Overheidstaak
Welgelukzalig
Uit het
Kijkvensl
er
CHR. weekblad op gereformeerden GRpNDSLAG
voor de ZUID-HOLLANDSCHE en ZEEUWSCHE EILANDEN
MEDITATIE
EIIAI1DEI1-HIEU1/S
Bureau: Prina Hendrikstraat 122 c
Middelhamis, Telef. 17, Giro 167930
Postbox 8. Telefoon Drufekerfl 19
ZATERDAG 17 JANUARI 1948 20eJAARGANG No. 1687
Abonnementspitjs 1.50 p. kwartaal
Advertentieprfls* 12 et. p. millimeter
BQ contract speciaal tarl^.
De overheidsbemoeienis wordt hoe lan
ger hoe meer verstrengeld met het maat-
schappelijke leven.
De overheid, welke het recht in het
openbare leven heeft te handhaven, gaat
dit leven zelf hoe langer hoe meer rege
len. Tn naam van de handhaving van
het recht neemt zij hoe langer hoe meer
de taak van de maatschappelijke organen
over. Immers, deze maatschappelijke or
ganen zijn werkzaam om eigen voordeel,
ten eigen bate. Hierbg kan onrecht ge
pleegd worden. Neem nu eenvoudig de
taak dier organen over, bind ze aan
handen en voeten, en er kan geen on-,
recht meer gepleegd worden. Socialiseer
allerlei bedrijven. De gemeenschap wordt
eigenaresse. De overheid bestuurt zelf
de bedrijven en de kans op het plegen
van onrecht verdwijnt.
Maar er zijn nu andere gevaren. Het
eerste is dat de ambtenaren van hun po
sitie misbruik kunnen maken, en het
tweede is dat de boel vastloopt, doordat
het systeem niet deugt. De kans, dat de
leiding in verkeerde handen komt is veel
groter dan bij het particuliere bedrijf.
Loopt het met de leiding in een parti
culier bedrijf mis, dan lijden de particu
liere eigenaars de schade. En dat doet
ban waakzaam zijn met betrekking tot
de leiding. Loopt het in een staatsbe-
di'ijf mis, dan kan de belastingbefaler er
voor opdraaien of men verhaalt het op
de consument.
In het streven van het st&atsabsolu-
tisme wil men de overheidstaak hoe lan
ger hoe meer uitbreiden. Dat wordt de
mocratie genoemd. Wat is democratie?
Dit, dat brede lagen van de bevolking
deel nemen in de wetgevende arbeid en
dat de publieke zaak publiek wordt be
handeld. Dat de overheid een besturende
taak heeft en -de volksvertegenwoordi
ging een controlerende taak. Maar die
algemene zucht om alles onder staatsbe-
heer te brengen gaat niet gepaard met
het verlangen, dat de overheid van haar
besturende taak verantwoording aan de
volksvertegenwoordiging aflegt. Integen
deel, men zoekt naar allerlei vormen
van staatsbemoeiing, waarbij de volks
vertegenwoordiging buiten spel blijft.
Heeft men een monopolistisch tlédrijf,
zoals een gasfabriek, een gemeente
tram, een vuilophaaldienst, daar moet
een begroting voor worden ingediend en
veralag er van worden gedaan aan de
gemeenteraad. Zo is het ook onet allerlei
rijksdiensten. De betrokken minister is
aan het budgetrecht gebonden. Dan
wordt de publieke zaaik publiek behan
deld.
Maar in ^ie richting zoekt meur het
dan ook bij voorkeur niet. Men laat al
lerlei ondernemingen liever naar de vonn
een privaatrechtelijk karakter behouden.
Men sticht op regeringsinitiatief een
naamloze vennootsohap en neemt van
staatswege hierin deel met 51% der aan
delen.
De Staat heeft de meerderheid van
stemmen en dus de zeggenschap. Wan
neer eenmaal door een wet de deelname
aan zulk een N.V. vastligt, heeft de
volksvertegenwoordi'ging er practisch
niets meer nïee te maken. Het is en
blijft een. „particuliere" onderneming. In
tussen delen de ambtenaren (want dat
zijn toch in wezen de personen, die door
de regering als aandeelhoudster, met het
toezicht zijn belast)r er de lakens uit.
