Voor de Kantonrechter
Als onze jongpns
terugkeren.
Jongeman van 21 jaar verdronken
Jeep komt in botsing met de tram
eHR.®WEEKBLAD OP GEREFORMEERDEN GRONDSLAG
voor de ZUID-HOLLANDSCHE en ZEEUWSCHE EILANDEN
Man z)waar gewond
EiiAHDEn-niEui/s
Bureau: Prins Hendrikstraat 122 c
ICddelIiamis, Telef. 17, Giro 167930
Postbox 8. Telefoon Drulöteri] 19
WOENSDAG 17 DECEMBER 1947 20e JAARGANG No. 1680
Abonnementsprijs 1.50 p. kwartaal
Advertentieprijs 12 et. p. mUUmeter
Bij contract speciaal tari^.
ïn Indië vertoeven rond 100.000 mili
tairen. Een niet zo groot aantal op een
bevollcing van het vaderland van bflna
10 millioen inwoners. Eén procent. Toch
mag men dit geval niet onderschatten.
Het zijn alle jonge mannen, in de kracht
van hun leven. Volw^aardige krachten in
het productieproces. Als er 100.000 van
deze werkkrachten aan worden onttrok
ken, is dat van grote economische bete
kenis. Vooral nu, waar op alle gebied een
grote achterstand is in te halen. Het be
tekent dat het proces van herstel en op
bouw erdoor vertraagd wordt.
Deze mannen zullen eerlang in het va
derland terugkeren, en weer in het nor
male leven een plaats moeten" vinden.
Het lag oorspronkelijk in de bedoeling
de troepensterkte in Indië te verminde
ren. Bovendien zullen door het zenden
van nieuwe lichtingen anderen worden
afgelost. Van het eerste komt voorlopig
niets. Het halverwege stopzetten der po
litionele actie heeft dit onmogelijk ge
maakt.
Maar, al is er dan vertraging inge
treden, ,2,0 zullen ze toch geleidelijk te
rugkeren. Die het eerst zijn weggegaan,
zullen het eerst aan de beurt van af
lossing komen.
Deze mannen moeten dan hun plaats
in de maatschappij weer innemen. Dat
brengt moeilijke problemen met zich.
Het eerst komen de ooi-logsvrijwilligers
terug, omdat deze het eerst zijn uitge
zonden. Velen van hen hadden na de
bevrijding hun plaats in de ontwrichte
maatschappij nog niet hervonden. Er wa
ren er, die meegewerkt hadden aan de
bevrijding, en die reeds korter of langer
tijd een plaats hebben gehad in de ille-
galiteit. Plichtsgevoel tegenover het va
derland had velen gedreven. Vandaar dat
zij zich beschikbaar stelden 9na mede
te werken aan het herstel van het ge-
\zag in Indië. Begrijpelijkerwijs zal de
gang van zaken daar, hen veel teleur
stelling hebben gebaard.
Er zijn er dus bij, die vier, vijf jaren,
en dat op jeugdige leeftijd, uit hun werk
zfln. Er zullen er bij zijn, die eigehlgk
nog nimmer de plaats in het maatschap
pelijk leven hebben ingenomen, waar ze
krachtens hun aanleg behoorden. Daar
door zijn ze achtergeraakt bij anderen.
Hoewel ook zeer zeker de militaire op
leiding hen tot een zekere ontwikkeling
heeft gebracht, welke hen bruikbaar
maakt in menige betrekking, staan zij
toch vaak bij anderen achter. Bovendien
zijn zij ontgroeid aan allerlei, wat wij
hier gewoon vinden. Ze moeten zich nu
weer aanpassen bij een andere gedach-
tensfeer, zo in het familieleven als in een
werkkring. Dat zal vele moeilijkheden
voor hen meebrengen.
Wij hebben tegenover hen een roeping
te vervullen, een plicht van dankbaar
heid te betrachten. Dat het ons tot op
zekere hoogte mogelijk was, tot normale
verhoudingen terug te keren,-danken wij
aan hem. Maar het zou dan ook van
groot onverstand getuigen, als het va
derland die mensen aan hun lot overliet.
De regering heeft dit begrepen en er
kend. Allerlei overheidsmaatregelen zijn
én worden voorbereid, om aan de bezwa
ren van. de gedenaobiliseerden tegemoet
te komen en hun belangen te behartigen.
Maar terecht is ook begrepen door d,e
regering, dat zij dat niet alléén kan dfcen.
Dat de bevolking het niet aan haar kan
overlaten, en werkeloos daarbij toe kan
zien. Er is dan ook een beroep op allen
gedaan om te helpen, waar men maar
kan. Naast een welbegrepen eigenbelang
van het land, moet hier vooral bij par
ticulieren de dankbaarheid haar woord
spreken.
