaaizaad en pootaardappelen uit
Nederland in te voeren, ten behoeve van
de leden van de bond; tot nu toe werd
dit aan Franse importeurs overgelaten.
Terwijl de boeren in vergadering bij
een waren, kwamen de dames samen
ten huize van onze landbouw-attaché.
In de middag hebben de Nederlandse
ambassadeur en mevrouw Starkenbprgh
op de Nederlandse ambassade ontvan
gen. (N. R. Crt.)
TRIBUNAAL
Maandag verscheen ex-luitenant
Van der Wedden, op Flakkee een
welbekende uit de bezettingstijd,
voor het Goudse Tribunaal.
Een respectabel aa,ntal tegen hem
ingebrachte aanklachten ^i'erden be
handeld, die beschuldigde byna zon
der uitzondering in een ander
daglicht trachtte te plaatsen.
Vooral over de liouding van zyn
voormalige ondergeschikten, met
naitne Mulder en Vos was hy niet te
spreken. Volgens hem hebben deze
marechaussee's al ziJn handelingen
opzetteiyk in strijd met de waarheid
weergegeven.
Op zijn verzoek zal v. d. Wedden
met tal van zyn beschuldigden
alsnog worden geconfronteerd.
Zijn verdediger, die een voorlopig
pleidooi hield een groot aantal ver
klaringen ten gunste van zijn cliënt
kon overleggen, verzocht bij voor
baat onmiddellijke invrflheidsstelling
wat het Tribunaal, na in raadkamer
te zgn geweest, van de hand heeft
gewezen.
Maandagmiddag hield het '"""bunaal
te Gouda zitting onder pres. - am van
Mr. C. Jonker. Als leden fungeerden Dr.
H. Vixeboxe en Dr. G. M. Nederhorst.
Nadat de president mededeling had
gedaan, dat de uitspraak in de zaak van
Mej. A. de Waal-Goedegebuur
geschorst was; het onderzoek heropend
werd, wat zal geschieden door het Tri
bunaal zelf en deze kwestie op 15 Maart
a.s. opnieuw aan de orde komt, werd
de voormalige Opperluitenant der Ma
rechaussee op Flakkee
J. C. van der Wedden
voorgeleid, tegen wie een groot aantal
beschuldigingen was ingebracht.
Na voorlezing van deze lange, waslijst
werd punt voor jfunt door de president
behandeld. Allereerst kwam het N.S.B.-
lidmaatschap ter sprake. Hoewel besch.
verklaard had nog geen lid geweest te
zijn vóór hij naar Middelharnis ging,
bewees de president aan de hand van de
lidmaatschapskaart, dat hij zich reeds
4 Sept. '42 had aangesloten. Ook meen
de de pres. dat besch. N.S.B.-er was ge
worden om bij de officiersschool te ko
men, wat deze ontkende. Er waren op
die school zelfsveel anti-mensen vol
gens besch. Hij zeide altijd goed Neder
lander geweest te zijn en zelfs zijn doch
tertje naar de Prinses te hebben ver
noemd. Tijdens de vijandelijkheden in
'40 had hij zelfs N.S.B.-ërs helpen arres
teren, doch is later uit zijn evenwicht
geraakt. Uit belangstelling voor ver
schillende processen kocht hij VOVA
wel eens, wat de indruk vestigde) dat hij
N.S.B.-neigingen had. Een vervelende
tijd had hij daardoor in Boskoop mee
gemaakt. Eens vroeg een Duits soldaat
hem om inlichtingen, waarop hij deze
mee naar binnen nam. Daarvan is een
rapport opgemaakt als zou hij pro-Duits
zijn. Later kwam er een N.S.B.-com-
mandant te Boskoop en kreeg hij een
mars-order naar Apeldoorn voor de po-
litie-sohool. Besch. trok in twijfel of de
tenlasteleggingen wel juist waren op
gemaakt. Hoe hij er eigenlijk precies toe
gekomen was om N.S.B.-ër te worden,
stond hem niet helder meer voor de
geest.
„U had een kaart", zei de Pres. „en
was geabonneerd -op het Nat. Dagblad;
dat deed geen goed Nederlander!"
Besch. zei In '44 a-angedrongen te heb
ben om inplaats van sympathiserend liii,
gewoon lid te worden, doch dè Pres.
•bracht hem onder het oog, dat toen het
symp. lidmaatschap werd afgeschaft en
hij dus maar te kiezen had. Dat meende
besch. te moeten ontkennen.
Verder was hem ten laste gelegd, dat
hij feestavonden der N.S.B, bezocht, wat
besch. ontkende. Wél waren er „Kame
raadschapsavonden" geweest voor het
politiepersoneel met hun dames. Daar
bij had hij eens de Inselcommandant op
zettelijk uitgenodigd omdat hij deze
persoon voor verschillende bemiddelin
gen nodig had.
