Het probleem der
Overbevolking
2,-^
MEDITATIE
De vleeswording
des Woords
Zondagsdiensten Artsen.
EllAnDEH-IIIEUll/S
BureauPrins Hendrikstraat 122 c
Middelharnis, Telef. 17, Giro 167930
Postbox 8. Telefoon DruMtertl 19
CHR. WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG
voor de ZUID.HOLLANDSCHE en ZEEUWSCHE EILANDEN
ZATERDAG 31 JANUARI 1948 20e JAARGANG No. 1601
Abonnementsprijs 1.50 p. kwartaal
Advertentieprijs 12 et. p. millimeter
Bq contract speciaal tarief.
Het inwonertal der wereld neemt nog
steeds toe. Uit één wortel is het gehele
mensengeslacht voortgekomen. Uit enen
bloede is het geschapen. Dat zal voort
duren tot het volle getal der mensen is
voortgekomen. Naar schatting is het in
wonertal der wereld 2000 millioen. In
sommige landen blrfft het inwonertal
constant. Er zqn ook enkele landen,
waar het achteruit loopt, zoaJs in
Frankrijk, het land van de ledige wieg.
Dat is voor een land geen guns^g te
ken. Het schijnt dat tegenwoordig in
Frankrijk het geboorte te kort afneemt.
In Nederland is er telkenjare een ge
boorteoverschot. Dat wil zeggen: er ko
men jaarlijks meer g-eboorten voor dan
sterfgevallen. Zo neemt de bevolking
van jaar tot jaar toe. Voor hen moet
woonruimte komen, ze moeten eten, er
moet arbeidsgelegenheid voor hen zijn.
Voor (Je mannen (en gedeeltelijk ooi*
voor de vrouwen en meisjes) moet plaats
zijn in het productieproces, het zij in de
landbouw, in de industrie, bij allerlei
hulpdiensten als onderwijs, ziekenver
pleging, bij de overheidsdiensten, welke
zich ook steeds meer uitbreiden. Het
aantal, dat onder de 16 jaar oud is, en
dat dus nog geen productieve arbeid
verricht, zal in de eerste plaats toene
men. Voor hen moet woonruimte, eten,
kleding enz. zijn, alvorens zij nog tot
het produceren van deze dingen mede
werken. Een toenemende bevolking legt
dus lasten op aan het gehele volM Er
moet voor die toenemende bevolking
voor werkgelegenheid worden gezorgd.
Hoe zal het bij het voortduren van
de bevolkingstoename gaan met de toe
name van werkgelegenheid? Zal de bo
dem van ons land steeds meer voedsel
voor hen op kunnen brengen? Dit zijn
problemen, welke grote zorg bargn. Zal
het land ons allen op de duur kunnen
dragen
Gesteld een land is dun bevolkt. Alle
daarvoor geschikte grond is niet be
bouwd. Dan zal, bij toename van de be
volking, ook meer grond voor het ver
bouwen van levensmiddelen kunnen
worden gebruikt. Het aantal arbeids-
krachten neemt immers ook evenredig
toe, de oogsten worden groter.
'Maar als alle grond nuttig toebouwd
wordt, er geen gronden meer te ontgin
nen zijn, er geen land meer ingepolderd
kan worden, de grond niet intensiever
kan worden bebouwd, dan zullen er le
vensmiddelen moeten worden ingevoerd.
Zelfs zal er meer grond beschikbaar
moeten komen voor stedenbouw, waar
door de "hoeveelheid teelgrond nog ver
mindert.
Is het nu niet reeds zó dat op het
platteland de bevolkingstoename zo
groot is, dat men in de land- en tuin
bouw voor het opgroeiend geslacht geen
werk heeft? Vandaar de trek naar de
steden. Maair daar wordt geen voedsel
verbouwd.' Daar sticht men industrieën.
Hoe langer hoe meer znillen wij dus een
industrieland worden.