Wginoeten die mannen met begrip te>
gemoet gaan. Begrip moeten wij tonen
van de moeilijkheden, welke zich onge
twijfeld voor zullen doen. [Waar het maar
immer kan, moeten ze hun plaats in de
bedrijven iweer innemen. Allerlei vak
groepen zijn aangeschreven. Die hebben
weer de leden van de vakgroepen aan-
geschreven om hun voorrang bij plaat
sing te verlenen. Maar wij weten, wat
van die papieren regelingen dikwijls
wordt. Als ieder meent zijn plicht (zijn
ambtelijke plicht) te hebben gedaan, met
zo een, brief uit te zenden, als er alleen
maar mooie officiële regelingen op pa
pier worden gemaakt, dan is daarmee
nog niet gedaan, wat gedaan moet weid
den; dan is het doel nog niet bereikt.
Laat ons het maar ronduit zeggen: Wij
zijn enigszins bang voor die regerings
bemoeiingen. Niet dat wij niet ten volle
erkennen de roeping welke hier de over
heid heeft. Maar ten eerste wekken ze
ten onrechte dikwijls te hoge verwach
tingen bij hen die het aangaat. Onze
mannen zullen met groot vertrouwen
uit hun militairen loopbaan terugkeren
en menen hier in het vaderland hun bed
geschud te vinden. Ten^'tweede zal het
vele particulieren, die in staat zijn, iets
voor onze mannenj te doen, wellicht af
houden van hulp te bieden. Er fs maar
al te zeer in onze tijd een gedachte
gang, dat de overheid alles moet doen
en alles kan doen.
Wij vrezen maar al te zeer, dat dat
straks op teleurstellingen uit zal lopen
voor velen. Ze hebben niet genoeg aan
een waarderende redevoering. Een waar
derende houding van de bevolking zal
meer betekenis hebben. Wat ze vooral no
dig hebben is begrip, medewerking van
patroons en personeel, om ze voort te
helpen, bij het inhalen van hun achter
stand, welke gevolg is van het vervullen
van hun dienst aan het vaderland. Het
is al wederom de vervulling van de wet
der' naastenliefde. Zonder de betrachting
daarvan gaat een volk ten gronde. Voor
heel ons volk geldt: In het houden van
Gods geboden is grote loon.
Hij stapte Zondagavond mis op de tramboot en vond
de dood in het Haringvliet
Zondagavond is een droevig ongeluk
gebeurd op het veer Middelharnis-
Hellevoetsluis.
Twee bussen met voetballers kjwa-
men Zondagavond ca. 7 uur met het
s.s. Ministér van der Sleijden terug
van Hellevoetsluis naar Middelhamis.
De autobus van de heer J. Pulleman
stak wegens de lengte, een beetje
over op de boot met de bumpers.
De 21-jarige Cor Hage uit Oude
Tonge wilde langs de ene bus heen
naar de andere, wat hij over de bum
per van de ene bus wilde doen. Aan
deze bus zaten twee kleine bumpers,
voor ieder wiel een. Toen hij daartoe
aanstalten maakte, met. een tas in
zijn hand, waarschuwde de autobus
ondernemer Pulleman nog, dat dit
niet ging en gevaarlijk was. Cor Hage
deed het evenwel toch. De bussen zijn
van voren steil en'-hij moest aan een
richel boven de voorruit vasthouden.
Hij meende misschien dat het een
complete bumper was, stapte mis
en viel overboord.
Direct werd alarm gemaakt en de
machinist gewaarschuwd ,te stoppen.
Deze doet dat echter alleen op bevel
van de kapitein. Eer de kapitein ge
waarschuwd was ging er enige tfld
naee heen eer de boot stil lag en ge
draaid was, zodat men vanzelfspre
kend al een eind verder was doorge-
varen. Men was zowat 5 minuten uit
de haven van Hellevoetsluis, dus mid
den op het Haringvliet. Het was don
ker en met kleine zoeklichten werd
het water afgezocht.
De Gebrs. (Boomsma bekend om
hun zwemkunst die aan boord waren,
vonden het te gevaarlijk om over
boord te springen en de drenkeling
te zoeken. Wel werd een boot neer
gelaten, waarmee m.en een tijdlang
de rivier afzocht.
De pogingen bleken vruchteloos.
Aangenomen moet worden, dat Cor
Hage, overigens een goed zwemmer,
jammerlijk is verdronken. Zijn lijk ia
nog niet gevonden.
Vreselijk, om op zulk een onver
wachte vrijze, en dan op de dag des
Heeren, de eeuwigheid te moeten aan
doen.
CENTRALE VEILING
MEDDELHABNIS
Witlofveiling van Vrijdag 12 Dec. 1947.
Witlof I 39.------47.—; Witlof I iets
minder 39.—; Witlof TE 28.-34.—.
Aanvoer 10.300 kg.
■Dienveiling; van Vrijda,g' 12 Dec. 1947.
Grove, gewone, drielingeni en picklers
20.34—20.53. Aanvoer 34.000 kg.
R. Gouswaart, S'dijk, niet versch, had
zijn auto-werkboekje niet op de eerste
vordering aan verbalisant Terpstra ver
toond, wat deze bevestigde. Eis 7.50
of 5 dgn. Uitspraak 5.of 2 d.