De kikkersprong.
Vervolgens was besch. ten laste ge
legd, dat onder zijn leiding het politie
corps excercities moest doen, waarbij de
manschappen de kikkersprong en straf-
looppas moesten maken, terwijl op die
dagen de gewone politiediensten niet
normaal konden functionneren.
Besch. zeide dat deze excercitie-dagen
verplicht waren gesteld. Er werd gè-
ëxcerceerd en gezongen en daar stond
ik niet afkerig tegenover.
De verdediger: ,,Ik ben ook in dienst
geweest en daar zongen we óók lustig'.
Alleen waren het andere liedjes!"
,,Het ging er Duits toe!" meende de
Pres. „U moest Uw personeel opvoeden
dat ze zonder morren de opdrachten der
Duitsers zouden uitvoeren!"
Dat besch. daarbij „bevel is bevel"
gezegd zóu hebben, noemde hij onzin.
Ook de gewone politiezaken rouleerden
tijdens de excercities» normaal.
„En de kikkersprongen met straf-
looppas?" vroeg de President. „Die deed
men in de concentratiekampen!"
„Dat was gymnastiek", dacht besch.
Hij wist er niets van dat de manschap
pen de kikkersprong deden. Misschien
heb ik toen op een ander deel van het
terrein gestaan", zei besch.
Zoiets kon de Pres. niet geloven.
Wel zei besch., dat er volgens een
nieuw excercitie-reglement werd ge
werkt en daar waren inderdaad Duitse
dingen in opgenomen.
„Ik begrijp Vos en Mulder niet!"
Besch. zei vervolgens de verbalisanten
Vos en Mulder niet te kunnen begrijpen.
Deze zeiden altijd blij te zijn als hij er
was en nu verdraaien zij de feiten!
„Ook Van Dieren, die een burgèrpak
aan de Feldgendarmerie uitleende is te
gen mij."
Besch. zou verder ook opdracht gege
ven hebben om het politie-personeel
N.S.B.-lectuur voor te lezen. „Nimmer
gaf ik daartge opdracht" zei besch.
„Luitjes las voor!"
De Pres. vertelde, dat er gelezen werd
uit „de Vlam in de pan" en „Tactiek
en practijk der Duitsers." De eerste ti
tel herinnerde besch. zich, doch de twee
de niet.
Dan kwamen de „Kameraadschaps
avonden" op de proppen. „Die moesten
gehouden worden in opdracht van hoger
hand. Dat was dienst", zei besch. Ook
ontkende hij opdracht gegeven te heb
ben, dat het personeel een Duitse Va-
rieté-voorstelling bij moest wonen, wat
hem eveneens ten laste gelegd was. De
Pres. liet besch. echter zijn eigen hand
schrift lezen onder een uitnodiging der
Duitsers, waarin hij wel terdege op
dracht gaf, dat er zoveel mogelijk per
soneel heen zou gaaji. Dat zette besch.
schaakmat.
„U had die uitnodiging kunnen nege
ren!" ineende de Pres. ,;Geen tijd" of
,,niet thuis" had U kunnen zeggen!
Dat besch. de Hitlergroet zou hebben
gebracht, zoals hem werd aangewreven,
gaf hij toe. Het was echter geen sche
ring en inslag, want hij deed het vol
gens zijn verklaring een enkele keer
slechts op de „schreibstube". om vertrou
wen te wekken.
Daarna kwam er weer een Boskoopse
aangelegenheid op het tapijt. Een zeke
re Berkhouwer zou daar mej. Verkade
onaangename woorden hebben toege
voegd, waarbij ook ,,rot-mof" te pas
kwam. Dat zou besch, bij de Duitsers
hebben aangegeven, wat hij echter ten
stelligste ontkende. „Ik zou het kinder
achtig vinden om zoiets te doen", zei
hij. bat woord kon men immers overal
horen! Volgens besch. was mej. Verkade
zelf de verraadster geweest, doch de
Pres. wist te vertellen, dat zij daarvan
was vrijgesproken.
Oskam behandelde politieke zaken!
Daarna kwam een verklaring van Os
kam ter sprake, dat besch. hem op
dracht zou hebben gegeven tot behan-
deling van alle politieke zaken. Besch.
zeide Oskam wel controle-opdrachten
te hebben vestrekt, doch hij ging zich
met politieke dingen bemoeien, waar
besch. weinig aan kon doen.
„Maar U was toch zijn chef!" zei de
Pres.
„Oskam had een S.S.-chef en was mij
daarvoor geen verantwoording schul-
(Vervolg pag. 2 Ie kolom)