Burgemeesters benoemingen. Uit het Kijkvenst er ze I MEDITATIE Het verstandelijk letten op de goedertierenheden des Heeren. EiiAnDEn-niEuws Bureau: Prins Hendrikstraat 122 c Middelhamis, Telef. 17, Giro 167930 Postbox 8. Telefoon Drul^erij 19 CHR. WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG voor de ZUID-HOLLANDSCHE en ZEEUWSCHE EILANDEN ZATERDAG 7 FEBRUARI 1948 20e JAARGANG No. 1693 Abonnementsprijs 1.50 p. kwartaal Advertentieprijs 12 et. p. millimeter BQ contract speciaal teurief. Bij ons staatsbestel wordt uitgegaan van de zelfstandigheid der gemeente. Door de kroon worden de burgemeesters benoemd. Maar deze zijn daarmede geen ambtenaar en lasthebber der regering en als zodanig iDestuurder der gemeente. Zij hebben een zelfstandige, bij de wet omschreven taak. Zrj ztjn magistraat. De zelfstandigheid van de gemeente brengt mede de zelfstandigheid van de burgeaieesterstaak. Dit is een van de pijlers van ons staatsbestel. Wij zouden haast zeggen: als er iets democratisch is, dan is het dit. Burgemeestersbenoemingen zijn altijd tere kwesties geweest. Beziet men deze uit de gezichtshoek van de zelfstandig heid der gemeenten, dan dient een bur gemeester benoemd te worden, die lei ding kan geven aan de huishouding en Jiet bestuur der zelfstandige gemeente. Die zelfstandigheid brengt verantwoor, delijkheid mee. Nog steeds zegt onze grondwet, dat aan het hoofd der ge meente een Raad staat. Deze wordt ge kozen door de kiesgerechtigde inwoners. Niet dé burgenieester staat aan het hoofd der gemeente, hoewel hij leiding heeft te geven aan die gemeente en daar om ook ambtshalve de vergaderingen van de gemeenteraad leidt. Verstaat een burgemeester de geest zijner gemeente niet, dan wordt het uitermate moeilijk om goede leiding te geven. Hij moet daarbij boven de partijen staan. Steeds is het zó geweest, dat de, bo vendrijvende partij of partijen geneigd waren, een burgemeester van hun kleur benoemd te krijgen. In de tijd van het oppermachtige liberalisme werden vaak magistraten' van positieve christelijke belijdenis geweerd, zelfs in die gemeen ten, welke in overgrote meerderheid christelijk waren. Wij willen niet bewe ren, dat onder hen geen mannen van goed verstand en ruime blik geweest zijn, die zochten leiding te geven over eenkomstig het stempel, hetwelk de christelijke belijdenis op de bevolking dier gemeente drukte. Er is o.i. wel eens al te veel en te absoluut bezwaar gemaakt tegen dezulken. Als wij uit gaan van de stelling, dat alleen ons christen-zijn ons in ons ambt zou bin den aan de regelen van Gods Woord, in plaats van uit te gaan van de gedachte, dat de overheid (en dus ook de over- heidspersoon als zodanig) van Godswe ge geroepen is overeenkomstig dat Woord te handelen, dan gaan wij al te zeer de grondslag derplicht leggen in de persoon en komt de christelijke be lijdenis van de persoon teveel in het mid delpunt te staan. Zulk een beschouwing heeft, met het oog op burgemeestersbe noemingen, wel eens al te zeer ons par ten gespeeld. Vergissen wij ons niet,, dan wordt deze beschouwing (welke in zijn diepste wezeif revolutionair is) niet meer gehuldigd. Niemand, wie hij ook zij, zal kunnen ontkomen aan de klem en roeping van Godswege tot hem ko mende door het Woord. Dat wil niet zeggen, dat het niet op hoge prijs gesteld mag worden, dat een magistraat 's Heeren Woord -belijdt. Kan eigenlijk wel iemand zich aan die plicht onttrekken, zonder schuldig voor God te staan? Is het niet arm, als wö onze, wijsheid, ons richtsnoer zoeken buiten de Goddelijke openbaring? Nu de bovendrijvende partijen, P.v.dA. en R.K.V.P. in bond, de lakens uitdelen, zien wg het verschijnsel dat er vele bur gemeesters benoemd worden, behorende tot de P.v.d.A. of van R.K. huize. In ge meenten met een protestants-christelijb cachet worden mannen benoemd van de P.v.d.A. liefst lid van de Ned. Herv. HARE M'AjESTEIT DE KONINGIN ^sprali deze week tot ae wereld over^ae yerenigae Sltiten uan Iiitlonesië. Ue reae vindt men in liet Tweede Blad. Kerk. Mannen dan, »vah de (mislukte) doorbraak. Zoals het vroeger waren li beralen van vrijzinnig protestantsen huize. En als het een gemeente betreft, waar er maar enige aanleiding toe is, wordt een Roomse benoemd. Maar,Tipe het ook zij, wij mogen niet nalaten ook dezulken uit' 's Heeren Woord de positieve eis voor te houden, dat ze geroepen worden hun ambt en plicht te vervullen overeenkomstig de H. Schrift, omdat naar dat Woord-zul len geoordeeld worden, allen die onder het licht daarvan hebben geleefd. (Rom. 2 '12b.) Zou dit ook niet gelden voor de ge meenteraden? Zou het niet gelden voor Neerlands volk in al zijn geleidingen?