Zulk N.V.'s van reuzenafmeting hebben
het dikwijls niet ao moeilijk. Concurren
tie is dikwijls niet te vrezen. Zou deze
komen, dan kaïi de Staat met haar
macht op publiek terrein de vereiste ver
gunningen aaji die concurrent onthou
den. Wij leven toch fn een tijd waar al
les aan een vergunning is gebonden.
Voor grote lichamen iis het daarom aan
trekkelijk om staatsdeelname te krijgen.
Nu zijn er ongetwijfeld bedrijven die
een monopolistisch karakter dragen,
maar daar behoeft men als regel de stok
van 'het vergunningsstelsel niet te han
teren. Maar er zfln vele bedrijven en be
drijfstakken, waarvan zulk een monopo
listisch karakter niet is in te zien. Het
enkele argument, dat één groot bedrijf
met een beter effect kan werken, dan
vele kleine bedrijven, doordat schadelijke
concurrentie wordt uitgeschakeld, is
moeilijk te accepteren. Zo zou men wel
kunnen redeneren: Al die kleine bak
kerijen beconcurreren elkaar, maak één
groQt staatsbakkerijbedrijf.
Op zulk een voorbeeld van staatsbe
moeiing, welke maar staatsalmacht leidt,
willen wij nog wijzen. De K.L.M, is uit
gegroeid tot een reuzenbedrijf. De Staat
heeft het merendeel der aandelen. Het
passagiersvervoer breidt zich bij de dag
uit, ook over de oceaan. Nu is daar de
HoUand-Amerikalijn, welke reeds 75 ja
ren het passagiersvervoer over de oceaan
verzorgt. Deze doet meer. Zij verzorgt
ook het snellere vervoer. Daarvoor wor
den schepen gebezigd, welke zowel
vracht als passagiers vervoeren. Het één
maakt het ander rendabel door een juis
te combinatie. Nu gaat het passagiers
vervoer hoe langer hoe meer door de
lucht. De H.A.L. moet zich daarbij na
tuurlijk aanpassen, en kan dat ook met
haar grote ervaring.
Daarbij zal ,zij een combinatie van
scheeps- en luchtvervoer moeten toepas
sen. Maar zij krijgt geen vergunning van
de regering om een transatlantische
luchtlijn te exploiteren. Maar met het
vrachtvervoer, dat zonder passagiersver
voer niet rendabel is te maken, laat men
haar zitten. Hier dreigt het gevaar van
staatsalmacht. Dit is de vrucht.van het
buiten haar eigenlijke staatstaak treden
van de overheid.
Dat doen bij voorkeur de socialisten,
die rasechte democraten willen heten.
Intussen komt de democratie steeds
meer in het gedrang.
MÜSDAAD.
Vorige week Maandag is een bekende
tabakshandelaar te Rotterdam, oud 71
jaar, door drie onverlaten ontvoerd.
Per auto werd de oude heer afgehaald,
en verzocht mede te gaan naar de Poli
tieke Recherche afd. .Collaboratie, om in
een bepaalde zaak,' enkele verklaringen
af te leggen.
Men ontvoerde hem naar een pakhuis
in het Noorden der stad, waar hij twee
brieven heeft moeten schrijven en aan
handen en voeten gebonden werd.
ITegen de nacht, heeft men de tabaks
handelaar thuis gebracht, op conditie
dat een handgeld zou worden gegeven en
later een zeer hoog losgeld worden be
taald.
Doordat een inspecteur zeer veel werk
maakte van het vaststellen der signalen
menten, was deze nog zeer laat, bij de
■ongeruste familieleden, en derhalve in de
woning aanwezig, toen papa weer werd
thuis g;ebracht.
De politie man wist een der, ontvoer
ders te overmeesteren en hem zijn wa
pens te ontnemen, en zolang in bedwang
te houden, totdat hulp kwam opdagen.
De gearresteerde was meubelmaker.