Op het ogenblik is het reeds zd, dat
ongeveer een vijfde gedeelte der bevol
king betrokken is bij de agrarische pro
ductie, en vier-vijfde bij de industrie.
Het spreekt vanzelf dat deze industrie
ële productie meer dan genoeg de eigen
behoeften dekt. Er moet een belangrijk
deel van uitgevoerd worden. Dat is te
meer nodig, omdat de bodemvoort-
brengst niet groot genoeg is om ons he
le volk te voeden. Wij moeten dus aller
lei invoeren om ons volk te voeden. En
dit moeten wij betalen met het geld, dat
wij ontvangen voor de door ons gele
verde industrieproducten, waarmede wij
landbouwende volken weer dienen. Maar
er zal toch steeds een zekere verhouding
over de hele wereld bestaan tussen agra
rische en industriële productie, al is het
waar dat* de moderne mens hoe langer
hoe meer behoefte heeft aan industriële
weeldeproducten. Bij alles blijft het ech
ter waar, wat Salomo zegt: Het voor
deel des aardrijks is voor allen; .de ko
ning zelfs wordt van het veld gediend.
Tn een. land met een zo grote bevol
kingsdichtheid als het onze doen zich
dus in de naaste toekomst zeer ernsti
ge problemen op.
Een der middelen daartegen is emi
gratie. Daardoor wordt de bevolkings
toename weer teniet gedaan. Dit zal
maar zeer ten dele baat brengen. Bo
vendien brengt het grote bezwaren met
zich. De nijverste, de ondememendste
zullen het land verlaten. Het gemiddeld
gehalte der bevolking zal er allerminst
op vooijTiitgaan. De imigrerende landen
stellen stegds hoger eisen.
Opvoering van de export van indus
triële artikelen heeft ook zijn grenzen.
Er zijn vele concurrerende landen op
de wereldmarkt. Het maakt ons ook
zeer gevoelig voor tijdelijke inzinkingen
op de wereldmarkt.
Intensivering van de laqd- en tuin
bouw, ontginning van gronden, al schij
nen deze ook minder geschikt voor dat
doel, zal met behulp der moderne land
bouwwetenschap niet achterwege kun
nen blijven.
Grondwinning zal een belangrijke bij
drage kunnen leveren. Uit dat oogpunt
mogen wij ons gelukkig acl^ten, dat de
Zuiderzeeinpoldering ter hand is geno
men, al is daar indertijd van sommige
zijden ongemotiveerd bezwaar tegen ge.
maakt.
IJver, zuinigheid, eenvoud van levens
opvatting zij zouden alle als zoveel
rechtstreekse oorzaken kunnen zijn voor
onze welstand.
Voorwaar, wij zouden ook in dat op
zicht de toekomst zonder bekommering
tegemoet mogen zien, als Neerlands
volk ootmoedig boog voor de Heere,
Wiens de aarde is en haar volheid.
„En het Woord is vlees geworden,
en heeft onder ons gewoond, (en wij
hebben Zijn^. heerlijkheid aan
schouwd, ene' heerlijkheid als 'des
enig geborene van den Vader), vol
van genade en waarheid."
(Joh. 1 14.)
In dit hoofdstuk waar uit wij deze
woorden gekozen hebben, wordt de
eeuwige Zoon des Vaders „het Woord
genoemd.'
Wat is een woord? Dat is bij ons de
uitdrukking en belichaming onzer ge-'
dachten. Zo ook is de Zoon de uitdruk
king, der gedachten des Vaders.
Dat heeft voor ons zeer veel te zeg
gen. Het is een diep mysterie, en daar
hangt onze zaligheid van af. Want in
die vleeswording heeft men het bewijs,
dat de Heere geen lust in de dood des
goddeloze heeft. De vleeswording des
Woords geeft hiermede te kennen, dat
de Zone Gods een ware menselijke na
tuur aangenomen heeft. G«en zondige
natuur, doch wel onze door de zonde
verzwakte menselijke natuur. Christus
kwam in de wereld om Gods heilige wet
in de plaats van al de Zijnen te vervul
len. Doch tevens ons, met onze mense.
lijke natuur, de straffen te dragen, die
wij door onze zonden verdiend hebben.