- Tot de wet en tot de getuigenis. Zo zij niet spreken naar dit woord, het zal zijn dat zij g^en dageraad zullen hebben. Nogmaals: Een kykje in de T\^eeds Kamer. We werpen deze week vanuit ons ven ster nogmaals een blik ,in de Tweede Kamer der Staten Generaal. Eigenlijk zou iedere Nederlandse Staatsburger daar éénmaal in zijn leven moeten heen gaan, om zich er een indruk van te vor men. Misschien zou het dan een beetje tegenvallen, ook wat de sfeer betreft. Men moet b.v. niet denken, wanneer men zich op de publieke tribune een plaats weet te bemachtigen, dat men precies alle honderd Kamerleden krijgt te aanschouwen. Op de tribune is maar eer. stuk van de Kamer te zien, wat zeor hinderlijk is. Eigenlijk lijkt ons de Tweede Kamer te klein behuisd. Zagen we de vorige week, dat de Ka merleden niet zo precies op hun plaats zitten als jongens in een schoolklas, maar heen en weer lopen en vertrekken, al naar het hun goed dunkt, met de Voorzitter is dat andets. Hy moet altijd present zijn en de zitting van begin tot eind bijwonen, alle redevoeringen en be sprekingen aanhoren. Hij is gekleed in rok met zwarte das, bij sommige gele genheden,, b.v. beëdigingen, is hij zelfs met een witte das gesierd. Ook de grif- flet en de twee commiezen-griffier; eveneens in jaquet gekleed, behoren steeds ter zitting aanwezig te zijn. Zij fungeren als stemopnemers bij monde linge stemmingen, houden de presentie- en sprekerslijsten bij en geven dikwijls Wie is wijs? die neme deze dingen waar; en dat zij verstandelijk letten op de goedertierenheden des Heeren t'salm' 107 43. Deze woorden zijn de slotsom van de gehele Psalm. Wat de inhoud aangaat, sluit deze laan met de vorige. De 106e Ps. stelt het gevangen Sion voor in bal lingschap, doch in waar schuldbesef. Het erkent daar zijn zonde. Het buigt zich ootmoedig voor God. Het smeekt gelovig om verlossing. De 107e Psalm ge tuigt van de verhoring dezer gebeden, en de verlossing aan dat sthuldige Zion geschied. Het mag zich aldaar verlus tigen in de terugbrenging in eigen land. Het mag daar weer delen in geestelijke blijdschap en verheuging in God en in uitwendige welvaart. Maar nu is het ook nodig dat het deze zegeningen na zoveel bange tegenspoed nimmer vergete. Daar om gaat de dichter de weg, overdenken tot onderwijzing van Zion, welke de Heere met 't zelve gehouden heeft. Die weg is diep beschamend. Want telkens komen daar de zonden in voor waarom de Heere Zijn volk bezocht met bittere plagen, terwijl daarop weer volgde een genadige verlossing op het terugkeren van 't zondige pad en 't wederkeren met smeking en geween in ootmoedig gebed. Zo wordt de ganse geschiedenis voor «gen gesteld. _Om de zonden geslagen, om de goe dertierenheden des Heeren weer ge bracht op 't rechte pad, is de voorstel ling van de dichter aan des Heeren volk. Deze handeling des Heeren is dui delijk en. voor aller ogen zichtbaar. De oprechten zien het en verblijden 2üch. Doch alle tegenstanders van de ware vreze (3ods willen het niet erkennen en stoppen daarom hün mond. Zij zien lie ver dat volk in blijvende ellende. Zij haten God, mitsdien Zijne gunstgenoten. Zij schrijven 'die gang van zaken liever toe aan samenloop van omstandigheden. Zij leren daaruit niets. Daarom worden zij dwazen genoemd, die het Godsbestaan en Zijn bestuur zelfs tegen beter weten in blijven ontkennen. Daarom vraagt de dichter: „Wie is wijs? diè neme deze dingen waar." Daarmee wordt niet bedoeld de wijsheid dezer wc reld, want die is dwaasheid voor God. De wereldwijze wordt gevangen in zijn arglistigheid. Nu dat zien wij genoeg rondom ons en ver daar buiten. Wat wordt er al niet gedaan om de algemene ellende van onze tijd het hoof4 te bie den en de oordelen te keren. *En