Hij legde een volledige bekentenis af,
waardoor ook de mede plichtigen zijn
gearresteerd.
Tn hetbuitenland, komen dergelgke
ontvoeringen, meermalen voor, vooral in
Amerika.
Al is het dus geen feit, waarvan wij
zelden of nooit hoi*en, toch is het voor
ons land een ongewone gebeurtenis. Het
i's een duidelflk tiewrls, hoe de moraal
ook onder ons volk, steeds dieper weg
zakt.
Dit vinden wij het ergste van het ge
hele geval.
Welgelukzalig is de mens, die naar
Mij hoort, dagelijks wakende aan
Mijne poorten, waarnemende de lis
ten Mijner deuren. (Spr. 8 34.)
II.
Welk schepsel wordt nu welgelukza^
lig gesproken? Eerstens: die naar Mij
hoort.
■Dat horen nu doet van nature nie
mand, geen rijke noch arme. Er is nie
mand die naar God vraagt.
IZalig voorrecht en moodzakelöke wel
daad als het wonderwerk des Heiligen
Geestes ervaren mag worden len het zal
zijn dat de doden horen zullen de stem
me des Zoons Gods en horende zullen
leven.
Van de Goddelijke eis, om te horen,
zal niemand zich kunn,en ontdoen en
naar mate we onder de meest zuivere
kerkelijke gang hebben geleefd, zal het
zoveel te ontzettender zijn in de moge
lijkheid te hebben geleefd om te kunnen
behouden wordjen en om eigen onwil en
onmacht te zullen verloren gaan.
Bij de verklaring over het „horen"
hebben we wel op onderscheid te letten.
Er is een uitwendig horen. Voortko-
miende 't zij uit een historisch-, tijd- of
wondergeloofMocht Nederland nog eens
de roepstermnen len oordelen ter harte
nemen, gelijk Ninevé nog uitwendig
hoorde. Maar dieper zinken we weg,
waar de sprake des Heeren ook niet uit
wendig meer gehoord wordt. Geen stem.
noch opmerking. Er zal dus uit het een
zijdige* Godswerk bediening en bearbei-
djng des Heiligen Geestes nodig zijn om
te komen tot horen.
In dat wonderwerk, dat doden horen
zullen is 'éen Drieënlg Goddelijk Wezen
arbeidzaam. De Vader in trekking, de
2toon in verlossing, de Heilige Geest in
toepassing. Al weet de uitverkoren zon
daar in het uur der minne die onderschei
ding niet, zo krijgt hij het toch te ho»
ren. De Goddelijke lijn zal gekend wor".
den. ,,En dit is het eeuwige leven dat zij
U kennen den énen waarachtigen God en
Jezus Christus, Dien Gij gezonden hebt."
Alzo Christuskennis na Godskennls, dus
vooraf Godskénnis.
Dat van God geleerd schepsel leert
niu de waarachtigheid der dingen ken
nen. Hij leert horen. Hij hoort tot hier
toe en niet verder. Hij hoort dat de
Heere geen ledige Aanschouwer is. Hij
hoort hoe onderscheiden de wegen van-
toebrenging ook zijn, nochtans er de een
heid is. Hij hoort de schuld dat hij het
tegen die „Mij" zolang heeft volgehou
den die heilig is 'in Zijn schrikkelijke
deugden, maar ook nog goedertieren,
geen lust hebbende in de dood der zon
daars.
Bij dit horen valt een keuze, dat al
was er geen hemel tot beloning en geen
hel tot straf, dat de Heere Wiens stem
zij hoordten, waardig is gekend, gediend
en geprezen te worden. Ho© worden de
Psalmen Davids dat volk dierbaar en
hoe hartelqk zingen ze het de dichter
na;
Sla de zonden, nimmer ga.
Die mijn jonkheid heeft bedreven
Denk aan mij toch in gena.
Om Uw goedheid eer te geven."
Het Joodtae vraagstuk Het Chili
asme en de Joden Een „tnepta
fabulas" Vader Brakel contra Jo
hannes de Heer.