,,Het Woord" dat in de beginne bij
God was, door de welke alle dingen ge
maakt zijn, is op deze zondige wereld
gekomen, ons in alles gelijk geworden
(behalve de zonden)' om zondige Adams
kinderen, die uit zich zelf nooit naar
Hem vraagden, van de eeuwige straf der
zonde te verlossen.
Welk een onuitsprekelijk wonder van
genade. Dat is Evangelie!
„Het Woord is vlees geworden, en het
heeft onder ons gewoond" zegt Joh.
Daarmede doelt hij op de omwandeling'
van Jezus hier op aarde. Naar zijn
mensheid heeft Hij onder zijn discipelen
verkeerd, zij hehben Hem gesproken, zfln
door Hem onderwezen geworden.
Maar niet alleen doelt de Evangelist
hier op Zijn lichamelijk, onder de men
sen wonen, maar ook op Zijn geestelijke
inwoning, waardoor Petrus kon spre
ken: „Heere tot wien zouden wij heen^-
gaan Gij heht de woorden des eeuwigen
levens."
Johannes gaat verder en zegt: „en
wij hebben Zijne heerlijkheid aan
schouwd, een heerlijkheid als des Enig-
geborenen van den Vader, .vol van ge
nade en waarheid."
De heerlijkheid die Joh. van Hem ge
zien heeft, was zo groot, zo overweldig,
dat hij zulk een heerlijkheid alleen-den
Zoon van God kan toekennen. En Pe
trus deed later schrijven: ..Wij zijn geen
(kunstig verdichte fabelen nagevolgd,
maar wij zijn aanschouwers geweest van
Zijne Majesteit."
■Het aanschouwen van het vlees ge
worden Woord, was niet alleen een gro
te heerlijkheid, maar Johannes zegt er
eigenlijk' aan vooraf: ,,vol van genade
en waarheid."
Die volheid van genade kwam daar
nu zo duidelijk in openbaar. God uitGod,
en dat hier op de zondige aarde, en Die
doet ons verkondigen, geen schuld te
groot, geen ongerechtigheid te geweldig,
daar is vergeving, daar is een weg ter
ontkoming, daar ben Ik voor op de aar
de gekomen.
Wie Hem nederig valt te voet.
Zal van Hem zijn wegen leren.
Jezua Christus is gisteren en heden
dezelfde en tot in alle eeuwigheid. „Vol
van genade en Waarheid."
P.
D. D. K.
EINBIXUH HERENIGD.
De besprekingen tussen mr. D. U.
Stikker en mr. P. J. Oud hebben tot
resultaat gehad dat Zaterdag een nieu
we politieke partij is opgericht, genaamd
Volkspartij voor Vrijheden en,
Democratie.
Aan diegenen welke voor de oorlog-
enig belang stelden in de politiek, was
het bekend dat er tussen de ILiberalen
en de Vrijzinnig Democraten een vrij
grote naijver bestond.
In 1901 is er in de Liberale Staats
partij een scheuring ontstaan. De uit-
getredenen konden zich met het oude
Liberale standpunt niet meer verenigen,
terwijl het socialisme voor hen te ver
ging. Het Socialisme openbaarde zich
in die jaren in veel ruwer vorm dan
thans.
De ernstige spoorwegstaking 1903 en
de vele stakingen in il904)1907 en an
dere jaren waren daarvan het bewijs.
Daarom was de S.D.A.P. voor de Vrrj->
zinnig 'Democraten onaanvaardbaar, te
meer ook, waar deze Partij zich abso
luut stelde tegen het huis van Oranje
en de Socialistische kamerleden uit de
Ridderzaal wegbleven wanneer de Ko
ningin de troonrede uitsprak.