met dat al gaat de Heere met Zijn oordelen door. Als men meent dat er een keerpunt op til is, komt er vaa andere zijde weer zoveel tegenover, dat alle pogingen ook van de groten der aar-' de Op mislukking uitlopen. Ook ons'land dat onder de oordelen te lijden heeft, al is er nog zoveel dat verzacht, is rijk aan lieden, die buiten God om trachten ons volk uit de chaos te redden met geeö ander resultaat dan dat het nog steeda daarin blijft. Men bewijst da,ar mee, dat men 's lands historie vergeet, en niet let op de daden des Heeren van ouds her. Daar is echter ook een volk, <iat daar op gedurig het oog heeft, dat in de ge schiedenis, in 't leven der vaderen na- speurt, het bestuur Gods, 't zij daarin voorkomt de straf op de zonde of de verlossing op 't wederkeren tot de Heere. (Wordt vervolgd.)"- Wijlen Ds. Groen. de Kamerleden advies. Ook zijneer kamerbewaarders in rok met linten en gouden franje, wat enig decorum geeft. In de Tweede Kamer mag niet worden gerookt, er mag volgens het Reglement ook niet worden gegeten of gedronken. Drinken mag men er alleen maar water uit een glas, zodat men er geen asbak ken of koppen en schotels ziet. Wie kof fie wil, moet daarvoor naar de» koffie kamer. Wanneer de afgevaardigden spreken, kunnen zij dit öf van hun plaats doen (bij debatten) öf, warmeer zij een rede houden, van' het spreek-gestoelte. Denk niet, dat ook daarnaar door allen altijd even aandachtig geluisterd wordt. Voor al niet, wanneer het een ajfgevaardigde is van een kleine partij. Dan marcheren er velen de Kamer uit, of ze houden zich onder elkaar bezig, zonder naar de spre ker te luisteren. De pers vertegenwoor digers doen even zó, ze nemen alleen, wat van hun „gading" is. De sprefeers van de partijpers krijgen de meeste ko lommen in hun krant. Van de andere partijen of partijtjes neemt men meest maar een enkele regel op. Zo gebeurt het, dat b.v. Ds. Zandt, of de heer van Dis, afgevaardigden van de S.G.P. soms voor stoelen en tafels staan te praten. De grote pers neemt er bijna niets van op, men negeert dat, of geeft er soms een schimpscheut op. De kleinere partgen hebben echter meest zelf een partijblad, zodat hun rede-voeringen toch onder de kiezers in het brede komen. Al het ge sprokene en verhandelde wordt echter gestenografeerd en in extenso opgeno men in de „Handelingen" der Tweee Ka mer. Daardoor krijgen al de Kamerleden de redevoeringen ook van andere spre kers onder het oog en weten zodoende toch wat er verhandeld is. In de Tweede Kamer klopt het hart van ons regeer-beleid. En die regering is rooms-rood, de Christelijke partijen' zijn verre in de minderheid. Wij zijn een Christelijke natie zijn we' dat iiog?', maar er is in de Tweede Kamer niet zo heel veel van te merken. Met de op perste Souverein, aan Wien alle wetten en ordinantiën zijn onderworpen, op Wiens Wet alle menselijke wetgeving zou moeten gebaseerd, wordt door de overgrote meerderheid geen rekening gehouden. We hebben een democratische regering, vandaar dat degenen die in 's Lands vergaderzalen Gods ■\^oord en Zijn Getuigenis tot uitgang hebben niet kunnen geweerd, maar hun stem is he laas meest een stem des roependen. Dat is het dieptreurige, daarom is het in ons land op alle gebied snellen afloop als der wateren. Zij hebben Gods Woord verworpen, wat wijsheid zouden ze heb ben? WAARNEMER. BIJKSEENHEH) MAAKT ZICH ZORGEN ff Het Oomité Handhaving Rijkseenheid blijkt vóór het uitspreken van de Konink- Iqke radiorede een telegram aan de pegering te hebben gezonden. Daarin Wórdt gezegd,dat het gevaar bestaat, dat het buitenland een verkeerde opvat ting zou kunnen krijgen, indien de rede zich ten gunste van het regeringsbeleid zou uitspreken.. Het buitenland zou daardoor de Koningin met de regerings- politiek kunnen gaan vereenzelvigen, hetgeen, gezien de volgens het comité in den lande bestaande stenuning,, iii hoge mate bedenkelijk zou zijn voor het prestige van de monarchie. Het comité Tvaarechuwt in het telegram tegen deüö inconstitutionele handeling en zegt, dat de regering hiervoor de verantwoordelijR- ixeid draagt.

Krantenbank Zeeland

Eilanden-nieuws. Christelijk streekblad op gereformeerde grondslag | 1948 | | pagina 1