De vorige week schreef ik over ver
schillende vraagstukken, die in het hui
dige wereldgebeuren aanhangig zijn.
Er is ook een Joods vraagstuk. Een
vraagstuk dat niet nieuw, maar al
eeuwen oud is. Dat echter thans de we
reldpers volop copy verschaft, omdat het
zeer binnenkort zal komen tot stichting
van een officiële Joodse Staat. Een Jood
se republiek, met een eigen regering
en een eigen Joods leger. De verwezenlij
king van de Zionistische idee van Theo-
door Herzl, de vurige voorvechter om te
komen tot een nationale herleving van
het Jodendom, met als nationaal tehuis
Palestina. Op het Zicpiistische congres te
Bazel, waren in 1947 niet minder dan
2.0OO.O0O Joden vertegenwoordigd, wel
een teken, dat het den Joden volle ernst
is, om thans door te zetten.
Er vloeit weer bloed in het heilige land.
Er wordt hevig met de Arabieren ge
vochten. Met geweld van wapenen moet
„levensruimte" worden geinaakt om de
nationale opbouw voor de Joodse Staat
De 'tabakshandelaar, heeft wel gele
den door de schrik, doch men heeft hem,
geen ernstig lichamelijk letsel toege
bracht. Als de man nog sterk genoeg is,
iis hij met de schrik vrij gekomen.
Doch, al is de poging gelukkig mis
lukt, het feit, dat men zoiets beraamd
en uitvoert, is niet ongedaan te maken
of te verbloemen.
Het is te hopen, dat de rechtbank een
voortieeldige straf zal èsen, want de
overheid, heeft door middel van het God
delijk recht, tot taak, te waken voor het
leven van haar burgers.
in Palestina te kunnen volvoeren.
Deze Zionistische beweging is zuiver
nationaal, evenals de ondergrondse ver
zetgroepen, de Haganah (zelfverdedi
ging) de Irgoen Zwai Leumi (nationale
militaire organisatie) en de Stern-groep^
(Vrijheid van Israël.) Trouwens, zij zeg
gen zelf dat zij geen opdracht hebben
enige profetie te vervullen, maar den Jo
den-een nationaal tehuis' te verschaffen.
De ondertoon bij de Joden is echter nog
altijd een messias-verwachting hier op
aarde.
Er is sinds eeuwen over het Joodse
vraagstuk veel geschreven en gedebat
teerd. Want het is ook een Theologisch,
vraagstuk. De Chiliastische inzichteni),
waarbij de uitspraken in de Heilige
Schrift, die hierop slaan, letterlijk
worden opgevat, komen hierop neer, dat
het Jodendom in het laatst der dagen,
vóór de komst van Christus op de wol
ken een grote rol zal spelen, of liever,
dat het Jbdendom massaal de Christus
der Schriften zal toevallen en de wereld
beheersen.
Dit Chiliasme iis Judaïstisoh van oor
sprong en dateert al uit de eerste eeuwen
onzer jaartelling. Origenes (derde eeuw)
noemde het toen al een „ineptag fabu
las" leen dwaze fabel!"
'Johannes de Heer, de man vae „Het
Zoeklicht", die zich zeer verdiept in de
eschatal"0gie2), heeft over het Joodse
vraag'stuk, zijn ontstaan, ontwikkeling
en oplossing, een Iflvige brochure ge
schreven, die de derde druk al beleefd.
En het „2jcveklicht" houdt zich ook veel
met dit probleem bezig. Het klemt zich
vast aan 1 e 11 e r 1 ij "k e verklaiïngen-
van de profetiën in het Oude en Nieuwg
Testament. Vóór het einde aller' dingen
verwacht hij een groot Joods tijdperk,'
herbouwing van de tempel te Jeruzalem,
offeraaiden, priesters, sabbath en feest
dagen, met „waarschijnlijk" herinneringa
offers, die terug zullen zien op het vol
brachte Bbrgwerk Christi.
Wiüiehnuis a a-akel in zijn „Redelijke
Godsdienst" (2dln.) is ook chiliast, maar
zeer gematigd. Hij verwacht ook nog