Joh. Sluij, Sommelsdijk stond nog eens
terecht omdat zijn hond achter eenden
had gejaagd. Verd. beweerde aan het
fuiken lichten geweest te zijn, terwijl
zijn hond meeliep. Daardoor vlogen de
eenden op, doch hij heeft direct zijn
hond teruggeroepen.
Get. Polder, jachtopziener, verklaarde
dat de hond van Sluij het land afzocht
en daarbij op een paar half-vliegende
eenden stootte, welke hij achterna ging.
Dat verd. zijn hond terugriep, had get.
niet gehoord.
Verd. was het niet met deze uitleg
eens.
Het O.M. eiste 50.of 25 d.h., maar
verd. achtte zich niet strafbaar. Get. zei
dat hij verd. meerdere malen gewaar-
Denk om het werkboekje
Hongerige koeien.
Een duur haasje".
Die brutale kippen!
De valse naam.
Varen zonder vergunning.
schuwd had, omdat de hond steeds alles
afs^ocht.
„Dan kun je die hond beter thuisla
ten", lèeende de Kantonrechter. Hij
moest echter tot zijn spijt verd van alle
rechtsvervolging ontslaan, wegens het
ontbreken van enkele elementen in de
dagvaarding.
Dr. L. Kreling te Stellendam- had met
zijn motorrijwiel een aanrijding veroor
zaakt, wat deze toegaf, doch het bleek
op een vraag van de ambtenaar, dat het
kantongerecht niet bevoegd was deze
zaak te behandelen, omdat Dr. Kreling
op het tijdstip van de aanrijding zich
reeds in militairen dienst bevond, waar-
Maandagmorgen reed een Jeep met twee inzittende^) de Rotterdammens B.
Schmidt en L. J. v. d. Ree, van de ponton van de veerboot te Middelhamis naar
boven.
Juist kwam de locomotief aan bij het walhuisje (richting M'hamis). De ma
chinist floot, maan dit werd door de chauffeur niet gehoord. De locomotief
en de Jeep waren bij de overgang juist bgèlkaar en kwamen in botsing. De
locomotief duwde de Jeep opzij en dit geschiedde betrekkelijk zacht, omdat
beiden geen snelheid hadden. Het geval zou. dan ook goed zijn afgelopen, waare
het niet, dat de Jeep tegen het ijzeren hek werd geschoven, waarvan het uiteinde
in de cabine drong. Dit had tot gevolg, dat de heer van de Ree zwaar werd
gewond. De chauffeiir bekwam geen letsel. De heer v. d. Ree is direct naar het
ziekenhuis te Dirfesland vervoerd.
van in de dagvaarding geen melding was
gemaakt.
L. J. van Gurp, landb. O'Plaat, had
een koe laten lopen in een volkstuintje
te Oude Tonge. Verd. zei dat zijn koeien:
op de Boezem te O'Tonge liepen, waar
ook drie uitgangen naar de volkstuin
tjes zijn, die er vlak langs lopen. Deze
uitgangen waren niet voldoende afgeslo
ten. Wel had er een Itoe in de tuintjes
gelopen, doch verd. wist niet of het een
koe van hem geweest is en op welke vrtj-
ae deze er in gekomen was. De huurdei's
der tuintjes brachten de koeien in ver
leiding door allerlei tuinafval in de sloot
te gooien.
Get. Adr, Luijendijk bevestigde de koe
uit zijn tuintje te hebben gejaagd. Hy
had er een hele zomer last van gehad.
De koeien konden gewoon onder de af-
heining door, omdat deze niet in goede
conditie was.
Get. had er schade van gehad in zijn
aardappelen.
Verd. Zei liever eens door Luijendijk
gewaarschuwd te zijn geworden, maar
deze zei, dat hij zich niet door van Gurp
had laten "willen uitlachen. Hij is voor*
geen reden vatbaar.
Het O.M. meende dat er kleine veete's
in dit geval een rol spelen. De koeien
werden verleid door het afval, dat in de
sloot geworpen werd, waarvan de eis
5.^of 5 dh. luidde, uitspraak 4.'
of 2 d.h.
J. M. van 'Rossum te Ooltgensplaat
had een aantal koeien laten lopen op een
perceel aardappelen. Verd. meende er
niets mee te maken te hebben, omdat hg
niet aansprakelijk voor dit geval is. Verd
zei dagelijks opzichter te zijn over het
bouwland van de Adrianuspolder, waar
koeien ingeschaard waren, o.m. van zijn
broeder. Daar ging hij wel eens naar
kijken, maar verder had hij met deze
koeien niets te maken en van hem per
soonlijk liep er niet één.
Get. K. L. Bom verklaarde dat hij
koeien op zijn land had zien lopen. Deze
kv/amen van het gors, dat bij van Roa-
sum in pacht is, maar van wie ze waxen
wist verd. niet.
Verd. beweerde echter alleen maar
toezicht te houden over het vee van zijn
broer.
Get. Bom zei dat de afrastering van
het gors totaal verwaarloosd was. Reeds
Zie voor vervolg pag. 2 ,1e kolom
ii'l!