De Liberale Partij had omstreeks 1900
haar hoogtepunt bereikt en takelde zeer
hard af. Daarbij hadden de Liberalen nu
niet bepaald het getij mee.
Mannen van naam konden zij in die
jaren slechts zelden naar voren bren
gen, terwijl de Vrijzinnig Democraten in
mr. Marchant en imr. Oud werkelijke
volkstrekkers hadden. Hun eenzijdige
ontwapening is in de practijk echter ge
bleken een grote fout te zijn geweest.
Na de tweede wereldoorlog propa
geerde men de gedachte van de grote
doorbraak en het volgen van een nieuwe
koers.
De Socialisten zijn na 1918 heel wat
burgerlijker geworden. Het ruwe of be
ter linkse element is overgegaan naar
het Communisme.
Een nieuwe Partij, de Partij van de
Arbeid, werd opgericht, waarbij zich de
Vrijzinnig Democraten aansloten.
Reeds direct werd voorspeïd dat dit op
een teleurstelling zou uitlopen, en het is
onbegrijpelijk, hoe een nuchter en helder
denkend mens als mr. Oud, tot deze
stap gekomen is.
De gevolgen zijn niet uitgebleven. Ben
gewetens conflict inzake het Indië be
leid onstond en werd oorzaak, dat rar.
Oud zich moest terugtrekken.
Wat nu te doen? Een nieuwe Partrj
oprichten en dat in deze ernstige tijd
was niet aanbevelingswaardig. Daarbij
komt dat de jong Liberalen herhaalde
lijk enkele hervormingen in hun Partij
tot stand hebben kunnen brengen en in
ita. 'Stikker een bekwaam voorzitter
hebben gevonden.
ünzake het Indië beleid is er tussen
mr. Oud en de Liberalen geen ernstig
verschil en waar het behoud of het ver
lies van Indië voor Nederland van zulk
een zeer groot belang is, hebben de bei
de groepen elkander weer gevonden.
Wat UI 1)901 uiteen ging is voor een
groot gedeelte in 1948 weer herenigd.
Tussen ons en de V.V.D. gaapt een
diepe kloof: de antithese.
Wij als belijdende Christenen gaan
onvoorwaardelijk uit van de Bijbel, Gods
geopenbaarde Wil, norm ook voor het
Staatkundig leven.
ZONDAG 1 FEÏBRUABI 1948.
Middelhamis-Sommelsdijk. Voor spoed
gevallen de arts C. F. Arends, Tel. 1.,
Middelharnis.
Oost-Flakkee: Voor spoedgevallen alleen
de artsen Bouman, Telefoon 19, Stad
aan 't HaringvUet en Dr. P. Voogd arts
Tel. 59, Oude Tonge.
DirkSland-Melissamt-Herkingten. Afwezig
de arts B. Elvé, voor spoedgevallen de
artsen Dr. P. Boot Dirksland, Tel. 262
en G. Huisman, arts Melissant, Telefoon
2516.
Al verwerpt de V.V.D. het Christen
dom niet, toch staat 'zij met ons niet op
diezelfde fundamentele grondslag. Doch
al bestrijden wij derhalve principieel de
V.V.D., toch verblijden wij ons aan de
andere zijde met deze hereniging.
De Volkspartij voor Vpjheid en De
mocratie zal het naar onze gedachte in
de Tweede Kamer niet hoger kunnen
brengen, dan hoogstens tien a twaalf
zetels, als zij dit halen welke winst zij
dan moet maken ten koste van de Par
tij van de Arbeid.
Het streven van de Partij van de' Ar
beid, achten wij echter zo nadelig voor
het belang van ons land en het behoud
van ons koninkrijk, dat iedere vermin
dering van kracht van deze Partij moet
worden toegejuicht, vooral als daardoor
de burgerlijke Partijen aan steifete win
nen.
Bij de V.V.D. treffen wij een veel gro
ter behoudend element aan voor ons
Koninkrijk en de vrijheid van ons volk
dan bij de Partij van de Arbeid of de
Communisten.